Verordening onderzoekscommissie bestemmingsplan Landelijk gebied noord

Geldend van 23-11-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening onderzoekscommissie bestemmingsplan Landelijk gebied Noord

De raad van de gemeente Stichtse Vecht;

gezien het besluit van het seniorenconvent van 1 november 2016;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de

Verordening onderzoekscommissie bestemmingsplan Landelijk gebied Noord

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de onderzoekscommissie: de onderzoekscommissie bestemmingsplan Landelijk gebied noord;

  • b.

    de voorzitter : de voorzitter van de onderzoekscommissie.

Artikel 2 Taak van de commissie

  • 1. De raad stelt de onderzoekscommissie bestemmingsplan Landelijk gebied noord in. De raad benoemt de voorzitter en de overige leden van de onderzoekscommissie uit zijn midden.

  • 2. De onderzoekscommissie kan één of meerdere externe deskundigen aanwijzen als adviserend lid van de commissie.

  • 3. De onderzoekscommissie rapporteert haar bevindingen en conclusies aan de raad. De onderzoekscommissie kan, alvorens haar eindrapport te presenteren, ook tussentijds aan de raad rapporteren.

Artikel 3 Opheffing van de commissie

De raad ontslaat de leden van de onderzoekscommissie na bespreking van haar eindrapport en heft de commissie op.

Artikel 4 Secretariaat

De griffier wijst een raadsadviseur van de griffie aan als secretaris.

Artikel 5 Verdere ondersteuning onderzoekscommissie

De onderzoekscommissie kan deskundigen inschakelen die niet bij de gemeente in dienst zijn.

Hoofdstuk 2 Werkwijze van de commissie

Artikel 6 Vergaderingen

  • 1. De onderzoekscommissie vergadert op de door haar te bepalen dagen en uren.

  • 2. De voorzitter roept de leden schriftelijk in vergadering bijeen, onder opgaaf van de punten die behandeld zullen worden.

  • 3. Hij zorgt dat de stukken die op de agenda betrekking hebben tijdig aan de leden worden toegezonden.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het bepaalde in de vorige leden afwijken.

Artikel 7 Vergaderquorum, stemmingsquorum

  • 1. De onderzoekscommissie vergadert niet als minder dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. De onderzoekscommissie beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, wordt het agendapunt eenmalig doorgeschoven naar een volgende vergadering. Als in de volgende vergadering de stemmen opnieuw staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 8 Verslaglegging

  • 1. De secretaris van de onderzoekscommissie maakt een beknopt verslag van een commissievergadering van intern beraad, dat de commissie in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling wordt aangeboden.

  • 2. De verslagen van de onderzoekscommissie zijn openbaar.

Artikel 9 Uitwerking en machtiging

  • 1. De onderzoekscommissie werkt de onderzoeksopdracht nader uit en legt deze ter besluitvorming voor aan de raad.

  • 2. De onderzoekscommissie kan haar leden machtigen om, samen met de secretaris van de onderzoekscommissie en de in artikel 5 bedoelde deskundige, zelfstandig gedeelten van het onderzoek uit te voeren.

  • 3. De commissie hanteert een plan van aanpak en deelt dat met de raad.

Artikel 10 Beslotenheid en openbaarheid

  • 1. De onderzoekscommissie vergadert in beslotenheid, voor zover het vergaderingen van intern beraad betreft.

  • 2. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de onderzoekscommissie tussen- en eindrapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. In die gevallen kan de commissie de leden en degenen die bij het onderzoek betrokken zijn geweest, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat de raad die geheimhouding opheft.

Artikel 11 Rapportage door de commissie

  • 1. De onderzoekscommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept-onderzoeksrapport aan de onderzoekscommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen van wie de taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De onderzoekscommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 2. Na vaststelling door de onderzoekscommissie worden het onderzoeksrapport, de conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening onderzoekscommissie bestemmingsplan Landelijk gebied noord.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

15 november 2016
Griffier Voorzitter