Regeling collectieve zorgverzekering voor minima in de gemeente Steenwijkerland 2020

1. Recht op deelname aan de collectieve zorgverzekering voor minima heeft de belanghebbende van 18 jaar of ouder die:

• a.

  zijn woonplaats in de gemeente Steenwijkerland heeft;

• b.

  Nederlander is of vreemdeling is die met de Nederland wordt gelijkgesteld, en;

• c.

  een inkomen geniet lager of gelijk aan 130% van de voor hem geldende bijstandsnorm exclusief vakantiegeld en voorafgaand aan de datum van aanvraag daar al drie achtereenvolgende maanden aan voldoet.

2. De belanghebbende die voldoet aan het eerste lid kan zijn ten laste komend(e) kind(eren) gratis meeverzekeren.

3. Inkomsten die op grond van paragraaf 3.4 van de Participatiewet niet tot de middelen worden gerekend, worden ook in deze regeling niet tot het inkomen gerekend.

1. De belanghebbende die tot de doelgroep behoort en wil deelnemen aan de collectieve zorgverzekering voor minima is verplicht om bij het Zilveren Kruis naast de verplichte basisverzekering één van de volgende aanvullende verzekeringen af sluiten:

• a.

  Pakket 1: Optimaal 1 plus Tandarts Verzekering 1,

• b.

  Pakket 2: Optimaal 2 plus Tandarts Verzekering 1 of,

• c.

  Pakket 3: Optimaal 3 plus Tandarts Verzekering 2.

2. In afwijking van het eerste lid hoeft de belanghebbende met een volledige boven- en onder-prothese geen Tandarts Verzekering 1 of 2 af te sluiten.

1. Belanghebbenden die voor de czm in aanmerking willen komen, moeten daarvoor een schriftelijke aanvraag indienen bij het college.

2. De schriftelijke aanvraag als bedoeld in het eerste lid moet worden ingediend op een daarvoor door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier, waarbij het college onderscheid maakt tussen bijstandsgerechtigden en overige minima.

1. De belanghebbende die wil deelnemen of deelneemt aan de czm dient op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn recht op deelname aan de czm of dat van zijn ten laste komende kinderen, zoals wijzigingen in inkomen, woonplaats, gezinssituatie en/of verblijfsrechtelijke status.

2. Onder onverwijld moet worden verstaan uiterlijk binnen 30 dagen, gerekend vanaf het moment waarop het te melden feit of omstandigheid zich heeft voorgedaan, dan wel kenbaar werd voor belanghebbende.

3. Bijstandsgerechtigde kan volstaan met het nakomen van hun inlichtingenplicht verbonden aan de Participatiewet.

1. Het college stelt bij de uitvoering van deze regeling de identiteit van de belanghebbende vast aan de hand van een geldig document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht.

2. Met toestemming van belanghebbende maakt het college een kopie van het document als bedoeld in het eerste lid.

3. In geval belanghebbende geen toestemming geeft als bedoeld in lid 2, vermeldt de medewerker van de gemeente Steenwijkerland in zijn rapportage:

• -

  het registratienummer van het document;

• -

  het soort document, en;

• -

  de geldigheidsduur van het document.

4. Bij aanvragen van vreemdelingen onderzoekt de medewerker van de gemeente Steenwijkerland of de verblijfsrechtelijke status op het vreemdelingendocument overeenkomt met de gegevens in de Basisregistratie personen (BRP).

5. Ingeval belanghebbende een uitkering van de gemeente Steenwijkerland ontvangt, hoeven van zijn document als bedoeld in lid 1 geen kopieën of gegevens geregistreerd te worden.

1. Een door belanghebbende volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier als bedoeld in beleidsregel 4, lid 2. Is belanghebbende gehuwd dan dient ook zijn echtgenoot het aanvraagformulier te dateren en ondertekenen.

2. Belanghebbende dient bij zijn aanvraag gegevens over te leggen waaruit de hoogte van zijn inkomen en dat van zijn eventuele echtgenoot blijkt:

• a.

  op de datum van aanvraag en,

• b.

  over 3 maanden voorafgaand aan de datum van de aanvraag.

3. Het tweede lid onder a geldt niet voor de belanghebbende met een uitkering op grond van de Participatiewet of een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.

4. Het tweede lid onder a en b geldt niet voor de belanghebbende die op de datum van aanvraag reeds 3 maanden of langer over een uitkering beschikt als bedoeld in het derde lid.

5. In het verificatie- en validatiebeleid regelt het college nader welke gegevens belanghebbenden dienen te verstrekken.