Regeling vervallen per 20-09-2017

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Stein 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m 19-09-2017

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Stein 2006

De Raad der gemeente Stein;

gelezen het voorstel van de auditcommissie van 31 augustus 2005 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 129);

gezien het advies van de commissie Seniorenconvent d.d. 27 oktober 2005

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

besluit:

Vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Stein 2006.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Wet: Gemeentewet; commissie: rekenkamercommissie; voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie; college: College van burgemeester en wethouders; rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Stein.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit 3 leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt externen als lid van de rekenkamercommissie.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode van zes jaar benoemd.

  • 3. Voorafgaand aan de benoeming van de leden van de rekenkamercommissie pleegt de Raad overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1. De rekenkamercommissie benoemt de voorzitter uit haar midden.

  • 2. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 3. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter danwel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

Artikel 5 Eed

Ten aanzien van de leden van de rekenkamercommissie is artikel 81g Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    a. bij het verstrijken van de in artikel 3, lid 2 genoemde termijn;

    b. op eigen verzoek;

    c. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

    d. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    e. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3. De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2. Indien de leden van de rekenkamercommissie zelf onderzoek uitvoeren, kan voor de hiervoor gemaakte uren maximaal €70,- per uur in rekening worden gebracht.

  • 3. De vergoedingen genoemd in het eerste en tweede lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

  • 4. Ten aanzien van de vergoedingen alsmede de onkostenvergoedingen van de leden is de verordening ex artikel 96 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Ambtelijk secretaris

  • 1. Het College benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 9 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 10 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet, waaronder begrepen een begroting, vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 11 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 10. De rekenkamercommissie brengt één maal per jaar, al dan niet in combinatie met het uitbrengen van een onderzoeksrapport, een evaluatieverslag uit. Van dit verslag maakt een financiële paragraaf onderdeel uit. Het verslag wordt ter kennisneming aan de Raad gezonden.

Artikel 12 Budget

  • 1. Aan de rekenkamercommissie wordt een budget van tenminste € 1,- per inwoner ter beschikking gesteld.

  • 2. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen het aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 3. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden in ieder geval de kosten gebracht van:

    a. de vergoedingen aan de leden;

    b. de ambtelijk secretaris;

    c. externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    d. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

    e. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 13 Evaluatie

Twee jaar na aanvang van de werkzaamheden van de commissie, stelt deze commissie ten behoeve van de Gemeenteraad een evaluatie op waarin de werking van deze verordening aan de orde komt. De commissie doet bij gelegenheid hiervan aanbevelingen en eventueel verbetervoorstellen.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 01 januari 2006.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie gemeente Stein 2006.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 17 november 2005.
De Griffier.                                             De voorzitter.
 
 
 
 

1

Artikelgewijze toelichting

Toelichting Artikel 1Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

In deze verordening is gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 op te nemen. Hiermee wordt voorkomen dat een andere definitie wordt gehanteerd. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werdbeoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Toelichting Artikel 2Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In deze verordening is gekozen voor de term rekenkamercommissie.

De voorzitter wordt uit de externe leden gekozen. De raad bepaalt zelf hoeveel leden de rekenkamer zal hebben.

Toelichting Artikel 3Anders dan bij de rekenkamer kunnen naast externen ook raadsleden en leden van andere commissies deel uitmaken van de rekenkamercommissie. In deze verordening wordt daar niet voor gekozen. De rekenkamercommissie in Stein bestaat uit drie leden.

In het tweede lid is een termijn van zes jaar voor externe leden genoemd. Omwille van continuïteit verdient het aanbeveling de benoemingstermijn van externe leden niet gelijk te laten zijn die van een raadsperiode.

Het derde lid is van toepassing als de rekenkamercommissie in functie is. De eerste maal dat de Raad leden in de commissie benoemd (in 2006) kan dit lid niet worden toegepast.

Toelichting Artikel 4In dit artikel wordt de benoemingswijze, de taaktoedeling en de vervanging van de voorzitter van de rekenkamercommissie geregeld. Dat de rekenkamercommissie de voorzitter uit haar midden benoemd, impliceert dat de Raad dit dus geen voorzitter aanwijst. De Raad benoemt slechts de drie leden.

Toelichting Artikel 5De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor leden van de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de leden van de rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 6Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties. Dit artikel kent een limitatieve opsomming van beëindiging van het lidmaatschap.

Ontslag door de Raad op grond van ongeschiktheid is met opzet niet opgenomen. Dit om te voorkomen dat de Raad op grond van bijvoorbeeld conflictsituaties met de rekenkamercommissie, of individuele leden daarvan, tot ontslag zou kunnen overgaan.

Toevoeging van een dergelijke ontslaggrond zou op gespannen voet staan met de onafhankelijkheid die nagestreefd wordt.

Toelichting Artikel 7In dit artikel is de vergoeding die de leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd. De vergoeding bestaat uit een vergoeding per vergadering. Deze vergoeding is gelijk aan die voor andere (Raads)commissieleden. Daarnaast kan uren die door de leden van de commissie aan feitelijke onderzoeksactiviteiten zijn besteed in rekening worden gebracht tegen een bedrag van maximaal €70,- per uur inclusief BTW.

Onder onderzoeksactiviteiten wordt niet verstaan het voorbereiden van vergaderingen van de commissie. Voor dat doel ontvangen de leden de in het eerste lid bedoelde vergoeding.

Alle in dit artikel genoemde vergoedingen worden ten laste gebracht van het door de Raad aan de rekenkamercommissie ter beschikking gestelde budget.

Toelichting Artikel 8De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Deze wordt door het college aangewezen. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.

De ambtelijk secretaris is niet de Raadsgriffier.

Toelichting Artikel 9Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de vergoeding, volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.

In het artikel is ter onderstreping van de onafhankelijkheid van de rekenkamercommissie geregeld dat de commissie haar eigen reglement vaststelt en dit ter kennisneming aan de Raad zendt.

Toelichting Artikel 10De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Toelichting Artikel 11Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

De commissie kan onderzoek uitbesteden aan derden. De kosten hiervan worden ten laste gebracht aan het aan de rekenkamercommissie ter beschikbaar gestelde budget. Het onderzoek ten dienste van de rekenkamer of onderdelen daarvan mogen niet worden verricht door leden van het gemeentebestuur of van de ambtelijke organisatie.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Eventueel zouden zaken die in dit artikel zijn opgenomen ook in een reglement van orde kunnen worden geregeld.

Om het functioneren van de rekenkamercommissie te kunnen monitoren en eventueel aanpassingen te kunnen doorvoeren, stelt de rekenkamercommissie één maal per jaar een evaluatierapport op. Ter bevestiging van de onafhankelijke positie van de commissie wordt dit stuk ter kennis gebracht van de Raad.

Toelichting Artikel 12De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Toelichting Artikel 13

In de voorbereiding van deze verordening door de auditcommissie is nadrukkelijk stil gestaan bij de autonomie van de rekenkamercommissie. Om te voorkomen dat de Raad geconfronteerd wordt met een rekenkamercommissie die niet naar de wens van de Raad opereert, is in de verordening de opdracht aan de commissie neergelegd een evaluatie van de verordening op te stellen.

Het is vervolgens aan de Raad om naar aanleiding van deze evaluatie aanpassingen in de verordening door te voeren.

Toelichting Artikelen 14 en 15Deze artikelen behoeven geen toelichting.