Regeling vervallen per 30-12-2023

Verordening commissie ruimtelijke kwaliteit rayon Beek, Meerssen, Schinnen en Stein

Geldend van 22-10-2009 t/m 29-12-2023

Intitulé

Verordening commissie ruimtelijke kwaliteit rayon Beek, Meerssen, Schinnen en Stein

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a De commissie: de rayoncommissie van onafhankelijke deskundigen (commissie ruimtelijke kwaliteit, voorheen welstandscommissie) als bedoeld in artikel 8, lid 6 van de Woningwet en (waar gewenst) de commissie op het gebied van de monumentenzorg, als bedoeld in artikel 15, lid 1 van de Monumentenwet, waarvan de inschakeling is geregeld bij de "Monumenten-verordening, vastgesteld bij zijn besluit van "16 mei 1991, gewijzigd op 8 september 1994;

b Het district: het op grond van het samenwerkingsconvenant  gevormde district; Beek Meerssen Schinnen en Stein c (vervallen);d (vervallen);b De Monumentenwet: de Monumentenwet 1988;f  (vervallen).C Het College : College van Burgemeester en Wethouders. 

Artikel 2 Inleidende bepalingen

  • 1. Er is een commissie die beziet of een aanvraag om bouwvergunning voor een bouwwerk of een standplaats niet in strijd is met redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 12 van de Woningwet. 

  • 2. De commissie kan tevens bezien of een licht-vergunningplichtig bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 12, eerste lid van de Woningwet.

  • 3. De commissie adviseert burgemeester en wethouders over aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet.

Hoofdstuk II De bevoegdheden, de samenstelling en de benoeming van de commissie

Artikel 3 Bevoegdheden

De commissie is bevoegd burgemeester en wethouders te adviseren over:a De toepassing van voorschriften de welstand betreffende, naar aanleiding van een door of namens burgemeester en wethouders gedaan verzoek; b De toepassing van voorschriften de monumentenzorg betreffende, naar aanleiding van een door of namens burgemeester en wethouders gedaan verzoek;c Aspecten van beleidsvoornemens waarbij de ruimtelijke kwaliteitszorg, het welstandstoezicht dan wel de monumentenzorg in het geding zijn.

Artikel 4 Uitsluiting van bevoegdheden

  • 1. Vervallen.

  • 2. Vervallen.

  • 3. Vervallen.

Artikel 5 Samenstelling

  • 1. Vervallen.

  • 2. Vervallen.

  • 3. Vervallen.

  • 4. Het College houdt met de voordracht van leden rekening met de specifiek lokale aard van de bouwaanvragen (werkportefeuille) en kan nadere eisen stellen omtrent de deskundigheid van de leden van de commissie.

  • 5. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 6 Benoeming, schorsing en ontslag

Vervallen.

Artikel 7 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door het College te benoemen ambtenaar.

  • 2. Het College wijst een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 8 Zittingsduur

  • 1. Vervallen.

  • 2. Vervallen.

  • 3. De leden van de commissie blijven bij het verstrijken van de in artikel 9.3 lid 1 en lid 2 van de Bouwverordening bepaalde benoemingstermijn hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien. In het belang van continuïteit worden leden alternerend benoemd en treden overeenkomstig af.

  • 4. Bij het ontstaan van een vacature in de commissie kan de commissie een voorstel doen tot aanbeveling aan het College.

  • 5. Het College kan een tijdelijke voorziening treffen in het belang van de continuïteit van de samenstelling van de commissie.

Artikel 9 Mandaat rayonarchitect

Het mandaat van rayonarchitect om zelfstandig te kunnen adviseren over vergunningsplichtige bouwwerken betreft zowel licht- als regulier vergunningsplichtige bouwwerken waarvan de bouwkosten niet meer bedragen dan € 250.000. 

Hoofdstuk III Werkwijze

Artikel 9 Voorschriften omtrent de werkwijze

Het College kan voorschriften geven omtrent de werkwijze van de commissie.

Artikel 10 Advies en bijstand

  • 1. De commissie is bevoegd tot het inwinnen van een ambtelijk advies en kan zich met dit doel in haar vergadering doen bijstaan door een of meer ambtenaren dan wel medewerkers, werkzaam in ondergeschiktheid dan wel onder verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders.

  • 2. De commissie kan zich voor het adviseren omtrent complexe bouwplannen op grond van de Woningwet en aanvragen om vergunning op grond van artikel 11 van de Monumentenwet, doen bijstaan door andere onafhankelijke deskundigen met specifieke kennis op het terrein van de ruimtelijke kwaliteit en de monumentenzorg. 

  • 3. Bij de instemming tot het inwinnen van een advies als bedoeld in het tweede lid, verlenen burgemeester en wethouders tevens machtiging tot het bedrag van de aan dit advies verbonden kosten.

Artikel 11 (Voor)overleg

  • 1. De aanvrager en de ontwerper van het bouwplan worden in de gelegenheid gesteld om in de vergadering dit plan toe te lichten.

  • 2. De commissie kan een of meer leden opdragen met de aanvragers dan wel de ontwerpers van deze bouwplannen of met beiden overleg te voeren.

  • 3. Het overleg als bedoeld in het tweede lid, geschiedt door het lid dan wel door deze leden voor elk bouwplan ten hoogste driemaal.

  • 4. Na het overleg als bedoeld in het tweede lid, beoordeelt de commissie de bouwplannen ten behoeve van het uitbrengen van het advies aan burgemeester en wethouders.

  • 5. Het gestelde in de vorige leden is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de behandeling van plannen op grond van de Monumentenwet.

Artikel 12 Onderzoek ter plaatse door de commissie

  • 1. De commissie kan een onderzoek ter plaatse instellen, indien zij bij de beoordeling van het plan als bedoeld in artikel 11, leden 4 en 5 van oordeel is dat dit onderzoek redelijkerwijs voor de vervulling van haar taak als bedoeld in artikel 2 van deze verordening nodig is. Gelijke bevoegdheid als bedoeld in de vorige volzin heeft de Commissie, ingeval burgemeester en wethouders toepassing geven aan het bepaalde in artikel 10 van deze verordening tot het inwinnen van een contra-advies.

  • 2. Van plaats en tijdstip van het onderzoek wordt aan de aanvrager, de ontwerper alsmede belanghebbenden in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht die een bezwaarschrift op grond van artikel 7:1 van die wet hebben ingediend, mededeling gedaan.Bij de mededeling als bedoeld in de vorige volzin wordt gewezen op de mogelijkheid bij het onderzoek aanwezig te kunnen zijn.

Artikel 13 Onvolkomenheden van geringe betekenis in het ontwerp bouwplan

  • 1. De commissie vermijdt dat omtrent een bouwplan, waaraan onvolkomenheden kleven van geringe betekenis en waaromtrent het overleg als bedoeld in artikel 11, leden 2 en 3 tot een negatief oordeel heeft geleid omtrent dit plan, advies wordt uitgebracht aan burgemeester en wethouders, mits de termijnen dit toelaten.

  • 2. Zodra een omstandigheid als bedoeld in het vorige lid zich voordoet en de commissie van oordeel is dat de in dit lid bedoelde onvolkomenheden op eenvoudige wijze binnen de geldende termijnen ongedaan kunnen worden gemaakt, treedt de commissie, alvorens advies uit brengen aan burgemeester en wethouders, in overleg met de aanvrager en de ontwerper van het bouwplan.

  • 3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op een plan als bedoeld in de Monumentenwet.

Artikel 14 Het adviseren omtrent de ontwikkeling van bouwplannen in aangewezen gebieden van de gemeente

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen voor door hen aan te wijzen gebieden van de gemeente, een lid van de commissie of een andere onafhankelijke deskundige aanwijzen die de architectuursupervisie heeft over de binnen deze gebieden te ontwikkelen bouwplannen.

  • 2. De door het lid van de commissie dan wel of de onafhankelijke deskundige begeleide bouwplannen binnen een gebied als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, brengt schriftelijk advies uit aan de commissie.

Artikel 15 De inschakeling van de commissie omtrent ruimtelijke kwaliteitsplannen

Burgemeester en wethouders kunnen alle plannen met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit zoals stedenbouwkundige plannen, plannen voor de (her)inrichting van de openbare ruimte en ontwerp-bestemmingsplannen, alsmede ontwerpen van beleidsregels als bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, voor advies aan de commissie voorleggen.

Artikel 16 Openbaarheid van de vergaderingen van de commissie

  • 1. Vervallen.

  • 2. Vervallen.

  • 3. De commissie beslist of de in artikel 9.6 lid 1 van de Bouwverordening genoemde klemmende redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de vergadering verzetten.

  • 4. Het College kan in het belang van een goede behandeling van de (bouw)plannen, nadere regels stellen omtrent de openbaarheid van vergaderingen.

Artikel 17 Onpartijdige behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bouwplan dan wel een aanvraag om vergunning op grond van artikel 11 van de Monumentenwet, indien daarbij de schijn van partijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 18 Wijze van planbeoordeling

  • 1. De commissie beoordeelt het bouwplan op grond van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandscriteria zoals deze zijn opgenomen in de welstandsnota.

  • 2. Bouwplannen waarvan de bouwkosten niet meer zijn dan € 250.000 worden eerst voorgelegd aan de rayonarchitect. De rayonarchitect is bevoegd om advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders.

  • 3. Enkel in het geval van (schriftelijke) twijfel legt de rayonarchitect de bouwplannen als bedoeld in het 1e vorige lid voor aan de commissie. 

  • 2. Bij de beoordeling als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, handelt de commissie tevens in overeenstemming met het bepaalde in de vastgestelde beleidsregels op het gebied van de ruimtelijke kwaliteit, als bedoeld in de zin van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Het gestelde in de leden 1 en 2 is van overeenkomstige toepassing voor zover het betreft de vastgestelde criteria en beleidsregels op het gebied van de monumentenzorg.

  • 4. Indien de commissie van oordeel is dat bijzondere omstandigheden nopen tot afwijking van het gestelde in het tweede lid van dit artikel dan geeft zij bij het uitbrengen van het advies aan burgemeester en wethouders, schriftelijk gemotiveerd aan op grond waarvan een afwijking van de beleidsregel gerechtvaardigd is.

Artikel 19 Uitbrengen advies

  • 1. De commissie kan geen advies uitbrengen indien niet tenminste twee leden aanwezig zijn. Indien stemming wordt gevraagd dienen tenminste 3 leden aanwezig te zijn. In dit geval wordt het advies uitgebracht bij meerderheid van stemmen.

  • 2. Indien een advies wordt uitgebracht op grond van artikel 48, eerste lid van de Woningwet, dienen minimaal twee leden aanwezig te zijn die over deskundigheid beschikken op het gebied van de welstand.

  • 3. Indien een advies wordt uitgebracht op grond van artikel 11 van de Monumentenwet, dient, benevens de voorzitter ten minste tevens het lid aanwezig te zijn, dat over deskundigheid beschikt op het gebied van monumentenzorg.

  • 4. Het advies conform artikel 9.8 van de bouwverordening omvat een voorstel voor de op het bouwplan op grond van de Woningwet dan wel het plan op grond van de Monumentenwet door burgemeester en wethouders te nemen beslissing.

  • 5. Van een minderheidsstandpunt in de commissie wordt in het advies melding gemaakt, indien die minderheid van de leden van de commissie dit verlangt.

Hoofdstuk IV Bijzondere bepalingen

Artikel 20 Afwijking van het advies

  • 1. Indien burgemeester en wethouders op grond van de toetsing van het advies van de commissie van oordeel zijn dat feiten en omstandigheden nopen tot het afwijken van het advies, maken zij alvorens hieromtrent een beslissing te nemen, hun standpunt gemotiveerd kenbaar aan de commissie. 

  • 2. Indien een omstandigheid zich voordoet als bedoeld in het vorige lid van dit artikel, bieden burgemeester en wethouders de commissie de gelegenheid binnen een door hen te stellen termijn haar gevoelen hieromtrent kenbaar te maken.

Artikel 21 Tweede advies

  • 1. Indien burgemeester en wethouders zich niet kunnen verenigen met het advies van de commissie, kunnen zij ter motivering van de op de aanvraag om vergunning te nemen beslissing, een contra-advies inwinnen bij een tweede adviescommissie.

  • 2. Een gelijke bevoegdheid tot het inwinnen van een contra-advies, hebben burgemeester en wethouders bij het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift in de zin van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Alvorens tot het inwinnen van dit contra-advies over te gaan geven burgemeester en wethouders hiervan kennis aan de commissie. Burgemeester en wethouders stellen de aanvrager van de vergunning eveneens op de hoogte van het voornemen als bedoeld in het eerste lid. Het tweede lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet.

Artikel 22 Verslag van verrichte werkzaamheden door de commissie

  • 1. De commissie brengt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde verslag bevat een uiteenzetting van de wijze waarop de commissie toepassing heeft gegeven aan de criteria van redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 8, lid 6, juncto artikel 12 van de Woningwet, de beleidsregels in de zin van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de toepassing van de criteria en beleidsregels als bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht op grond waarvan zij de aanvragen om vergunning op grond van artikel 11 van de Monumentenwet hebben beoordeeld.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking.

Artikel 24 Aanpassingen als gevolg van wetswijziging Woningwet

De aanduidingen in deze verordening die specifiek van toepassing zijn op de Woningwet 1992, laatstelijk gewijzigd 2007, dienen bij wetswijziging overeenkomstig te worden aangepast.

Artikel 25 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening commissie ruimtelijke kwaliteit rayon Beek, Meerssen, Schinnen en Stein.