Regeling vervallen per 16-03-2017

Beleidsregel Bijzondere bijstand voor aanhouden woning tijdens detentie

Geldend van 30-12-2011 t/m 15-03-2017

Intitulé

Beleidsregel Bijzondere bijstand aanhouden woning tijdens detentie

Het college van  burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

gelet op het gestelde in het “Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-)gedetineerde burgers tussen gemeenten en Justitie” uit juni 2011;

gelet op  artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de krapte op de woningmarkt, zowel op het gebied van de kamerbewoning als in de sociale en particuliere huursector;

 

 

b e s l u i t

vast te stellen de volgende:

Beleidsregel Bijzondere bijstand Aanhouden woning tijdens detentie

 

 

Belanghebbende kan voor de betaling van de vaste lasten eventueel in aanmerking komen voor bijzondere bijstand in de vorm van een renteloze geldlening (artikel 48 lid 2 onder b WWB). Onder vaste lasten wordt verstaan de huur en het vastrecht van de nutsvoorzieningen (energie en water).

 

Ter beoordeling van een aanvraag om doorbetaling van de vaste lasten gelden de volgende uitgangspunten:

•           Onderzocht wordt of belanghebbende in de gelegenheid is de straf tijdens de weekeinden of anderszins te ondergaan. Indien dat het geval is, is bijstandsverlening niet aan de orde.

•           Tevens wordt onderzocht of belanghebbende over financiële reserves beschikt om zelf in de kosten te kunnen voorzien. Hieronder is ook te verstaan de aanwending van het eigen (bescheiden) vermogen.

•           In beginsel bestaat geen aanleiding bijstand te verlenen als er sprake is van een korte detentie (minder dan één maand). Belanghebbende wordt geacht dit zelf te kunnen opvangen.

•           Als belanghebbende ervoor kiest in plaats van een boete de straf te gaan uitzitten is er geen aanleiding bijstand te verlenen.

•           In beginsel bestaat geen aanleiding bijstand te verlenen indien op voorhand, zulks ter beoordeling op het moment van de aanvraag, vast staat dat de detentie langer duurt dan zes maanden. In sommige gevallen is de detentieduur echter moeilijk op voorhand in te schatten, bijvoorbeeld in geval van inbewaringneming en gevangenhouding. In die gevallen kan bijstand worden verleend voor de duur van (maximaal) drie maanden. Na drie maanden, of eerder, wordt beoordeeld of de bijstandsverlening voor wederom (maximaal) drie maanden wordt voortgezet. Bij de beoordeling van de detentieduur wordt geen rekening gehouden met de mogelijkheid van strafvermindering wegens goed gedrag of wegens het feit dat cliënt probeert via beroepsprocedures een mildere straf te krijgen.

•           Bij de bepaling van de bijstand wordt rekening gehouden met eventueel inkomen van belang-hebbende dat hoger is dan het zakgeld.

 

 

Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregel Bijzondere bijstand aanhouden woning tijdens detentie.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 11 oktober 2011.

De secretaris,                                                              De burgemeester