Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Stein

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Stein

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Stein

De raad van de gemeente Stein;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Stein;

gelet op artikel 8a, eerste lid onderdeel b van de Participatiewet;

gezien het advies van de commissie Sociaal Domein

besluit vast te stellen de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Stein

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar;

mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

Hoofdstuk 2 Beleid

Artikel 2. Beleidsplan

  • 1. Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening tweejaarlijks een beleidsplan vast waarin wordt vastgelegd welke aanvullende werkzaamheden het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 2. Het college zendt jaarlijks aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid van het beleid.

  • 3. Het verslag, zoals bedoeld in het eerste lid, bevat het oordeel van de commissie Sociaal Domein.

Hoofdstuk 3 De tegenprestatie naar vermogen

Artikel 3. Inhoud van een tegenprestatie

  • 1. Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden:

    • a.

      naar zijn aard niet zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt;

    • b.

      niet zijn bedoeld als re-integratieinstrument;

    • c.

      worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht; en d. niet leiden tot verdringing.

Artikel 4. Het opdragen van een tegenprestatie

  • 1.

    Het college kan een belanghebbende met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een tegenprestatie opdragen.

  • 2.

    Het college kan een belanghebbende met een korte afstand tot de arbeidsmarkt uitsluitend een tegenprestatie opdragen indien bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen.

  • 3.

    Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:

a) de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht door een belanghebbende;

b) de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van een belanghebbende moeten in aanmerking worden genomen;

c) de persoonlijke wensen en kwaliteiten van een belanghebbende moeten in overweging worden genomen;

d) als een belanghebbende al maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk verricht, moet daarmee rekening worden gehouden.

Artikel 5. Duur en omvang van een tegenprestatie

  • 1. De tegenprestatie wordt opgedragen voor de maximale duur van 3 maanden.

  • 2. De tegenprestatie wordt opgedragen voor maximaal 12 uren per week.

Artikel 6. Mantelzorg

Het college draagt geen tegenprestatie op indien een belanghebbende mantelzorg verricht voor zover het verrichten van mantelzorg naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is.

Artikel 7. Geen werkzaamheden voorhanden

  • 1. Het college draagt geen tegenprestatie op indien geen werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

  • 2. Indien het college geen tegenprestatie opdraagt omdat geen werkzaamheden voorhanden zijn, beoordeelt het college binnen 3 maanden of op dat moment wel werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

Artikel 8. Toets verdringing

Bij de invulling van de tegenprestatie betreft het in geen geval functies die leiden tot arbeidsverdringing. Daartoe worden de volgende toetsingscriteria toegepast:

a) De functies beïnvloeden de concurrentieverhoudingen niet nadelig.

b) Het gaat niet om activiteiten waarvoor de deelnemer of een ander normaal gesproken betaald wordt of minder dan twee jaar geleden nog betaald werd.

c) Het gaat niet om eerder bestaande arbeidsplaatsen met vergelijkbare werkzaamheden waar salaris voor werd betaald.

d) Het gaat niet om werkzaamheden die eerder in de betreffende organisatie zijn wegbezuinigd.

e) Er staat geen vacature open voor de zelfde of bijna de zelfde activiteiten als die bij de tegenprestatie worden uitgevoerd

f) Activiteiten worden binnen maatschappelijke organisaties zo veel mogelijk gewisseld. Er wordt gerouleerd over diverse organisatieonderdelen.

g) Het karakter van de activiteiten is incidenteel.

h) Ook als de belanghebbende zelf een voorstel doet over de invulling van de tegenprestatie is de toets op verdringing nodig

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van de bestaande verordening tegenprestatie.

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Stein.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 december 2015

De Griffier, De Voorzitter,