Regeling vervallen per 10-09-2008

Verordening Stimuleringsfonds Starterslening

Geldend van 10-09-2008 t/m 09-09-2008

Intitulé

Verordening Stimuleringsfonds Starterslening

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 juni 2005, nummer 2005/62

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening Stimuleringsfonds Starterslening

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    SVn: stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten;

  • b.

    Stimuleringsfonds Startersregeling: het fonds waaruit de gemeente, op grond van haar deelnemingsovereenkomst met SVn, Startersleningen kan toekennen, en waarin de rente en de aflossingen over deze leningen worden teruggestort;

  • c.

    Starterslening: een lening die ten doel heeft om voor huishoudens met beperkte financiële mogelijkheden de ruimte te vergroten om een eigen woning te kopen, en die worden verstrekt op basis van de productspecificaties zoals vastgelegd in de SVn-informatiemap en de Gemeentelijke Uitvoeringsregels Starterslening;

  • d.

    Aanvrager: de aanstaande eigenaar die de aanvraag doet. Bij twee aanstaande eigenaren gelden beiden gezamenlijk als aanvrager;

  • e.

    Huishouden: het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem op de ontvangstdatum van de aanvraag voor de Starterslening een gezamenlijke huishouding voert of zal gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen. Er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren.

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2

  • 1. De gemeenteraad van Steenwijkerland heeft een Stimuleringsfonds Startersregeling ingericht waaruit aan in artikel 6, lid 1, sub a. bedoelde huishoudens Startersleningen kunnen worden toegekend voor de verwerving van in artikel 6, lid 1, sub b. bedoelde woningen.

  • 2. Het Stimuleringsfonds Startersregeling is ondergebracht bij SVn.

Artikel 3

  • 1. Op deze verordening is het bepaalde in de gesloten deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente Steenwijkerland en SVn van toepassing.

  • 2. De als bijlage opgenomen Gemeentelijke Uitvoeringsregels Starterslening maken deel uit van deze verordening.

Artikel 4

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een Starterslening toe te kennen.

  • 2. Burgemeester en Wethouders stellen de hoogte van de Starterslening vast op basis van de als bijlage opgenomen Gemeentelijke Uitvoeringsregels Starterslening.

  • 3. De maximale hoogte van de Starterslening bedraagt 25% van het aankoopbedrag (exlusief verwervingskosten) met een maximum van € 40.000,-.

  • 4. De Starterslening dient te worden verstrekt met Nationale Hypotheek Garantie (NHG).

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen bij hun beslissing op grond van het eerste en tweede lid rekening houden met financiële steun die op grond van enige andere regeling is of kan worden toegekend.

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen aan de toekenning van Startersleningen nadere voorschriften verbinden.

  • 7. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het in het derde lid genoemde bedrag aan te passen.

Artikel 5

  • 1. Uit het Stimuleringsfonds Startersregeling wordt in 2005 ten hoogste € 800.000 uitgekeerd. De drie volgende jaren € 200.000,- jaarlijks.

  • 2. Alle aanvragen op voet van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • 3. Aanvragen welke in verband met het eerste en tweede lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.

Hoofdstuk 3 Toepassingsbereik

Artikel 6

  • 1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op leningaanvragen:

    • a.

      Van in Steenwijkerland woonachtige verblijfsgerechtigde personen die voldoen aan alle hierna genoemde criteria:

      - die tenminste vijf jaar in de gemeente Steenwijkerland wonen;

      - die voor de eerste maal een reeds bestaande of nieuw te bouwen woning kopen om zelf te bewonen;

      - die een belastbaar jaarinkomen hebben tussen € 25.000,00 en € 37.500,00.

    • b.

      Voor het verwerven van nieuw te bouwen of bestaande koopwoningen in Steenwijkerland waarvan de aankoopkosten (exclusief verwervingskosten) voor het verkrijgen in eigendom van de woning met bijbehorende grond niet hoger zijn dan € 165.000,00.

    • c.

      Recreatiewoningen en zogenaamde tweede woningen zijn uitgesloten van de regeling.

  • 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het in het eerste lid, sub b. genoemde bedrag aan te passen.

Hoofdstuk 4 Aanvraag en toekenning

Artikel 7

  • 1. Huishoudens die, op grond van artikel 6 en gelet op artikel 1, lid e, in aanmerking komen voor een Starterslening kunnen bij burgemeester en wethouders om een op naam gesteld aanvraagformulier verzoeken.

  • 2. Burgemeester en wethouders toetsen of het in lid 1 bedoelde huishouden voldoet aan de in artikel 6, lid 1 opgenomen criteria en sturen binnen 7 werkdagen na ontvangst van het verzoek het aanvraagformulier toe.

  • 3. De verdere afhandeling vindt plaats conform de als bijlage opgenomen Gemeentelijke Uitvoeringsregels Starterslening en de Productspecificaties Starterslening die zijn vastgelegd in de SVn-informatiemap.

Hoofdstuk 5 Intrekken van de Starterslening

Artikel 8

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een toewijzingsbrief waarin wordt voorzien in de toekenning van een Starterslening geheel of gedeeltelijk intrekken als:

    • a.

      Er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

    • b.

      De Starterslening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens.

  • 2. Burgemeester en wethouders trekken een toewijzingsbrief in ieder geval in als de koopovereenkomst wordt ontbonden.

  • 3. Bij de intrekking kunnen burgemeester en wethouders de contante waarde van het reeds genoten en/of toekomstige rentevoordeel geheel of gedeeltelijk (terug)vorderen, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging.

  • 4. In geval van overtreding van de voorschriften in deze verordening de eigenaar verschoonbaar is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de bovengenoemde sancties geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

Hoofdstuk 6 Aflossing van de Starterslening

Artikel 9

  • 1. Aflossingen worden verricht volgens het in de leningsovereenkomst met SVn bepaalde.

  • 2. Extra aflossing op de Starterslening is altijd en zonder boete mogelijk.

  • 3. Bij verkoop van de woning wordt de restant schuld ineens en volledig afgelost.

Hoofdstuk 7 Hardheidsclausule, slot- en overgangsbepalingen

Artikel 10

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste werkdag na die van bekendmaking.

Artikel 12

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Stimuleringsfonds Startersregeling".

Ondertekening

De raad voornoemd,
De griffier,
De voorzitter,

Gemeentelijke uitvoeringsregels Starterslening

Algemeen

  • ·

    De gemeente besluit over de toekenning van de Startersleningen uit het gemeentelijk fonds.

  • ·

    De gemeente bepaalt de doelgroep en het marktsegment waarvoor ze de Starterslening wil inzetten.

  • ·

    De gemeente maakt gebruik van de productspecificaties, uitvoeringsregels en procedures van de Starterslening zoals deze door de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) zijn vastgesteld.

  • ·

    De gemeente bepaalt de bijzondere voorwaarden en de hoogte van de Starterslening mede op basis van een advies van nv. Bemiddelend Orgaan te Hoevelaken (BO.).

  • ·

    Indien sprake is van een hertoets, voert BO deze uit op grond van de Gemeentelijke uitvoeringsregels. SVn ontvangt de uitkomst van deze hertoets en past vervolgens de rente en aflossing aan.

  • ·

    De Gemeentelijke uitvoeringsregels mogen niet strijdig zijn met het besluit van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen inzake Nationale Hypotheek Garantie en Startersleningen.

In deze uitvoeringsregels worden beschreven:

  • ·

    Kenmerken van de Starterslening.

  • ·

    Voorwaarden aan de eerste hypothecaire lening.

  • ·

    Inhoud van de draagkrachttoets Startersleningen.

  • ·

    Inhoud van de hertoets Startersleningen.

1. Kenmerken Starterslening

De gemeente stelt, op basis van de lokale marktomstandigheden, de doelgroep en het marktsegment vast wie in aanmerking komen voor de Starterslening.

De verwervingskosten worden door de gemeente goedgekeurd.

De Starterslening past binnen de door SVn gehanteerde productspecificaties en heeft mede op grond van de verordening de volgende kenmerken:

  • ·

    De Starterslening wordt verstrekt door SVn.

  • ·

    Het rentepercentage van de lening bedraagt gedurende de eerste drie jaar 0,0%. Gedurende de eerste drie jaar is geen aflossing verschuldigd.

  • ·

    Na het 3de jaar van de looptijd wordt de rente aangepast op SVn-rente 15 jaar vast vanaf de ingangsdatum lening. Het percentage staat vast tot en met het vijftiende jaar, gerekend vanaf het moment van de ingangsdatum van de lening.

  • ·

    Na het 3de, 6de, 10de en 15de jaar kan men een hertoetsing aanvragen op basis van een brief die SVn circa drie maanden van tevoren toestuurt. Indien uit deze hertoetsingen blijkt dat de financiële draagkracht onvoldoende is, worden de rente en aflossing aangepast op basis van de gemeentelijke uitvoeringsregels.

  • ·

    Op het moment dat de marktconforme maandtermijn is bereikt, is hertoetsen niet meer mogelijk.

  • ·

    Indien na 15 jaar de marktconforme maandtermijn nog niet bereikt is, blijft de op dat moment door de gemeente vastgestelde maandtermijn voor de rest van de looptijd ongewijzigd. De lening wordt afgelost via jaarannuïteiten

  • ·

    De lening wordt verstrekt onder hypotheek waarbij zonodig genoegen wordt genomen met een 2e of 3e hypotheek.

  • ·

    In zijn algemeenheid wordt de Starterslening met Nationale Hypotheek Garantie afgesloten.

2. Voorwaarden aan de eerste hypothecaire lening

  • ·

    Voor de eerste hypothecaire lening wordt Nationale Hypotheek Garantie verkregen.

  • ·

    De bank draagt de borgtochtprovisie voor Nationale Hypotheek Garantie af voor zowel de eerste hypotheek als voor de Starterslening.

  • ·

    De bank meldt beide leningen als één financiering onder Nationale Hypotheek Garantie aan bij het Waarborgfonds Eigen Woningen, waarbij de Starterslening als contante waarde subsidie is opgenomen.

  • ·

    Een kopie van het meldingsformulier met uniek kenmerk wordt gezonden aan SVn.

  • ·

    De rentevastperiode van de eerste hypothecaire lening bedraagt tenminste 10 jaar.

  • ·

    De eerste hypothecaire lening mag niet hoger zijn dan een bedrag, gelijk aan de kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning, volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie, minus de hoogte van de Starterslening. De hoofdsom van de Starterslening wordt als “contante waarde subsidie” bij de NHG toetsing ingevoerd.

  • ·

    De bank verplicht zich na het ingaan van de lening geen gelden meer onder verband van de eerste hypotheekstelling ter leen te verstrekken aan de schuldenaar. Voormelde verplichting rust op de Bank uitsluitend voor zolang als de door SVn aangegane Starterslening niet volledig is afgelost.

3. Uitgangspunten van de draagkrachttoets voor de Starterlening

Voor de draagkrachttoets wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de NHG- toetsing, waarin bepaald wordt of een lening Nationale Hypotheekgarantie mogelijk is met een bepaald inkomen. De kosten van de draagkrachttoets zijn voor rekening van SVn.

Uitzonderingen:

  • 1.

    Bij de draagkrachttoets wordt ook rekening gehouden met vermogen.

  • 2.

    Het toetsinkomen dat in de draagkrachttoets wordt meegeteld bedraagt 90% van het werkelijke toetsinkomen.

  • 3.

    Persoonlijke verplichtingen worden voor de draagkrachttoets van de Starterslening buiten beschouwing gelaten. Uiteraard worden de persoonlijke verplichtingen wel meegenomen in de NHG-toets van de eerste hypothecaire lening.

4. Definities t.b.v. vaststelling hoogte Starterslening

1. Ontvangstdatum

Datum waarop de aanvraag door SVn is ontvangen.

2. Aanvrager

De aanstaande eigenaar die de aanvraag doet. Bij twee of meer aanstaande eigenaren gelden beiden gezamenlijk als ‘aanvrager’.

3. Huishouden

Het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem op de ontvangstdatum een gezamenlijke huishouding voert of zal gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen.

Er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren.

4. Individueel toetsinkomen

Voor ieder lid van het huishouden () wordt afzonderlijk het toetsinkomen vastgesteld conform de dan geldende NHG-normen

5. Partner 1

Het lid van het huishouden () met het hoogste individueel toetsinkomen op de ontvangstdatum.

6. Partner 2

Indien het huishouden twee personen telt: degene(n) die niet het hoogste individueel toetsinkomen op de ontvangstdatum heeft.

Indien partner 1 feitelijk met meer dan één andere persoon een gezamenlijke huishouding voert, wordt als partner 2 aangemerkt degene met het hoogste individueel toetsinkomen.

7. Toetsinkomen huishouden

90% van individueel toetsinkomen partner 1 () en indien van toepassing+ 90% van individueel toetsinkomen partner 2 ().

8. Toetsrente

Rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de ontvangstdatum van de aanvraag.

9. Financieringslast percentage

Het financieringslastpercentage conform de op de ontvangstdatum () geldende Normen NHG, dat behoort bij het individueel toetsinkomen () van partner 1 (), en rekening houdend met de toetsrente (8). Volgens de NHG-norm wordt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd de ‘financieringslasttabel vanaf 65 jaar’ van de NHG-voorwaarden en normen gehanteerd.

10. Peiljaar

Indien de ontvangstdatum () in de eerste helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat twee jaar voorafgaat aan het jaar waarin de ontvangstdatum ligt;

indien de ontvangstdatum () in de tweede helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de ontvangstdatum ligt.

11. Beschikbaar eigen geld

25 x belastbaar inkomen in box 3 van de inkomstenbelasting in het peiljaar (), van beide partners tezamen. (Op de aanslag Inkomstenbelasting staat vermeld het belastbaar inkomen. Dit is 4% van het belaste vermogen, het vermogen dus na aftrek van de vrijstelling).

12. Verwervingskosten

Kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning, zoals omschreven in de normen van de Nationale Hypotheek Garantie. De hoogte van de verwervingskosten wordt vastgesteld door de gemeente.

13. Genormeerde last marktconforme lening

De genormeerde bruto last van de marktconforme lening aan het begin van ieder van de volgende perioden, berekend op basis van maandannuïteiten, de toetsrente (), het restant van een oorspronkelijke looptijd van 30 jaar en de restanthoofdsom aan het begin van de betreffende periode. In beginsel is deze last steeds gelijk. Indien echter één of meer van de aanvragers 56 jaar of ouder zijn, maar nog geen 65 jaar, wordt de genormeerde last zodanig naar beneden bijgesteld dat deze past bij het dan geldende inkomen (uitgaande van een aanname dat het inkomen dan daalt tot 70%).

5. Vaststelling gegevens t.b.v. de Starterslening

Hoogte Starterslening

De geadviseerde hoogte van de Starterslening wordt door BO als volgt berekend. De gemeente bepaalt de uiteindelijke hoogte.

Hoogte Starterslening = Verwervingskosten () -/- beschikbaar eigen geld (). -/-

genormeerde marktconforme lening

De berekening van de genormeerde marktconforme lening is gebaseerd op een simulatie van de marktconforme lening die de aanvrager met NHG kan krijgen.

Indien geen van de partners op de ontvangstdatum 56 jaar of ouder is, verloopt de berekening van de genormeerde marktconforme lening als volgt:

Normfinancieringslast = Toetsinkomen huishouden () x financieringslastpercentage ()

Genormeerde marktconforme lening = de maximale marktconforme lening op basis van de dan geldende NHG-normen.

Toets bij 56 jaar of ouder

Indien op de ontvangstdatum één of meer van de partners 56 jaar of ouder is, maar nog geen 65 jaar, gelden de volgende aanvullende regels:

  • -

    Vanaf het begin van een jaar waarin een partner 65 jaar wordt, wordt rekening gehouden met een inkomen van 70% van het actuele toetsinkomen. Hierbij wordt gerekend in hele jaren vanaf de ontvangstdatum. Het toetsinkomen huishouden () wordt vanaf het begin van dat jaar overeenkomstig verlaagd.

  • -

    De financieringslast moet vanaf het begin van een jaar waarin een partner 65 jaar wordt passen bij het dan geldende toetsinkomen huishouden. Dit wordt bereikt doordat er in de berekening vanuit wordt gegaan dat de eerste periode extra wordt afgelost.

  • -

    In de berekening van de nieuwe normfinancieringslast vanaf het begin van het jaar waarin een partner 65 jaar wordt, wordt steeds uitgegaan van het financieringslastpercentage () van partner 1.

Normlast marktconforme lening

Als onderdeel van de aanvangstoets wordt vastgesteld hoe hoog de genormeerde last van de marktconforme lening () bedraagt aan het begin van ieder van de volgende perioden. Deze bedragen zijn van belang bij de hertoetsen.

Toets vermogen

Bij de toets wordt er vanuit gegaan dat het belastbare vermogen in box 3 (dus boven de vrijstelling) wordt gebruikt als eigen geld ter financiering van de verwervingskosten.

6. Toewijzing starterslening door de gemeente

BO brengt aan de gemeente advies uit over de hoogte van de Starterslening.

De gemeente bepaalt de definitieve hoogte van de Starterslening. Het is denkbaar dat de gemeente op basis van de eigen verordening hierbij nog correcties toepast op het advies van BO, waarbij het onder meer kan gaan om:

  • -

    vaststelling van het vermogen uit een te verkopen woning, (indien de gemeente de Starterslening van toepassing verklaart bij doorstroming van de ene naar de andere koopwoning), met als resultaat een overeenkomstig lagere Starterslening;

  • -

    extra vrijgesteld vermogen in bijzondere omstandigheden, met als resultaat een overeenkomstig hogere Starterslening;

  • -

    inperking van de normfinancieringslast doordat rekening wordt gehouden met overige financiële verplichtingen, met als resultaat een hogere Starterslening;

  • -

    andere correcties.

Voor de eerste periode van 3 jaar is de Starterslening renteloos en aflossingsvrij.

De gemeente wijst de Starterlening toe, met een toewijzingsbrief.

Indien de aanvrager naar het oordeel van de gemeente niet in aanmerking komt voor een Starterslening, stuurt de gemeente de aanvrager hierover schriftelijk bericht.

SVn ontvangt een kopie van de toewijzingsbrief. c.q. van de brief met de afwijzing van de Starterslening.

7. Hertoets Startersleningen

Belangrijk:

  • ·

    Persoonlijke verplichtingen worden bij de hertoets van de Starterslening buiten beschouwing gelaten.

  • ·

    Wanneer SVn op de mogelijke hertoetsmomenten, op verzoek van de klant, een hertoets uitvoert, bedraagt het tarief hiervoor EUR 140,--, prijspeil 2002. Na 2002 wordt het tarief jaarlijks geïndexeerd met de consumentenprijsindex alle huishoudens (zie: scp1494b.htm: Consumentenprijsindex totalen), en wel als volgt:

index september voorafgaand jaar

x EUR 140,-

index september 2002

De kosten van de hertoets komen voor rekening van de klant. SVn brengt deze kosten in rekening bij de klant. De klant tekent hiertoe vooraf een machtiging tot eenmalige automatische incasso. SVn brengt de kosten niet bij de klant in rekening, wanneer de gemeente in het genoemde besluit bepaalt dat de gemeente de kosten voor haar rekening neemt. In dat geval worden de kosten geboekt ten laste van de Gemeenterekening.

Definities t.b.v. hertoets en aanpassing

Begrippen die hieronder niet worden gedefinieerd, maar die wel worden gebruikt in de navolgende paragrafen, zijn reeds behandeld in de aanvangstoets).

14. Periode

Een periode waarin de rente en aflossing constant blijft. De Starterslening kent 5 perioden:

1 jaar 1 t/m jaar 3

2 jaar 4 t/m jaar 6

3 jaar 7 t/m jaar 10

4 jaar 11 t/m jaar 15

5 jaar 16 t/m jaar 30

Periode 1 gaat in op de ingangsdatum van de lening. De ingangsdatum is de eerste dag van de maand volgend op die waarin de hypotheekakte wordt gepasseerd.

15. Herzieningsdatum

De eerste dag van een periode (m.u.v. periode 1). Een herzieningsdatum valt altijd op de eerste dag van een kalendermaand.

16. Peildatum

De dag die drie kalendermaanden voorafgaat aan de herzieningsdatum.

17. Huishouden (t.b.v. hertoets)

Het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem voorafgaand aan de peildatum tenminste zes maanden een gezamenlijke huishouding voert, niet zijnde kinderen of pleegkinderen. Er kunnen niet meer dan twee personen tot het huishouden behoren.

18. Hertoetsrente

In de hertoets voor de periodes 2, 3 en 4: het gehanteerde rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals vastgelegd in de offerte.

In de hertoets voor de periode 5: het rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de peildatum () van periode 5.

19. Financieringslast percentage hertoets

Het financieringslastpercentage conform de op de peildatum () geldende NHG-normen dat behoort bij het individueel toetsinkomen () van partner 1 (), en rekening houdend met de hertoetsrente (). Volgens de NHG-norm wordt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd de ‘financieringslasttabel vanaf 65 jaar’ van de NHG-voorwaarden en normen gehanteerd.

20. Peiljaar hertoets

Indien de peildatum () in de eerste helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat twee jaar voorafgaat aan het jaar waarin de peildatum ligt.

Indien de peildatum () in de tweede helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de peildatum ligt.

21. Restantlooptijd

De looptijd indien op de herzieningsdatum () de aflossing gaat lopen:

- 30 jaar minus het aantal op de herzieningsdatum verstreken jaren van de looptijd, maar met de volgende uitzonderingen:

- 10 jaar bij een hoofdsom tussen EUR 5.000 en EUR 10.000;

- 5 jaar bij een hoofdsom lager dan EUR 5.000.

22.Marktconforme annuïteit Starterslening

De jaarannuïteit van de Starterslening over de restantlooptijd () bij de hertoetsrente ()

8. Vaststelling gegevens t.b.v. de hertoets

Toetsinkomen

Het actuele toetsinkomen wordt op dezelfde wijze vastgesteld als voor de draagkrachttoets als bij de aanvangstoets.

Herziening rente en aflossing

De normfinancieringslast op de peildatum is de basis voor de herziening van de rente en aflossing voor de eerstvolgende periode.

Normfinancieringslast =

Toetsinkomen huishouden () x financieringslastpercentage hertoets ()

Beschikbare financieringslast =

Normfinancieringslast -/- Genormeerde last marktconforme lening ()

Vervolgens wordt de rente en looptijd als volgt vastgesteld:

  • a.

    Indien de beschikbare financieringslast groter is dan de annuïteit Starterslening (). geldt gedurende de restantlooptijd de genoemde annuïteit. De rente blijft vast t/m het einde van periode 4. Daarna gaat een nieuwe rentevastperiode in van maximaal 15 jaar, met het rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de peildatum () van periode 5.

  • b.

    Indien de beschikbare financieringslast kleiner is dan de annuïteit Starterslening (): er wordt geen aflossing berekend, alleen rente. Het rentepercentage wordt als volgt berekend:

Beschikbare financieringsruimte

x 100%

Hoogte Starterslening

Het rentepercentage wordt naar beneden afgerond op eentiende procent.

Gaat voor de betreffende periode een annuïteit gelden, dan vinden er ten behoeve van de volgende periode geen hertoetsen meer plaats.

Wordt alleen rente berekend, dan vindt voorafgaand aan de volgende periode opnieuw een hertoets plaats.