Lijst met categorieën waarvoor een verklaring van geen bedenkingen is vereist in relatie tot een projectafwijkingsbesluit

Geldend van 13-04-2017 t/m heden

Intitulé

Lijst met categorieën waarvoor een verklaring van geen bedenkingen is vereist in relatie tot een projectafwijkingsbesluit

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

Overwegende;

dat per 1 oktober 2010 de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) in werking is getreden;

dat sinds deze inwerkingtreding het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin een project plaatsvindt bevoegd gezag is voor het verstrekken van een omgevingsvergunning;

dat het college volgens artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) aan de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet vragen in alle gevallen waarbij met een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12 eerste lid onder a punt 3 van de Wabo wordt afgeweken van een bestemmingsplan;

dat de gemeenteraad middels artikel 6.5 lid 3 van de Bor een categorie van gevallen kan aanwijzen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist;

dat op 7 december 2010 de gemeenteraad daarom een aanwijzingsbesluit heeft vastgesteld;

dat middels een raadsbrief in november 2015 de gemeenteraad is geadviseerd om geen gebruik meer te maken van deze aanwijzingsbesluit, omdat jurisprudentie heeft uitgewezen dat deze manier van aanwijzen onverbindend is;

dat sindsdien voor alle gevallen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen moet worden aangevraagd, een verklaring van geen bedenkingen is aangevraagd;

dat het wenselijk is de lijst aan te passen, zodat er tijdswinst en lastenverlichting wordt gerealiseerd voor onze inwoners en ondernemers;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7-2-2017, nummer 2017/19;

b e s l u i t :

  • 1.

    De bij dit besluit horende lijst met van categorieën van gevallen van aanvragen om een omgevingsvergunning waarvoor een verklaring van geen bedenkingen nodig is vast te stellen.

  • 2.

    Het besluit als bedoeld in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op al ingediende aanvragen om omgevingsvergunningen waarvoor door de gemeenteraad nog geen verklaring van geen bedenkingen is afgegeven of geweigerd.

  • 3.

    Het aanwijzingsbesluit van 7 december 2010 waarin is bepaald dat in alle gevallen waarbij met een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12 eerste lid onder a punt 3 van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht wordt afgeweken van een bestemmingsplan èn waarbij het college bevoegd gezag is, geen verklaring van geen bedenkingen is vereist, in te trekken.

De raad voornoemd,

de griffier, A. ten Hoff

de voorzitter, J.H. Bats

Lijst met categorieën waarvoor een verklaring van geen bedenkingen is vereist in relatie tot een projectafwijkingsbesluitartikel 2.12 lid 1onder a onder 3° WABO

De volgende categorieën van gevallen worden aangewezen als gevallen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht is vereist:

  • A.

    Agrarisch:

    • a.

      Het vergroten van het agrarisch bouwperceel van een grondgebonden agrarisch bedrijf met een oppervlakte van meer dan 1,5ha.

    • b.

      Het uitbreiden van een bestaande intensieve veehouderij of intensieve neventak wanneer dit niet past binnen het door de raad vastgestelde beleidskaders.

    • c.

      Het nieuw vestigen van een agrarisch bedrijf buiten een bestaand, voor Agrarische doeleinden, bestemd bouwvlak

 

  • B.

    Wonen:

    • a.

      Het opsplitsen van een bestaande woning in meer dan 3 wooneenheden.

    • b.

      Het realiseren van een plattelandswoning.

    • c.

      Woningbouwprojecten binnen de bebouwde kom voor meer dan 7 woningen

 

  • C.

    Recreatie:

    • a.

      Nieuwvestiging van een dag- of verblijfsrecreatieterreinen en voorzieningen ten behoeve van dag- of verblijfsrecreatie

    • b.

      Uitbreiding van een bestaand dag- of verblijfsrecreatieterrein of van voorzieningen ten behoeve van dag- of verblijfsrecreatie waarbij de toename van het oppervlak meer dan 20% bedraagt ten opzichte van het maximaal planologisch toegestane.

  • D.

    Overig:

    • a.

      Projecten ten behoeve van duurzame energie

    • b.

      Het (nieuw)vestigen / uitbreiden van bedrijven behorend tot categorie 3.2 en hoger op grond van de VNG-handreiking “Bedrijven en milieuzonering” en voor zover gelegen buiten de bedrijventerreinen.

    • c.

      Nieuwvestiging of uitbreiding van niet-agrarische functies op agrarisch bestemde gronden buiten de bebouwde kom voor zover het niet gaat om de herbestemming van vrijkomende agrarische bouwpercelen of nevenactiviteiten bij bestaande agrarische bedrijven conform het VAB –beleid en de mogelijkheden voor nevenfuncties zoals opgenomen in het beleid dat is vastgesteld voor het buitengebied.

    • d.

      Grootschalige projecten anders dan hiervoor in A t/m D sub c. waarvoor nog geen beleidskaders zijn vastgesteld en die een grote economische en maatschappelijke impact kunnen hebben.

  

Toelichting

Onderdeel A: Algemeen

De raad stelt aan de hand van beleidsnotities kaders vast waarbinnen het college de bevoegdheid heef om, onder voorwaarden, medewerking te verlenen aan ruimtelijke initiatieven. Ten aanzien van de agrarische sector betreft dit onder andere de Beleidsnotitie bestemmingsplan buitengebied Steenwijkerland, het afwegingskader Intensieve Veehouderij en de Beleidsnotitie Facetbeleid.

Geval A.a.

In de Beleidsnotitie bestemmingsplan buitengebied Steenwijkerland is het centrale uitgangspunt dat de plattelandseconomie gestimuleerd moet worden. De raad heeft hiertoe in de notitie kaders gesteld waarbinnen het college van B&W initiatieven voor uitbreiding van een bestaand agrarisch grondgebonden bedrijf, onder voorwaarden en zonder tussenkomst van de raad, kan afdoen. Dit zou in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied geregeld worden met:

  • (binnenplanse) Afwijkingsbevoegdheid voor uitbreiding bouwvlak tot 1,5 ha

  • Wijzigingsbevoegdheid voor uitbreiding bouwvlak tot 2,0 ha

Door de keuze destijds voor een Beheersverordening zijn deze bevoegdheden niet doorvertaald. Een beheersverordening legt uitsluitend de bestaande (planologische) situatie vast. Hierdoor kan van de bovengenoemde bevoegdheden tot op heden geen gebruik gemaakt worden. Dit neemt niet weg dat de Beleidsnotitie bestemmingsplan buitengebied Steenwijkerland als toetsingskader voor nieuwe initiatieven geldt. De door de raad gestelde kaders zijn duidelijk, waardoor plannen die binnen deze kaders passen niet opnieuw aan de raad voorgelegd hoeven te worden. Besloten is de in de beleidsnotitie opgenomen collegebevoegdheden nu alsnog te effectueren in deze lijst. De knip is gelegd bij uitbreiding agrarische bouwvlakken tot 1,5 ha, omdat vanuit provinciaal beleid voor grotere bouwvlakken de (extra) Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving van toepassing is.

Geval A.b.

Nieuwvestiging van niet-grondgebonden agrarische bedrijven is op basis van de beleidsnotitie buitengebied niet toegestaan. Op verzoeken om uitbreiding van een intensieve veehouderij is altijd maatwerk van toepassing. Dit maatwerk is concreet geregeld in het later door de raad vastgestelde Afwegingskader Intensieve Veehouderij. Doordat dit kader concrete randvoorwaarden bevat is het niet langer nodig initiatieven die binnen het kader passen aan de raad voor te leggen. Initiatieven die niet binnen het kader passen worden wel aan de raad voorgelegd, omdat op deze plannen het eerder genoemde maatwerk van toepassing blijft.

Geval A.c.

Binnen de agrarische sector is er sprake van modernisering en schaalvergroting. Gevolg hiervan is dat er steeds minder, maar grotere, bedrijven komen. Door stoppende bedrijven komen er continu agrarisch bestemde bouwpercelen vrij. Het streven is dat nieuwe agrarische bedrijven zich op een van deze percelen vestigen, zodat er sprake is van efficiënt ruimtegebruik. Nieuwvestiging van agrarische bedrijven anders dan op een bestaande bedrijfslocatie is niet rechtstreeks mogelijk. Mocht toch een verzoek hiertoe binnenkomen dan is dit maatwerk, waarvoor geen door de raad vastgesteld toetsingskader geldt. Vandaar dat voor het afhandelen van dergelijke verzoeken een verklaring van geen bedenkingen vereist is.

Geval B.a

In de Beleidsnotitie bestemmingsplan buitengebied Steenwijkerland zijn strikte randvoorwaarden opgenomen die woningsplitsing mogelijk maken. Initiatieven die aan deze voorwaarden voldoen passen binnen de door de raad vastgestelde kaders en kunnen zonder verklaring van geen bedenkingen worden afgedaan. De beleidsnotitie doet geen uitspraak over initiatieven die niet passen binnen de randvoorwaarden, waardoor op dergelijke plannen maatwerk van toepassing blijft en voor besluitvorming de raad geraadpleegd dient te worden.

Geval B.b.

Indien gekozen wordt voor de bestemming plattelandswoning dan is dit altijd het gevolg van de nabijheid van een agrarisch bedrijf. Zonder nabijheid van een agrarisch bedrijf dient te allen tijde de reguliere woonbestemming overwogen te worden. Een plattelandswoning kan een grote impact hebben op omliggende agrarische bedrijven. Dit verschilt van geval tot geval, waardoor een algemeen uitgangspunt lastig te formuleren is. Het is van belang per plattelandswoning maatwerk te leveren. Vandaar dat voor dergelijke plannen een verklaring van geen bedenkingen nodig is.

Geval B.c.

Met de provincie zijn er woonafspraken gemaakt. Voor woningbouwplannen met meer dan 7 woningen dienen wij als gemeente in vooroverleg te gaan met de provincie. Zij gaan dan een provinciale toets houden die zich met name richt op de vraag of er voldaan is aan de ladder voor duurzame verstedelijking en of de voorgestelde woningbouw past in de regionale programmering. Dit is dan ook de reden, waarom de gemeenteraad hiervoor een verklaring van geen bedenkingen dient af te geven.

Geval C.a.

Recreatie is een belangrijk onderdeel binnen onze gemeente. Het realiseren van dag- en verblijfsrecreatieterreinen kan een grote ruimtelijke uitstraling hebben voor de omgeving. Dit vraagt om een zorgvuldig afwegingsproces ten aanzien van onder meer de geschiktheid van de locatie(s), eventuele alternatieven, de toevoeging aan het bestaande recreatieve aanbod en noodzakelijke ruimtelijke randvoorwaarden zoals een goede landschappelijke inpassing. Deze afweging kan niet altijd uitsluitend worden gebaseerd op algemene beleidsregels en daarom blijft voor dergelijke ontwikkelingen een verklaring van geen bedenkingen onderdeel van de besluitvormingsprocedure. Onder voorzieningen ten behoeve van dag- of verblijfsrecreatieterreinen worden jachthavens en andere faciliteiten ten behoeve van dag- of verblijfsrecreatie verstaan.

Geval C.b.

Beperkte uitbreidingen van bestaande dag- en verblijfsrecreatieterreinen kunnen worden getoetst aan de geldende ruimtelijke beleidskaders. De invloed van deze beperktere uitbreidingen op de omgeving is ook minder groot. Voor grootschaligere uitbreidingen kan worden verwezen naar de toelichting bij geval C.a.

Geval D.a.

Bij projecten ten behoeve van duurzame energie dient er een goede afstemming te zijn tussen de initiatiefnemers en omwonenden, maar ook tussen initiatiefnemer en gemeente. Dit soort projecten kunnen namelijk een grote impact hebben op de fysieke leefomgeving. Daarnaast is er nog geen specifiek ruimtelijk beleid voor dit soort projecten vastgesteld. In afwachting daarvan is Daarom is voor dit soort gevallen een verklaring van geen bedenkingen nodig.

Geval D.b.

In ons beleid is nieuwvestiging of uitbreiding van een bedrijf met milieucategorie 1 of 2 in beginsel toegestaan of daarvoor bestemde of daarvoor in aanmerking komende locaties. Zwaardere bedrijven van een milieucategorie 3.2 of hoger dienen echter specifiek aangeduid te worden. Hier kan niet altijd worden volstaan met het stellen van algemene randvoorwaarden maar dient per geval goed worden gekeken en afhankelijke van alle belangen en omstandigheden van de betreffende situatie goed te worden afgewogen of het ruimtelijk kan worden toegestaan. Vandaar dat er een verklaring van geen bedenkingen nodig is in dit geval van uitbreiding of nieuwvestiging van zwaardere bedrijvigheid in afwijking van de in bestemmingsplan voor deze bedrijvigheid opgenomen ontwikkelruimte.

Geval D.c.

Met het VAB-beleid heeft de raad een concreet toetsingskader vastgesteld om hergebruik van vrijkomende agrarische bouwpercelen onder voorwaarden mogelijk te maken. Dat wil niet zeggen dat ontwikkelingen die niet binnen dit beleid passen niet gewenst zijn. Hergebruik van dergelijke percelen kan dermate veel verschillende functies betreffen dat het vrijwel onmogelijk is om op voorhand een limitatieve opsomming te maken. De ontwikkelingen in de maatschappij en de diverse economische sectoren maken dat er mogelijk initiatieven voor bepaald grondgebruik wordt ingediend waar enkele jaren geleden nog helemaal niet in voorzien werd. Dit betekent dat het nieuwe ideeën, c.q. ontwikkelingen, zijn waarover de gemeenteraad zich nog moet uitspreken. Om de raad hiertoe de gelegenheid te bieden is deze categorie zo geformuleerd dat alle initiatieven die passen binnen een door de raad vastgesteld kader door het college afgedaan kunnen worden. Voor alle overige initiatieven zal een verklaring van geen bedenkingen noodzakelijk zijn.

Geval D.d.

Dit betreft een restcategorie aan mogelijke initiatieven die niet onder de eerdere categorieën vallen. Als het gaat om grotere ruimtelijke ontwikkelingen met een aanzienlijke ruimtelijke uitstraling ligt het in het verlengde van de toelichting bij de vorige punten voor de hand dat de gemeenteraad door middel van de figuur van de verklaring van geen bedenkingen betrokken wordt in de vergunningsprocedure. Grens voor de grootschaligheid is een oppervlakte van 1000 m2. Het gaat daarbij om het totale ruimtebeslag van het initiatief, dus niet alleen het bebouwd oppervlak maar ook de overige gebruiksruimte.