Beleidskader Subsidieverstrekking gemeente Stede Broec 2017

Geldend van 01-11-2019 t/m heden

Intitulé

Beleidskader Subsidieverstrekking gemeente Stede Broec 2017

Inleiding

Subsidies zijn een instrument om het gemeentelijk beleid op verschillende beleidsterreinen te implementeren of om beleidsdoelstellingen te behalen. In het raadsprogramma en het collegeprogramma ‘Zorg voor elkaar’ 2014-2018 staat de heroriëntatie op subsidies als prioriteit aangegeven. In het voorjaar van 2015 is een evaluatie van het huidige beleid gehouden en is er aan het college en de commissie Samenleving richting gevraagd voor het nieuw te vormen beleid. Dit beleidskader is gebaseerd op de evaluatie en de door de commissie en het college meegegeven richting.

Aanleiding om het huidige beleid te vernieuwen is onder andere te vinden in de ontwikkelingen in landelijke wetgeving en het gemeentelijk beleid. Dit beleidskader vormt een richtinggevend kader waarmee de gemeente in de komende jaren vorm geeft aan de wijze waarop en waarvoor subsidies worden verstrekt.

Missie, visie en doelstellingen

Als gevolg van onder andere landelijke, demografische en sociaal-culturele ontwikkelingen is de samenleving in beweging. Dit vraagt om een heroriëntatie op het subsidiebeleid van de gemeente Stede Broec. Het nieuwe subsidiebeleid moet aansluiting vinden bij genoemde veranderingen en de uitgangspunten in het raads- en collegeprogramma. De centrale missie van het subsidiebeleid wordt omschreven als:

“Participeren in een actieve samenleving”

De gemeente Stede Broec streeft ernaar om al haar inwoners volwaardig te kunnen laten participeren in de samenleving. Hierbij speelt het subsidiebeleid een belangrijke rol.

Het subsidiebeleid is erop gericht om de samenwerking tussen verenigingen, burgers en maatschappelijke instellingen te versterken. Hierdoor wordt de visie van de gemeente Stede Broec op het subsidiebeleid als volgt omschreven:

“Het subsidiebeleid versterkt een kwalitatief en evenwichtig aanbod van voorzieningen en activiteiten in de gemeente Stede Broec, die voor alle inwoners toegankelijk zijn. Hierdoor worden de maatschappelijke waarden van de voorzieningen en activiteiten vergroot en leveren ze een optimale bijdrage aan de leefbaarheid in de gemeente”.

Om bovenstaande missie en visie te verwezenlijken moet het subsidiebeleid aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze zijn vertaald in de volgende vier pijlers van het subsidiebeleid:

  • -

     Transparant

  • -

     Ongecompliceerd

  • -

     Sturend

  • -

     Innovatief

Met deze vier pijlers kunnen onder andere de volgende doelstellingen worden behaald:

  • -

     Meer sturing bij budgetsubsidies;

  • -

     Concrete subsidiegrondslagen op basis waarvan subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • -

     Aansluiting bij gemeentelijke beleidsuitgangspunten;

  • -

     Vermindering van administratieve lasten voor de subsidieontvanger en verstrekker;

  • -

     Mogelijkheden voor financiële ondersteuning van nieuwe initiatieven;

  • -

     Transparantie van het gevoerde beleid voor de ontvanger en verstrekker;

  • -

     Vermindering van indirecte subsidies.

Pijlers van het nieuwe subsidiebeleid

De missie en visie op het subsidiebeleid zijn vertaald in een viertal pijlers die ieder hun eigen kenmerken hebben. Deze pijlers zijn:

  • -

     Transparant;

  • -

     Ongecompliceerd;

  • -

     Sturend;

  • -

     Innovatief.

Transparant

Het subsidiebeleid moet transparant zijn zowel voor de subsidieontvanger als voor de subsidieverstrekker. Dat betekent dat subsidies worden verstrekt op basis van concrete grondslagen. Daarmee wordt de schijn van bestuurlijke willekeur ingeperkt. Het inzetten van investeringssubsidies en het verminderen van indirecte subsidies moeten bijdragen aan een transparant subsidiebeleid.

Ongecompliceerd

Het subsidiebeleid moet voor de subsidieontvanger en verstrekker zo gemakkelijk mogelijk zijn. Kernwoord daarbij is vertrouwen. Wanneer dit wederzijds voldoende aanwezig is kan de mate van verantwoording omlaag. Bij subsidies met algemene maatschappelijke waarden, zoals activiteitensubsidies, is het bijvoorbeeld mogelijk om subsidies meerjarig vast te stellen. Dit leidt tot minder administratieve lasten voor zowel de subsidieontvanger als voor de verstrekker.

Sturend

Het subsidiebeleid moet het mogelijk maken om te sturen op gemeentelijke beleidsdoelen. Dit is voornamelijk gewenst bij subsidies met specifiek maatschappelijke waarden, zoals budgetsubsidies. Door periodiek in gesprek te gaan met de subsidieontvangers is het mogelijk om tijdig bij te sturen wanneer noodzakelijk.

Innovatief

Het subsidiebeleid laat ruimte voor het subsidiëren van nieuwe initiatieven die aansluiten bij het gemeentelijk beleid. Ook bijzondere activiteiten en Social Return On Investment zijn voorbeelden van initiatieven die in de vorm van een eenmalige subsidie ondersteund kunnen worden. Het college heeft beleidsvrijheid om flexibel op dergelijke subsidieverzoeken te besluiten.

Doel van de pijlers

De 4 pijlers transparant, ongecompliceerd, sturend en innovatief, hebben als uiteindelijk doel om drempels voor goede initiatieven weg te nemen en zo activiteiten en/of voorzieningen die van aanvullende waarde zijn voor de inwoners van Stede Broec mogelijk te maken.

Subsidiesystematiek

Subsidiëring geeft de gemeente de mogelijkheid om organisaties of instellingen te stimuleren om activiteiten uit te voeren die bijdragen aan het welzijn van inwoners en om participatie mogelijk te maken voor iedereen. De gemeente is niet verantwoordelijk voor enkel het in stand houden van organisaties. Het doel van de gemeente is om binnen de gemeente activiteiten te laten plaatsvinden die van meerwaarde zijn voor de inwoners. Het subsidiebeleid moet zo ingericht worden dat er op een sturende en activerende wijze gezorgd kan worden dat er sociaal-maatschappelijke activiteiten plaatsvinden waaraan zoveel mogelijk inwoners kunnen deelnemen.

Rolverdeling raad en college

De gemeente Stede Broec kent een dualistisch stelsel. Deze komt onder andere tot uiting in de rolverdeling tussen raad en college binnen het subsidiebeleid.

Rol van de gemeenteraad

De gemeenteraad heeft een kaderstellende rol. Zij stellen vast welke beleidsterreinen er voor subsidie in aanmerking komen en wat voor soort subsidies aan die onderwerpen gekoppeld zijn. De gemeenteraad stelt de hoogte van de subsidieplafonds vast die door het college verdeeld worden. Er wordt door de gemeenteraad dus gestuurd op hoofdlijnen.

Rol van het college

Het college geeft uitvoering aan de kaders die door de gemeenteraad worden gesteld.

Zij bepaalt voor welke bedragen, binnen het door de raad vastgestelde subsidieplafond, er subsidie wordt verleend, aan wie en onder welke voorwaarden.

afbeelding binnen de regeling

Vormgeving

Het verstrekken van subsidie vindt plaats op basis van de Algemene wet bestuursrecht, het beleidskader, de algemene subsidieverordening en een aantal subsidieregelingen.

Algemene wet bestuursrecht (Awb)

De belangrijkste regels van het bestuursrecht staan in de Awb. Hierin staat onder andere beschreven hoe de overheid besluiten moet voorbereiden en bekendmaken. Ook staat hierin binnen welke termijn de overheid een besluit moet nemen. Titel 4.2 van de Awb gaat specifiek in op subsidiëring.

Beleidskader

In het beleidskader worden op hoofdlijnen de uitgangspunten van het subsidiebeleid geschetst. Zo wordt aangegeven welke beleidsterreinen subsidieabel zijn, welke soorten subsidies er zijn en hoe het subsidieproces is ingericht.

Algemene subsidieverordening (Asv)

Artikel 4:23 lid 1 Awb schrijft voor dat subsidies worden verstrekt op basis van een wettelijk voorschrift, dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. De Asv is aan te merken als wettelijk voorschrift. Hierin staan algemene regels waaraan een subsidieverzoek moet voldoen (termijnen, afwijzingsgronden, welke stukken worden gevraagd).

Subsidieregelingen

In de subsidieregelingen worden per beleidsterrein de subsidiegrondslagen aangegeven. Op basis van deze grondslagen worden de hoogtes van de subsidies bepaald.

Beleidsnota’s en gemeentebegroting

In verschillende gemeentelijke beleidsnota’s worden beleidsdoelen gesteld. Om deze beleidsdoelen te behalen kan het beschikbaar stellen van subsidie noodzakelijk zijn. In de jaarlijkse begroting worden de financiële kaders gesteld. De hoogte van deze kaders is bepalend voor het maximale subsidiebudget.

Reikwijdte subsidiebeleid

Binnen het subsidiebeleid zijn verschillende subsidiabele beleidsterreinen opgenomen. Het gaat om:

  • -

     Welzijn;

  • -

     Zorg;

  • -

     Onderwijs;

  • -

     Sport en recreatie;

  • -

     Kunst en cultuur.

De activiteiten die binnen deze beleidsterreinen vallen komen in de basis voor subsidie in aanmerking. Zoals eerder aangegeven besluit het college uiteindelijk wie er voor subsidie in aanmerking komen en de hoogte van de subsidies.

Wanneer het college van mening is dat een activiteit die buiten een van deze clusters valt voor subsidie in aanmerking komt, kan zij hiervoor budget aan de gemeenteraad vragen.

Soorten subsidies

Binnen de subsidiabele beleidsterreinen kunnen verschillende subsidiesoorten beschikbaar gesteld worden. De gekozen soort is vaak afhankelijk van de activiteit die gesubsidieerd wordt. Binnen het subsidiebeleid van de gemeente Stede Broec zijn er 4 subsidiesoorten, de activiteitensubsidie, budgetsubsidie, incidentele subsidie en de investeringssubsidie.

Activiteitensubsidie

Een activiteitensubsidie is een subsidie aan een organisatie voor activiteiten die passen bij gemeentelijke beleidsdoelstellingen, waarbij het subsidiebedrag is gerelateerd aan de activiteiten die de organisatie uitvoert. De hoogte van de subsidie wordt berekend aan de hand van kengetallen. Ook kan voor het geheel of voor bepaalde onderdelen een vast bedrag worden bepaald. De subsidie wordt per boekjaar aan een aanvrager verstrekt of voor een aantal boekjaren met een maximum van vier jaar.

Activiteitensubsidies worden door het college in principe direct bij het beschikbaar stellen vastgesteld. Wel kan de subsidieontvanger worden verplicht om tussentijds verantwoording af te leggen. Op deze manier behoudt het college een beperkte vorm van sturing op de subsidies die beschikbaar worden gesteld.

Budgetsubsidie

Een budgetsubsidie is een subsidie aan een organisatie die wordt toegekend voor structurele activiteiten of prestaties in de vorm van een budget, waarbij het subsidiebedrag is gerelateerd aan een bepaald niveau van overeengekomen activiteiten of prestaties die bijdragen aan de realisering van gemeentelijke beleidsdoelen. De budgetsubsidie wordt per boekjaar aan de aanvrager verstrekt.

Budgetsubsidies moeten na afloop van het subsidiejaar worden vastgesteld. Hiertoe moet de subsidieontvanger een verzoek indienen bij het college. De subsidieontvanger moet verantwoording afleggen over de wijze waarop de subsidie is besteed. Door tussentijds voortgangsgesprekken met de subsidieontvanger te voeren behoudt het college voldoende mogelijkheden om sturing toe te passen op de beoogde beleidsdoelen.

Incidentele subsidie

Een incidentele subsidie is een subsidie die betrekking heeft op (bijzondere) activiteiten, projecten, experimenten of aanschaffingen met een eenmalig karakter die door het college van belang worden geacht en naar het oordeel van het college niet binnen de reguliere exploitatie van een organisatie kunnen worden gedekt.

Hieronder vallen niet de bijdragen voor jubilea. Een bedrag voor een dergelijke gebeurtenis kan niet als subsidie beschikbaar worden gesteld. Wel heeft het college de mogelijkheid om in het kader van representatie een bijdrage beschikbaar te stellen. Hiervoor is een apart budget beschikbaar.

Incidentele subsidies worden door het college in principe direct bij het beschikbaar stellen vastgesteld. Wel kan de subsidieontvanger worden verplicht om achteraf verantwoording af te leggen. Op deze manier behoudt het college een beperkte vorm van sturing op de subsidies die beschikbaar worden gesteld.

Investeringssubsidie

Een subsidie die bijdraagt in de kosten van bouw of verbouw van accommodaties anders dan voor het regulier (klein) onderhoud, die door het college van belang wordt geacht en naar het oordeel van het college niet binnen de reguliere exploitatie van een organisatie kunnen worden gedekt.

Investeringssubsidies moeten na de realisatie van de investering worden vastgesteld. Hiertoe moet de subsidieontvanger een verzoek indienen bij het college. De organisatie moet verantwoording afleggen over de wijze waarop de subsidie is besteed. Hiermee behoudt het college sturing op behalen van het beoogde doel van de subsidie.

Vermindering van indirecte subsidies

Om het subsidiebeleid zo transparant mogelijk te maken en te houden is het een streven om het verstrekken van indirecte subsidies zo veel mogelijk te verminderen. Vooral bij accommodatiegerelateerde subsidieontvangers komt dit regelmatig voor. Dit kan gaan om de hoogte van berekende huur maar ook om het subsidiëren daarvan.

Maatschappelijke effecten

Een doel van het subsidiebeleid is het vergroten van de maatschappelijke waarden van de voorzieningen en activiteiten om zo de leefbaarheid in de gemeente te vergroten. De verschillende subsidievormen bereiken andere maatschappelijke effecten. De effecten van de activiteitensubsidies zijn vaak meer gericht op algemeen maatschappelijke waarden van de activiteiten. De budgetsubsidies hebben een groter effect op specifieke maatschappelijke waarden. De doelgroep bij activiteitensubsidies is breder dan bij budgetsubsidies. Daarbij gaat het bij budgetsubsidies vaak om een specifieke doelgroep.

Per subsidieregeling worden de gewenste maatschappelijke effecten verder uitgewerkt.

Tegenprestatie

Subsidie is een financiële bijdrage. De ontvanger van deze bijdrage levert hiervoor een tegenprestatie aan de subsidieverstrekker. Dit is meestal in de vorm van activiteiten die georganiseerd worden voor inwoners van de gemeente.

Wanneer subsidieontvangers een vorm van Social Return on Investment (SROI) toepassen kunnen zij voor een extra subsidiebijdrage in aanmerking komen. SROI is een methodiek voor het meten van effecten en het rendement van maatschappelijke investeringen en projecten. Letterlijk betekent SROI ‘iets teruggeven aan de samenleving’.

Voor SROI bestaan meerdere definities en het is vaak voor meerdere manieren van uitleg vatbaar. De meest voorkomende definitie van SROI is ‘Het stimuleren van doelgroepen met een afstand tot de arbeidsmarkt’.

Lokaal vertaald betekent dit dat het wordt gestimuleerd om, waar mogelijk, te kijken of het toepassen van SROI binnen een vereniging mogelijk is. De subsidieontvanger kan gevraagd worden om bij de uitvoering van haar activiteiten een vorm van social return in te zetten, bijvoorbeeld de inzet van werkzoekenden, stagiaires of mensen die vallen onder de Participatiewet. Wanneer subsidieontvangers dit toepassen kunnen zij, naast de reguliere activiteitensubsidie, in aanmerking komen voor een aanvullende subsidie.

Implementatie beleidskader

De uitgangspunten van het subsidiebeleid zoals geformuleerd in dit beleidskader vormen de basis voor de Algemene subsidieverordening gemeente Stede Broec. De verdere uitwerking van de kaders vindt plaats in de subsidieregelingen. In de regelingen worden onder andere de beoogde maatschappelijke effecten van de subsidies beschreven. Hierbij wordt de verbinding gemaakt met de 4 pijlers van het beleid.

Het subsidiebeleid heeft als ingangsdatum 1 januari 2017.

Ondertekening