Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Strijen, 2011

Geldend van 17-09-2011 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Strijen, 2011

De raad van de gemeente Strijen;

gelezen het bijgaande raadsvoorstel d.d. 18 augustus 2011 over de vastststelling van een nieuwe beheersverordening begraafplaatsen;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Strijen, 2011.

Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats(en): de begraafplaatsen in Strijen, Strijensas en Cillaarshoek;

  • b.

    graf: een zandgraf;

  • c.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • e.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen.

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • f.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • g.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon

    het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as.

  • h.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen.

  • i.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf.

  • j.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt.

  • k.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere urne nis, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

  • l.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

Artikel 2. Uitbreiding begrip particulier graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder ‘particulier graf’ ook verstaan: particulier urnengraf of particuliere urnennis.

Hoofdstuk 2: Openstelling, orde en rust op de begraafplaatsen

Artikel 3. Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor iedereen dagelijks toegankelijk tussen zonsopkomst en zonsondergang.

  • 2. Ter handhaving van de openbare orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden hebben te verrichten op de begraafplaatsen, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

Artikel 5. Plechtigheden

Het tijdstip van herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden wordt in overleg met de beheerder vastgesteld.

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3: Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf.

  • 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder.

    De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Wanneer de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo snel mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk op 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij moeten bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder opvolgen.

Artikel 8. Geluidsinstallatie

Het gebruik van de geluidsinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur op de werkdag voorafgaande aan de dag van de plechtigheid, worden aangevraagd bij de beheerder.

Artikel 9. Over te leggen stukken

  • 1. Voor iedere begraving wordt een verlof tot begraven bij de beheerder ingeleverd.

  • 2. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijk minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijk minimum grafrusttermijn.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

Artikel 10. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven van het bezorgen van as is:

    • -

      op werkdagen van 10 tot 16 uur;

    • -

      op zaterdag van 10 tot 12 uur en van 13 tot 14 uur.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4: Indeling en uitgiften van de graven

Artikel 11. Indeling graven en asbezorging.

  • 1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere urnengraven;

    • c.

      particuliere urnen nissen;

  • 2. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en nissen en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de uitgifteduur van de particuliere graven. Deze uitgiftetermijn kan niet korter zijn dan de minimumtermijn, vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 12. Aantal overledenen in algemene graven

In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.

Artikel 13. Volgorde van uitgifte

  • 1. De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Het college kan een particulier graf toewijzen, anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, wanneer dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

Artikel 14. Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en de oppervlakte.

Artikel 15. Termijnen particuliere graven

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op aanvraag voor de tijd van dertig jaar recht op een particulier graf of particulier urnengraf. Voor een particuliere urnennis bedraagt de termijn tien, twintig of dertig jaar.

    De termijn begint te lopen op de datum waarop het graf wordt uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd, telkens met een termijn van vijf, tien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

Artikel 16. Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf op verzoek worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 3. Wanneer geen verzoek wordt gedaan tot overschrijving als bedoeld in het tweede lid, kan het college de rechten ambtshalve overschrijven op naam van een erfgenaam.

  • 4. Dit artikel is eveneens van toepassing op verleende vergunningen tot het plaatsen van gedenktekens op particuliere graven.

Artikel 18. Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van een dergelijke verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk 5: Grafbedekkingen

Artikel 19. Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4. Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 20. Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het eenmalig rechtzetten van het gedenkteken na eventuele verzakking, in het eenmaal per jaar schoonmaken van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.

Artikel 21. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3. Wanneer de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking laten verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een brief op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer geen rechthebbende of gebruiker bekend is wordt bij het betreffende graf een mededelingenbordje geplaatst.

  • 5. Het college kan de rechthebbende of gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaart oplevert voor derden.

Artikel 22. Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende grafbeplanting op een graf, die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of gebruik.

Artikel 23. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende bekend. Wanneer geen rechthebbende bekend is, wordt bij het graf een mededelingenbordje geplaatst.

  • 3. Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Hoofdstuk 6: Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend gemaakt. Wanneer geen rechthebbende of gebruiker bekend is, wordt bij het graf een mededelingenbordje geplaatst.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een daarvoor bestemd gedeelte van de begraafplaatsen.

  • 4. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, te verzamelen voor herbegraving elders of crematie. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze beschikbaar te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 5. De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te herbegraven, dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk 7: Inrichting register

Artikel 25. Het begraafregister

Het college kan nadere regels vastleggen voor het register van begraven lijken.

Hoofdstuk 8: Slotbepalingen

Artikel 26. Intrekking oude regeling

De Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Strijen 1992, vastgesteld op 29 oktober 1991 wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop de nieuwe verordening in werking treedt.

Artikel 27. Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de verordening als bedoeld in artikel 26, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze aanvraag een aanvraag om vergunning op grond van oude verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 28. Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4, 7 en 19 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 29. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 30. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: BEHEERSVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN GEMEENTE STRIJEN 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Strijen gehouden op 30 augustus 2011.
de griffier, de voorzitter,
M.A. Bourdrez J.P.M. Klijs