Regeling vervallen per 07-03-2017

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Stichtse Vecht 2016

Geldend van 13-10-2016 t/m 06-03-2017 met terugwerkende kracht vanaf 05-10-2016

Intitulé

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Stichtse Vecht 2016

Het college van de gemeente Stchtse Vecht heeft op 4 oktober 2016 besloten:

1. De`Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Stichtse

Vecht 2016´ vaststellen;

2. De ‘Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen’, vastgesteld op 6 maart

2012 intrekken;

3. De bevoegdheid tot het vaststellen van volgende uitvoeringsregelingen mandateren aan de

teamleider die belast is met uitvoering van de wegsleepverordening.

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

UITVOERINGSREGELINGWEGSLEPEN, BEWAREN EN TERUGGAVE VAN VOERTUIGENGEMEENTE STICHTSE VECHT 2016INHOUDSOPGAVE

  • 1.

    Karakter uitvoeringsregeling

  • 2.

    Aantreffen foutief geparkeerd voertuig

  • 2.1 Noodzaak

  • 2.2 Aktie

  • 2.3 Waarnemingstijd

  • 3.

    Toepassing procedure

    3.1 Schade noteren

  • 3.2 Geen Mulder-traject na wegslepen

  • 3.3 Sleepfasen en kosten

  • 3.4 Geen kosten verschuldigd

  • 4.

    Bewaren van voertuigen

  • 4.1 Aanvang van het bewaren

  • 4.2 Plaats van het bewaren

  • 4.3 Procedure

  • 5.

    Teruggave van voertuigen

  • 5.1 Voorwaarden tot teruggave

  • 5.2 Betaling kosten

  • 5.3 Teruggave weggesleept voertuig

  • 5.4 Niet afgehaalde voertuigen

  • 5.5 Betaling kosten van wegslepen, bewaren en verkoop bij voertuig met een lage taxatiewaarde

  • 6.

    Bewaringsregister

  • 6.1 Inschrijven in bewaringsregister

  • 6.2 De bewaarder

  • 7.

    Besluit tot toepassing bestuursdwang en proces-verbaal van

    meevoeren en opslaan

  • 7.1 Karakter bestuursdwang

    7.2 Karakter proces-verbaal meevoeren en opslaan

  • 7.3 Bezwaar- en beroepsmogelijkheid

  • 1.

    Karakter Uitvoeringsregeling

Deze uitvoeringsregeling betreft een intern werkende werkinstructie t.b.v. de uitvoering. De in deze uitvoeringsregeling opgenomen bepalingen dienen als handleiding voor de uitvoering. Het is niet bedoeld als dwingend voorschrift, er kan van worden afgeweken.

2.Aantreffen foutief geparkeerd voertuig

De procedure betreffende de wegsleepregeling start met het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig. Onder “voertuigen” wordt mede verstaan: fietsen, bromfietsen, scooters, invalidenvoertuigen, vrachtauto’s, bussen en aanhangwagens.

De eerste afweging, die dan moet worden gemaakt, is of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is.

Daarvoor gelden drie criteria:

  • 1.

    door de wijze van parkeren wordt de veiligheid op de weg in gevaar gebracht en/of

  • 2.

    door de wijze van parkeren wordt de vrijheid van het verkeer belemmerd en/of

  • 3.

    er wordt geparkeerd op één van de wegen of weggedeelten, die zijn aangewezen in het Besluit wegslepen van voertuigen en waarop de gemeentelijke wegsleepverordening van toepassing is.

Uit de woorden “en/of” blijkt dat er tegelijkertijd sprake kan zijn van meerdere criteria, die de situatie wegsleepwaardig maken. Een van de criteria is echter voldoende om de wegsleepregeling te kunnen toepassen.

Ingevolge artikel 170 eerste lid sub c. van de wet, juncto artikel 2 van het Besluit, juncto artikel 2 van de Wegsleepverordening gemeente Stichtse Vecht 2015, kan in de gemeente Stichtse Vecht van de volgende soorten wegen en weggedeelten worden weggesleept:

  • a.

    wegen en weggedeelten, waar door middel van bord E 1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren;

  • b.

    wegen en weggedeelten, waar door middel van bord E 2 van bijlage 1 bij het RVV1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan;

  • c.

    parkeergelegenheden, aangeduid door bord E 4 van bijlage I bij het RVV 1990, waarbij op een onderbord wordt aangegeven:

    • -

      de categorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd, of

    • -

      het parkeren op bepaalde dagen of uren is verboden;

    • -

      taxistandplaatsen, aangeduid door bord E 5 van bijlage I bij het RVV 1990;

    • -

      parkeerplaatsen voor gehandicapten, aangeduid door bord E 6 van bijlage I bij het RVV 1990;

    • -

      gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E 7 van bijlage I bij het RVV 1990;

    • -

      parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E 8 van bijlage I bij het RVV 1990;

    • -

      parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E 9 van bijlage I bij het RVV 1990;

    • -

      voetgangersgebieden, aangeduid door bord G 7 of bord C 1 van bijlage I bij het RVV 1990.

2.1 Noodzaak

Wellicht ten overvloede wordt nog vermeld, dat het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, als bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, in beginsel voldoende is om de wegsleepregeling toe te passen. De veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeft dan niet tevens in het geding te zijn.

Wel moet de noodzaak in zekere mate duidelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld het wegslepen van een voertuig om 04.00 uur ’s nachts vanaf een parkeerterrein waarop geen bijzondere situatie van toepassing is (het houden van een weekmarkt op die dag bijvoorbeeld), niet noodzakelijk.

2.2. Aktie

  • -

    Alleen een executieve politieambtenaar, de parkeercontroleur in dienst bij de gemeenteStichtse Vecht en de door/namens het college aangewezen toezichthouder zijn bevoegd actie te ondernemen na het constateren van de overtreding.

  • -

    Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedure in gang gezet. Deze procedure wordt hierna beschreven.

2.3 Waarnemingstijd

Om de overtreding nadrukkelijk te kunnen vaststellen kan allereerst een waarnemingstijd nodig zijn.

Verbod stil te staan

Voor constatering van een gedraging in strijd met een verbod stil te staan is geen waarnemingstijd nodig.

Parkeerverboden

Bij parkeerverboden lijkt een waarnemingstijd van 10 minuten reëel voordat er kan worden geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

Parkeren op laad- en loshavens

Bij laad- en loshavens wordt een onafgebroken waarnemingstijd van tien minuten aanbevolen, gedurende welke geen laad- en losactiviteiten worden geconstateerd. Pas daarna wordt geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

3. Toepassing procedure

  • A.

    De executieve politieambtenaar, de parkeercontroleur in dienst bij de gemeenteStichtse Vecht of de door/namens het college aangewezen toezichthouder (hierna:”de bevoegde functionaris”) schakelt bij een wegsleepwaardige situatie het wegsleepbedrijf in. Inschakeling door de politieambtenaar gebeurt via de meldkamer.

  • B.

    De bevoegde functionaris wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van de takelwagen.

  • C.

    Na de komst van de takelwagen maakt de bevoegde functionaris een foto van de situatie. Op de foto moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn. Hierdoor kan het nodig zijn enkele foto’s te maken.

Is er sprake van toepassing bestuursdwang door de marktmeester dan geldt de volgende procedure:

  • D.

    De marktmeester stelt in overleg met het takelbedrijf een proces verbaal van meevoeren en opslaan op. De marktmeester ondertekent het proces verbaal.

  • E.

    De marktmeester meldt de wegsleep direct via het secretariaat (Wijken en Kernen), onder vermelding van het kenteken van het voertuig, hij zendt de foto mee.

  • F.

    Het secretariaat stelt binnen twee werkdagen een beschikking bestuursdwang op. Via BOA gegevens achterhalen.

  • G.

    Binnen vijf werkdagen wordt aan de rechthebbende van het weggesleepte voertuig een Besluit tot toepassing bestuursdwang per post toegezonden.

V oor het in bewaring stellen van het voertuig bij een voorlopige maatregel of buiten-gebruikstelling op grond van de ‘wet Mulder’ gelden aparte regelingen met betrekking tot de administratieve afhandeling.

3.1 Schade noteren

In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8, WVW 1994 moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op aanwezige schade. De schade wordt genoteerd in het Proces-verbaal van meevoeren en opslaan. Ook schade, die wordt veroorzaakt tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen moet worden genoteerd.

3.2 Geen Mulder-traject na wegslepen

De wetgever zet in de memorie van toelichting uiteen, dat van het instellen van een strafvervolging dan wel het opleggen van een sanctie ingevolge de Wet Mulder, kan worden afgezien, omdat de overtreder ten gevolge van het wegslepen van het voertuig al genoeg “gestraft” is. De aanhalingstekens worden hier bewust gebruikt, omdat er in feite geen sprake is van straffen. Met het wegslepen wordt beoogd een einde te maken aan verboden gedraging, niet het bestraffen van de bestuurder. De overtreder wordt bij toepassing van deze bestuursdwang wel met hoge kosten geconfronteerd en kan dit als een straf ervaren. Hierin kan aanleiding worden gevonden van een strafrechtelijk of administratiefrechtelijk vervolg af te zien.

3.3. Sleepfasen en kosten

Het wegslepen van voertuigen is te verdelen in drie fasen:

FASE I:

Een wegsleepvoertuig is besteld. Er is sprake van een onvolledige bergingindien de eigenaar/houder//bestuurder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar/houder/bestuurder het voertuig wil verplaatsen.

De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan de voorbereiding van de overbrenging van het voertuig, dienen te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen. De kosten voor de onvolledige berging dienen ter plaatse te worden vergoed. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig alsnog weggesleept.

FASE II:

De takelwagen is ter plaatse en het voertuig bevindt zich op de lepel van de takelwagen en is vastgesjord. Vanaf dat moment is er sprake van een volledige berging.

De eigenaar/houder/bestuurder komt ter plaatse en wil het voertuig verplaatsen.

De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan het overbrengen van het voertuig naar de bewaarplaats, dienen te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen. De kosten voor de volledige berging dienen ter plaatse te worden vergoed. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig weggesleept en dienen de wegsleepkosten op de bewaarplaats te worden betaald.

In alle andere gevallen, zal eerst aan een aantal andere voorwaarden voldaan moeten worden, anders wordt de wegsleepprocedure vervolgd. (bijv. een overtreding van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, WAM)

FASE III: Het voertuig is/wordt weggesleept en in bewaring gesteld

T eruggave kan slechts plaatsvinden aan de eigenaar of houder of gemachtigde van het voertuig, na betaling van de volledige kosten: de wegsleepkosten en de kosten van bewaring. Ook zal in een aantal gevallen eerst aan andere voorwaarden moeten worden voldaan.

Ingeval een voertuig wordt in beslaggenomen en daartoe wordt weggesleept zijn de kosten geheel voor de politie. In een aantal gevallen zijn geen kosten verschuldigd. Denk hierbij aan tijdelijke bewaring in het kader van hulpverlening, bij inbeslagneming en in het kader van onder toezichtstelling

Voor voertuigen die na het vrijgeven niet worden opgehaald kunnen wel bewaarkosten worden berekend. In deze gevallen zal de bewaarder per aangetekend schrijven de eigenaar / houder hiervan in kennisstellen en wordt dit vermeld in het bewaarregister.

3.4. Geen kosten verschuldigd

De kosten van wegslepen en in bewaring stellen zijn niet verschuldigd, indien:

  • a.

    niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

  • b.

    de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn, of

  • c.

    aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

Het genoemde onder a, b of c dient rechthebbende aan te tonen door een afschrift van het vonnis c.q uitspraak. Een dergelijk afschrift wordt door de griffie van de rechtbank waar de zaak is behandeld ter beschikking gesteld.

ATTENTIE:

De bovenvermelde bedragen zijn exclusief de eventueel opgelegde of op te leggen boetes naheffingen e.d

4. Bewaren van voertuigen

4.1 Aanvang van het bewaren Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn vaak (verhaalbare) bewaarkosten verbonden.

Het tijdstip van bewaren gaat, na het wegslepen van een voertuig, in op het moment dat het voertuig van het wegsleepvoertuig is losgekoppeld op de plaats van bewaring.

4.2 Plaats van het bewaren

Het bewaren geschiedt op de daarvoor bestemde plaats. Deze plaats staat in de wegsleepverordening beschreven. Het beleid dient er op gericht te zijn de bewaartijd van voertuigen op de aangewezen bewaarplaats te beperken

4.3 Procedure

I.Het voertuig wordt geplaatst op de daarvoor aangewezen plaats zoals omschreven in de

wegsleepverordening. Ingeval er van een motorvoertuig contactsleutels aanwezig zijn, worden deze overgedragen aan de bewaarder.

  • 2.

    Het wegsleepbedrijf draagt er zorg voor dat het voertuig op de juiste wijze wordt

    ingeschreven in het bewaringsregister.

  • 3.

    Het wegsleepbedrijf is verantwoordelijk voor het registreren van het weggesleepte voertuig

    (inclusief kenteken).

Het voertuig is nu overgedragen aan de bewaarder in casu het wegsleepbedrijf als gemandateerde van het college van burgemeester en wethouders. Indien in het bewaringsregister GEEN voorwaarden tot teruggave zijn vermeld, zal het voertuig zo spoedig mogelijk aan de eigenaar/ houder of gemachtigde worden teruggegeven. Een weggesleept voertuig wat met onjuiste of onvolledige informatie in het bewaringsregister isingeschreven, blijft de verantwoordelijkheid van het wegsleepbedrijf.

5. Teruggave van voertuigen

5.1 Voorwaarden tot teruggave Buiten het betalen van de kosten kunnen er andere voorwaarden zijn waaraan voldaan moet zijn,

voordat een voertuig kan worden teruggegeven.

5.2 Betaling kosten

Voordat een voertuig kan worden teruggegeven dienen alle kosten betaald te zijn.

Een betalingsregeling is niet mogelijk.

5.3 Teruggave weggesleept voertuig

Een weggesleept en in bewaring gesteld voertuig wordt teruggegeven aan de rechthebbende.

Van de eigenaar, houder of gemachtigde mag worden verwacht dat hij/zij dit aantoont.

Het voertuig mag slechts worden afgegeven indien alle kosten van de overbrenging en in bewaring zijn betaald. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn.

Een voertuig dat op grond van de wegsleepregeling is weggesleept en in bewaring is gesteld MOET worden teruggegeven indien de kosten zijn betaald!

5.4Nietafgehaalde voertuigen:

Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de bewaarder, in casu het wegsleepbedrijf

als gemandateerde namens het college van burgemeester en wethouders, de politie een onderzoek instellen naar de eigenaar/ houder van het voertuig.

Zodra die bekend is, en de politie de zaak niet onmiddellijk kan regelen, sturen burgemeester en wethouders zelf op aangeven van het wegsleepbedrijf, aan de verantwoordelijke persoon binnen 7 dagen, per aangetekend schrijven een kennisgeving. In deze kennisgeving dient te worden vermeld de gepleegde overtreding en het in bewaring nemen van het voertuig alsmede de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.

Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van de bewaarder, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport zijn kosten van bewaring. De rechthebbende wordt conform art 5.30 Awb over deze verplaatsing geïnformeerd.

Het gemandateerde wegsleepbedrijf is bevoegd, ingeval:

een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, of de kosten van overbrenging, bewaring e.d. hoger worden dan de waarde van het voertuig, het voertuig vanaf 14 dagen na het uitgaan van de kennisgeving, te verkopen, weg te geven e.d.

De bewaarder draagt namens burgemeester en wethouders zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig en is bevoegd daarvoor alle handelingen, (incl. het inschakelen van een taxateur) te verrichten.

5.5.Betaling kosten van wegslepen, bewaren en verkoop bij voertuig met een lage taxatiewaarde

Indien de totale kosten van het wegslepen, bewaren en verkopen de getaxeerde verkoopwaarde c.q sloopwaarde van het betreffende voertuig overtreffen, vergoedt de gemeente het verschil tussen de opbrengst van het voertuig en de genoemde totale kosten aan het wegsleepbedrijf.

6. Bewaringsregister

6.1 Inschrijvenin bewaringsregister

Door het college van burgemeester en wethouders wordt de directeur van het wegsleepbedrijf als bewaarder aangewezen, die het register beheert.

Elk voertuig dat op de bewaarplaats wordt gebracht (ook indien het niet is weggesleept) wordt ingeschreven in het bewaringsregister!

In het bewaringsregister worden z.s.m. na de inbewaringstelling de volgende gegevens

opgenomen:

  • 1.

    opdrachtgever tot het wegslepen van het voertuig;

  • 2.

    datum en tijdstip van inbewaringstelling;

  • 3.

    een omschrijving van het voertuig;

4 laadlocatie

Bij teruggave:

  • 1.

    de datum waarop het voertuig is afgehaald;

  • 2.

    de naam en het adres van degene die het voertuig heeft afgehaald;

  • 3.

    de wijze waarop de kosten, verbonden aan de toepassing van

    bestuursdwang, zijn betaald.

6.2 De bewaarder

Het college van burgemeester en wethouders mandateert de bevoegdheid tot het bewaren aan de

directeur van het wegsleepbedrijf. Deze persoon vervult dan namens het college de functie van "bewaarder". De bewaarder beheert het bewaringsregister en ziet er op toe dat de wettelijke termijnen niet worden overschreden. Hij geeft uitvoering aan die werkzaamheden die in de regelingen, genoemd in deze uitvoeringsregeling, aan de bewaarder zijn toebedeeld. Daarnaast doet hij al het nodige om een goede en verantwoordelijke bewaring en eventuele verkoop van voertuigen te verzekeren. Hiertoe behoren in ieder geval:

  • 1.

    het opslaan van het voertuig;

  • 2..

    het doen van een mondeling verzoek aan de politie om de rechthebbende op een voertuig te achterhalen;

  • 3.

    het doen van een mondeling verzoek aan het college van burgemeester en wethouders om de rechthebbende aan te schrijven het voertuig op te komen halen;

  • 4.

    alle handelingen om te komen tot verkoop van het voertuig (inclusief ingeschakelde taxateur); de daadwerkelijke verkoop.

7 Besluit tot toepassing bestuursdwang en proces-verbaal van meevoeren en opslaan

7.1 Karakter bestuursdwang

Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, dat wil in dit geval zeggen het toepassen van de wegsleepregeling als bedoeld in artikel 170, lid 1, WVW 1994, wordt op schrift gesteld. Deze schriftelijke beslissing is een beschikking (art. 5:24, lid 1 Awb).

Ingevolge het tweede lid van artikel 5:24 Awb moet de beschikking vermelden welk voorschrift is of wordt overtreden.

Elke beschikking is een besluit, waartegen op grond van het bepaalde in de artikelen 7:1 en 8:1

Awb bezwaar en beroep openstaat. In het Besluit tot toepassing bestuursdwang, dat wordt bekendgemaakt aan de rechthebbende, staat vermeld dat de belanghebbende tegen het genomen besluit bezwaar kan maken. Tevens vermeldt het besluit aan welke voorwaarden het bezwaarschrift moet voldoen.

7.2 Karakter proces-verbaal meevoeren en opslaan

Van het meevoeren en opslaan van het voertuig moet proces-verbaal worden opgemaakt, waarvan een afschrift wordt verstrekt aan degene, die het voertuig onder zich had. Het woord proces-verbaal, heeft hier de betekenis van een verklaring krachtens de Algemene wet bestuursrecht. Het opmaken van een proces-verbaal is met name voorgeschreven in het belang van de rechtszekerheid van de rechthebbenden. Met betrekking tot de wegsleepregeling zal dit proces-verbaal met name een rol kunnen spelen ingeval de belanghebbende tegen de toepassing van de wegsleepregeling bezwaar maakt bij het college van burgemeester en wethouders. Degene die het bezwaarschrift indient, moet daarbij een afschrift van het proces-verbaal voegen.

7.3Bezwaar- en beroepsmogelijkheid

De rechthebbende kan zijn bezwaren tegen het toepassen van de bestuursdwang voorleggen aan het college van burgemeester en wethouders. Tegen een afwijzende beschikking van het college staat beroep open op de rechtbank met de mogelijkheid van hoger beroep op de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

De gemeente Stichtse Vecht heeft een bezwarencommissie, die het college bij de heroverweging op het bezwaar adviseert.

Maarssen, 4 oktober 2016.

Burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht,

gemeentesecretaris burgemeester