Regeling vervallen per 26-06-2014

Verordening op de vaste raadscommissies gemeente Stein 2009

Geldend van 03-07-2009 t/m 25-06-2014

Intitulé

Verordening op de vaste raadscommissies gemeente Stein 2009.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie; b. voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger; c. commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger; d. griffier: griffier van de raad of diens vervanger;e. Raadscommissie: commissie als bedoeld in artikel 82 Gemeentewet f. vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in: 1. Openbare werken en Milieu;

    2. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening (VRO);

    3. Maatschappelijke zaken;

    4. Middelen en bestuurlijke zaken.

  • 2. De raadscommissie Openbare werken en Milieu adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:a. Onderwerpen op het gebied van wegen, straten en pleinen;b. Onderwerpen op het gebied van verlichting;c. Onderwerpen op het gebied van verkeer en vervoer;d. Onderwerpen op het gebied van markten en kermissen;e. Onderwerpen op het gebied van gladheidsbestrijding;f. Onderwerpen op het gebied van gebiedsgewijze aanpak;g. Onderwerpen op het gebied van riolering;h. Onderwerpen op het gebied van milieu en afval;i. Onderwerpen op het gebied van waterzaken, waaronder begrepen het project “Grensmaas”;j. Onderwerpen op het gebied van het project Grensmaas;k. Overige onderwerpen die gerekend kunnen worden tot het werkterrein van de commissie.

  • 3. De raadscommissie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening (VRO) adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: a. Onderwerpen op het gebied van volkshuisvesting;b. Onderwerpen op het gebied van ruimtelijke ordening;c. Onderwerpen op het gebied van Investingsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV);d. Projecten binnen het werkgebied van de commissie;e. Overige grondgebonden of ruimtelijke onderwerpen of onderwerpen die gerekend kunnen worden tot het werkterrein van de commissie.

  • 4. De raadscommissie Maatschappelijke zaken adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: a. Onderwerpen op het gebied van welzijn en zorg;b. Onderwerpen op het gebied van sociale zaken;c. Onderwerpen op het gebied van onderwijs;d. Onderwerpen op het gebied van cultuur;e. Onderwerpen op het gebied van sport; f. Overige onderwerpen op het gebied van welzijn of sociale zaken die gerekend kunnen worden tot het werkterrein van de commissie.

  • 5. De raadscommissie Middelen en bestuurlijke zaken adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: a. Onderwerpen aangaande het financiële beleid van de gemeente;b. Onderwerpen op het gebied van personeel en organisatie;c. Onderwerpen op het gebied van openbare orde en veiligheid;d. Onderwerpen op het gebied van economische aangelegenheden;e. Onderwerpen op het gebied van intergemeentelijke samenwerking;f. Onderwerpen op het gebied van gemeentelijk vastgoedbeheer;g. Onderwerpen op het gebied van de eigen huishouding van de Raad, waaronder begrepen de effectuering van rechten van de Raad of zijn individuele raadsleden;h. Overige onderwerpen op het gebied van gemeentelijke middelen, algemene zaken of bestuurszaken die gerekend kunnen worden tot het werkterrein van de commissie.

Artikel 2a Behandeling door commissies

  • 1. Het in het Reglement van Orde voor de Raad 2006 ingestelde Presidium bepaalt in welke commissie een aangeboden onderwerp aan de orde zal worden gesteld.

  • 2. Een onderwerp wordt in slechts één commissie behandeld.

  • 3. Voor verwijzing naar een commissie door het Presidium is de inhoud van een onderwerp leidend. Eventuele uit het onderwerp voortvloeiende personele en financiële consequenties zijn volgend op de inhoud en spelen geen rol in de beoordeling door het Presidium van de vraag in welke commissie een onderwerp aan de orde zal worden gesteld.

  • 4. Indien naar het oordeel van het Presidium een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in een gecombineerde vergadering van de betreffende raadscommissies besproken.

  • 5. In gevallen als bedoeld in het vorige lid, brengt de vergadering één advies aan de Gemeenteraad uit.

  • 6. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

  • 7. Ter bepaling welke commissie een onderwerp het meest aangaat, zijn de leden 3 en 4 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Taken raadscommissies

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

1. het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat ingevolgde artikel 2 tot het werkterrein van een commissie kan worden gerekend.2. het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;3. het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur voor zover het onderwerpen betreft die ingevolgde artikel 2 tot het werkterrein van de commissie kunnen worden gerekend.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit ten minste één en maximaal drie leden per fractie naar evenredigheid van het aantal zetels in de raad.

  • 2. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3. Per fractie bestaat de vertegenwoordiging in elke commissie uit tenminste één raadslid. Dit vereiste geldt niet voor een zogenaamde eenmansfractie.

  • 4. De raad kan daarnaast 3 buitengewone leden benoemen.

  • 5. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie. De raad benoemt op voordracht van een fractie voor iedere raadscommissie tenminste een plaatsvervangend lid per fractie, die zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid.

  • 6. Het plaatsvervangend lid voldoet eveneens aan de in het vijfde lid, genoemde vereisten.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met: a. het leiden van de vergadering; b. het handhaven van de orde; c. het doen naleven van deze verordening; d. hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid , de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan een van de in artikel 4, vijfde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of op het moment dat hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Ingeval een vacature als bedoeld in het zesde lid een vacature van voorzitter of diens plaatsvervanger betreft, voorziet de Raad in vervulling van de vacature op voordracht van de commissie die het betreft.

  • 8. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Commissiegriffier

  • 1. Als commissiegriffier treedt op de griffier of een door hem aangewezen ambtenaar.

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering van een commissie aanwezig.

  • 3. De griffier regelt de vervanging van de commissiegriffier, indien deze verhinderd is als zondanig op te treden.

  • 4. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college en burgemeester

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1. De voorzitter kan de Burgemeester en één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2. Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 3. De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

  • 4. De raadscommissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester en één of meer wethouders niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie: a. Openbare werken plaats op maandagb. Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu plaats op dinsdag; c. Maatschappelijke zaken plaats op woensdag; d. Middelen, algemene zaken en bestuurszaken plaats op donderdag.

  • 2. De commissie vergadert op de in de vergaderplanning opgenomen vergaderdata.

  • 3. De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.00 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 4. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 5. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Agendacommissie

Vervallen.

Artikel 11 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste drie dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

  • 1. Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd.

  • 2. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 3. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 4. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het weekblad ‘de Schakel’ of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en middels gelijktijdige plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt: a. de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering; b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien; c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering; quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die de voorlopige agenda vermeld alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over: a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan; b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen; c. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers aan de vergadering.

  • 7. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 18 Verslaglegging

  • 1. Van de vergadering van de commissies wordt door of namens de commissiegriffier een besluitenlijst gemaakt. Het ter vergadering besprokene wordt in digitale geluidsbestanden bewaard. Deze bestanden worden op verzoek door de griffier ter beschikking gesteld.

  • 2. De besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De besluitenlijst wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 3. Bij het begin van de vergadering wordt, zo mogelijk, de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 4. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, voor zover zij aanwezig waren in de vergadering waarop de besluitenlijst betrekking heeft, een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de raadscommissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient vóór de vaststelling van de notulen bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 5. De besluitenlijst moet vermelden: a. de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de leden, de Burgemeester, de wethouders en de gemeentesecretaris, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;b. welke leden afwezig waren;c. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest; d. de personen die van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17 gebruik hebben gemaakt, met vermelding van het onderwerp waarop zij hebben ingesproken.e. een formulering van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben; f. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 24 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 6. De besluitenlijst wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 7. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Bij afsluiting van de tweede spreektermijn formuleert de voorzitter het advies van de commissie.

  • 4. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 5. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 19a Volgorde sprekers

  • 1. Een lid, de burgemeester, een wethouder of de gemeentesecretaris, voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2. De onderlinge volgorde waarin de leden het woord krijgen wordt bepaald door de volgorde waarin zij de voorzitter het woord vragen.

  • 3. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 20 Spreektijd

Een lid en de voorzitter kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.

Artikel 21 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij: a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren; b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten. In dat geval is het bepaalde in artikel 16 lid 2 van toepassing.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 23 Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 25 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. Voor zover het geen unaniem advies is, wordt hiervan melding gemaakt in de besluitenlijst en het advies aan de Raad.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 26 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27 Verslaglegging

Het bepaalde in artikel 18 is van overeenkomstige toepassing op besloten vergaderingen, met dien verstande dat:a. digitale geluidsbestanden van het ter vergadering besprokene niet ter beschikking worden gesteld, maar personen die bij de besloten vergadering aanwezig zijn geweest in de gelegenheid worden gesteld in aanwezigheid van de griffier deze bestanden na te luisteren.b. de besluitenlijst van een besloten vergadering niet wordt rondgedeeld, maar uitsluitend voor de leden ter inzage worden gelegd bij de griffier.c. de besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van de notulen en de besluitenlijst.

Artikel 28 Geheimhouding

  • 1. Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.

  • 2. De raadscommissie kan met inachtneming van hetgeen bepaald is in artikel 86 Gemeentewet, besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 29 Voornemen opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 30 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

  • 1. Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

  • 2. De bedoelde aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 32 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 34 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op de vaste raadscommissies 2009’.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 3 juli 2009.

  • 3. Op dat tijdstip vervalt de ‘verordening regelende de samenstelling, taak, bevoegdheden en werkwijze van vaste commissies gemeente Stein 2006’.

Inhoudsopgave 1

Hoofdstuk 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 INSTELLING, TAKEN EN SAMENSTELLING

Artikel 2 Instelling raadscommissiesArtikel 2a Behandeling door commissiesArtikel 3 Taken raadscommissiesArtikel 4 SamenstellingArtikel 5 VoorzitterArtikel 6 Zittingsduur en vacaturesArtikel 7 Commissiegriffier

Hoofdstuk 3 AANWEZIGHEID COLLEGE, BURGEMEESTER EN SECRETARIS

Artikel 8 Burgemeester, wethouders en gemeentesecretaris

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 9 VergaderfrequentieArtikel 10 Agendacommissie (vervallen)Artikel 11 OproepArtikel 12 De agendaArtikel 13 Ter inzage leggen van stukkenArtikel 14 Openbare kennisgeving

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 PresentielijstArtikel 16 Opening vergadering; quorumArtikel 17 Spreekrecht burgersArtikel 18 VerslagleggingArtikel 19 Aantal spreektermijnenArtikel 19a Volgorde sprekersArtikel 20 SpreektijdArtikel 21 Voorstellen van ordeArtikel 22 Handhaving orde; schorsingArtikel 23 BeraadslagingArtikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderenArtikel 25 Advies

Hoofdstuk 5 BESLOTEN VERGADERING

Artikel 26 AlgemeenArtikel 27 VerslagleggingArtikel 28 GeheimhoudingArtikel 29 Voornemen opheffing geheimhouding

Hoofdstuk 6 TOEHOORDERS EN PERS

Artikel 30 Toehoorders en persArtikel 31 Geluid- en beeldregistratiesArtikel 32 Verbod gebruik mobiele telefoons e.d.

Hoofdstuk 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 33 Uitleg verordeningArtikel 34 Inwerkingtreding en citeertitel