Regeling vervallen per 01-01-2018

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING STEIN 2017

Geldend van 19-11-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING STEIN 2017

De Raad der gemeente Stein;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake Toeristenbelasting Stein 2017 van 4 oktober 2016;

(Gem. blad Afd. A 2016, no. );

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit :

vast te stellen de volgende verordening

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING STEIN 2017

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeentezijn opgenomen in de basisregistratie personen van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d , f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1. Het tarief bedraagt per overnachting € 1,88.

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief, indien ten aanzien van één belastingplichtige in hoofdzaak sprake is van verblijf van personen op een kampeerterrein/kamperen bij de boer, per persoon, per overnachting € 0,10.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 7 Aangifte

De belastingplichtige aan wie niet binnen een maand na afloop van elk in artikel 6 genoemde belastingtijdvak een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 8 Wijze van belastingheffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Betalingstermijn

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de (voorlopige) aanslag worden betaald:

    • a.

      Bij niet-automatische incasso: in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later;

    • b.

      Bij automatische incasso: in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later;

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening toeristenbelasting Stein 2016, vastgesteld bij raadsbesluit van 3december 2015wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening toeristenbelasting Stein 2017".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 november2016
De Raad voornoemd,
de Griffier, de Voorzitter,