Beleidsregels over kostendelersnorm en verlaging van uitkering vanwege woonsituatie Steenwijkerland 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels over kostendelersnorm en verlaging van uitkering vanwege woonsituatie Steenwijkerland 2020

Algemeen

Met ingang van 1 januari 2015 treedt de kostendelersnorm in de Participatiewet in werking. De kostendelersnorm in de IOAW en IOAZ is vanaf 1 juli 2015 tot en met 31 december 2018 geleidelijk ingevoerd.

De kostendelersnorm kent een aantal uitzonderingen dat voor zowel de Participatiewet als de IOAW en IOAZ geldt. Een van deze uitzonderingen heeft betrekking op het betalen of ontvangen van een commerciële prijs als (onder)huurder, kostganger, (onder)verhuurder of kostgever. Deze beleidsregels vullen het begrip commerciële prijs in.

Verder heeft de Participatiewet tot gevolg dat de Toeslagenverordening komt te vervallen. Op grond van artikel 27 van de Participatiewet is het college bevoegd om de bijstandsuitkering te verlagen voor zover de belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm voorziet als gevolg van zijn woonsituatie, waaronder begrepen het niet aanhouden van een woning. De beleidsregels vullen ook deze bevoegdheid nader in.

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      College: college van burgermeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland;

    • b.

      commerciële prijs: commerciële prijs als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdelen b en c, van de Participatiewet, artikel 5, achtste lid, onderdelen b en c, van de IOAW en artikel 5, achtste lid, onderdelen b en c, van de IOAZ;

    • c.

      commerciële verhuur: van commerciële verhuur is sprake wanneer een persoon aan drie of meer (onder)huurders (een deel van zijn) huis verhuurt;

    • d.

      woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, Participatiewet;

    • e.

      woonkosten:

      • i.

        indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;

      • ii.

        indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.

Artikel 2 Hoogte commerciële prijs

  • 1. Het college verstaat onder een commerciële prijs een prijs die op grond van een schriftelijke huur- of kostgangersovereenkomst jaarlijks geïndexeerd wordt en die in 2016 tenminste:

    • a.

      € 300,00 per maand bedraagt ingeval van (onder)huur of (onder)verhuur en

    • b.

      € 500,00 per maand bedraagt ingeval van kostgangers of kostgevers.

  • 2. De bedragen in het eerste lid zijn inclusief de kosten voor gas, water en elektriciteit.

  • 3. Het college indexeert de bedragen onder het eerst lid jaarlijks overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.

  • 4. Bij belanghebbenden die een lager bedrag betalen als bedoeld in het eerste lid kan toch sprake zijn van een commerciële prijs, indien belanghebbende kan aantonen dat de prijs die hij betaalt commercieel is voor de woning die hij huurt. Belanghebbende dient hiervoor de huurprijscheck en puntentelling te gebruiken die via www.huurcommissie.nl beschikbaar is gesteld.

Artikel 3 Commerciële verhuur

Een persoon bij wie sprake is van commerciële verhuur wordt gezien als een zelfstandige als bedoeld in artikel 78f van de Participatiewet en het daaruit voortvloeiende Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.

Artikel 4 Inkomsten uit (onder)verhuur of uit het hebben van kostgangers

Met inkomsten uit (onder)verhuur of uit het hebben van kostgangers houdt het college rekening op een wijze zoals in de voor belanghebbende van toepassing zijnde wet is voorgeschreven.

Artikel 5 Verlaging woonsituatie

  • 1. De verlaging in verband met de woonsituatie zoals bedoeld in artikel 27 van de Participatiewet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm als bedoeld in artikel 21, sub b, van de Participatiewet

    • a.

      indien een woning wordt bewoond waaraan voor een belanghebbende geen woonkosten verbonden zijn; of

    • b.

      indien geen woning bewoond wordt.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de belanghebbende:

    • a.

      op wie de kostendelersnorm van toepassing is;

    • b.

      die jonger is dan 21 jaar; of

    • c.

      die gehuwd is en waarbij zowel hij als zijn partner jonger zijn dan 21 jaar.

Artikel 6 Citeertitel

Beleidsregels over kostendelersnorm en verlaging van uitkering vanwege woonsituatie Steenwijkerland 2020.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels zijn met ingang van de eerste dag na datum van publicatie van kracht en werken terug tot 1 januari 2020.

Ondertekening

Steenwijk, 10 december 2019

Burgemeester en wethouders van Steenwijkerland,

de secretaris,

Judith de Groot

de burgemeester,

Rob Bats