Regeling vervallen per 01-08-2021

Financiële verordening gemeente Stichtse Vecht 2019

Geldend van 01-08-2019 t/m 31-07-2021

Intitulé

Financiële verordening gemeente Stichtse Vecht 2019

Intitulé

Financiële verordening gemeente Stichtse Vecht 2019

De raad van de gemeente Stichtse Vecht,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 mei 2019;

gehoord de commissie Bestuur en Financiën van 18 juni 2019;

gelet op artikel 212 Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Financiële verordening Stichtse Vecht

1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

administratie:

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Stichtse Vecht en de daarover af te leggen verantwoording.

doelmatigheid

het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

doeltreffendheid

de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van het beleid verwacht in de programmabegroting daadwerkelijk worden behaald.

investering

een door de gemeenteraad en het college beschikbaar gesteld bedrag voor het doen van een concrete uitgave met een meerjarig nut.

organisatie-eenheid:

de eenheden waarin de organisatie is onderverdeeld.

organisatieonderdeel:

de onderdelen waarin de organisatie is onderverdeeld.

programma:

een door de gemeenteraad vastgesteld samenhangend geheel van gemeentelijke activiteiten met de voor de realisatie beschikbaar gestelde lasten en baten.

project:

een eenmalige vernieuwing, verbetering of verandering die door middel van een nieuw, tijdelijk samenwerkingsverband (projectorganisatie) wordt gerealiseerd. Een project heeft een concreet eindresultaat, een duidelijk begin en eind, (berekenbare) fasen, beperkende randvoorwaarden waarbinnen het eindresultaat gerealiseerd dient te worden, één opdrachtgever die zich aan het eindresultaat heeft verbonden, een uniek en eenmalig karakter en een mate van risico dat het eindresultaat niet wordt behaald.

taakveld:

een in het BBV voorgeschreven verzameling uitgaven en inkomsten die op de in het begrotingsprogramma vastgestelde wijze cumuleren tot een programma.

team:

iedere organisatie-eenheid binnen de organisatie die op grond van het Organisatiebesluit een eigen, rechtstreekse verantwoordelijkheid aan de directie heeft.

2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    De raad kan bij aanvang van een nieuwe raadsperiode de programma-indeling vaststellen.

  • 2.

    De raad stelt per programma vast:

a. de beoogde maatschappelijke effecten;

b. de beoogde wijze voor het bereiken van deze maatschappelijke effecten;

c. de te behalen beoogde baten en de beoogde inzet van lasten;

d. de beleidsindicatoren zoals effect en prestatie-indicatoren.

  • 3.

    De uiteenzetting van de financiële positie in de begroting bevat een meerjarige investeringsplanning met de geplande nieuwe investeringen, het daarvoor benodigde bedrag en de geraamde toekomstige meerjarige kapitaallasten.

  • 4.

    Het college draagt zorg voor een adequate inrichting van de programmabegroting en de doelmatigheid en doeltreffendheid van de middeleninzet.

  • 5.

    Het college legt in de jaarrekening verantwoording af over de uitvoering van de programma’s.

  • 6.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringen en de daadwerkelijke kapitaallasten weergegeven.

  • 7.

    Voor de verplichte paragrafen bij begroting en jaarrekening gelden de minimumvereisten, zoals deze voor de overeenkomstige paragraaf van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn opgenomen.

  • 8.

    De begroting, de tussentijdse rapportage en de jaarrekening bevatten een toelichting op afwijkingen van lasten en baten per taakveld groter dan € 50.000 en of op die afwijkingen met politieke relevantie.

Artikel 3. Kaders begroting

Het college biedt de gemeenteraad met de Kadernota een voorstel aan met daarin de richtinggevende kaders voor de begroting van het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. De gemeenteraad stelt de Kadernota vast.

Jaarlijks wordt een planning van de planning- en controlcylus ter kennisname aan de raad voorgelegd.

Artikel 4. Autorisatie begroting en investeringen en begrotingswijzigingen

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma, de algemene dekkingsmiddelen en de investeringen voor het begrotingsjaar.

  • 2.

    De raad kan de begroting gedurende het begrotingsjaar via een begrotingswijziging over de programma’s heen aanpassen. Volumewijzigingen worden zoveel mogelijk via de tussentijdse rapportage aan de gemeenteraad voorgelegd.

  • 3.

    Het college kan via een collegewijziging overschotten en tekorten op het taakveldniveau in zowel lasten als baten binnen de programma’s met elkaar compenseren en hierover zo nodig uitleg geven bij een tussentijdse rapportage respectievelijk de jaarrekening. Deze begrotingswijziging bevat geen nieuw beleid.

  • 4.

    Administratieve correcties (technische budgettair neutrale begrotingswijzigingen op grootboekniveau) worden afgedaan door de teammanager Financiën.

  • 5.

    Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investering aan de raad voor. Deze voorstellen zijn voorzien van een begrotingswijziging.

Artikel 5. Informatieplicht

Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen over:

a. het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties;

b. kapitaalverstrekking aan instellingen of ondernemingen die voldoen aan de in de ‘Nota verbonden partijen’ opgenomen voorwaarden.

Deze informatieplicht geldt vanaf de grenzen die buiten het mandaat van het college vallen.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van een tussentijdse rapportage over de begrotingsrealisatie.

  • 2.

    De tussentijdse rapportage gaat in op afwijkingen in zowel de lasten als de baten, afwijkingen in de beleidsuitvoering, de geleverde goederen en diensten, investeringen en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten.

  • 3.

    De inrichting van de tussentijdse rapportage sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4.

    De rapportage bevat een uiteenzetting van de consequenties van de bijstellingen voor de inzet van reserves en het geraamde begrotingssaldo.

3. Financieel beleid

Artikel 7. Waardering en afschrijving vaste activa

De raad stelt periodiek de regels vast voor waardering en afschrijving van activa. Deze zijn beschreven in de ‘Nota waardering en afschrijving vaste activa’.

Artikel 8. Reserves en voorzieningen

  • 1.

    De raad stelt periodiek de regels vast voor de reserves en voorzieningen. Deze zijn beschreven in de beleidsnota ‘Reserves en voorzieningen’. De nota behandelt voor reserves en voorzieningen de vorming en de benutting.

  • 2.

    Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:

a. het specifieke doel van de reserve;

b. het vast te stellen minimum of maximum niveau van de reserve;

c. de voeding van de reserve.

Artikel 9. Voorziening voor oninbare vorderingen

  • 1.

    Voor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd. Het gaat hierbij om zowel de belastingvorderingen als de overige vorderingen.

  • 2.

    De omvang van de voorziening per balansdatum wordt vastgesteld op basis van de ouderdom van de vordering. De debiteuren zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde met inachtneming van een aftrek van oninbaarheid. Daarbij wordt de verwachte oninbaarheid uitgedrukt in een percentage van de openstaande vordering.

  • 3.

    Na één jaar wordt aangenomen dat de oninbaarheid van de openstaande vordering 25% is. Ieder jaar daarna neemt de kans dat de vordering ook daadwerkelijk wordt ontvangen met 25% af.

  • Na vier jaar wordt de vordering beoordeeld. Betalingen die na die periode alsnog binnenkomen vallen ten gunste van die voorziening. Bij de overige vorderingen blijven de publiekrechtelijke vorderingen buiten beschouwing.

Artikel 10. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente Stichtse Vecht wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vermogen betrokken.

  • 2.

    Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa, de gederfde inkomsten door het vastgestelde kwijtscheldingsbeleid en voor riool- en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3.

    Voor de rentetoerekening aan activa wordt een omslagpercentage gehanteerd, de interne rekenrente. Het berekende percentage wordt naar boven afgerond op een veelvoud van 0,5. Indien voor specifieke projecten projectfinanciering is opgenomen dan geldt voor de rentetoerekening het rentepercentage van de projectfinanciering. Het rentebeleid voor grondexploitaties is opgenomen in de nota Grondbeleid.

Artikel 11. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolheffing, afvalstoffenheffing, leges, prijzen en dergelijke tarieven. Dit geldt zowel de tarieven voor privaat als publiekrechtelijk diensten. De raad stelt de tarieven vast.

Artikel 12. Vaststelling kaders overige tarieven en prijzen

  • 1.

    Het college hanteert voor de bepaling van overige tarieven en prijzen het door de gemeenteraad vastgestelde beleid, waaronder de in artikel 10 beschreven kostprijsberekening, en bestaande contractuele verplichtingen.

  • 2.

    De besluiten voor het vaststellen van nieuwe prijzen en het wijzigen van prijzen binnen de kaders worden ter kennisneming aan de raad aangeboden.

Artikel 13. Financieringsfunctie

Het college stelt ten behoeve van de uitoefening van de financieringsfunctie een treasurystatuut op en biedt dit statuut ter vaststelling aan de raad aan.

Artikel 14. Verbonden partijen

De raad stelt periodiek, op voorstel van het college, de kaders voor de sturing en de beheersing van verbonden partijen vast. Deze zijn opgenomen in de ‘Nota verbonden partijen’.

Artikel 15. Verstrekking subsidies

Het college biedt periodiek een (bijgestelde) nota ‘Verstrekking gemeentelijke subsidies’ aan. Deze nota bevat het kader voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies (het subsidieregister). De raad stelt de nota vast.

Artikel 16. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

  • 1.

    De raad stelt periodiek, op voorstel van het college, de Nota herziening risicomanagementbeleid vast. In deze nota is het risicomanagement en het risicomanagementmodel beschreven.

  • 2.

    In de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing’ van de Programmabegroting en de Programmajaarrekening informeert het college de gemeenteraad over de omvang van het weerstandsvermogen, de belangrijkste risico’s en de beheersmaatregelen.

4. Financieel beheer en interne controle

Artikel 17. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afzonderlijke organisatieonderdelen;

b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van vaste activa, voorraden, vorderingen en schulden, verplichtingen en garanties;

c. het verschaffen van budgettaire informatie en informatie voor het maken van kostencalculaties aan de budgethouders.

Artikel 18. Interne controle

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en omvang van het vermogen;

  • b.

    de baten en lasten, alsook de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen;

  • c.

    bij de opstelling van de jaarrekening de voorgeschreven uitgangspunten in het BBV en andere relevante wet- en regelgeving worden gehanteerd;

  • d.

    na geconstateerde afwijkingen ten opzichte van de in sub a tot en met c geformuleerde uitgangspunten het college de nodige herstelmaatregelen neemt;

  • e.

    de gemeenteraad een voorstel ontvangt voor de vastlegging van regels voor de controle op het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie.

Artikel 19. Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor:

a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de organisatieonderdelen;

b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringen;

d. de te maken afspraken met de organisatieonderdelen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

e. de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer door de organisatieonderdelen.

Artikel 20. Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor een procedure voor de inkoop en aanbesteding van werken, leveringen en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels ter zake van de Europese Unie.

Artikel 21. Steunverlening aan ondernemingen

Het college draagt zorg voor en legt interne regels vast voor de toekenning van steunverlening en subsidies aan ondernemingen. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels ter zake van de Europese Unie.

Artikel 22. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2019.

  • 2.

    De Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet door de gemeenteraad van Stichtse Vecht, vastgesteld op 27 november 2012, wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 juli 2019.

Ondertekening