Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2021

Geldend van 22-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2021

De raad van de gemeente Stichtse Vecht,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2020;

gehoord de commissie van 1 december 2020;

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2021

Artikel 1 Belastbaar feit

Ter zake van het innemen van standplaatsen als bedoeld op de voor het houden van de wekelijkse warenmarkten bestemde terreinen, wordt onder de naam "marktgeld" een recht geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 2 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene aan wie de standplaats is toegewezen.

Artikel 3 Belastinggrondslag

De heffingsgrondslag van de berekening van het marktgeld is de frontbreedte van de ingenomen standplaats.

Artikel 4 Belastingtarief

Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een standplaats op een warenmarkt

  • 1.

    voor een kraam met een frontbreedte van maximaal 4 meter € 9,63

  • 2.

    het onder a genoemde tarief wordt voor iedere strekkende meter frontbreedte, of gedeelte daarvan, vermeerderd met € 2,42

  • 3.

    voor het innemen van een terrein (anders dan door een kraam), zoals door een auto of door op de grond geëtaleerde artikelen, per m¹ € 2,42

  • 4.

    voor het innemen van een terrein door een zogenaamde standwerker € 9,63

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld bedoeld in artikel 4, eerste, tweede en vierde lid, wordt geheven door middel van een kennisgeving per kwartaal, uitgaande van achtenveertig (48) weken op jaarbasis.

  • 2.

    Het verschuldigde bedrag wordt vooraf in rekening gebracht.

  • 3.

    Het marktgeld bedoeld in artikel 4, derde lid, wordt geheven door middel van een gedagtekende nota.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de modellen van de in dit artikel bedoelde bescheiden vast.

Artikel 6 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 dient:

  • a.

    het verschuldigde bedrag bedoeld in artikel 5, eerste lid, welke per kwartaal (12 weken) in rekening wordt gebracht, binnen één maand na dagtekening te worden voldaan;

  • b.

    het verschuldigde bedrag bedoeld in artikel 5, derde lid binnen één maand na dagtekening te worden voldaan;

  • 2.

    De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 7 Overgangsrecht

De ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2020’ van 17 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening marktgelden 2021’.

Ondertekening

Stichtse Vecht, 16 december 2020

Griffier Voorzitter