Gemeenschappelijke regeling Haltbureau IJsselland

1. De doelstellingen van het Haltbureau IJsselland is dat haar werkzaamheden, die hun basis vinden in artikel 77e e.v. van het Wetboek van Strafrecht, bijdragen aan het verminderen van veel voorkomende jeugdcriminaliteit, door een lik-op-stuk-reactie te geven op een gepleegd misdrijf of een begane overtreding.

2. De taken van het Haltbureau IJsselland zijn:

• -

  het organiseren en zorgdragen voor de begeleiding van alternatieve werkzaamheden;

• -

  het regelen van (volledige) schadevergoeding;

• -

  het ondersteunen en uitvoeren van voorlichting over en preventie van jeugdcriminaliteit;

• -

  het signaleren van aandachtspunten inzake jeugdcriminaliteit;

• -

  het signaleren van hulpvragen bij jongeren en onderhouden van contacten met hulpverlenende instanties.

1. Het Haltbureau IJsselland is een onderdeel van de ambtelijke organisatie van de gemeente Zwolle. De medewerkers zijn in dienst bij de gemeente Zwolle.

2. De gemeente Zwolle is verantwoordelijk voor de huisvesting van het Haltbureau IJsselland en voor voldoende personele inzet.

1. Het regionaal college fungeert als begeleidingscommissie.

2. De begeleidingscommissie kan met betrekking tot de begeleiding van Halt functionarissen uitnodigen om als adviseur de vergaderingen van het regionaal college bij te wonen.

3. Ten minste eenmaal per jaar wordt de begeleiding Halt geagendeerd voor de begeleidingscommissie.

4. De Maraps van Halt wordt geagendeerd in de districtdriehoek van de districten Noord, Midden en Zuid van de Regiopolitie IJsselland.

1. Er is een ambtelijke contactgroep, bestaande uit de verantwoordelijke beleidsmedewerkers (jeugdbeleid of openbare orde en veiligheid) van de deelnemende gemeenten.

2. De vertegenwoordiger van de gemeente Zwolle is voorzitter van de ambtelijke contactgroep.

3. De ambtelijke contactgroep komt ten minste vier maal per jaar bijeen.

4. Ten minste eenmaal per jaar zal een vertegenwoordiger van de Regiopolitie IJsselland alsmede een Officier van Justitie belast met de afdoening van jeugdzaken en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming als adviseur deelnemen aan de vergadering van de ambtelijke contactgroep.

5. De taken van de ambtelijke contactgroep zijn:

• a.

  het bespreken van de (voortgang) van de werkzaamheden van het Haltbureau IJsselland;

• b.

  het bespreken van de begroting, jaarplan en jaarverslag van het Haltbureau IJsselland;

6. De leden van de ambtelijke contactgroep zijn voor hun gemeente het eerste aanspreekpunt met betrekking tot de werkzaamheden van het Haltbureau IJsselland en vormen tevens het coördinatiepunt tussen de deelnemende gemeente en het Haltbureau IJsselland.

1. Ten behoeve van het Haltbureau IJsselland wordt voor de Haltafdoeningen een bijdrage van het Rijk ontvangen.

2. Naast de rijksbijdrage betalen de deelnemende gemeenten de gemeente Zwolle voor het gebruik van de diensten van het Haltbureau IJsselland een jaarlijkse bijdrage per inwoner van de deelnemende gemeente.

3. De hoogte van deze bijdrage wordt jaarlijks aangepast aan het prijsmutatiepercentage voor overheidsconsumpties.

4. Indien burgemeester en wethouders van Zwolle voornemens zijn de bijdrage te wijzigen, anders dan aan de jaarlijkse aanpassing als bedoeld in lid 3, wordt een voorstel tot wijziging voor instemming voorgelegd aan de aangesloten gemeenten.

5. Burgemeester en wethouders van Zwolle stellen, voor zover nodig na instemming van tweederde van de aangesloten gemeenten, vóór 1 juli de bijdrage voor het komende begrotingsjaar definitief vast.

6. Burgemeester en wethouders van Zwolle stellen jaarlijks bij de begroting ook een garantiebijdrage vast. Deze garantiebijdrage dient ter dekking van de vaste lasten van het Haltbureau (personeel en huisvesting) indien de Haltafdoeningen en derhalve de bijdrage van het Rijk verminderen.

7. Bij het vaststellen van het jaarverslag wordt door de begeleidingscommissie besloten of aan de aangesloten gemeenten een garantiebijdrage als bedoeld in lid 6 wordt gevraagd.

1. Deelname aan deze samenwerking kan worden opgezegd per 1 januari, met een opzegtermijn van één kalenderjaar.

2. Opzegging geschiedt door middel van een schriftelijke mededeling aan burgemeester en wethouders van Zwolle.

3. Gemeenten kunnen per 1 januari of per 1 juli tot het samenwerkingsverband toetreden.

4. Een gemeente, die wil toetreden, geeft van haar voornemen schriftelijk kennis aan burgemeester en wethouders van Zwolle.

5. De begeleidingscommissie beslist over het verzoek tot toetreding.

6. Burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle stelen de overige deelnemers in kennis van de toetreding dan wel de opzegging.

7. Met ingang van de dag van de toetreding is deze regeling onverkort van toepassing op de toetredende gemeente.

1. De deelnemende gemeenten kunnen besluiten tot het wijzigen van deze regeling, dan wel tot het opheffing van het samenwerkingsverband.

2. De regeling wordt op voorstel van de begeleidingscommissie gewijzigd, indien twee derde van de deelnemende gemeenten met de voorgestelde wijziging instemt.

3. Indien een deelnemende gemeente niet instemt met een wijzigingsvoorstel en als gevolg daarvan wil uittreden, vervalt de opzegtermijn artikel 8 lid 1.

4. Het samenwerkingsverband, wordt op voorstel van de begeleidingscommissie opgeheven, indien ten minste twee derde van de deelnemende gemeenten hiertoe heeft besloten.

1. Indien een deelnemende gemeente besluit uit het samenwerkingsverband te treden zullen de eventueel daaruit voortvloeiende kosten die verband houden met de noodzakelijke afvloeiing van personeel voor rekening komen van deze uittredende gemeente.

2. Indien de deelnemende gemeenten besluiten tot opheffing van het samenwerkingsverband zullen de daaruit voortvloeiende kosten die verband houden met de noodzakelijke afvloeiing van personeel naar evenredigheid over alle aangesloten gemeenten verdeeld worden.

1. De gemeente Zwolle draagt zorg voor de verzending van deze regeling, alsmede de besluiten tot toetreding, uittreding, wijziging of opheffing van de regeling ter kennisneming aan Gedeputeerde Staten van Overijssel en Gelderland.

2. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2003.

3. De gemeenten maken de regeling zo spoedig mogelijk na de datum van de inwerkingtreding op de gebruikelijke wijze bekend.

4. De gemeenten nemen deze regeling zo spoedig mogelijk na de datum van de inwerkingtreding op in hun register als bedoeld in artikel 27, lid 1 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen.