Nadere regels voor seksinrichtingen en escortbedrijven

Geldend van 16-06-2004 t/m heden

Intitulé

NADERE REGELS VOOR SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

Burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland;

gelet op artikel 3.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende

NADERE REGELS VOOR SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • a. seksinrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 3.1.1, onder c, van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • b. escortbedrijf: een bedrijf als bedoeld in artikel 3.1.1, onder d, van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • c. werkruimte: de verblijfsruimte waarin de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt.

Paragraaf 2 Technische voorschriften

Artikel 2.1 Reikwijdte

Het gestelde in deze paragraaf is niet van toepassing op een seksbioscoop, een sekstheater en een seksautomatenhal.

Artikel 2.2 Verhouding met het Bouwbesluit

Op een bestaande seksinrichting en op het bouwen van een seksinrichting zijn de voorschriften in het Bouwbesluit 2003, die betrekking hebben op de logiesfunctie, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.3 Alarmeringsgelegenheid

In iedere werkruimte van een seksinrichting dient de veiligheid van de prostitué(e) gewaarborgd te zijn.

Paragraaf 3 Voorschriften ten aanzien van de bedrijfsvoering - algemeen

Artikel 3.1 Algemeen

  • 1. Het is verboden vanuit een seksinrichting klanten te werven die zich op of aan de weg bevinden.

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs kan worden gevraagd om hinder en overlast van bezoekers voor de omgeving te voorkomen of te beperken.

  • 3. Het is de exploitant en beheerder van een seksinrichting verboden om bezoekers beneden de leeftijd van achttien jaar toegang te verlenen tot de seksinrichting.

  • 4. Het is de exploitant en beheerder van een escortbedrijf verboden om prostitutie aan te bieden aan personen beneden de leeftijd van achttien jaar.

Artikel 3.2 Toegang ambtenaar van politie

De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht ervoor te zorgen dat een ambtenaar van politie onmiddellijke en onbelemmerde toegang heeft tot de seksinrichting:

  • a.

    gedurende de tijd dat de seksinrichting voor bezoekers is geopend, dan wel

  • b.

    gedurende de tijd dat het bedrijf gesloten dient te zijn en de ambtenaar van politie het vermoeden uit dat daarin of aldaar bezoekers verblijven.

Paragraaf 4 Voorschriften ten aanzien van de bedrijfsvoering - gezondheid

Artikel 4.1 Algemeen

De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf treffen maatregelen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in het prostitutie-bedrijf werkzame prostitué(e) alsmede in het belang van de bescherming van de volksgezondheid.

Artikel 4.2 Technische hygiënezorg

  • 1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht te voldoen aan de door de GGD gestelde technische hygiëne-eisen.

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting verlenen hun medewerking aan de medewerker van de GGD die de technisch-hygiënische inspectie uitvoert.

  • 3. Van de jaarlijkse hygiëne-inspectie wordt door de medewerker van de GGD een rapport opgemaakt. De gemeente en de exploitant en beheerder van de seksinrichting ontvangen van dit rapport een afschrift.

Artikel 4.3 Bed- en handlinnen

  • 1. Het handlinnen moet na gebruik door schoon handlinnen worden vervangen.

  • 2. Het bedlinnen in de werkruimten moet dagelijks worden verschoond.

Artikel 4.4 Preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen

  • 1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf verlenen hun medewerking aan preventie-activiteiten van de GGD gericht op de verbetering van de gezondheidssituatie van de prostitué(e).

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting dragen zorg voor de verspreiding van voor de prostitué(e) toegankelijk voorlichtings- en informatiemateriaal over de aan prostitutie verbonden gezondheidsrisico's en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg en de hulpverlening.

  • 3. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een beleid te voeren, waarin de toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostitué(e) centraal staan.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde verplichting houdt in ieder geval in dat:

    • a.

      de prostitué(e) klanten en/of bepaalde diensten mag weigeren;

    • b.

      de prostitué(e) het werken zonder condoom mag weigeren;

    • c.

      de prostitué(e) mag weigeren om met een klant alcoholhoudende drank te drinken of andere verdovende middelen te gebruiken;

    • d.

      de prostitué(e) niet verplicht kan worden zich geneeskundig te laten onderzoeken;

    • e.

      de prostitué(e) het recht heeft op een vrije artsenkeuze.

  • 5. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf dragen zorg voor op schrift gestelde huisregels om de klant te informeren over veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostitué(e). In een seksinrichting worden de huisregels op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats opgehangen.

  • 6. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf dragen er zorg voor dat op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats actueel voorlichtings- en informatiemateriaal ten aanzien van veilige seks en seksueel overdraagbare aandoeningen ter inzage ligt.

  • 7. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf draagt er zorg voor dat in de werkruimten te allen tijde voldoende, wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn.

Artikel 4.5 Geneeskundig onderzoek

  • 1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf stellen de prostitué(e) in de gelegenheid om zich vier keer per jaar op seksueel overdraagbare aandoeningen en andere aan het beroep van prostitué(e) gerelateerde klachten bij de GGD of een bij de GGD bekende arts geneeskundig te laten onderzoeken.

  • 2. Indien een niet bij de GGD werkzame arts vast verbonden is aan de seksinrichting of het escortbedrijf, meldt de exploitant of beheerder schriftelijk de naam en het adres van deze arts aan de GGD.

  • 3. Het is de exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf verboden reclame te maken waarbij garanties worden gegeven dan wel anderszins wordt aangegeven dat de bij het bedrijf werkzame prostitué(e)(s) vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij worden geplaatst.

Burgemeester en wethouders van Steenwijkerland,

de secretaris, drs. A.W. van der Spek

de burgemeester, drs. H.H. Apotheker

Toelichting

Algemeen

Met deze regelgeving maken burgemeester en wethouders gebruik van de in artikel 3.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gegeven bevoegdheid om ten aanzien van seksinrichtingen en escortbedrijven nadere regels te stellen.

De nadere regels zijn onderverdeeld in technische voorschriften (paragraaf 2) en voorschriften met betrekking tot de bedrijfsvoering (paragraaf 3 en 4). Het overtreden van deze voorschriften kan op grond van artikel 3.2.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening tot intrekking van de exploitatievergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf leiden.

Artikel 2.2 Verhouding met het Bouwbesluit

In het Bouwbesluit 2003 is gekozen voor een systeem, waarbij de indeling in gebruiksfuncties bepalend is voor de bouw- en brandveiligheidsvoorschriften. De logiesfunctie – in artikel 1, derde lid, van het Bouwbesluit 2003 omschreven als: gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan mensen – sluit het nauwst aan bij het gebruik van een (gedeelte van een) bouwwerk als seksinrichting. Om deze reden verklaart artikel 2.2 van de nadere regels de voorschriften in het Bouwbesluit 2003 die betrekking hebben op de logiesfunctie van overeenkomstige toepassing op seksinrichtingen. Het gevolg hiervan is dat een seksinrichting minimaal aan de in het Bouwbesluit 2003 ten aanzien van bouwwerken met een logiesfunctie gestelde bouw- en brandveiligheidseisen moet voldoen.

Artikel 3.2 Toegang ambtenaar van politie

Om de controletaak van de politie te vergemakkelijken is de exploitant of beheerder van een seksinrichting verplicht ervoor te zorgen dat zij onbelemmerd de inrichting kan betreden wanneer deze voor het publiek geopend is. Ook indien vermoed wordt dat zich in de inrichting bezoekers bevinden op het moment dat deze gesloten dient te zijn, moet de politie worden toegelaten.

Artikel 4.2 Technische hygiënezorg

Technische hygiëne is voornamelijk gericht op het voorkomen en/of beperken van het overbrengen van ziektekiemen door middel van de aanwezigheid en het juiste gebruik van technisch-hygiënische voorzieningen, zoals bijvoorbeeld voorzieningen met betrekking tot afval en sanitair.

Artikelen 4.4 en 4.5 Preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen/geneeskundig onderzoek

De prostitué(e) heeft het recht om over haar of zijn eigen lichamelijke integriteit te beschikken. Dit in de Grondwet vastgelegde recht kan binnen de prostitutie op verschillende manieren in gevaarkomen. Daarom is het voor de bedrijfsvoering van belang dat de prostitué(e) geheel vrijwillig kan werken. Dit betekent dat zij of hij niet mag worden gedwongen tot onveilig vrijen, het meedrinken van alcoholische dranken en dergelijke. Daarnaast kent de prostitutie gezondheidsrisico’s als besmetting met seksueel overdraagbare aandoeningen. Om deze reden zijn voorschriften gesteld met betrekking tot de bescherming van de gezondheid van de prostitué(e) en de volksgezondheid. Deze voorschriften zijn voorwaardenscheppend van aard en hebben betrekking op – onder meer – voorlichting, het toepassen van veilige sekstechnieken en periodiek geneeskundig onderzoek.