Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van rechten Algemene begraafplaatsen Stein 2010

Geldend van 17-12-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rechten Algemene begraafplaatsen Stein 2010

De Raad der gemeente Stein;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake begrafenisrechten Stein 2010 van 3 november 2009;(Gem. blad Afd. A 2009, no. 98);

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit :

vast te stellen de volgende verordening

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECHTEN ALGEMENE BEGRAAFPLAATSEN STEIN 2010

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:begraafplaatsen: de algemene begraafplaats gelegen aan de Zwartdriesstraat Stein;de algemene begraafplaats gelegen aan de Pastoor Haesen-straat Elsloo;de algemene begraafplaats gelegen aan de Molenweg-Zuid Urmond;urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;urnenpijp: pijp die in een bestaand graf wordt geplaatst om vervolgens een urn in te plaatsen;asbus: een bus ter berging van as van een overledene;urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.

  • 2. Voor de heffing van de rechten voor het uitsluitend recht tot begraven van stoffelijke overschotten worden de graven onderscheiden in enkele en dubbele graven.

  • 3. Onder dubbele graven worden verstaan graven, waarin ten hoogste twee stoffelijke overschotten boven elkaar worden begraven.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van door de gemeente te verlenen diensten in verband met het begraven van stoffelijke overschotten en anderszins gebruik maken van de algemene begraafplaatsen worden onder de naam "begrafenisrechten" rechten geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag een in artikel 2 genoemde dienst wordt verstrekt of bedoeld gebruik plaats heeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

4.1Voor het uitsluitend recht tot begraven bedraagt het tarief:                                                               In een dubbel                  In een enkel                                                               graf voor de                      graf voor de                                                               duur van 30 jaar              duur van 20 jaarvoor het stoffelijk overschot van:a. een persoon van 12 jr of ouder   € 1.067,00                        € 660,00b. een kind van 1 tot 12 jr                                                             € 363,00c. een kind beneden het jaarof een doodgeboren kind                                                             € 207,00

4.2Voor het recht op een urnennis voor de duur van 10 jaar bedraagt het tarief € 737,00

4.3Het tarief voor het begraven van een stoffelijk overschot bedraagt:1. a. van een persoon van 12 jr en ouder                                 € 660,00b. van een kind van 1 tot 12 jr                                                      € 363,00c. van een kind beneden het jaar of een doodgeboren kind € 207,002. voor het bijzetten van een urn op of in graven                      € 162,00

4.4Het tarief voor het bijzetten van een asbus of urn in een urnennis of urnenpijp bedraagt € 162,00

4.5Voor het gesloten houden van een graf na de in artikel 4.1 genoemde tijdvakken wordt voor elk tijdvak van 10 jaren een recht geheven:1. voor een graf van een persoon van 12 jr en ouder            € 575,002. voor een graf van een persoon beneden 12 jr                   € 359,00

4.6Voor het gesloten houden van een urnennis of urnenpijp na het in artikel 4.2 genoemde tijdvak wordt voor elk tijdvak van 10 jaar een recht geheven van € 835,00

4.7Bij plaatsing van een tweede urn in de nis wordt de huurtermijn van 10 jaar niet opengebroken.

4.8Voor het verlenen van een vergunning voor het opgraven van een lijk wordt een recht geheven van € 125,00

4.9Voor het verkrijgen van toestemming tot het plaatsen van een grafteken wordt een éénmalig recht geheven:a. op een grafruimte van een persoon van 12 jr of ouder € 125,00b. op een grafruimte van een kind van 1 tot 12 jr                €    67,00c. op een grafruimte van een kind van 0 tot 1 jr of een doodgeboren kind € 42,00

Artikel 5 Vrijstellingen

  • 1. Voor het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van een doodgeboren of binnen 3 maanden na de geboorte overleden tweeling, drieling, enz. mits dit in dezelfde kist geschiedt c.q. de as in één asbus wordt geborgen, is het grafrecht slechts éénmaal verschuldigd.

  • 2. Voor het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van kinderen, die beneden de leeftijd van 3 maanden zijn overleden en in één kist met hun moeder worden begraven c.q. waarvan de as met die van de moeder wordt geborgen in één asbus, is geen recht verschuldigd.

  • 3. De rechten worden niet geheven voor het op rechterlijk gezag lichten en weer in hetzelfde graf begraven van een stoffelijk overschot.

Artikel 6 Wijze van heffing c.q. tijdstip van betaling

  • 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving of nota, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 10 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 7 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening begrafenisrechten Stein 2009", vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van deze heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening begrafenisrechten Stein 2010".

Ondertekening

 
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 december 2009.
De Raad voornoemd,
de Griffier.    de Voorzitter.