Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening langdurigheidstoeslag Wwb 2013 gemeente Stein

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

De Raad der gemeente Stein;

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013

(Gem. blad Afd. A 2013, no. 9);

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 februari 2013, metoverneming van de daarin vermelde motieven;

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

besluit:

vast te stellen de volgende: Verordening langdurigheidstoeslag Wwb 2013 gemeente Stein

I. Algemene bepalingen

Artikel 1 – Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (Wwb), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand.

    • b.

      referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.

    • c.

      peildatum: de datum waartegen langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd.

    • d.

      inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 Wwb. In afwijking hiervan wordt een bijstandsuitkering voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag gezien als inkomen.

    • e.

      gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21 onderdeel c van de wet.

II. Recht op langdurigheidstoeslag

Artikel 2 – Voorwaarden

  • 1. Er is sprake van een “langdurig laag inkomen” in de zin van artikel 36, eerste lid van de wet als belanghebbende gedurende de referteperiode is aangewezen op een inkomen dat gemiddeld per maand niet hoger is dan 102 procent van de voor hem geldende bijstandsnorm.

  • 2. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, danwel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

Artikel 3 – Hoogte van de langdurigheidstoeslag

  • 1.

    De hoogte van de langdurigheidstoeslag bedraagt in 2013:

    • a.

      voor gehuwden € 502,--

    • b.

      voor een alleenstaande ouder € 449,--

    • c.

      voor een alleenstaande € 351,--

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3.

    Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 4.

    De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gezinsnorm per 1 januari van dat jaar en de gezinsnorm van het daaraan voorafgaande jaar.

III. Slotbepalingen

Artikel 4 – Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening langdurigheidstoeslag Wwb 2013.

Artikel 5 - Inwerkingtreding

De Verordening langdurigheidstoeslag Wwb 2013 treedt met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2013 in werking.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 27 maart 2013.

De Raad voornoemd,

de Griffier, de Voorzitter,

Algemene toelichting

Op grond van artikel 8 lid 1 onderdeel d en artikel 8 lid 2 onderdeel b Wwb dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te stellen met betrekking tot het verlenen van een langdurigheidstoeslag. Deze regels dienen in ieder geval betrekking te hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip langdurig, laag inkomen, zoals dat in artikel 36 lid 1 Wwb wordt gebruikt.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De begrippen die in de Wwb voorkomen, hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in de Wwb en zijn dan ook niet nader omschreven. Aan de overige begrippen is in dit artikel wel een definitie gegeven.

Artikel 2

Het is aan de gemeenteraad om invulling te geven aan het begrip “langdurig laag inkomen”. Hierbij moet wel een onder- en een bovengrens in acht worden genomen. De ondergrens is gesteld op de van toepassing zijnde bijstandsnorm; de bovengrens ligt op 110% van diezelfde bijstandsnorm.

De gemeente Stein hanteert als inkomensgrens om in aanmerking te komen voor de langdurigheidstoeslag, een inkomen op gemiddeld 102% van de bijstandsnorm. Met andere woorden als het inkomen meer bedraagt dan 102% dient de aanvraag afgewezen te worden.

Een referteperiode van 36 maanden wordt redelijk geacht. Nadat belanghebbenden 3 jaar op een minimum inkomen zijn aangewezen is er over het algemeen niet veel reserveringsruimte over. Deze termijn wordt ook door het Nibud gehanteerd.

In het tweede lid worden studenten expliciet uitgesloten van de langdurigheidstoeslag. In de Nota van toelichting bij het wetsontwerp geeft het kabinet aan dat studenten niet worden geacht te behoren tot de doelgroep van de langdurigheidstoeslag maar dat dit afhankelijk is van de beleidsregels van de gemeente. De overweging hierachter is dat studenten zich met hun studie voorbereiden op de beroepspraktijk met uitzicht op inkomensverbetering.

Artikel 3

In het regeerakkoord van Rutte II zijn wijzigingen aangekondigd ten aanzien van de langdurigheidstoeslag. Deze worden naar verwachting in de loop van 2013 duidelijk. Omdat de concrete bedragen in de vorige verordening werden genoemd en inmiddels per 1 januari gewijzigd zijn, dienen de in de verordening opgenomen bedragen officieel vastgesteld te worden. De concrete bedragen voor 2013 worden hier genoemd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een alleenstaande, een alleenstaande ouder en gehuwden.

Huidige systematiek berekening bedragen

Sinds het jaar 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd. De hoogte van de bijstandsnorm is gekoppeld aan de hoogte van het minimumloon. Dit minimumloon wordt in beginsel jaarlijks per 1 januari en 1 juli vastgesteld. Omwille van duidelijkheid en uniformiteit is de keuze gemaakt de hoogte van de langdurigheidstoeslag te koppelen aan de situatie per 1 januari van het voorafgaande jaar. Om de verordening niet jaarlijks aan te hoeven passen heeft de gemeente Stein ervoor gekozen om de hoogte van de bedragen jaarlijks automatisch mee te laten bewegen met de indexering – verhoging of verlaging – van de bijstandsnormen. De berekening van de bedragen wordt in deze verordening voor het laatst op deze wijze toegepast.

Het is mogelijk dat er op de peildatum sprake is van een niet-rechthebbende echtgenoot/ partner. Om te voorkomen dat indirect bijstand (in de vorm van langdurigheidstoeslag) wordt verleend aan deze niet-rechthebbende, is in het derde lid opgenomen dat de hoogte van de langdurigheidstoeslag aansluit op de situatie van de wel-rechthebbende echtgenoot/ partner.

Artikel 4

Dit behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5

Deze verordening werkt terug tot en met 1 januari 2013.