Deel subsidieverordening welzijn gemeente Stein 2009

Geldend van 01-01-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Deel subsidieverordening welzijn gemeente Stein 2009

Deel A Algemeen gedeelte Subsidieverordening Welzijn Gemeente Stein

Titeldeel 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1.1

In deze deelverordening wordt in aanvulling op de algemene verordening verstaan onder:a. instelling: een bij notariële akte opgerichte en bij de Kamer van Koophandel ingeschreven rechtspersoon, zonder winstoogmerk, die krachtens deze verordening subsidie ontvangt of wenst te ontvangen;b. jaar: een kalenderjaar;c. activiteit: de prestatie op basis waarvan een instelling subsidie ontvangt of kan ontvangen;d. budget: beschikbaar bedrag voor verstrekking van subsidies;e. experiment: die activiteit, op enig welzijnsbevorderend terrein, welke nog niet eerder is uitgeoefend, niet vergelijkbaar is met een bestaande activiteit en waarvan de elementen niet op grond van ervaring kunnen worden vastgesteld;f. welzijnscategorie: indeling van activiteiten op welzijnsgebied, zoals deze in de bijlage "grondslagen voor de berekening van subsidies" wordt gehanteerd;g. jeugdlid: een persoon woonachtig in de gemeente Stein die per 1 januari van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar jonger is dan 18 jaar.

Artikel 1.1.2

Deze verordening is van toepassing op alle welzijnssubsidies, voor zover bij afzonderlijk raadsbesluit dan wel bijzondere subsidieverordening, als bedoeld in artikel 1.1.3, niet anders is bepaald.

Artikel 1.1.3

  • 1. De raad kan voor bepaalde activiteiten of groep van activiteiten een bijzondere subsidieverordening vaststellen.

  • 2. De bijzondere subsidieverordening houdt nadere voorschriften in.

Artikel 1.1.4

  • 1. Deel B: Specifiek gedeelte Subsidieverordening Welzijn gemeente Stein 2009, vormt een geïntegreerd onderdeel van deze verordening.

  • 2. In Deel B worden de normen aangegeven, op grond waarvan de subsidie kan worden berekend. Ook de hoogte van het beschikbare budget staat hierin vermeld.

Afdeling 1.2 Bijzondere bepalingen

Artikel 1.2.1

Een gemeentelijk subsidie ten behoeve van de organisatie van activiteiten wordt slechts verstrekt indien, naar de mening van het bestuursorgaan, ten minste aan de volgende criteria wordt voldaan:1. ondersteuning van de activiteit behoort tot de kerntaken van de gemeente. Dit betekent dat tevens aan de activiteit een belangrijke sociaal-culturele of maatschappelijke functie wordt toebedacht;2. de activiteiten niet zonder subsidie kunnen worden uitgevoerd of op grond van rijksvoorschriften dan wel op grond van door de gemeente verstrekte opdrachten een verplichting tot subsidiëring bestaat.

Artikel 1.2.2

Aan een instelling wordt slechts een subsidie verstrekt voor activiteiten ter bevordering van het welzijn indien en voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan:a. de instelling bezit rechtspersoonlijkheid;b. de instelling is gevestigd en/of werkzaam in de gemeente Stein;c. de activiteiten staan in principe open voor ieder lid/deelnemer;d. de instelling voldoet aan de in of krachtens deze verordening gestelde eisen en houdt zich aan de gegeven voorschriften;e. de activiteiten van een instelling niet politiek en/of economisch van aard zijn.

Artikel 1.2.3

Een subsidie wordt telkens voor één jaar toegekend.

Titeldeel 2 HET SUBSIDIEPLAFOND

Afdeling 2.1 Verdeling beschikbare gelden

Artikel 2.1.1

Voor de subsidies zoals aangegeven in Deel B van de verordening wordt een plafond ingesteld, dat gelijk is aan de som van de subsidiebedragen voor welzijnsactiviteiten van de vastgestelde begroting.

Artikel 2.1.2

Indien in een jaar onvoldoende budget beschikbaar wordt gesteld voor de subsidiëring van instellingen op basis van deze verordening, zullen de minder beschikbare middelen via een generieke procentuele korting over de gesubsidieerde instellingen worden verdeeld.

Titeldeel 3 DE AANVRAAG

Afdeling 3.1 Indienen aanvraag

Artikel 3.1.1

Een subsidie-aanvraag wordt bij het bestuursorgaan ingediend.

Artikel 3.1.2.

Een subsidie-aanvraag wordt vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ingediend.

Afdeling 3.2 Verstrekking gegevens

Artikel 3.2.1

  • 1. Bij de indiening van de in artikel 3.1.2 bedoelde aanvraag dient, in aanvulling op het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene Wet Bestuursrecht, in ieder geval te worden overlegd:a. een activiteitenprogramma voor het komende jaar;b. een opgave van namen en adressen van de leden/deelnemers;c. zo mogelijk desgevraagd door het bestuursorgaan, een inhoudelijk en financieel verslag over het voorafgaande jaar.

  • 2. Bij een eerste subsidie-aanvraag dient tevens te worden overlegd:a. een afschrift van de stichtingsakte, de statuten c.q. een ontwerp hiervan;b. een beschrijving van de organisatievorm, voor zover niet reeds vervat in de statuten;c. een opgave van namen en adressen van de bestuursleden van de instelling;d. een overzicht van de financiële toestand van de instelling op het moment van de aanvraag;e. een exploitatiebegroting voor het jaar waarover subsidie wordt aangevraagd vergezeld van een beknopte en duidelijke toelichting;f. het bankrekening- en/of girorekeningnummer;g. verdere gegevens welke het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor een goede beoordeling van de aanvrager.

Afdeling 3.3 Ontvangstbevestiging

Artikel 3.3.1

Het bestuursorgaan bevestigt onverwijld schriftelijk de ontvangst van de subsidie-aanvraag.

Titeldeel 4 DE SUBSIDIEVERLENING

Afdeling 4.1 Beschikking tot subsidieverlening

Artikel 4.1.1

Voorafgaande aan de subsidievaststelling als bedoeld in titel 6, geeft het bestuursorgaan op de subsidie-aanvragen als bedoeld in deze verordening, een beschikking tot subsidieverlening.

Het bestuursorgaan toetst daartoe de subsidie-aanvragen aan:a. de algemene verordening en deze deelverordening;b. andere van toepassing zijnde verordeningen en/of besluiten;c. het door de raad vastgestelde beleid;d. de begrotingsrichtlijnen;e. de definitief vastgestelde subsidies over de voorafgaande jaren;f. de door de raad beschikbaar gestelde financiële middelen;g. de bij deze verordening behorende subsidiegrondslagen, als bedoeld in artikel 1.1.4.

Artikel 4.1.2

De beschikking tot subsidieverlening vermeldt in ieder geval:a. een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend. Deze omschrijving kan later worden uitgewerkt;b. het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald. Of anders vermeldt zij het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld;c. het tijdvak waarvoor de subsidie wordt verleend;d. de termijn waarbinnen de subsidie wordt vastgesteld;e. de verplichtingen verbonden aan de subsidie;f. welke bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn.

Afdeling 4.2 Termijn

Artikel 4.2.1

De beschikking tot subsidieverlening wordt voor de aanvang van de activiteit of het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd, afgegeven.

Artikel 4.2.2

Indien de activiteit of het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd, reeds is afgelopen, kan geen beschikking tot subsidieverlening worden gegeven. In dat geval zal overgegaan worden tot de subsidievaststelling, als bedoeld in titel 6.

Titeldeel 5 VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIE-ONTVANGER

Afdeling 5.1 Algemene verplichtingen

Artikel 5.1.1

  • 1. De instelling doet onverwijld mededeling aan het bestuursorgaan van het voornemen tot:a. het ontbinden van de rechtspersoon;b. het oprichten van een rechtspersoon;c. het fuseren met een andere rechtspersoon;d. het splitsen van de rechtspersoon;e. de liquidatie van de rechtspersoon;f. het doen van aangifte tot haar faillissement;g. het aanvragen van haar surseance van betaling.

  • 2. Verder doet de instelling onverwijld mededeling aan het bestuursorgaan van alle andere voor de subsidie van belang zijnde wijzigingen, zoals wijzigingen met betrekking tot de statuten, activiteiten, bestuurssamenstelling, wijziging rekeningnummer, etc..

Afdeling 5.2 Aanvullende concrete verplichtingen

Artikel 5.2.1

  • 1. Bij beschikking subsidieverlening kan het bestuursorgaan aanvullende concrete verplichtingen opleggen met betrekking tot:a. inzage in de administratie;b. de te verzekeren risico's;c. het stellen van zekerheid voor verleende voorschotten;d. het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichtte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;e. het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden;f. de personeelsformatie, in zover de subsidiëring uitdrukkelijk (mede) is gebaseerd op de personeelskosten;g. gebruik en beheer van accommodaties, welke met financiële inspanning van de overheid tot stand zijn gekomen of beschikbaar zijn gesteld.

Titeldeel 6 DE SUBSIDIEVASTSTELLING

Afdeling 6.1 Beschikking tot subsidievaststelling

Artikel 6.1.1

Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststelling naast het vastgestelde bedrag ook:a. een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt;b. het tijdvak waarvoor de subsidie wordt verstrekt;c. de verplichtingen verbonden aan de subsidie;d. welke bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn.

Afdeling 6.2 De aanvraag tot subsidievaststelling

Artikel 6.2.1

Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, dient de subsidie-ontvanger binnen 4 maanden na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

Artikel 6.2.2

  • 1. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de aanvrager middels een verslag aan, dat de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen, tenzij de subsidie voor de aanvang van de activiteiten wordt vastgesteld.

  • 2. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de aanvrager rekening en verantwoording af omtrent de aan de activitei¬ten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn en gevraagd worden. De aanvrager overlegt hiertoe de bescheiden, zoals deze vermeld zijn in de beschikking tot subsidieverlening.

Afdeling 6.3 Termijn

Artikel 6.3.1

De subsidie wordt vastgesteld binnen zes weken na ontvangst van de bescheiden, als bedoeld in artikel 6.2.2., die voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

Artikel 6.3.2

Indien de subsidie ambtshalve wordt vastgesteld, geldt een termijn van zes weken na de vaststelling of goedkeuring van de gemeentebegroting.

Artikel 6.3.3

De beschikking tot subsidievaststelling wordt binnen zes weken na de vaststelling afgegeven.

Titeldeel 7 BETALING

Afdeling 7.1 De betaling

Artikel 7.1.1

  • 1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

  • 2. Het subsidie bedrag wordt binnen zes weken na de subsidievaststelling betaald.

Artikel 7.1.2

  • 1. Het bestuursorgaan kan de subsidie-ontvanger voorschotten verlenen.

  • 2. De beschikking tot voorschotverlening vermeldt het bedrag van het voorschot, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

Artikel 7.1.3

  • 1. Voorschotten worden overeenkomstig de voorschotverlening betaald.

  • 2. Het voorschot wordt binnen zes weken na de voorschotverlening betaald.

Deel B Specifiek gedeelte Subsidieverordening Welzijn gemeente Stein 2009

Titeldeel 1 OUDERENWERK

Afdeling 1 Begripsomschrijving

Artikel 1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. ouderenvereniging:door het bestuursorgaan erkende verenigingen welke minimaal 25 leden hebben, die ouderen in de gemeente de mogelijkheid bieden met elkaar in contact te komen door middel van het organiseren van sociaal-culturele activiteiten;

b. oudere:inwoner van de gemeente Stein van 55 jaar of ouder die als lid bij een ouderenvereniging is aangesloten;

c. huisvestingskosten:de door het bestuursorgaan goedgekeurde huur- en energiekosten van de voor de activiteiten benodigde accommodatie(s).

Afdeling 2 Subsidiegrondslag

Artikel 2

Het subsidie aan ouderenverenigingen bedraagt:1. een bedrag van € 7,83 per oudere/lid per jaar (peildatum: 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie verleend wordt);2. 100 % van de huisvestingskosten na aftrek van een eigen aandeel van € 7,83 per oudere/lid ten behoeve van in Stein gevestigde ouderenverenigingen.

Titeldeel 2 VROUWENVERENGIINGEN EN EMANCIPATIE-ACTIVITEITEN

Afdeling 1 Begripsomschrijving

Artikel 3

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:a. vrouwenvereniging:door het bestuursorgaan erkende verenigingen die sociaal-culturele activiteiten voor vrouwen organiseren welke minimaal 25 leden hebben;b. emancipatie-activiteiten:activiteiten van een groep van minimaal 10 vrouwen die tot doel hebben:de bewustwording bevorderen van individuele en/of groepen vrouwen met betrekking tot hun rol en positie;kunnen leiden tot doorbreking van rolbeperkingen voor vrouwen en mannen;gericht zijn op het veranderen van situaties waarin sprake is van ongerechtvaardigd verschil in behandeling tussen vrouwen en mannen;gericht zijn op veranderingen van de maatschappelijke structuren en verhoudingen die belemmeringen en achterstanden voor vrouwen veroorzaken;belangstelling te wekken voor activiteiten met betrekking tot de rol en positie van de vrouw.c. eenmalige emancipatie-activiteiten:emancipatie-activiteiten met een zuiver incidenteel karakter.d. huisvestingskosten:de door het bestuursorgaan goedgekeurde huur- en energiekosten van de voor de activiteiten benodigde accommodatie(s).

Afdeling 2 Subsidiegrondslag

Artikel 4

  • 1. Het subsidie aan vrouwenverenigingen bedraagt:a. een bedrag van € 7,83 per lid woonachtig in Stein per jaar (peildatum: 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie verleend wordt);b. 100 % van de huisvestingskosten na aftrek van een eigen bijdrage van € 7,83 per lid ten behoeve van de in Stein gevestigde vrouwenverenigingen.

Artikel 5

  • 1. Het subsidie ten behoeve van emancipatieactiviteiten bedraagt 100% van de door het bestuursorgaan goedgekeurde kosten;

  • 2. Een bijdrage in de kosten voor eenmalige emancipatieactiviteiten c.q. -projecten zulks ter uitvoering van de gemeentelijke speerpunten emancipatiewerk c.q. de emancipatienota;

  • 3. Iinstellingen zoals bedoeld in artikel 1 van deel A van deze verordening kunnen voor een eenmalig emancipatie-subsidie in aanmerking komen.

Titeldeel 3 PEUTERSPEELZAALWERK

Afdeling 1 Begripsomschrijving

Artikel 6

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. peuterspeelzaal:een ruimtelijke voorziening ten behoeve van kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar met als doelstelling de sociale, motorische en creatieve vaardigheden te ontwikkelen door spelen en omgang met leeftijdsgenootjes;

b. dagdeel:een ochtend of middag gedurende welke peuters tenminste twee aaneengesloten uren worden opgevangen.

c. huisvestingskosten:de door het bestuursorgaan goedgekeurde huur- en energiekosten van de voor de activiteiten benodigde accommoda¬tie(s), de premies van verzekeringen, betrekking hebbend op de accommodatie(s), inrichting en inventaris;alsmede onderhouds- en poetsmiddelen tot een maximum van € 500,00 (ƒ 1.101,86).

Afdeling 2 Subsidiegrondslag

Artikel 7

Het subsidie bedraagt:1. voor de besturen van peuterspeelzalen, die niet bij een peuterspeelzaalorganisatie zijn aangesloten, € 12,50 per dagdeel.2. 100% van de door het bestuursorgaan goedgekeurde huisvestingskosten.

Afdeling 3 Bijzondere subsidievoorwaarden

Artikel 8

  • 1. Per dagdeel dienen minimaal 15 peuters in één groep opgevangen te worden.

  • 2. Uitbreiding van het aantal dagdelen en/of groepen behoeft voorafgaande goedkeuring van het bestuursorgaan.

Titeldeel 4 SPORTVERENIGINGEN

Afdeling 1 Begripsomschrijving

Artikel 9

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. Sportverenigingen:De door het bestuursorgaan erkende instellingen welke minimaal 30 leden hebben, zich direct bezig houden met actieve sport op amateurniveau en deelnemen aan door gewestelijke en/of landelijke organisaties ingerichte competities;

b. Huisvestingskosten:De huur- en energiekosten van de in Stein gelegen en van gemeentewege geëxploiteerde accommodaties of de daaraan naar het oordeel van het bestuursorgaan gelijk te stellen accommodaties.

c. (Recreatieve) sportverenigingen:De door het bestuursorgaan erkende instellingen, die niet voldoen aan het gestelde onder a., doch naar het oordeel van het bestuursorgaan een zeer actief beleid voeren in het kader van de sportstimulering voor de jeugd.

d. Cursuskosten jeugdleiders:De door het bestuursorgaan goedgekeurde kosten van cursussen en/of opleidingen en/of trainingen, welke aan plaatselijke sportverenigingen verbonden jeugdleiders volgen ter verbetering van de omgang met en de ontplooiing van jeugdigen.

Afdeling 2 Subsidiegrondslag

Artikel 10

  • 1. Het subsidie aan sportverenigingen bedraagt:a. een bedrag van € 36,05 per jeugdlid;b. een tegemoetkoming in de huisvestingskosten van binnensportaccommodaties van 35 %; c. een tegemoetkoming in de kosten zoals omschreven in artikel 9, lid d van maximaal € 52,25 per door de jeugdleider te volgen cursus;

  • 2. Recreatieve sportverenigingen kunnen in aanmerking komen voor een waarderingsbijdrage van maximaal € 7,83 per jeugdlid, zulks ter beoordeling van het bestuursorgaan.

Titeldeel 5 CULTURELE AMATEUR-INSTELLINGEN

Afdeling 1 Begripsomschrijving

Artikel 11

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. culturele amateur-instellingen:In Stein gevestigde en werkzame instellingen die door het bestuursorgaan zijn erkend en tot doel hebben de niet-beroepsmatige beoefening van muziek, zang, toneel, alsmede kunstzinnige vorming, het schuttersgebeuren en de organisatie van carnaval en popfestivals;

b. leden:Personen die als lid staan vermeld op een door het bestuur van de instelling ondertekende lijst per 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd ;

c. huisvestingskosten:De door het bestuursorgaan goedgekeurde huur- en energiekosten van de voor de activiteiten benodigde accommodatie(s), de premie van verzekeringen, betrekking hebbend op de accommodatie(s), inrichting en inventaris; alsmede onderhouds- en poetsmiddelen tot een maximum van € 500,00.

Afdeling 2 Subsidiegrondslag

Artikel 12

Het subsidie aan culturele amateur-instellingen bedraagt:

a. harmonie/fanfare/brassband:

1. basisbedrag - 18 tot 36 leden € 1.306,25- 36 en meer leden € 2.560,252. bedrag per bespeeld instrument € 41,803. bedrag per uniform € 5,234. bedrag opleiding per jeugdlid € 36,05(tot 18 jaar met een maximum van€ 1.045,00 per instelling)5. vergoeding huurkosten noodzakelijk gebruik gemeentelijke accommodatiest.b.v. jeugd 35%

b. mandoline-orkest/drumband/schutterij/majorette

1. basisbedrag- 18 tot 36 leden € 1.306,25- 36 en meer leden € 2.560,252. bedrag per bespeeld instrument € 20,903. bedrag per uniform € 5,23,4. bedrag opleiding per jeugdlid € 36,05 (tot 18 jaar met een maximum van € 1.045,00 per instelling5. vergoeding noodzakelijk gebruik gemeentelijke accommodaties t.b.v. jeugd 35 %

c. toneel

1. basisbedrag € 1.280,132. bedrag per nieuw ingestudeerd toneelstuk € 130,63 (maximaal 2 per jaar)

d. zang

1. categorie A (kerkelijke koren)- basisbedrag per koor € 130,632. categorie B - basisbedrag per koor € 130,63- bedrag per lid:- 18 tot 40 € 7,84- 40 tot 60 € 15,00- 60 en meer € 26,13

e. kunstzinnige vorming/creatieve handvaardigheid

1. basisbedrag € 1.792,182. bijdrage in de huisvestingskosten 75 %

f. carnaval

basisbedrag voor carnavalsverenigingen, die tenminste 11 jaar bestaan en een optocht organiseren € 1.024,10

g. popfestival

waarderingsbijdrage voor door het bestuursorgaan erkende stichtingen, die jaarlijks 1 kleinschalig popfestival organiseren. De hoogte van het subsidie wordt vastgesteld door het bestuursorgaan tot een maximum van € 2.560,25.

Artikel 13

Voor de bepaling van het aantal uniformen en bespeelde instrumenten dient de vereniging een door het bestuur ondertekend overzicht te verstrekken. Als peildatum geldt 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.

Afdeling 3 Overige bepalingen

Artikel 14

Het basisbedrag wordt slechts verstrekt voor de door de vereniging aangegeven hoofdactiviteit.

Titeldeel 6 JEUGD- EN JONGERENWERK

Afdeling 1 Begripsomschrijving

Artikel 15

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. jeugd- en jongerenwerk:de door het bestuursorgaan erkende verenigingen die uitsluitend activiteiten uitvoeren als bedoeld in dit artikel onder d.;

b. huisvestingskosten:de door het bestuursorgaan goedgekeurde huur- en energiekosten van de voor de activiteiten benodigde accommodatie(s), de premies van verzekeringen, betrekking hebbend op de accommodatie(s), inrichting en inventaris; alsmede onderhouds- en poetsmiddelen tot een maximum van € 500,00;

c. apparaatskosten:de door het bestuursorgaan goedgekeurde kosten die noodzakelijk zijn ten behoeve van de algehele organisatie van activiteiten;

d. activiteitenkosten:de door het bestuursorgaan goedgekeurde kosten van activiteiten welke een bijdrage leveren aan de groei en ontwikkeling van jeugdigen en jongeren en een leereffect beogen; activiteiten die in het verlengde liggen van of een relatie hebben met de exploitatie van bar of buffet alsmede activiteiten die uitsluitend gericht zijn op ontspanning en recreatie worden hiertoe niet gerekend;

e. kadervorming:het geheel van cursussen en bijeenkomsten dat tot doel heeft het vrijwillig kader meer geschikt te maken voor het verrichten van zijn taak.

Afdeling 2 Subsidiegrondslagen

Artikel 16

Het subsidie aan verenigingen voor jeugd- en jongerenwerk bedraagt:1. 95% van de huisvestingskosten; 2. 40% van de apparaatskosten tot een maximum van € 1.000,003. 80% van de activiteitenkosten;4. 80% van de kosten kadervorming tot een maximum van € 500,00.

Artikel 17

  • 1. Het bestuursorgaan kan regels stellen omtrent hetgeen onder goedgekeurde kosten moet worden verstaan.

  • 2. Het bestuursorgaan kan op verzoek een projectsubsidie toekennen, voor projecten die een toegevoegde waarde hebben in relatie tot het jeugdbeleid conform de uitgangspunten en doelstellingen van het actueel lokaal jeugd- en jongerenbeleid.

Titeldeel 7 M.B.v.O.-activiteiten

Afdeling 1 Begripsomschrijving

Artikel 18

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. M.B.v.O. (Meer Bewegen voor Ouderen):het bevorderen van motorische activiteiten van personen vanaf 55 jaar, die gezien hun leeftijd gezond geacht kunnen worden.

b. M.B.v.O.-activiteit:- gymnastiek;- dans (volks-, stijl-, salon-, rolstoeldansen);- spel-sport;- yoga

c. M.B.v.O.-groep:de in de gemeente Stein gehuisveste organisatie die de M.B.v.O.-activiteit organiseert.

d. materiaalkosten:de kosten van aangeschafte materialen welke noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de M.B.v.O.-activiteiten in de gemeente Stein.

e. leid(st)erskosten:de kosten van de M.B.v.O.-leid(st)er.

f. huisvestingskosten:de door het bestuursorgaan goedgekeurde huurkosten van de voor de activiteiten benodigde accommodatie(s).

Afdeling 2 Subsidiegrondslagen

Artikel 19

Het subsidie bedraagt:1. 25 % van de leid(st)erskosten, die belast is met de uitvoering van de M.B.v.O.-activiteit(en);2. 35 % van de huisvestingskosten ten behoeve van de uitvoering van de M.B.v.O.-activiteit(en) mits niet via een andere gemeentelijke regeling in deze kosten reeds een bijdrage wordt (kan worden) verstrekt.3. 100% van de door het bestuursorgaan goedgekeurde kosten voor de aanschaf van materialen, die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van activiteiten.

Afdeling 3 Overige bepalingen

Artikel 20

De activiteiten dienen open te staan voor alle 55-plussers, woonachtig in de gemeente Stein.

Titeldeel 8 KERKGENOOTSCHAPPEN

Afdeling 1 Begripsomschrijving

Artikel 21

a. Kerkgebouw:de in de gemeente Stein gelegen gebouwen, die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt voor de openbare godsdienstbeoefening en welke niet zijn ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet vastge¬stelde registers en die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage; onder een kerkgebouw wordt mede begrepen de bijbehorende toren, alsmede de voor de uitoefening van de eredienst noodzakelijke installaties;

b. Buitengewoon herstelde naar het oordeel van het bestuursorgaan noodzakelijke onvoorzienbare herstellingen, geen gewoon onderhoud betreffende, zoals nader omschreven in de bij dit artikel behorende toelichting.

Afdeling 2 Subsidiegrondslag

Artikel 22

Het bestuursorgaan verstrekt aan kerkgenootschappen, in de kosten van buitengewoon herstel van aan deze kerkgenootschappen in eigendom toebehorende kerkgebouwen, een bijdrage van maximaal 10% van de kosten, met dien verstande dat per kerkgebouw binnen een termijn van 10 jaar geen hogere bijdrage dan € 12.300,-- beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 23

  • 1. De Raad besluit omtrent de opname van kerkgebouwen.

  • 2. Voor opname van kerkgebouwen gelden voor kerkgenootschappen de volgende criteria:a. in het bezit zijn van een specifiek voor de gebeds-of eredienst bestemd gebouw;b. tenminste eenmaal per week in het gebouw als bedoeld in lid a, een gebeds- of eredienst houden;c. in de gemeente een voldoende draagvlak hebben.

Titeldeel 9 INCIDENTELE SUBSIDIES

Afdeling 1 Begripsomschrijving

Artikel 24

Het bestuursorgaan kan subsidie verstrekken ten behoeve van activiteiten c.q. projecten gelegen op welzijnsbevorderend terrein en een eenmalig karakter hebben, of van belang kunnen zijn in promotioneel opzicht.

Afdeling 2 Toetsingscriteria

Artikel 25

  • 1. De vraag of sprake is van een welzijnsbevorderende activiteit of een welzijnsbevorderend project wordt beoordeeld door het bestuursorgaan.

  • 2. Om van een activiteit met een promotionele waarde voor de gemeente Stein te kunnen spreken moet voldaan worden aan de volgende criteria:a. een sportieve of culturele activiteit met een uniek en publicitair karakter en;b. bovenlokale/internationale uitstraling en/of;c. een meerdaags evenement en/of;d. programmering en kwaliteit van uniek niveau en/of;e. toegankelijkheid voor een groot publiek en/off. aantal en herkomst van de deelnemers (inter)nationaal).

Afdeling 3 Subsidiegrondslag

Artikel 26

Het bestuursorgaan bepaalt de hoogte van de toe te kennen bijdrage en of dit een exploitatiesubsidie betreft waarop moet worden afgerekend of een vaste bijdrage.

Afdeling 4 Procedure

Artikel 27

In afwijking van het bepaalde in het algemeen gedeelte van deze verordening geldt voor een aanvraag in deze titel:1. Een verzoek om subsidie wordt tenminste 12 weken voor de geplande aanvang of uitvoering van de activiteiten ingediend.2. Het verzoek gaat vergezeld van een begroting van inkomsten en uitgaven. Het bestuursorgaan kan bepalen dat voor de beoordeling van het verzoek meerdere gegevens worden overgelegd.3. het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen toestaan dat van de in het eerste lid genoemde termijn wordt afgeweken.

Titeldeel 10 GEHANDICAPTENORGANISATIES

Afdeling 1 Begripsomschrijving

Artikel 28

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. gehandicapten:mensen met zodanige lichamelijke en/of geestelijke belemmeringen waardoor zij niet kunnen deelnemen aan reguliere activiteiten of waarvoor gezien de aard van de belemmering een aparte voorziening gewenst is;

b. gehandicaptenorganisaties:organisaties die sociaal-culturele of educatieve activiteiten met een regelmatig terugkerend karakter organiseren voor gehandicapten in groepsverband. Dit betreft zowel jeugd als volwassenen;

c. belangengroepen:organisaties die zich inzetten voor de algemene belangen van de doelgroep gehandicapten in de gemeente Stein;

d. leden:gehandicapten die lid zijn van een gehandicaptenorganisatie of belangengroepering en in de gemeente Stein woonachtig zijn.

Afdeling 2 Subsidiegrondslag

Artikel 29

Het subsidie bestaat uit:

a. daar waar het gehandicaptenorganisaties betreft:een bijdrage van € 70,00 per in de gemeente Stein woonachtig lid per jaar;b. daar waar het belangenorganisaties betreft met in de gemeente Stein woonachtige leden: een door het bestuursorgaan vast te stellen bedrag per jaar.

Afdeling 3 Overige bepalingen

Artikel 30

a. Gehandicaptenorganisaties en belangengroeperingen als bedoeld in artikel 28 zijn vrijgesteld van de eis dat zij gevestigd en werkzaam moeten zijn in de gemeente Stein, indien zij activiteiten voor gehandicapten ontplooien, die niet door een plaatselijke instelling worden georganiseerd;b. instellingen kunnen geen aanspraak maken op subsidie voortvloeiend uit dit hoofdstuk, indien de instelling activiteiten ontplooit die onder een ander hoofdstuk van deze verordening vallen.

Titeldeel 11 ADVIESRADEN

Afdeling 1 Begripsomschrijving

Artikel 31

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. Huurdersbelangenvereniging:Een vereniging die de belangen behartigt van huurders van in de gemeente Stein gelegen huurwoningen.

b. Kern:Stein en Meers, Elsloo en Meers, Urmond en Berg a/d Maas.

Afdeling 2 Subsidiegrondslag

Artikel 32

Het subsidie bedraagt:een vaste bijdrage ad € 567,50 ten behoeve van een huurdersbelangenvereniging, per kern waarin de vereniging actief is.

Titeldeel 12 OVERIGE GESUBSIDIEERDE INSTELLINGEN

Afdeling 1 Reikwijdte

Artikel 33

Voor zover in de gemeentebegroting middelen zijn opgenomen voor activiteiten en/of voorzieningen, waarop geen van de voorafgaande hoofdstukken van toepassing is, is het bestuursorgaan bevoegd subsidie te verstrekken aan de daarvoor in aanmerking komende instellingen.

Titel 13: Retributie OZB, legeskosten en rioolheffing Afdeling 13.1 retributie OZB

Artikel 13.1.1

  • 1.

    De in deze verordening opgenomen Steinse instellingen / verenigingen die, op basis van een contract, als gebruiker van een gemeentelijk welzijnsgebouw OZB-plichtig zijn, ontvangen jaarlijks een subsidie ter hoogte van de OZB aanslag.

  • 2.

    In Stein gevestigde OZB-plichtige eigenaren van een verenigingsaccommodatie, kunnen eveneens jaarlijks voor een subsidie ter hoogte van de OZB aanslag in aanmerking komen, mits de accommodatie in gebruik is voor activiteiten die niet commercieel zijn en een sociaal culturele, maatschappelijke of sportieve functie hebben.

  • 3.

    De in de leden 1 en 2 bedoelde subsidie zal niet verleend worden indien en voorzover op grond van deze verordening op andere wijze wordt voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van de OZB.

Artikel 13.1.2

Andere Steinse instellingen / verenigingen die gebruiker zijn van een gemeentelijk welzijnsgebouw op basis van een contract en die niet in de verordening zijn opgenomen maar die wel een sociale, culturele, maatschappelijke of sportieve functie hebben, kunnen ter beoordeling van B & W onder de werking van artikel 13.1.1. worden gebracht.

Afdeling 13.2 retributie legeskosten

Artikel 13.2.1

  • 1.

    De conform deze verordening gesubsidieerde Steinse instellingen / verenigingen, ontvangen een subsidie ter hoogte van de te betalen legeskosten ter verkrijging van een bouwvergunning en/of een vergunning voor het organiseren van activiteiten / evenementen.

  • 2.

    Andere dan de in lid 1 bedoelde Steinse instellingen / verenigingen, kunnen voor een subsidie in aanmerking komen, ter hoogte van de te betalen legeskosten ter verkrijging van een bouwvergunning en/of een vergunning voor het organiseren van activiteiten / evenementen, mits de activiteiten niet commercieel zijn en een sociaal culturele, maatschappelijke of sportieve functie hebben.

Artikel 13.2.2

Het college beslist omtrent verlening van de in de artikelen 13.1 en 13.2 bedoelde subsidies.

Ook in gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Afdeling 13.3 retributie Rioolheffing

Artikel 13.3.1

  • 1.

    De in deze verordening opgenomen Steinse instellingen / verenigingen die, op basis van

een contract, als gebruiker van een gemeentelijk welzijnsgebouw rioolheffingsplichtig zijn,

ontvangen jaarlijks een subsidie ter hoogte van het gebruikersdeel van de rioolheffing.

2. De in lid 1 bedoelde subsidie zal niet verleend worden indien en voorzover op

grond van deze verordening op andere wijze wordt voorzien in een tegemoetkoming in de

kosten van het gebruikersdeel van de rioolheffing.

Artikel 13.3.2

Andere Steinse instellingen / verenigingen die gebruiker zijn van een gemeentelijk welzijnsgebouw op basis van een contract en die niet in de verordening zijn opgenomen maar die wel een sociale, culturele, maatschappelijke of sportieve functie hebben, kunnen ter beoordeling van B & W onder de werking van artikel 13.3.1. worden gebracht.

TITEL 14: SLOTBEPALINGEN

Afdeling 2 Slotbepalingen

Artikel 34

In die gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het bestuursorgaan.

Artikel 35

Deze verordening kan worden aangehaald als "Deel subsidie­verordening welzijn gemeente Stein 2009".