Regeling vervallen per 29-12-2020

Verordening gemeentelijke garantstelling gemeente Stichtse Vecht 2016

Geldend van 05-10-2016 t/m 28-12-2020

Intitulé

Verordening gemeentelijke garantstelling gemeente Stichtse Vecht 2016.

De raad van de gemeente Stichtse Vecht,

Gelet op:

  • 1.

    het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016;

  • 2.

    de bespreking in de commissie Bestuur en Financiën van 13 september 2016;

Besluit

De “Verordening gemeentelijk garantstelling gemeente Stichtse Vecht 2016” vast te stellen.

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad : de raad van de gemeente Stichtse Vecht;

  • b.

    het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

  • c.

    de borg : de gemeente Stichtse Vecht;

  • d.

    garantstelling : door een garantstelling te verstrekken stelt de borg zich jegens de geldverstrekker garant voor betaling van rente- en aflossingsverplichtingen bij in gebreke stelling van de geldnemer;

  • e.

    instelling : de stichting, (sport)vereniging of rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid. De instelling als bedoeld beschikt over notarieel vastgelegde statuten, dient het maatschappelijk en/of publiek belang en ontplooit activiteiten die voor de inwoners van de gemeente Stichtse Vecht in het algemeen nuttig, gewenst of nodig zijn;

  • f.

    aanvrager : de instelling als bedoeld onder lid e van dit artikel die de borg verzoekt een garantstelling te verstrekken;

  • g.

    geldverstrekker : bancaire of financiële instelling die, onder garantstelling van de borg, voornemens is een geldlening aan de aanvrager te verstrekken;

  • h.

    geldnemer : de instelling als bedoeld onder lid e van dit artikel aan wie door de geldverstrekker, onder garantstelling van de borg, een geldlening verstrekt is.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

Deze verordening regelt het verstrekken van (gemeentelijke) garantstellingen aan instellingen als bedoeld onder artikel 1 sub e van deze verordening.

Artikel 3 Toetsingskader

Het toetsingskader voor het aanvragen en verstrekken van een garantstelling als bedoeld in artikel 1 sub d van deze verordening wordt gevormd door de wet- en regelgeving zoals vastgelegd in:

  • ·

    Het Burgerlijk Wetboek;

  • ·

    De Gemeentewet;

  • ·

    De Financiële verordening gemeente Stichtse Vecht;

  • ·

    De Wet financiering decentrale overheden;

  • ·

    Het Treasurystatuut gemeente Stichtse Vecht.

Daar waar in deze verordening over ‘garantstelling’ gesproken wordt, geldt de terminologie ‘borgtocht’ als bedoeld in artikel 7:850 Burgerlijk Wetboek.

Artikel 4 Uitvoering verordening

  • a. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening;

  • b. In het kader van het algemeen belang of uit hoofde van de publieke taak is het college bevoegd om binnen de door de raad gestelde beleidskaders aanvullende voorwaarden te stellen;

  • c. Het college is bevoegd besluiten te nemen over verzoeken tot het verstrekken van garantstellingen voor bedragen tot maximaal € 100.000,00. Voor het verstrekken van garantstellingen die een bedrag van € 100.000,00 te boven gaan is instemming van de raad vereist;

Artikel 5 Algemene uitgangspunten

  • a. Aanvragen voor een garantstelling worden alleen in behandeling genomen indien deze voldoen aan het toetsingskader en de –criteria als opgenomen in deze verordening;

  • b. Een garantstelling wordt uitsluitend verstrekt voor zover het doel naar het oordeel van het college:

    • ·

      in voldoende mate in overeenstemming is met het gemeentelijk beleid;

    • ·

      het maatschappelijk belang dient en voor de inwoners van de gemeente Stichtse Vecht in het algemeen nuttig, gewenst of nodig is;

    • ·

      de publieke taak dient;

  • c. Het college en de gemeenteraad kunnen uit oogpunt van risicobeheersing aan het verstekken van een garantstelling aanvullende voorwaarden stellen;

  • d. De garantstelling wordt uitsluitend verstrekt voor investeringen als bedoeld onder artikel 8 sub avan deze verordening;

  • e. Bij het aanvragen van een garantstelling maakt de instelling aantoonbaar dat geldverstrekkers niet bereid zijn om zonder garantstelling van de borg een geldlening te verstrekken .

  • f. Voor zover er op het beleidsterrein van de instelling een waarborgfonds actief is, dient de instelling zich voor het verkrijgen van een garantstelling in eerste aanleg te wenden tot dit waarborgfonds.

  • g. De borg maakt gebruik van haar regresrecht jegens de geldnemer indien zij bij ingebrekestelling van de geldnemer door de geldverstrekker aangesproken wordt voor betaling van rente- en aflossing.

  • h. Ieder besluit tot het verlenen van een garantstelling wordt bekrachtigd met een door partijen ondertekende overeenkomst van borgtocht.

HOOFDSTUK 2 Toetsingscriteria

Artikel 6 Verplichtingen aanvrager

Voor het verkrijgen van een garantstelling moet de aanvrager aan de volgende criteria voldoen. De aanvrager:

  • a.

    Is een (juridisch) rechtspersoon, beschikt over notarieel vastgelegde statuten en handelt zonder winstoogmerk of met ideële doelstellingen;

  • b.

    Is maatschappelijk actief in de gemeente Stichtse Vecht;

  • c.

    Is voldoende solvabel en maakt middels een meerjarenbegroting aantoonbaar aan de toekomstige rente- en aflossingsverplichting te kunnen voldoen;

  • d.

    Informeert het college indien substantiële tegenvallers dreigen op te treden;

  • e.

    Is verplicht bij garantstellingen ten behoeve van onroerende zaken:

    • ·

      een recent taxatierapport van het onroerend goed te overleggen

    • ·

      ten gunste van de borg het recht van eerste hypotheek te vestigen;

  • f.

    Is het niet toegestaan de in onderpand gegeven zekerheden tijdens de duur van de garantstelling te vervreemden of in onderpand te geven voor nieuw aan te trekken geldleningen;

  • g.

    Is verplicht haar bezittingen, personeel en/of vrijwilligers te verzekeren tegen schade en het risico van wettelijke aansprakelijkheid, is verplicht voor haar bestuur een bestuursaansprakelijkheidsverzekering te sluiten en is verplicht haar onroerende zaken op basis van vervangingswaarde te verzekeren tegen brand- en stormschade.

  • h.

    Is verplicht de investering waarvoor de garantstelling is verstrekt goed te onderhouden en alle maatregelen te nemen die het college wenselijk acht voor het waarborgen van haar financiële belangen;

  • i.

    Is het niet toegestaan nieuwe geldleningen of financiële verplichtingen anderszins aan te gaan zonder voorafgaande toestemming van het college;

  • j.

    Is het niet toegestaan om gedurende de looptijd van de garantstelling geldleningen aan derden te verstrekken of beschikbare financiële middelen risicovol te beleggen;

  • k.

    Is verplicht medewerking te verlenen aan onderzoeken die het college in het kader van de garantstelling nodig acht.

Artikel 7 De garantie aanvraag

Bij het aanvragen van een garantstelling dient de aanvrager de volgende stukken te overleggen:

  • ·

    Een (kopie) van de notarieel vastgelegde statuten van de instelling;

  • ·

    Een (kopie) ID – bewijs van de aanvrager;

  • ·

    Een (kopie) uittreksel van de Kamer van Koophandel;

  • ·

    Een gedegen en gemotiveerd schriftelijk verzoek tot het verkrijgen van de garantstelling;

  • ·

    De offerte voor de geldlening;

  • ·

    De door het bestuur, Algemene Vergadering en/of accountant vastgestelde jaarrekening over het laatste jaar;

  • ·

    De begroting voor het komende jaar, inclusief meerjarenbegroting en meerjaren beleidsplan waarin opgenomen de lasten welke voortvloeien uit de nieuw aan te trekken geldlening;

  • ·

    Een ‘afwijzingsbrief’ van de geldverstrekker als bedoeld in artikel 5e van deze verordening;

  • ·

    Voor zover er op het beleidsterrein van de instelling een waarborgfonds actief is dient het besluit van het waarborgfonds bij de garantie aanvraag gevoegd te worden.

Artikel 8 De garantstelling

De garantstelling dient tot zekerheidsstelling van de geldverstrekker. Uit oogpunt van risicobeheersing mag de aanvraag voor een garantstelling en/of de daarop van toepassing zijnde offerte door de bank- of financiële instelling geen bedingen bevatten die de aansprakelijkheid van de gemeente, naast betaling van de contractueel vastgestelde rente- en aflossingsverplichting, verhogen of uitbreiden.

  • a.

    De garantstelling wordt uitsluitend verleend voor het aantrekken van een geldlening voor het doen van investeringen ten behoeve van:

    • ·

      de verwerving van grond of onroerende zaken, inclusief onderhoud, bouw of verbouw;

    • ·

      de verwerving van roerende zaken voor zover deze tot de noodzakelijke inventaris van de instelling gerekend kunnen worden tot een maximum van € 25.000,00;

  • b.

    De aanvrager is verplicht ten gunste van de gemeente onderpand als zekerheid te geven als bedoeld in artikel 6 sub e van deze verordening;

  • c.

    De looptijd van de garantstelling beloopt:

    • ·

      Maximaal 10 jaar: voor de verwerving van roerende zaken;

    • ·

      Maximaal 20 jaar: voor de verwerving van grond of onroerende zaken, inclusief onderhoud, bouw of verbouw.

Artikel 9 De geldlening

De garantstelling wordt slechts verleend indien de geldlening:

  • a.

    geheel en volledig wordt aangewend voor het doel waarvoor deze is aangevraagd;

  • b.

    wordt afgesloten tegen een rente die marktconform is;

  • c.

    wordt afgesloten met een rentevaste periode van ten minste vijf jaar.

  • d.

    wordt afgesloten op basis van een lineair aflossingsschema;

  • e.

    een maximale looptijd heeft van:

    • ·

      10 jaar voor investeringen in roerende zaken;

    • ·

      20 jaar voor investeringen in onroerende zaken.

Artikel 10 Herfinanciering

De garantstelling wordt alleen verstrekt indien ook voor de oorspronkelijke geldlening een garantstelling werd afgegeven en kan nooit meer bedragen dan:

  • a.

    de oorspronkelijke hoofdsom minus de aflossingsverplichting overeenkomstig het reguliere aflossingsplan;

  • b.

    maximaal de periode van de oorspronkelijke looptijd minus de gepasseerde termijnen overeenkomstig het reguliere aflossingsplan.

Artikel 11 Informatieplicht

In het kader van het risicomanagement is het van belang dat de borg inzicht heeft en behoud in de (financiële) situatie van de aanvrager. De volgende (aanvullende) voorwaarden zijn van toepassing:

De aanvrager:

  • a.

    overlegt de borg jaarlijks de (meerjaren) begroting;

  • b.

    overlegt de borg jaarlijks de jaarrekening en het daarbij behorend financieel jaarverslag;

  • c.

    overlegt op verzoek van de borg een bewijs van premiebetaling ten behoeve van de verzekeringen als bedoeld in artikel 6g van deze verordening;

  • d.

    is verplicht het college te informeren indien substantiële financiële tegenvallers dreigen op te treden;

  • e.

    is verplicht het college te informeren ingeval van fusie of ontbinding van de instelling.

De geldverstrekker:

  • a.

    is verplicht de borg schriftelijk te informeren over het schuldrestant van de gegarandeerde geldlening(en) per 31 december van elk kalenderjaar;

  • b.

    is verplicht de borg terstond en schriftelijk te informeren op het moment dat er ten laste van de aanvrager een achterstand ontstaat in de betaling van de rente- en aflossingsverplichting;

  • c.

    is verplicht de borg schriftelijk royement te verlenen ingeval van volledige (vervroegde) aflossing.

Artikel 12 Waarborgfonds

Voor zover er op het beleidsterrein van de instelling een waarborgfonds actief is, dient de instelling zich voor het verkrijgen van een garantstelling in eerste aanleg te wenden tot het waarborgfonds. Kernactiviteit van de waarborgfondsen is het garanderen van geldleningen aan instellingen c.a. behorend tot de doelgroep waarop het waarborgfonds actief is. Wanneer het waarborgfonds bereid is een garantstelling te verstrekken kan er een (aanvullende) garantstelling van de gemeente gevraagd worden.

Gelet op de specifieke expertise conformeert de gemeente Stichtse Vecht zich aan de adviezen van bij de waarborgfondsen met dien verstande dat de aanvraag voor de garantstelling passend is binnen het gemeentelijk beleidskader en geen weigeringsgronden kent als geformuleerd in artikel 13 van deze verordening.

Artikel 13 Weigeren van de garantstelling.

Aanvragen voor een garantstelling worden niet gehonoreerd indien:

  • a.

    de aanvrager, zijn/haar doelstellingen, activiteiten, statuten of reglementen dan wel het beoogd gebruik van de geldlening discriminerend is naar godsdienst, levensovertuiging, geslacht, seksuele geaardheid of ras;

  • b.

    het doel van de geldlening naar het oordeel van het college:

    • ·

      niet passend is binnen het gemeentelijk beleidskader;

    • ·

      het maatschappelijk belang niet dient en voor de inwoners van de gemeente Stichtse Vecht in het algemeen niet nuttig, gewenst of nodig is;

    • ·

      de publieke taak niet dient;

    • ·

      wordt aangewend voor het ontplooien van ondernemersactiviteiten;

  • c.

    deze niet voldoet aan de voorwaarden en criteria opgenomen in deze verordening;

  • d.

    de aanvrager onvoldoende solvabel is als gevolg waarvan de financiële risico’s voor de borg als ongewenst groot kunnen worden beschouwd.

HOOFDSTUK 3 Overige bepalingen

Artikel 14 Besluit garantstelling

  • a. Het college neemt binnen twee maanden na ontvangst van de aanvraag, inclusief alle overeenkomstig deze verordening vereiste bijlagen, een besluit over het verzoek tot het verlenen of weigeren van de garantstelling. Indien de instemming van de raad vereist is wordt binnen vier maanden een besluit genomen;

  • b. Voor iedere te verstrekken garantstelling wordt een overeenkomst van borgtocht opgesteld. De overeenkomst wordt voor rechtsgeldigheid ondertekend door: de borg, de bank (geldverstrekker) en de aanvrager (debiteur). Verwezen wordt naar bijlage 1.

  • c. De aanvrager wordt schriftelijk en met redenen omkleed geïnformeerd indien besloten wordt geen garantstelling te verstrekken.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Om daarmee te kunnen inspelen op veranderde omstandigheden en enige flexibiliteit te kunnen waarborgen geldt een hardheidsclausule. Dit betekent dat in uitzonderingsgevallen tegemoet gekomen kan worden aan onbillijkheden van overwegende aard die zich zouden kunnen voordoen bij de toepassing van deze verordening.

In specifieke en voorkomende gevallen wordt, ter beoordeling van het college, gemotiveerd beargumenteerd of er sprake is van een uitzonderingsituatie waarmee het toepassen van de hardheidsclausule gerechtvaardigd is.

De beslissing tot het verstrekken van een gemeentelijke garantstelling blijft overigens een autonoom besluit. Met andere woorden, de gemeente heeft geen verplichting tot het verstrekken van een gemeentelijke garantstelling.

Artikel 16 Overgangsbepaling

Deze verordening is niet van toepassing op garantstellingen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld, met dien verstande dat deze verordening wel wordt toegepast op garantstellingen die na inwerkingtreding van deze verordening gewijzigd of aangepast worden.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking. Met het in werking treden van deze verordening komt de ‘regeling gemeentelijke garantstelling gemeente Stichtse Vecht 2011’ te vervallen.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening gemeentelijke garantstelling Stichtse Vecht 2016’.

Ondertekening

27 september 2016
Griffier Voorzitter

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Artikel 2 Reikwijdte verordening

Artikel 3 Toetsingskader

Artikel 4 Uitvoering verordening

Artikel 5 Algemene uitgangspunten

Hoofdstuk 2 Toetsingscriteria

Artikel 6 Verplichtingen aanvrager

Artikel 7 De garantie aanvraag

Artikel 8 De garantstelling

Artikel 9 De geldlening

Artikel 10 Herfinanciering

Artikel 11 Informatieplicht

Artikel 12 Waarborgfonds

Artikel 13 Weigeren van de garantstelling

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 14 Besluit garantstelling

Artikel 15 Hardheidsclausule

Artikel 16 Overgangsbepaling

Artikel 17 Inwerkingtreding en vervallen ‘regeling gemeentelijke garantstelling’.

Artikel 18 Citeertitel