Regeling vervallen per 07-07-2016

Beleidsregels schuldhulpverlening 2015

Geldend van 04-06-2015 t/m 06-07-2016

Intitulé

Beleidsregels schuldhulpverlening 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht ;

gelet op artikel 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels schuldhulpverlening 2015

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels en de daarop gebaseerde regelgeving wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

  • b.

    gemeente: de gemeente Stichtse Vecht;

  • c.

    inwoner: ingezetene die op grond van de basisregistratie personen bij de gemeente Stichtse Vecht is ingeschreven;

  • d.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

  • e.

    verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

  • f.

    Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • g.

    problematische schulden: schulden als bedoeld in de gedragscode schuldhulpverlening NVVK;

  • h.

    screeningsgesprek: het eerste gesprek, waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en waarin wordt bepaald of de verzoeker in aanmerking komt voor schuldhulpverlening.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Stichtse Vecht van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • a. Het college verleent op aanvraag aan verzoeker schuldhulpverlening indien schuldhulpverlening noodzakelijk wordt geacht.

  • b. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per casus verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • -

      aard, zwaarte, omvang en/of regelbaarheid van de schulden;

    • -

      psycho-sociale situatie;

    • -

      houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

    • -

      de (financiële) vaardigheden van de cliënt en de mate van leerbaarheid;

    • -

      de mate van medewerking van de schuldenaar;

    • -

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

  • c. De maximale wachttijd tussen het moment dat de cliënt zich met een hulpvraag meldt en het moment dat het eerste screeningsgesprek plaatsvindt, bedraagt 4 weken. Bij een crisissituatie geldt een maximale wachttijd van 3 werkdagen.

  • d. In het plan van aanpak wordt inzicht gegeven in de verwachte doorlooptijden.

Artikel 4. Inlichtingenplicht

a.Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

Artikel 5. Medewerkingplicht

Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    het nakomen van afspraken;

  • b.

    het tijdig verschijnen op afspraken;

  • c.

    het opnemen van contact als dat wordt verzocht;

  • d.

    de inspanning om het inkomen te verhogen en deze inspanning aantoonbaar te maken;

  • e.

    de inspanning om de uitgaven te verminderen en deze inspanning aantoonbaar te maken;

  • f.

    de beschikbare afloscapaciteit gebruiken voor de aflossing van schulden;

  • g.

    het verkopen van bezittingen die niet noodzakelijk zijn en de opbrengst inzetten ten behoeve van vermindering van de schuldenlast;

  • h.

    geen nieuwe schulden aangaan;

  • i.

    het meewerken aan doorverwijzingen naar andere instanties ter ondersteuning van het traject schuldhulpverlening;

  • j.

    het meewerken aan het oplossen van psychosociale problemen en/of verslavingsproblematiek als dat nodig is voor het slagen van het schuldhulpverleningstraject;

  • k.

    het meewerken aan het volgen van budgetbeheer of budgetbegeleiding als dat nodig is voor het slagen van een schuldhulpverleningstraject, dan wel het voorkomen van terugval;

  • l.

    het verlenen van toestemming om de voor de schuldhulpverlening van belang zijnde informatie in te winnen bij en/of te verstrekken aan derden;

  • m.

    het nalaten van hetgeen de voortgang van een schuldhulpverleningstraject belemmert;

  • n.

    het zich houden aan de bepalingen van de overeenkomsten die verzoeker in het kader van het schuldhulpverleningstraject sluit.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Het college besluit tot weigering van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    de verzoeker één of meerdere verplichtingen zoals genoemd in artikel 4 en 5 niet, niet tijdig of in onvoldoende mate nakomt;

  • b.

    de noodzaak tot schuldhulpverlening ontbreekt, zoals beschreven in artikel 3a. De noodzaak ontbreekt o.a. als er geen sprake is van problematische schulden of als de verzoeker in staat moet worden geacht om de schuldenproblematiek zelf of met behulp van anderen aan te pakken;

  • c.

    er geen sprake is van een stabiel inkomen op minimaal de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

  • d.

    de verzoeker feitelijk niet woonachtig is op het adres waarop hij of zij staat ingeschreven in de basisregistratie personen;

  • e.

    de verzoeker intimiderend, dreigend en/of agressief gedrag vertoont jegens medewerkers van de gemeente;

  • f.

    de verzoeker bezig is met een echtscheidingsprocedure en de echtscheiding nog niet staat opgenomen in de basisregistratie personen;

  • g.

    de verzoeker een gezamenlijke huishouding voert met een niet rechtmatig in Nederland verblijvende partner en/of kinderen;

  • h.

    de verzoeker niet daadwerkelijk bereid is zijn financiële problemen aan te pakken of de verzoeker onvoldoende gemotiveerd is;

  • i.

    de schulden zijn ontstaan, omdat de verzoeker niet te goeder trouw is geweest bij het laten ontstaan of onbetaald laten van de schulden;

  • j.

    de verzoeker in de periode van 5 jaar voorafgaand waarop het verzoek is ingediend, fraude heeft gepleegd, zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, Wgs.

Artikel 7. Beëindigingsgronden

Het college besluit tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    de verzoeker één of meerdere verplichtingen zoals genoemd in artikel 4 en 5 niet, niet tijdig of in onvoldoende mate nakomt;

  • b.

    de noodzaak tot schuldhulpverlening ontbreekt, zoals beschreven in artikel 3a. De noodzaak ontbreekt o.a. als er geen sprake is van problematische schulden of als de verzoeker in staat moet worden geacht om de schuldenproblematiek zelf of met behulp van anderen aan te pakken;

  • c.

    er geen sprake is van een stabiel inkomen op minimaal de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

  • d.

    de verzoeker feitelijk niet woonachtig is op het adres waarop hij of zij staat ingeschreven in de basisregistratie personen;

  • e.

    de verzoeker intimiderend, dreigend en/of agressief gedrag vertoont jegens medewerkers van de gemeente;

  • f.

    de verzoeker bezig is met een echtscheidingsprocedure en de echtscheiding nog niet staat opgenomen in de basisregistratie personen;

  • g.

    de verzoeker een gezamenlijke huishouding voert met een niet rechtmatig in Nederland verblijvende partner en/of kinderen;

  • h.

    de verzoeker niet daadwerkelijk bereid is zijn financiële problemen aan te pakken of de verzoeker onvoldoende gemotiveerd is;

  • i.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • j.

    op verzoek van verzoeker zelf;

  • k.

    de verzoeker is komen te overlijden;

  • l.

    de verzoeker verhuist naar een andere gemeente, tenzij er sprake is van een lopende schuldregeling;

  • m.

    de geboden hulpverlening niet langer passend is;

  • n.

    op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • o.

    de schulden zijn ontstaan, omdat de verzoeker niet te goeder trouw is geweest bij het laten ontstaan of onbetaald laten van de schulden;

  • p.

    de verzoeker in de periode van 5 jaar voorafgaand waarop het verzoek is ingediend, fraude heeft gepleegd, zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, Wgs;

  • q.

    de verzoeker gedurende het schuldhulpverleningstraject fraude pleegt, zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, Wgs.

Artikel 8. Recidive

Een hernieuwde aanvraag tot schuldhulpverlening wordt geweigerd, met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing, indien:

  • a.

    minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, schuldhulpverlening is verleend;

  • b.

    minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, schuldhulpverlening is geweigerd op grond van artikel 6, lid a t/m h;

  • c.

    minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, een minnelijk traject schuldregeling is beëindigd op grond van artikel 7, lid a t/m n;

  • d.

    minder dan 5 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, een wettelijk traject schuldregeling is beëindigd;

  • e.

    indien minder dan 5 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, schulphulpverlening is geweigerd op grond van artikel 6, lid i of j of schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 7, lid o, p en/of q.

Artikel 9. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • a. Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • b. In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het college.

Artikel 10. Intrekken oude beleidsregels

De op 23 oktober 2012 vastgestelde beleidsregels schuldhulpverlening worden ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking en wordt aangehaald als “Beleidsregels schuldhulpverlening 2015”.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 26 mei 2015.

De secretaris, De burgemeester

Toelichting op de beleidsregels

Algemeen

Op 3 juli 2012 heeft de raad het Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2012-2016 vastgesteld. In dit beleidsplan is de visie van de gemeente uiteengezet op het terrein van schuldhulpverlening. Deze beleidsregels schuldhulpverlening dienen ter uitvoering van dit beleidsplan. De beleidsregels passen geheel binnen het wettelijke kader van de Wgs.

Artikel 1. Begripsbepalingen

De begripsbepalingen in dit artikel zijn grotendeels afkomstig uit de begripsbepalingen in de Wgs.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

In beginsel staat schuldhulpverlening open voor alle inwoners van Stichtse Vecht van 18 jaar en ouder. Voor zelfstandige ondernemers die nog staan ingeschreven in de Kamer van Koophandel of feitelijk nog niet zijn gestopt met de onderneming zijn andere regels en bepalingen van toepassing dan deze beleidsregels.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

In lid a is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien schuldhulpverlening noodzakelijk wordt geacht. Op deze manier wordt recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Als er geen sprake is van problematische schulden wordt schuldhulpverlening niet noodzakelijk geacht.

In lid b worden factoren genoemd die bepalen welk(e) product(en) schuldhulpverlening worden aangeboden. Doel hiervan is een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan dus per casus verschillen.

In lid c staan de wachttijden beschreven.

In lid d staat aangegeven dat in het plan van aanpak inzicht wordt gegeven in de verwachte doorlooptijden.

Artikel 4. Inlichtingenplicht

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

Artikel 5. Medewerkingsplicht

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om medewerking te verlenen. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

In dit artikel staan een aantal verplichtingen genoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

Artikel 6. Weigeringsgronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening wordt geweigerd. De weigeringsgronden zijn van toepassing gedurende de aanvraagperiode, alvorens de cliënt een toelatingsbeschikking heeft ontvangen.

Cliënten die (nog) niet voor een volledig schuldhulpverleningstraject in aanmerking komen ontvangen een toelatingsbeschikking informatie en advies, zonder dat het college besluit om schuldhulpverlening te weigeren. Dit kan zijn omdat er technische en/of persoonlijke belemmeringen zijn voor een schuldhulpverleningstraject.

Een besluit tot weigering wordt niet genomen zonder dat de persoonlijke situatie van de cliënt is bekeken en er telefonisch contact is gezocht met de betreffende cliënt. Als er een onevenredige situatie ontstaat voor een cliënt, dan zal indien nodig worden afgeweken van de bepalingen in dit artikel, door toepassing van de hardheidsclausule.

Artikel 7. Beëindigingsgronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening wordt beëindigd. De beëindigingsgronden zijn van toepassing vanaf het moment dat de cliënt een toelatingsbeschikking ontvangen heeft. Na een beëindiging wordt altijd in nazorg voorzien en daarnaast wordt altijd informatie en advies aangeboden.

Een besluit tot beëindiging wordt niet genomen zonder dat de persoonlijke situatie van de cliënt is bekeken en er telefonisch contact is gezocht met de betreffende cliënt. Als er een onevenredige situatie ontstaat voor een cliënt, dan zal indien nodig worden afgeweken van de bepalingen in dit artikel, door toepassing van de hardheidsclausule.

Artikel 8. Recidive

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee. Ook de verleende schuldhulpverlening door een andere gemeente of schuldhulpverleningsorganisatie telt mee bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening.

Artikel 9. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid a) en/of onvoorziene (lid b) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling. Bij de toepassing van de hardheidsclausule dient een afweging te worden gemaakt tussen de beleidsregels en de gevolgen van het handhaven van de beleidsregels voor een individueel geval. Indien het toepassen van de regeling in een individueel geval leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, kan bij wijze van uitzondering worden afgeweken van de beleidsregels.

Artikel 10.

In dit artikel wordt aangegeven dat de oude beleidsregels schuldhulpverlening vervallen.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

De beleidsregels schuldhulpverlening treden op de dag na die van de bekendmaking in werking en worden aangehaald als “Beleidsregels schuldhulpverlening 2015”.