Regeling vervallen per 01-01-2021

Gemeenschappelijke regeling Openbaar Primair Onderwijs Hoeksche Waard

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2020

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Openbaar Primair Onderwijs Hoeksche Waard

De raden van de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen; overwegende:

dat coördinatie gewenst is van de bevoegdheden van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 48 Wet Primair Onderwijs (WPO) en als bedoeld in de statuten van ACIS, stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Hoeksche Waard;

besluiten:

op basis van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen de volgende gemeenschappelijke regeling te treffen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de regeling: deze gemeenschappelijke regeling:

  • b.

    het gemeenschappelijk orgaan: het gemeenschappelijk orgaan als bedoeld in artikel 2 van de regeling;

  • c.

    de raad: een gemeenteraad die aan deze regeling deelneemt;

  • d.

    het college: een college van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten;

  • e.

    gemeenten: de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen.

  • f.

    gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland;

  • g.

    de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • h.

    de Stichting: ACIS stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Hoeksche Waard;

  • i.

    de statuten: de statuten van de Stichting;

  • j.

    de school: de openbare school die de Stichting in stand houdt op het grondgebied van de deelnemende gemeenten.

Artikel 2 Gemeenschappelijk orgaan

  • 1. Voor de uitvoering van deze regeling is een gemeenschappelijk orgaan ingesteld als bedoeld in artikel 8 lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, genaamd Gemeenschappelijk orgaan openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard.

  • 2. Het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd te Binnenmaas.

Artikel 3 Doelstelling en belang

De gemeenschappelijke regeling heeft ten doel het toezicht uit te oefenen op de werkzaamheden van de raad van toezicht en het college van bestuur van de stichting, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs als mede aan de waarborging van de continuïteit van het onderwijsproces.

Artikel 4 Gemeenschappelijk orgaan

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan bestaat uit evenveel leden als het aantal deelnemende gemeenten.

  • 2. De raden wijzen elk een lid en een plaatsvervangend lid uit hun midden aan, de voorzitter uitgezonderd. De aanwijzing vindt plaats tijdens de eerste vergadering van de raad in de nieuwe samenstelling, na gehouden verkiezingen.

  • 3. Het lidmaatschap van het gemeenschappelijk orgaan eindigt van rechtswege zodra men ophoudt lid te zijn van raad of college van de desbetreffende deelnemende gemeente.

  • 4. Een lid van het gemeenschappelijk orgaan kan te allen tijde ontslag nemen. De voorzitter van het gemeenschappelijk orgaan en de raad die hem hebben aangewezen, worden hiervan op de hoogte gesteld.

  • 5. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien door de raad van de gemeente waar de vacature betrekking op heeft.

Artikel 5 Taak en bevoegdheden gemeenschappelijk orgaan

Het gemeenschappelijk orgaan oefent de raadsbevoegdheden uit als bedoeld in artikel 48 WPO lid 12 en de bevoegdheden die bij het gemeenschappelijk orgaan zijn belegd in de statuten. Tevens oefent het gemeenschappelijk orgaan het toezicht uit op een juiste uitvoering van de statuten.

Artikel 6 Taakverdeling en tekenbevoegdheid

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan kiest uit zijn midden voor een periode van vier jaar een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter tekenen alle stukken die van het gemeenschappelijk orgaan uitgaan.

  • 3. De voorzitter is belast met de voorbereiding en de uitvoering van de besluiten van het gemeenschappelijk orgaan, alsmede met het financieel beheer van het gemeenschappelijk orgaan.

Artikel 7 Vergaderfrequentie

Het gemeenschappelijk orgaan vergadert jaarlijks ten minste twee keer en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht.

Het gemeenschappelijk orgaan vergadert bovendien indien ten minste twee leden hiertoe schriftelijk en met opgaven van de redenen aan de voorzitter zijn wens kenbaar maakt. De vergadering vindt vervolgens plaats binnen twee weken nadat de voorzitter het verzoek heeft ontvangen.

Artikel 8 Oproeping

  • 1. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering.

  • 2. De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.

  • 3. De oproepingsbriefjes worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste 48 uur voor het houden van de vergadering aan de leden toegezonden. Zij vermelden de zaken waarvoor de vergadering is belegd. Behoudens het bepaald in lid 3 van het volgende artikel kan het gemeenschappelijk orgaan besluiten om ook over andere onderwerpen te beraadslagen en te besluiten.

  • 4. De op de agenda betrekking hebbende stukken worden samen met de oproepingen verzonden aan de leden.

Artikel 9 Quorum

  • 1. De vergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. In geval een vergadering op grond van het bepaalde in het vorige lid geen doorgang kan belegt de voorzitter binnen 14 dagen een nieuwe vergadering.

  • 3. Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezigen over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.

Artikel 10 Besluitvorming

  • 1. Tenzij deze regeling anders bepaalt, worden besluiten bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Een blanco stem is geen uitgebrachte stem.

  • 2. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 3. Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt bet voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 4. Wordt bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt herstemming plaats over de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist terstond het lot

Artikel 11 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van het gemeenschappelijk orgaan zijn openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten wanneer ten minste twee van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter dit nodig acht. Het gemeenschappelijk orgaan besluit vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de rekening.

Artikel 12 Geheimhouding van stukken

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan kan op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het gemeenschappelijk orgaan worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt door hen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het gemeenschappelijk orgaan haar opheft.

  • 2. De voorzitter stelt bij de verzending van stukken geheimhouding voor en de besluitvorming hierover vindt plaats tijdens de eerstvolgende vergadering.

Artikel 13 Informatie en verantwoording gemeenschappelijk orgaan

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan geeft de raden alle informatie die een of meer leden van die raden schriftelijk verlangen, tenzij en voor zover artikel 12 van toepassing is. Het lid van het gemeenschappelijk orgaan verschaft aan de raad die hem als lid heeft aangewezen, alle informatie die een of meer leden van die raad verlangen, tenzij en voor zover artikel 12 van toepassing is.

  • 3. Het lid van het gemeenschappelijk orgaan is, aan de raad die hem heeft aangewezen, verantwoording verschuldigd over het door hem in het gemeenschappelijk orgaan gevoerde beleid. De verantwoording geschiedt volgens door de raad nader vast te stellen regels.

  • 4. De raad kan het door hem aangewezen lid van het gemeenschappelijk orgaan ontslag verlenen, indien dit lid niet langer het vertrouwen van de raad heeft.

Artikel 14 Ambtelijk secretaris en kostenverdeling

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan wordt in al zijn werkzaamheden bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris is bij de vergaderingen van het gemeenschappelijk orgaan aanwezig.

  • 2. De kosten van de ambtelijk secretaris worden gelijkelijk verdeeld over de deelnemende gemeenten.

Artikel 15 Begroting

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan stelt jaarlijks voor het volgend boekjaar een ontwerpbegroting op voor het functioneren van het gemeenschappelijk orgaan.

  • 2. De ontwerpbegroting met toelichting wordt uiterlijk 15 april aan de raden gezonden.

  • 3. De raden kunnen hun reactie op de ontwerpbegroting binnen acht weken aan de penningmeester doen toekomen, die deze bij de ontwerpbegroting aan de penningmeester doen toekomen, die deze bij de ontwerpbegroting voegt.

  • 4. Het gemeenschappelijk orgaan stelt de begroting uiterlijk vast op 1 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting moet gelden. Terstond na de vaststelling zendt het gemeenschappelijk orgaan de begroting in afschrift aan de raden.

  • 5. De begroting wordt onder overlegging van door de raden ingediende bezwaren binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, door het gemeenschappelijk orgaan aan gedeputeerde staten gezonden. Van de inzending doet het gemeenschappelijk orgaan mededeling aan de raden.

  • 6. De raden kunnen na het ontvangst van het bericht van inzending bij gedeputeerde staten bezwaren indienen tegen de begroting.

Artikel 16 Wijziging begroting

Bij wijziging van de begroting is het bepaalde in het voorafgaande artikel niet van toepassing. Tot een wijziging van de begroting kan, op voorstel van het gemeenschappelijk orgaan, worden besloten indien de deelnemers aan de regeling hiermee instemmen.

Artikel 17 Jaarrekening en verantwoording

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan legt jaarlijks voor 15 april aan de raden verantwoording af over het financieel beheer van het afgelopen boekjaar, door toezending van de voorlopig vastgestelde jaarrekening en de daarbij behorende toelichtende bescheiden.

  • 2. Het gemeenschappelijk orgaan zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling ervan, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.

Artikel 18 Ernstige taakverwaarlozing. Functioneren in strijd met de wet

  • 1. Wanneer een raad heeft vastgesteld dat het bestuur van de stichting, voor zover het een school op zijn grondgebied betreft, zijn taak ernstig verwaarloost of in strijd met de wet handelt zoals bedoeld in artikel 48 WPO, stelt de raad het gemeenschappelijk orgaan zo spoedig mogelijk op de hoogte, alsmede van de maatregelen waartoe de raad besloten heeft.

  • 2. Het gemeenschappelijk orgaan kan op verzoek van de raad als bedoeld in het eerste lid voor de uitvoering van de maatregelen zorg dragen. In dat geval is deze regeling ten volle van toepassing. Het gemeenschappelijk orgaan besluit hiertoe met een tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

Artikel 19 Toetreding en uittreding

  • 1. De raad van de gemeente op wier grondgebied de Stichting een school in stand houdt en die wil toetreden tot deze regeling dient hiertoe een verzoek in bij hét gemeenschappelijk orgaan.

    Het gemeenschappelijk orgaan informeert de raden en willigt het verzoek binnen een maand na ontvangst in en stelt de toegetreden raad en de Stichting hiervan in kennis

  • 2. Een raad treedt van rechtswege uit de regeling op het moment dat de Stichting niet langer een school op het grondgebied van die gemeente in stand houdt.

  • 3. Het gemeenschappelijk orgaan regelt, onder goedkeuring van gedeputeerde staten, de financiële gevolgen, alsmede de overige gevolgen van de uittreding.

  • 4. Bij toetreding en uittreding kan, al dan niet op verzoek van de betrokken raad, artikel 11 van de wet worden toegepast

  • 5. Het gemeenschappelijk orgaan zendt een besluit tot toetreding of uittreding ter goedkeuring aan gedeputeerde staten.

Artikel 20 Wijziging van de regeling

  • 1. Wijziging van de regeling is slechts mogelijk indien tweederde van de raden hiermee instemt.

    Wijziging van de overgedragen bevoegdheden als bedoeld in artikel 3 behoeft de instemming van alle raden.

  • 2. Indien het gemeenschappelijk orgaan voorstelt om de regeling te wijzigen, zendt het gemeenschappelijk orgaan dit voorstel aan de raden, die een besluit nemen en dit terstond aan het gemeenschappelijk orgaan mededelen.

  • 3. Indien een of meer raden voorstellen de regeling te wijzigen, zenden zij dit voorstel aan het gemeenschappelijk orgaan, dat dit vervolgens, voorzien van zijn commentaar, binnen drie maanden aan de raden zendt, waarna verder wordt gehandeld als in het voorgaande lid.

  • 4. Het gemeenschappelijk orgaan zendt een wijziging van de regeling ter goedkeuring aan gedeputeerde staten.

  • 5. Het gemeenschappelijk orgaan stelt de raden in kennis van het resultaat van de in dit artikel bedoelde voorstellen en besluiten.

Artikel 21 Opheffing en liquidatie

  • 1. De regeling wordt opgeheven indien de Stichting ophoudt te bestaan dan wel indien de Stichting nog slechts in één gemeente openbare scholen in stand houdt.

  • 2. De regeling kan worden opgeheven indien tweederde deel van de raden hiermee instemmen.

  • 3. Indien de regeling wordt opgeheven, besluit het gemeenschappelijk orgaan tot liquidatie en stelt hiervoor de nodige regels. Hierbij kan het gemeenschappelijk orgaan van de bepalingen van deze regeling afwijken.

  • 4. Het gemeenschappelijk orgaan stelt het liquidatieplan vast, de raden gehoord. Het plan behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten.

  • 5. Het liquiditeitsplan voorziet in de verplichting van de raden tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing en in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Deze gewijzigde regeling treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2. Het gemeentebestuur van de gemeente Binnenmaas draagt zorg voor de toezending en bekendmaking als bedoeld in artikel 26 van de wet.

  • 3. De besturen van de gemeenten dragen er zorg voor dat de opname in het gemeentelijk register als bedoeld in artikel 27 van de wet plaatsvindt binnen 14 dagen na inwerkingtreding.

Artikel 23 Archief

Het gemeenschappelijk orgaan draagt met inachtneming van de Archiefwet 1995 zorg voor de archiefbescheiden.

Artikel 24 Overgangs- en slotbepalingen

In alle zaken de gemeenschappelijke regeling betreffend waarin de regeling niet voorziet, beslist het gemeenschappelijk orgaan.

Deze regeling kan worden aangehaald als Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Primair Onderwijs Hoeksche Waard.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Strijen in zijn openbare vergadering, gehouden op 29 november 2011

de griffier, de voorzitter,

M.A. Bourdrez Huub A. van der Meer