Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Steenwijkerland met bijbehorende Gebiedsvisie (Rapport: 133712-00).

Geldend van 03-04-2014 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Steenwijkerland met bijbehorende Gebiedsvisie (Rapport: 133712-00).

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

gelet op de artikelen 6 en 8 van de Wet geurhinder en veehouderij;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12-11-2013, nummer 2014/2;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Steenwijkerland met bijbehorende Gebiedsvisie (Rapport: 133712-00).

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

dierenverblijf:

al dan niet overdekte ruimte waarbinnen dieren worden gehouden;

gebiedstype I:

gebied (buitengebied) zoals aangegeven op de kaart behorende bij deze verordening;

gebiedstype II:

gebied (linten, buurtschappen, recreatieterreinen) zoals aangegeven op de kaart behorende bij deze verordening;

gebiedstype III:

gebied (bebouwde kom, kernen) zoals aangegeven op de kaart behorende bij deze verordening;

geuremissiefactor:

bij ministeriële regeling vastgestelde geuremissie per dier, behorende bij een daartoe aangewezen diercategorie en huisvestingssysteem;

geurgevoelig object:

gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt;

geurhinder:

gevolgen voor het milieu door de emissie van geur;

huisvestingssysteem:

gedeelte van een dierenverblijf, waarin dieren van één diercategorie op dezelfde wijze worden gehouden;

Regeling:

de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv);

veehouderij:

inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

Wet:

de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv).

Artikel 2 Andere waarde voor de afstand in gebiedstype I

Voor dieren waarvoor geen geuremissiefactor is opgenomen in de Rgv, wordt de geurhinder beoordeeld op grond van artikel 6, van de Wgv. In dat geval dient tenminste een minimale afstand tussen veehouderij en ‘geurgevoelig object’ te worden aangehouden. Het gaat hier om de afstand tussen het emissiepunt van een dierenverblijf en de buitenzijde van het geurgevoelig object:

  • -

    Voor geurgevoelige objecten gelegen in gebiedstype I geldt een minimale afstand van25 meter.

Artikel 3: Andere waarde voor de afstand in gebiedstype II

Voor dieren waarvoor geen geuremissiefactor is opgenomen in de Rgv, wordt de geurhinder beoordeeld op grond van artikel 6, van de Wgv. In dat geval dient tenminste een minimale afstand tussen veehouderij en ‘geurgevoelig object’ te worden aangehouden. Het gaat hier om de afstand tussen het emissiepunt van een dierenverblijf en de buitenzijde van het geurgevoelig object:

  • -

    Voor geurgevoelige objecten gelegen in gebiedstype II geldt een minimale afstand van50 meter

    Indien een emissiepunt in de bestaande situatie (vigerende milieuvergunning/milieumelding) op kortere afstand van een geurgevoelig object is gelegen, geldt die kortere afstand als norm op dat geurgevoelige object, met een minimum van 25 meter.

Artikel 4: Andere waarde voor de afstand in gebiedstype III

Voor dieren waarvoor geen geuremissiefactor is opgenomen in de Rgv, wordt de geurhinder beoordeeld op grond van artikel 6, van de Wgv. In dat geval dient tenminste een minimale afstand tussen veehouderij en ‘geurgevoelig object’ te worden aangehouden. Het gaat hier om de afstand tussen het emissiepunt van een dierenverblijf en de buitenzijde van het geurgevoelig object:

  • -

    Voor geurgevoelige objecten gelegen in gebiedstype III geldt een minimale afstand van100 meter.

Artikel 5: Bijzondere regeling voor gebiedstype III (m.u.v. het gebied Steenwijk)

Er van uitgaande dat aannemelijk wordt gemaakt dat de geurbelasting voor omwonenden niet toeneemt, kan een minimale afstand van 50 meter worden toegestaan in die gevallen waarin:

  • 1.

    sprake is van een bestaande veehouderij.

  • 2.

    de veehouderij de uitbreiding realiseert in afwaartse richting van de geurgevoelige objecten; waarbij afwaarts inhoudt dat het meest nabijgelegen emissiepunt van de uitbreiding op grotere afstand dan bestaand wordt gerealiseerd.  

  • 3.

    de minimale afstand tussen een geurgevoelig object en het meest nabijgelegen emissiepunt van de veehouderij 50 meter of meer bedraagt.

  • 4.

    er binnen de veehouderij ten hoogste het volgende aantal dieren aanwezig is:

  • a.

    200 stuks melkrundvee (excl. vrouwelijk jongvee tot 2 jr.), of

  • b.

    340 stuks vrouwelijk jongvee, of

  • c.

    340 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar en overig melkrundvee, en/of

  • d.

    50 paarden;

  • e.

    50 landbouwhuisdieren, anders dan hierboven genoemde onder a t/m d.

Artikel 6: Geldigheid grondgebied

De Verordening geldt voor het gehele grondgebied van de gemeente Steenwijkerland.

Artikel 7: Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als de “Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Steenwijkerland”.

Artikel 8: Inwerkingtreding

Deze Verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 maart 2014.

De raad voornoemd,

de griffier,

A. ten Hoff

de voorzitter,

M.A.J. van der Tas