Regeling vervallen per 01-01-2017

Regeling cafetariamodel gemeente Steenwijkerland 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Regeling cafetariamodel gemeente Steenwijkerland 2015

Vastgesteld bij collegebesluit van 2 december 2014 ter uitvoering van hoofdstuk 4a van de CAR/UWO

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    medewerker: De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR-UWO, voor zover deze een vaste aanstelling heeft dan wel tijdelijk is aangesteld voor de duur vantenminste één jaar.

  • b.

    Cafetariamodel arbeidsvoorwaarden: Medewerkers kunnen bepaalde arbeidsvoorwaarden (bronnen) kiezen uit een pakket opgesteld door de werkgever, die ingezet worden als ruilmiddel voor in dat pakket opgenomen faciliteiten op het terrein van de arbeidsvoorwaarden (doelen).

  • c.

    Bronnen: Bepaalde arbeidsvoorwaarden die ingeruild kunnen worden voor andere arbeidsvoorwaarden, oftewel de doelen. Deze bronnen zijn:

    • ·

      bezoldiging (bruto salaris inclusief structurele toeslagen);

    • ·

      eindejaarsuitkering;

    • ·

      vakantietoeslag;

    • ·

      (vergoeding voor verkochte) vakantie-uren;

    • ·

      levensloopbijdrage

  • d.

    Doelen: Arbeidsvoorwaarden die de medewerker voor de bronnen terugkrijgt. De doelen zijn:

    • ·

      Levensloop

    • ·

      Extra pensioen

    • ·

      Reiskosten woon-werkverkeer;

    • ·

      OV-abonnement

    • ·

      Geld

    • ·

      Extra vakantie-uren

Artikel 2 Deelname aan de regeling

Lid 1

Via het daartoe bestemde formulier kan de medewerker een aanvraag voor deelname aan het cafetariamodel arbeidsvoorwaarden indienen bij de medewerker P&O. Voor het kopen of verkopen van verlof dient de betreffende afdelingsmanager het formulier te tekenen voor akkoord.

Lid 2

In het aanvraagformulier vermeldt de medewerker voor het komende ruiljaar welke bronnen voorwelke doelen worden ingezet en in welke mate (tijdbronnen) of tot welk bedrag (geldbronnen) dit dient te geschieden, waarbij tevens wordt aangegeven of een eventuele inhouding maandelijks of eenmalig gebeurt.

Lid 3

Voor deelname aan de bronnen van dit cafetariamodel arbeidsvoorwaarden geldt dat een aanvraag op elk gewenst moment ingediend kan worden, mits aan de overige voorwaarden wordt voldaan. In het geval dat geldbronnen worden ingezet dient het aanvraagformulier in ieder geval twee maanden voorafgaande aan de maand van betaling ingediend te zijn. In het geval een tijdbron wordt ingezet geldt dat de aanvraag uiterlijk 1 november van het jaar voorafgaande moet worden ingediend.

Artikel 3 Toetsing aanvraag

Lid 1

Verzoeken voor toepassing van het cafetariamodel arbeidsvoorwaarden worden gehonoreerd, mits zij passen binnen de (fiscale) wet- en regelgeving. Indien de (fiscale) wet- en regelgeving ter zake tussentijds wijzigt zal de toepassing van de regeling in overeenstemming met de nieuwe wet- en regelgeving plaatsvinden.

Lid 2

De werkgever bepaalt of een aanvraag in overeenstemming is met de gestelde voorwaarden zoals onder meer opgenomen in het vorige lid, in artikel 4 lid 1 van deze regeling evenals de voorwaarden zoals opgenomen in de bijlage. De medewerker is in dit verband verplicht alle door de werkgever gewenste informatie of (bewijs)stukken te verstrekken.

Lid 3

Na ondertekening door de werkgever heeft het formulier het karakter van een overeenkomst.

Artikel 4 Gevolgen van de keuze

Lid 1

Indien aan de (belastingvrije) uitbetaling van een doel door de belastingdienst bijzondere voorwaarden worden verbonden, is de medewerker gehouden aan deze voorwaarden te voldoen en dit desgewenst aan te tonen. Een eventuele naheffing als gevolg van het niet voldoen aan deze voorwaarden, komt voor rekening van de medewerker.

Lid 2

Verlaging van de bruto-bezoldiging, eindejaarsuitkering, en vakantietoelage als gevolg van de inzet als bron kan gevolgen hebben voor de pensioengrondslag, salaris tijdens ziekte of zwangerschap, het bruto salaris sociale verzekeringen, de grondslag voor inkomensafhankelijke voorzieningen, zoals huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag en andere loongerelateerde uitkeringen zoals de vakantietoelage. Deze gevolgen zijn voor rekening van de medewerker.

Lid 3

Waar sprake is van inkomensgevolgen en/of gevolgen voor inkomensafhankelijke uitkeringen of subsidies voor de medewerker als gevolg van het voorgaande lid, zal dit niet worden gecompenseerd door de werkgever.

Artikel 5 Voorwaarden

Lid 1

De medewerker kan verzoeken een bron als bedoeld in artikel 1, lid c in te zetten voor (een combinatie van) doelen genoemd artikel 1 lid d.

Lid 2

Het inzetten van salaris en vakantietoeslag als bron is mogelijk, voorzover het salaris niet lager wordt dan het maandbedrag, dat krachtens de CAR/UWO geldt voor betreffende medewerker.

Lid 3

De voorwaarden/toelichting genoemd in de bijlage maken een onlosmakelijk onderdeel uit van deze regeling.

Artikel 6 Einde van het recht op deelname

Lid 1

Het recht op deelname aan het cafetariamodel arbeidsvoorwaarden eindigt op de datum van beëindiging van de dienstbetrekking van de medewerker.

Lid 2

Eindigt de dienstbetrekking voordat het bedrag als bedoeld in deze regeling is verrekend, dan wordt het alsdan resterende bedrag als bedrag ineens ingehouden op het (netto) maandloon.

Artikel 7 Onrechtmatig gebruik

Wanneer de medewerker onjuiste gegevens verstrekt en/of onrechtmatig gebruik maakt van deze regeling, worden de totale kosten –met inbegrip van rente, verhaalskosten e.d.- die de werkgever maakt met terugwerkende kracht op de medewerker verhaald.

Artikel 8 Algemene bepalingen in verband met aanvragen

Lid 1

Aankopen luiden altijd incl. BTW in zoverre BTW in rekening wordt gebracht. Aanvragen dienen zoveel mogelijk eventuele deelbestedingen te combineren; dit in verband met de administratieve verwerking van de uitruil.

Lid 2

Onvolledig ingevulde aanvraagformulieren dan wel aanvraagformulieren waarbij de juiste bewijsstukken ontbreken worden niet in behandeling genomen cq. gehonoreerd.

Lid 3

Door middel van het bij deze regeling gevoegde aanvraagformulier verklaart de medewerker bekend te zijn met deze regeling en de hierbij behorende toelichting en vrijwaart hij of zij de werkgever van eventuele gevolgen voortvloeiend uit een eventuele naheffing - inclusief rente en boete - door de belastingdienst.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling cafetariamodel arbeidsvoorwaarden Gemeente Steenwijkerland 2015”.

Lid 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Steenwijk,
burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, drs. S.S. Weistra
de burgemeester, M.A.J. van der Tas

Bijlage: Nadere toelichting en voorwaarden met betrekking tot bronnen en doelen van het cafeteriamodel arbeidsvoorwaarden

BRONNEN

 

1. Bezoldiging

De bezoldiging zoals omschreven in artikel 3:1 van de CAR en artikel 1 van de Bezoldigingsregeling kan ingezet worden als bron. Het salaris mag niet lager worden dan het maandbedrag dat voor de betreffende medewerker geldt krachtens de CAR-UWO. Het gaat hier om de bezoldiging, die nog niet reeds is genoten.

 

2. Eindejaarsuitkering

Als bron kan de in december uit te keren eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 3:6 CAR-UWO worden ingezet. Het gaat hier om de eindejaarsuitkering die nog niet reeds is genoten.

 

3. Vakantie-uren ( geen compensatie-uren)

Vakantie-uren kunnen ook als bron worden ingezet. Daarvoor gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    Op grond van artikel 4a:1 CAR-UWO kunnen maximaal 72 uur per jaar worden ingezet in het kader van het cafetariamodel. Voor parttimers geldt dit naar rato. Er moeten in ieder geval 144 vakantie-uren resteren in het jaar dat de vakantie-uren worden ingezet. Voor parttimers geldt dit naar rato. Indien de medewerker ook vakantie-uren wil verkopen, wordt bij de genoemde maxima rekening gehouden met de verkochte vakantie-uren.

  • b.

    Eén verlofuur staat gelijk aan 1/156e deel van het voltijdsalaris (bruto) behorend bij de salarisschaal en periodiekindeling bij de aanvang van het kalenderjaar. 156 uur is het gemiddeld aantal werkuren (exclusief compensatieverlof) in een maand voor een fulltimer

  • c.

    Binnengekomen aanvragen worden in eerste aanleg voor akkoord door de direct leidinggevende ondertekend.

 

4. Vakantietoeslag

De vakantietoeslag, die in mei wordt uitbetaald, kan ook als bron worden ingezet. De vakantietoeslag is geregeld in artikel 6:3 CAR-UWO. De vakantietoeslag mag niet lager worden dan het maandbedrag dat voor de betreffende medewerker geldt krachtens de CAR-UWO.

 

5. Levensloopbijdrage werkgever

De in december door de werkgever uit te betalen levensloopbijdrage, zoals bedoeld in artikel 6a:7 CAR-UWO kan worden ingezet als bron.

DOELEN

 

1. Levensloop

Het cafetariamodel arbeidsvoorwaarden kan ook worden ingezet voor de deelname aan de levensloopregeling. Dit kan alleen als de medewerker al deelneemt aan de regeling, aangezien deze is afgeschaft per 1-1-2013. De medewerker kan de hoogte van de inleg jaarlijks één keer wijzigen.

Voor de opname van het levensloopverlof en voor de overige voorwaarden voor levensloop gelden de bepalingen van de CAR-UWO. Deelname kan na het aanmelden via het deelnameformulier.

 

2.  Extra pensioen

Inleggen kan maandelijks, eenmalig of incidenteel. Hiervoor geldt geen minimumbedrag, wel een maximum dat afhankelijk is van de persoonlijke fiscale ruimte voor pensioen. Meer inhoudelijke informatie over het ABP Extra pensioen is te vinden op www.abp.nl. Hier is tevens een pensioenmeter opgenomen, waarmee de persoonlijke fiscale ruimte kan worden bepaald.

 

3. Reiskosten woon-werkverkeer

Voor vergoeding op grond van het cafetariamodel arbeidsvoorwaarden komen in aanmerking reiskosten voor woon-werkverkeer met openbaar vervoer en reiskosten met een privé-vervoermiddel.

Onder reiskosten woon-werkverkeer wordt verstaan: reiskosten met de eigen auto, (brom)fiets of te voet. De vaste tegemoetkoming wordt berekend volgend een bepaalde formule:

  • a.

    De vergoeding per kilometer is gelijk aan het vastgestelde fiscale maximum (2007: € 0,19 per kilometer).

  • b.

    Er wordt uitgegaan van 206 dagen per jaar, mits de medewerker tenminste op 150 dagen naar dezelfde werkplaats reist (werkt de medewerker minder dan 5 dagen per week, dan zijn de dagen naar rato).

  • c.

    De vergoeding wordt berekend volgens de formule 206 x retourafstand woon-werk x € 0,19. Bij een werkweek van minder dagen naar rato.

  • d.

    Bij langdurige afwezigheid vindt aan het einde van het jaar een herberekening plaats of de reeds ontvangen vergoeding bovenmatig is geweest. Is dit het geval, dan wordt de alsnog verschuldigde loonheffing ingehouden bij de medewerker

  • e.

    Het aantal dagen wordt herrekend bij het einde van het dienstverband of wijzigingen van de afstand.

  • f.

    Voor de route wordt uitgegaan van de snelste route via de ANWB-routeplanner.

  • g.

    Ontvangt de medewerker een tegemoetkoming woon-werkverkeer van de werkgever op basis van een andere regeling, dan wordt deze tegemoetkoming in mindering gebracht op het totaal te vergoeden bedrag. Als er geen verschil meer is, is er geen uitruil mogelijk.

  • h.

    Op het aanvullende aanvraagformulier geeft de medewerker aan hoeveel dagen hij in het ruiljaar naar de vaste arbeidsplaats reist en het aantal kilometers tussen het woonadres en de arbeidsplaats.

  • i.

    Er kan geen gebruik worden gemaakt van deze uitruil, als de medewerker gebruik maakt van de faciliteit die onder punt 6 genoemd wordt (vergoeding OV-abonnement).

 

4.  OV-abonnement

Onder OV-abonnement wordt in dit verband verstaan: een OV-kaart, die mede voor de dienstbetrekking wordt gebruikt (bijvoorbeeld OV-jaarkaart, trajectkaart), of een voordeelurenkaart, die mede voor de dienstbetrekking wordt gebruikt.

  • a.

    De medewerker overlegt een kopie van de onder a. en b. bedoelde abonnementen of voordeelurenkaart bij het aanvraagformulier en verklaart dat het OV-abonnement mede gebruikt voor dienstreizen of woon-werkverkeer.

  • b.

    De medewerker dient bij de aftrekpost in de aangifte inkomstenbelasting rekening te houden met de ontvangen vergoeding en deze af te trekken van de aftrekpost faciliteit die onder punt 5 genoemd wordt (vaste vergoeding woon-werkverkeer).

  • c.

    De werkgever ziet toe op een correct gebruik van het abonnement.

 

5. Geld

In de CAR/UWO is vastgelegd dat maximaal 72 uur vakantie-uren per kalenderjaar verkocht mogen worden. Voor deeltijders geldt dat zij naar evenredigheid mogen verkopen. Wie bijvoorbeeld 50% werkt, kan maximaal 36 uur verkopen. Bij de verkoop van verlof moeten er voor een fulltimer minimaal 144 uur verlof per jaar overblijven, deeltijders weer naar rato. Het verzoek kan geweigerd worden in het belang van de dienst. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er te veel aanvragen zijn om verlof te verkopen en de dienst de financiële lasten niet kan dragen.

 

6. Extra vakantie-uren

Een fulltimer mag maximaal 72 vakantie-uren kopen. Voor deeltijders geldt dat zij naar evenredigheid uren kunnen kopen. De formele arbeidsduur verandert niet als verlof gekocht wordt.