Regeling vervallen per 09-06-2020

Beleidsregels leerlingenvervoer Stichtse Vecht 2015

Geldend van 10-02-2015 t/m 08-06-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-02-2015

Intitulé

Beleidsregels Leerlingenvervoer Stichtse Vecht 2015

Burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening Leerlingenvervoer Stichtse Vecht 2015;

-De verantwoordelijkheid voor de schoolgang van leerlingen primair de verantwoordelijkheid van de ouders is;

  • -

    De vorm van bekostiging van leerlingenvervoer zoveel mogelijk aan moet sluiten op de individuele mogelijkheden van ouders en leerlingen en eventuele beperking van de leerling;

  • -

    het college de zelfredzaamheid in het reizen van leerlingen wil vergroten;

BESLUITEN:

Vast te stellen de volgende beleidsregels:

Artikel 1 Gesprek

Om aan het gemeentelijke beleid vorm te geven en uitvoering te geven aan artikel 12 c en 18 c. van de Verordening Leerlingenvervoer Stichtse Vecht 2015 zal bij elke nieuwe aanvraag een gesprek worden gevoerd met de ouders/verzorgers van de leerling.

Met de ouders van leerlingen die in het schooljaar 2014/2015 al gebruik maken van de regeling leerlingenvervoer zal een eerste gesprek plaatsvinden in het jaar dat de leerling 10 ( voor leerlingen primair onderwijs ) respectievelijk 14 jaar ( voor leerlingen voortgezet onderwijs ) wordt.

Het gesprek zal na twee jaar worden herhaald tenzij er overtuigende redenen zijn om aan te nemen dat de situatie niet verandert.

In het gesprek zullen aan de orde komen:

a) De mogelijkheden die de ouders hebben om al dan niet met behulp van hun sociale netwerk of andere ouders het vervoer van hun kind zelf uit te ( laten) voeren, dan wel met eigen vervoer, dan wel door hun kind te begeleiden in het openbaar vervoer. Hierbij kunnen o.a. worden betrokken de werktijden van de ouder(s), de aanwezigheid van andere (schoolgaande) kinderen, de samenstelling van het gezin en eventuele medische belemmeringen.

Slechts indien uit dit gesprek en te overleggen bewijzen blijkt dat het begeleiden of zelf brengen van een leerling door de ouders of anderen onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing onmogelijk is, verstrekt het college aan de ouders van de leerling bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer .

b) Met de ouders van elke leerling ouder dan 9 jaar die geen structurele handicap heeft waardoor zelfstandig reizen met OV nu en in de toekomst uitgesloten is, zullen de mogelijkheden worden besproken om de leerling met het openbaar vervoer te (leren) reizen en welke ondersteuning hierbij nodig is.

Ad a)Richtlijnen toekenning aangepast vervoer

Bij de beoordeling van de mogelijkheden van de ouders om het vervoer zelf uit te (laten) voeren dan wel het kind te begeleiden in het openbaar vervoer worden de volgende richtlijnen gehanteerd:

a)de reistijd per openbaar vervoer of de reistijd met eigen vervoer gaat voor de begeleider een bepaalde tijd te boven. De begeleiding van een leerling mag een begeleider, indien deze is aangewezen op openbaar vervoer, maximaal drie uur per dag kosten. Met eigen vervoer is de maximale begeleidingstijd perdag twee uur. b) het betreft een eenoudergezin waarin nog een kind jonger dan 9 jaar is, dat nog niet zelfstandig naar school kan gaan of waarbij de ouder werkt of een dagopleiding volgt en werk- of lestijden het onmogelijk maken het kind te begeleiden.

c) het betreft een één oudergezin waar een kind door een medische aandoening extra zorg van de ouder nodig heeft. Dit dient door een medische deskundige te worden vastgesteld en ouders dienen hiervoor een medische verklaring te leveren.

d) door een medisch deskundige is vastgesteld dat er medische redenen zijn die ouders belemmeren het kind te begeleiden.

Ad b) Richtlijnen beoordeling zelfstandig reizenBij de beoordeling van de mogelijkheid van het kind om zelfstandig met openbaar vervoer te reizen wordt het advies van de school, respectievelijk het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs betrokken. Als er twijfel bestaat of een kind in staat is zelfstandig of onder begeleiding de school te bezoeken, dan kan door de gemeente een onafhankelijk medisch onderzoek worden aangevraagd.

Artikel 2 Dichtstbijzijnde toegankelijke school

Met de beide samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs waarin de gemeente participeert, dat wil zeggen Sterk VO voor het Voortgezet Onderwijs en SMW “Passenderwijs” voor het primair onderwijs, zijn afspraken gemaakt over de wijze van advisering ten aanzien van de schoolkeuze. Uitgangspunt van zowel gemeentes als samenwerkingsverband is dat er gestreefd wordt naar thuisnabij passend onderwijs. Voor het leerlingenvervoer betekent dat bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school, die past bij de ondersteuningsvraag van het kind. Het Samenwerkingsverband neemt voorafgaand aan de plaatsing van een leerling op een school voor speciaal onderwijs contact op met de gemeente om in de afweging voor de schoolkeuze vooraf het leerlingenvervoer te betrekken en te bepalen of aan de voorwaarden voor leerlingenvervoer wordt voldaan. Indien het Samenwerkingsverband niet verwijst naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school toont het samenwerkingsverband gemotiveerd aan waarom de dichtstbijzijnde toegankelijke school en/of onderwijsaanbod onvoldoende toegankelijk is voor de leerling. Zo nodig wordt aanvullend advies door de gemeente ingewonnen.

Artikel 3 Vervoersadvies

Bij elke aanvraag voor leerlingenvervoer dient door de ouders een vervoersadvies te worden aangeleverd. Dit vervoersadvies wordt gegeven door ofwel de school ofwel het betrokken Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Met de beide samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs waarin de gemeente participeert, dat wil zeggen Sterk VO voor het voortgezet onderwijs en Passenderwijs’ voor het primair onderwijs, zijn richtlijnen afgesproken waaraan het vervoersadvies moet voldoen. Het vervoersadvies gaat uitsluitend in op de mogelijkheden en beperkingen van het kind bij het zelfstandig reizen met openbaar vervoer of de fiets en de groei die daarin mogelijk is. De (on) mogelijkheden van de ouders om hun kind te begeleiden dienen in het vervoersadvies buiten beschouwing te blijven.

Artikel 4 Individueel vervoer

Door verschillende omstandigheden kan het voorkomen dat een leerling niet met collectief aangepast vervoer kan reizen.

Dit kan te maken hebben met afwijkende schooltijden of de aard van de beperking van het kind. In deze situaties gelden de volgende spelregels:

Aangepaste schooltijden in verband met beperking leerling In het geval van een latere aanvangstijd of een vroegtijdige beëindiging van de schooldag in verband met de lichamelijke, emotionele en/of geestelijke gesteldheid van het betreffende kind zijn de ouders verantwoordelijk voor het later brengen dan wel eerder ophalen van hun kind.

Slechts wanneer er sprake is van een structurele beperking waardoor de leerling slechts een deel van het onderwijsprogramma kan volgen vergoedt de gemeente het vervoer buiten de schooltijd. De noodzaak hiervan dient onderbouwd te zijn met een actueel behandelplan van de school en wordt periodiek geëvalueerd.

De vergoeding van het vervoer vindt plaats op basis van kilometervergoeding conform de reisregeling Binnenland. Slechts in het geval ouders aantoonbaar het vervoer niet zelf kunnen regelen wordt aangepast vervoer toegekend voor die ritten die niet door de ouders zelf kunnen worden uitgevoerd. Voor de bepaling daarvan gelden de richtlijnen uit artikel 1.

Individueel vervoer in verband met beperking kind.

Het kan voorkomen dat een kind door de aard van zijn of haar beperking niet met anderen samen kan worden vervoerd, ook niet met een begeleider. Dit moet worden onderbouwd met een medische rapportage. Als er twijfel bestaat over de medische noodzaak kan door de gemeente een onafhankelijk onderzoek worden aangevraagd. De ouders zullen het vervoer zelf uit dienen te voeren. Hiervoor wordt een kilometervergoeding beschikbaar gesteld conform de reisregeling Binnenland. Slechts in het geval ouders aantoonbaar het vervoer niet zelf kunnen regelen wordt aangepast vervoer toegekend voor die ritten die niet door de ouders zelf kunnen worden uitgevoerd. Voor de bepaling daarvan gelden de richtlijnen uit artikel 1

Individueel vervoer in verband met afwijkende schooltijdenHet komt voor dat het vervoer van een kind niet kan worden gecombineerd omdat de schooltijden niet aansluiten op andere scholen in de route. De ouders zullen het vervoer zelf uit dienen te voeren. Hiervoor wordt een kilometervergoeding beschikbaar gesteld conform de reisregeling Binnenland. Slechts in het geval ouders aantoonbaar het vervoer niet zelf kunnen regelen wordt aangepast vervoer toegekend voor die ritten die niet door de ouders zelf kunnen worden uitgevoerd. Voor de bepaling daarvan gelden de richtlijnen uit artikel 1

Artikel 5 Stages

Stage vormt voor veel leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs een verplicht onderdeel van het onderwijsprogramma. Om leerlingen die gebruik maken van het leerlingenvervoer de mogelijkheid te bieden om ook de bij hun opleiding horende stage te kunnen doorlopen, kunnen de ouders/verzorgers van deze leerlingen in aanmerking komen voor een vergoeding van de vervoerskosten naar de stageplek.

Het is mogelijk om in aanmerking te komen voor een vergoeding voor het vervoer naar een stageadres mits:

  • -

    De leerling al voor een vergoeding voor leerlingenvervoer in aanmerking komt

  • -

    De stage onderdeel is van het onderwijsprogramma

  • -

    De tijden van de stage overeenkomen met de schooltijden zoals die in de schoolgids zijn vastgelegd

  • -

    De afstand van woonadres naar het stageadres niet groter is dan die van woonadres naar schooladres. Het adres van de stage ligt bij voorkeur op de route van de school of anders zo dicht mogelijk bij het woonadres van de leerling/ouders.

Vervoer naar stageadressen vindt alleen op schooldagen plaats dus niet tijdens het weekend en gedurende schoolvakanties.

Omdat de stage kan plaatsvinden op tijden en/of locaties, die niet aansluiten bij het vervoer

naar de school doet de gemeente een dringend beroep op de scholen om de stageplaatsen zo dicht mogelijk bij de school of het huisadres van de leerling te zoeken en de stagetijden aan te laten aansluiten op de schooltijden.

Indien dit niet mogelijk blijkt zullen ouders het vervoer zelf moeten (laten) uitvoeren. Hiervoor wordt een kilometervergoeding beschikbaar gesteld conform de reisregeling Binnenland.

Slechts in het geval ouders aantoonbaar het vervoer niet zelf kunnen regelen wordt aangepast vervoer toegekend voor die ritten die niet door de ouders zelf kunnen worden uitgevoerd. Voor de bepaling daarvan gelden de richtlijnen uit artikel 1.

Artikel 6 Afstandscriterium

De in artikel 1 in de verordening vermelde afstand wordt gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg. De afstand wordt bepaald via de ANWB routeplanner. Uitgangspunt is “de kortste route”.

Artikel 7 Wachtlijst

Indien bij een school sprake is van een wachtlijst, wordt aan de ouders voorgesteld dat de leerling dan de volgende dichtstbijzijnde geschikte school bezoekt. De ouder(s)/verzorger(s) moeten een bewijs van de school inleveren dat er een wachtlijst is op de betreffende school en de leerling heeft vervolgens één schooljaar de tijd om over te stappen naar de school met wachtlijst. Mocht de wachtlijst nog niet opgelost zijn, dan start de genoemde procedure opnieuw.

Artikel 8 Verhuizing

Indien leerlingen van buiten Stichtse Vecht verhuizen naar Stichtse Vecht hebben leerlingen een kwartaal de tijd om over te stappen naar de dichtstbijzijnde geschikte school. Tot die tijd wordt een kilometervergoeding van maximaal 20 kilometer (retour) per dag verstrekt. Mocht de leerling na drie maanden nog niet zijn overgestapt, dan vervalt de kilometervergoeding in zijn geheel.

Artikel 9 Begeleiding ouder(s)/verzorger(s)

Sommige leerlingen zijn onhandelbaar tijdens het vervoer. Een signaal hiervoor moet worden afgegeven door de ouders en/of de vervoerder aan de gemeente. Deze bepaalt of dit signaal gegrond is. Indien dit zo is, dient de leerling door ouder(s)/verzorgers begeleid te worden.

Artikel 10 Fietsvergoeding

Om het vervoer per fiets te stimuleren wordt bij toekenning van de fietsvergoeding het drempelbedrag aan deze groep leerlingen niet in rekening gebracht.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de datum waarop ook de Verordening Leerlingenvervoer Stichtse Vecht 2015 in werking treed.

Aldus besloten op 2 december 2014,

Burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht,

gemeentesecretaris burgemeester