Nota lokale heffingen Ten Boer 2010

Inhoudgave

Inleiding

Algemeen

Samenstelling pakket gemeentelijke belastingen

• -

  Onroerende zaakbelasting

• -

  Hondenbelasting

• -

  Afvalstoffenheffing

• -

  Rioolheffing

• -

  Begraafrechten

• -

  Leges

• -

  Marktgelden

• -

  Brandweerrechten

Belastingen die niet door de gemeente Ten Boer worden geheven

Samenvatting voorstellen

Meerjarenoverzicht opbrengsten belastingen en rechten

INLEIDING

In 2004 is door de raad de nota Lokale Heffingen 2004 vastgesteld. In het kader van de rijksbezuinigingen die op ons afkomen is het wenselijk om opnieuw inzichtelijk te maken hoe het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen er thans uitziet, hoe het zit met de kostendekkendheid, hoe de gemeente Ten Boer “scoort” met betrekking tot de belastingen en heffingen ten opzichte van omliggende gemeenten en of er mogelijkheden zijn om nieuwe belastingen/heffingen in te voeren.

Op basis van deze nota kan de raad voor de komende jaren keuzes maken.

De nota lokale heffingen behandelt:

• -

  de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen;

• -

  de kostendekkendheid van de heffingen;

• -

  de druk van de lokale belastingen en heffingen ten opzichte van omliggende gemeenten.

• -

  mogelijkheden tot uitbreiding gemeentelijke belastingen en heffingen;

In de volgende hoofdstukken zal het bovenstaande aan de orde komen en voor zover vantoepassing worden voorzien van een beslispunt.

Algemeen

Gemeentelijke belastingheffing: vrijheid in gebondenheid

Het gemeentelijke belastinggebied is begrensd. De wettelijke regelingen, waarin is bepaaldwelke belastingen en rechten de gemeenten mogen heffen, schrijven bij enkeleheffingsmogelijkheden tot in detail voor hoe de gemeenten die heffingen moeten inrichten. Het bedrag van een gemeentelijke heffing mag niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, winst of vermogen en het is verboden om met rechten winst te maken (niet meer dan 100% kostendekking). Met andere woorden: gemeenten mogen niet aan inkomenspolitiek doen.

Bevoegdheden

De Grondwet schrijft voor dat belastingen alleen maar geheven kunnen worden uit kracht van een wet. Zo mag er geen kattenbelasting worden ingevoerd omdat de wettelijke mogelijkheid daarvoor niet bestaat.

In de Gemeentewet is vastgelegd welke belastingen door de gemeente kunnen worden geheven. Het is de gemeenteraad die, op grond van artikel 216 e.v. van deGemeentewet, besluit tot invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting door het vaststellen van een belastingverordening. De raad heeft de mogelijkheid om haar

bevoegdheid inzake het vaststellen van verordeningen van een aantal belastingen, waar onder parkeerbelastingen, precariobelasting en rechten, over te dragen aan het college.De uitvoering van de (belasting)verordeningen is een taak van het college.

Belastingsoorten en heffingen

Binnen het gemeentelijk belastinggebied wordt onderscheid gemaakt in belastingen en rechten.

Belastingen

Belastingen zijn bijdragen in de algemene middelen van de gemeente. Degene die belasting betaalt kan geen aanspraak maken op een individueel aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Voor de tarieven van de belastingen zijn geen beperkingen opgenomen. Voorbeelden van belastingen zijn: onroerende-zaakbelastingen, forensenbelasting, toeristenbelasting en hondenbelasting.

Rechten

Rechten worden geheven ter dekking van de kosten van dienstverlening door de gemeente. In de wet is bepaald dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan nodig om 100% van de kosten te dekken. Dit dekkingspercentage wordt aan de hand van de begroting bepaald. Voorbeelden van rechten zijn de rioolheffing en de leges voor verschillende diensten.

De gemeente Ten Boer int de onderstaande belastingen en heffingen.

De geraamde opbrengst 2010 is in het overzicht opgenomen.

SAMENSTELLING PAKKET GEMEENTELIJKE

BELASTINGEN

In dit hoofdstuk worden de afzonderlijke belastingen en heffingen besproken die door de gemeente Ten Boer worden geïnd. Indien van toepassing worden er voorstellen gedaan.

Onroerende-zaakbelastingen

Op basis van de artikelen 220 van de Gemeentewet worden de onroerende-zaakbelastingen geheven. Uit dit artikel blijkt dat er twee onroerende-zaakbelastingen zijn, een belasting van de gebruikers en een belasting van de eigenaren van onroerend goed. De gebruikersbelasting wordt alleen geheven van niet-woningen. In de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) is opgenomen wanneer een object als een onroerende zaak wordt aangemerkt. In deze wet is ook bepaald hoe de heffingsmaatstaf (waarde) moet worden vastgesteld. Verder is bepaald welke onroerende goederen zijn vrijgesteld voor deze belasting.

Belastingplicht

De onroerende-zaakbelastingen worden geheven van degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar en/of gebruiker is van een onroerende zaak. Eigenaar moet hier worden gelezen als genothebbende krachtens zakelijk recht, zo wordt de 'eigenarenbelasting' bijvoorbeeld ook geheven van degene die het vruchtgebruik heeft.

Heffingsgrondslag

De heffingsgrondslag voor de onroerende-zaakbelasting is de WOZ-waarde. In de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) zijn regels opgenomen voor het waarderen van onroerende zaken. Deze waarde wordt door de gemeente vastgesteld.

Vrijstellingen

De OZB kan worden geheven over alle onroerende zaken op een aantal verplichte vrijstellingen (punt 1 en 2) en eventueel facultatieve vrijstellingen (punt 3) na. Deze uitzonderingen zijn:

• 1.

  De objecten die in het kader van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten zijn vrijgesteld. Het gaat hier bijvoorbeeld om openbare wegen en bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond. Voor deze objecten hoeft geen WOZ-waarde te worden bepaald.

• 2.

  De objecten die volgens artikel 220d van de Gemeentewet worden vrijgesteld. Van deze objecten, bijvoorbeeld kerken, moet wel een waarde worden bepaald als deze van belang is voor de afnemers van de taxatiegegevens (het Waterschap en de Belastingdienst).

• 3.

  De objecten die in de gemeentelijke belastingverordening worden vrijgesteld. Het gaat hier bijvoorbeeld om de gemeentelijke eigendommen en bepaalde ongebouwde eigendommen. Deze objecten moeten altijd getaxeerd worden omdat de waarde van belang is bij de berekening van de belastingcapaciteit van de gemeente.

Rekentarief

Tot en met belastingjaar 2008 gold een tarief per eenheden van € 2.500,- WOZ-waarde van de onroerende zaken. Door wetwijziging wordt de OZB met ingang van 2009 als percentage van de WOZ-waarde berekend. Deze WOZ-waarde staat vermeld op het aanslagbiljet van de gemeentelijke heffingen. De waarde van de onroerende zaken werd tot 2005 eenmaal per vier jaren vastgesteld. Vanaf 2005 werd dat eenmaal per twee jaren gedaan en vanaf 2007 moeten gemeenten de WOZ-waarde jaarlijks vaststellen. Met ingang van 2008 is de periode tussen peildatum en aanvang van het tijdvak (wettelijk) verkort naar een jaar. Dit betekent dat de aanslag onroerende-zaakbelasting 2010 wordt berekend op basis van de waarde van het onroerendegoed op 1-1-2009.

Het rekentarief 2010 is

• -

  eigenarenbelasting woningen: 0,121% van de waarde

• -

  eigenarenbelasting niet-woningen 0,216% van de waarde

• -

  gebruikersbelasting niet-woningen 0,157% van de waarde

Opbrengst OZB 2010

De raming opbrengst OZB 2010 is:

• -

  OZB: eigenaren woningen € 671.394,00

• -

  OZB: eigenaren niet-woningen € 217.823,00

• -

  OZB: gebruikers niet-woningen € 128.845,00

Totaal € 1.018.062,00

Deze opbrengst is gebaseerd op de ramingen 2009 + 0,5% prijsstijgingen.

Het rijk hanteert een minimumnorm om in aanmerking te komen voor een aanvullende bijdrage artikel 12 gemeentefonds. Deze norm kan als indicatie worden gebruikt voor een mogelijke minimale opbrengst. De norm voor Ten Boer komt uit op afgerond € 885.000,00 minimaal te heffen OZB. De gemeente zit ruim boven deze norm.

Belastingdruk OZB

Uit het belastingdrukoverzicht zoals opgenomen in het jaarverslag 2010 van de provincie Groningen blijkt dat bij een woning met een WOZ-waarde van € 225.000,00 door een eigenaar uit Ten Boer een OZB van € 272,00 dient te worden betaald. Het totale belastingpakket voor deze woning geeft een last van € 782,00. De duurste gemeente komt voor dezelfde woning uit op € 873,00. Een verschil van € 91,00.In procenten een verschil van bijna 12%.

Indien Ten Boer niet de duurste gemeente van de provincie Groningen wil worden voor wat betreft de belastingdruk dan is een verhoging van 12% van de OZB het maximaal haalbare.

Inmiddels heeft het Coelo informatie beschikbaar over de belastingdruk 2010 bij de grotere gemeenten. Er is gekeken naar de belastingdruk voor woningeigenaren waarbij uitgegaan wordt van de gemiddelde waarde van woningen. De gemiddelde aanslag voor de OZB 2010 komt voor de 37 gemeenten uit op € 213,00. De laagste op € 130,00 en de hoogste op

€ 377,00.

Als we uitgaan van een gemiddelde waarde van woningen in Ten Boer van

€ 175.000,00 (Groningen heeft een gemiddelde waarde van € 178.770,00) dan komt de aanslag OZB in Ten Boer voor de eigenaar van de woning gemiddeld uit op € 212,00. Daarmee zitten we op het landelijk gemiddelde

Voorstel

Voorstel is om in 5 stappen de OZB extra (dus bovenop de normale verhoging voor prijstsijgingen) te verhogen met 10%. Dit is een extra verhoging van 2% per jaar en geeft jaarlijks een meeropbrengst van afgerond € 20.000,00. In totaal € 100.000,00 in 2015.

Hondenbelasting

Artikel 226 van de Gemeentewet geeft de mogelijkheid om een directe belasting te heffen op honden die binnen de gemeente worden gehouden. De hondenbelasting wordt geheven van de houder van de hond. De maatstaf van heffing is het aantal honden. Het is hierbij mogelijk een progressief tarief te hanteren.

Hondenbelasting in Ten Boer

Het houden van een hond is belast.

Binnen de gemeente zijn ongeveer 600 honden geregistreerd. Dit aantal is al een aantal jaren stabiel. Controle op het wel of niet geregistreerd zijn van honden vindt met enige regelmaat plaats.

Tarieven

Het tarief hondenbelasting 2010 bedraagt:

• -

  voor de 1e hond € 49,50

• -

  voor elke extra hond € 99,00

• -

  voor een kennel € 148,50

De omliggende gemeenten hanteren voor 2010 de volgende tarieven:

Het tarief van Ten Boer is ten opzichte van omliggende gemeenten aan de lage kant. Ook t.o.v. het landelijk gemiddelde van € 56,70 in 2009.

Opbrengst

In de begroting 2010 is een opbrengst van € 40.800,00 geraamd.

Een verhoging van het tarief tot het landelijk gemiddelde betekent een verhoging van 15%. Dit geeft ongeveer een meeropbrengst van afgerond € 6.000,00 per jaar.

Overwogen kan worden om boven op dit landelijk tarief een extra verhoging door te voeren van bijvoorbeeld 10% zodat er uiteindelijk een meeropbrengst komt van € 10.000,00.

Voorstellen

• -

  in 2011 een verhoging doorvoeren van 15%, dit geeft een meeropbrengst van € 6.000,00;

• -

  vanaf 2012 jaarlijks gedurende 5 jaar 2% extra verhogen;

• -

  naast bovenstaande verhogingen jaarlijkse de normale prijsstijgingen meenemen in de tarieven;

• -

  ten aanzien van het voornemen van de raad om de hondenbelasting af te schaffen wordt voorgesteld om, gelet op de financiële tekorten die er zijn, van dit voornemen af te stappen.

Afvalstoffenheffing

De wettelijke basis voor deze heffing is gelegen in de Wet milieubeheer (art 15.33). De afvalstoffenheffing wordt geheven voor verhaal van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen (groen en grijs). Belastingplichtig is degene die feitelijk gebruik maakt van een perceel, waarvoor de verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval geldt.

Afvalstoffenheffing in Ten Boer

De opbrengst van deze heffing dekt voor 100% de kosten. Op grond van de Wet milieubeheer mag de btw hierbij worden meegenomen als kostenpost, zelfs als deze btw gecompenseerd kan worden uit het btw-compensatiefonds. In de opbrengst nemen wij de volledige BTW mee.

De afvalstoffenheffing 2010 is berekend op basis van de door de raad vastgestelde nota “Naar een betere afvalscheiding”.

Bij de opstelling van de begroting 2011 wordt onderzocht of de kostentoerekening volledig is.

Tarieven 2010

De verschillende tarieven staan opgenomen in de tarieventabel behorende bij de door de raad in december 2009 vastgestelde verordening afvalstoffenheffing.

Het tarief bestaat voor 2010 uit een vast bedrag per woning van € 119,78.

Voor de grijze en de groene container wordt een apart tarief in rekening gebracht afhankelijk van de inhoud van de containers (140 of 240 liter).

Belastingdruk afvalstoffenheffing

Het gemiddelde tarief is door de provincie in het overzicht belastingdruk per gemeente 2010 per woning voor Ten Boer bepaald op € 264,00. Het hoogste tarief geldt voor de gemeente Groningen met € 352,00.

Met een tarief van € 264,00 scoort Ten Boer gemiddeld in het overzicht Groninger gemeenten voor wat betreft de afvalstoffenheffing.

Beleid

Beleid is om het tarief afvalstoffenheffing zo laag mogelijk te houden door beheersing van de kosten.

De kosten worden voor 100% doorberekend in het tarief.

De te compenseren BTW wordt in het tarief doorberekend.

Voorstellen

• -

  bestaande beleid continueren;

• -

  bij de opstelling van de begroting 2011 de kostentoerekening herzien en meenemen in de tariefvoorstellen 2011.

Rioolheffing

Tot en met 2008 zijn de kosten van het gemeentelijk rioolstelsel verrekend met de eigenaren van percelen door middel van een rioolrecht. Door de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van de gemeentelijke watertaken is met ingang van 2009 het rioolrecht omgezet in een rioolheffing. Evenals de rioolrechten is de rioolheffing een vastrecht dat in rekening gebracht wordt aan de eigenaren van panden die zijn aangesloten op de riolering. Op grond van deze wet is de zorgplicht van de gemeente uitgebreid met de volgende taken:

• -

  een zorgplicht m.b.t. afvloeiend hemelwater;

• -

  een zorgplicht voor het in het openbaar gebied treffen van maatregelen teneinde structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voorzover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort.

In het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is nog geen rekening gehouden met de nieuwe zorgplicht. Verwacht wordt dat eind 2010 een nieuw GRP kan worden aangeboden aan de raad waarin de nieuwe zorgplicht wel is verwerkt.

Rioolheffing in Ten Boer

De opbrengst van deze heffing dekt voor 100% de kosten. Op grond van de Wet milieubeheer mag de BTW hierbij worden meegenomen als kostenpost, zelfs als deze BTW gecompenseerd kan worden uit het btw-compensatiefonds. In de opbrengst nemen wij de volledige BTW mee. De laatste stap daartoe heeft in het tarief 2010 plaatsgevonden.

De rioolheffing 2010 is berekend op basis van het door de raad vastgestelde GRP en de exploitatiekosten van het rioolstelsel.

Bij de opstelling van de begroting 2011 wordt onderzocht of de kostentoerekening volledig is.

B elastingplichtige

Zowel de eigenaar als de gebruiker kunnen afzonderlijk in de heffing worden betrokken. De

mogelijkheid is aanwezig om te heffen van:

• -

  de gebruiker

• -

  de eigenaar

• -

  de gebruiker en de eigenaar

Nu wordt de rioolheffing van de eigenaar geheven.

Als we voortaan ook rioolheffing zouden gaan innen van de gebruiker (huurders), dan zou de

belastingdruk voor deze groep gaan toenemen. Dit is naar onze mening geen gewensteontwikkeling. Derhalve stellen wij u voor om het huidige beleid, de belastingplichtige is deeigenaar, te handhaven.

Voorgesteld wordt om het tot nu toe gehanteerde beleid te blijven handhaven: de eigenaar is belastingplichtige.

Tarie f 2010

Het tarief rioolheffing 2010 bedraagt € 245,97.

Het tarief is opgebouwd uit een deel voor dekking van het dagelijks onderhoud van het rioolstelsel (€ 85,23) en een deel voor dekking kosten GRP (€ 160,74). Overschotten of tekorten op het GRP-deel komen ten gunste of ten laste van de voorziening (reserve) GRP waarbij het totaal op langere termijn kostendekkend dient te zijn.

Belastingdruk rioolheffing

Het tarief rioolheffing 2010 bedraagt € 245,97. In het overzicht belastingdruk per gemeente 2010 van de provincie varieert het tarief rioolheffing van € 128,00 (gemeente Groningen) tot € 307,00 (gemeente Vlagtwedde) per aansluiting.

Met een tarief van € 245,97 scoort Ten Boer bovengemiddeld in het overzicht Groninger gemeenten voor wat betreft de rioolheffing.

Beleid

Beleid is om het tarief rioolheffing zo laag mogelijk te houden door beheersing van de kosten.

De kosten worden voor 100% doorberekend in het tarief.

De te compenseren BTW wordt in het tarief doorberekend.

Voorstellen

• -

  bestaande beleid continueren;

• -

  bij de opstelling van de begroting 2011 de kostentoerekening herzien en meenemen in de tariefvoorstellen 2011 en daarbij de gevolgen van het nieuwe GRP meenemen;

• -

  de eigenaar blijft belastingplichtig.

Begraafrechten

Overeenkomstig de bepalingen van de verordening lijkbezorgingsrechten worden rechten geheven voor het gebruik van het begraafpark Ten Boer voor het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen, alsmede voor het in verband hiermee van gemeentewege verlenen van diensten.De bedoelde rechten worden geheven van de rechthebbende op de grafruimte of van degene, die de genoemde bevoegdheden en/of diensten aanvraagt, dan wel van degene die van deze bevoegdheden en/of diensten gebruik maakt.

Tarieven

De huur voor een enkel graf voor een periode van 30 jaar bedraagt € 2.466,00. Voor de diensten van de gemeente voor het begraven wordt een tarief in rekening gebracht van € 557,00. Voor 2 graven boven elkaar bedraagt de huur € 3.330,00.

Voor een urnengraf voor een periode van 30 jaar bedraagt de huur ook € 2.466,00.

De verordening bevat voor andere diensten nog diverse tarieven.

Kostendekking

In de begroting 2010 bedragen de exploitatiekosten voor het begraafpark € 153.600,00.

Voor begraafrechten wordt een opbrengst geraamd van € 31.000,00. Het dekkingspercentage komt daarmee uit op 20%.

De raming opbrengst begraafrechten is de laatste jaren verlaagd van € 80.000,00 in 2007 naar € 31.000,00 in 2010. Bij de totstandkoming van het park is gerekend met het begraven van ca 25 personen per jaar. Het feitelijk aantal begravingen is veel lager.

• -

  opbrengst begraafrechten 2007 € 16.938,00

• -

  opbrengst begraafrechten 2008 € 11.011,00

• -

  opbrengst begraafrechten 2009 € 44.738,00

Tot en met mei 2010 is een bedrag van € 13.338,00 ontvangen.

Tarieven Ten Boer ten opzichte van andere begraafplaatsen

Een vergelijking vindt plaats voor de huur van een enkel graf en de kosten van het begraven.

Uit bovenstaande overzicht kan de conclusie worden getrokken dat het tarief voor het begraafpark fors kan worden genoemd.

Voorstel

Tarieven voor het begraafpark niet meer dan trendmatig verhogen de komende jaren.

Leges

Leges worden geheven voor het door de gemeente verlenen van diensten. De naam leges komt als zodanig niet in de Gemeentewet voor, in artikel 229 is sprake van rechten voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Leges worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie een dienst wordt verricht. De heffingsmaatstaf is afhankelijk van de soort dienst en wordt duidelijk uit de tarieventabel. Naast de heffingsmaatstaf staat ook het bijbehorende tarief in deze tabel. Voor een aantal diensten, bijvoorbeeld paspoorten, rijbewijzen en uittreksels burgerlijke stand geldt een wettelijk maximum tarief.

Leges in Ten Boer

De algemene bepalingen met betrekking tot de legesheffing zijn in de legesverordening opgenomen, de meer specifieke bepalingen staan vermeld in de tarieventabel. Deze tabel wordt in ieder geval jaarlijks aangepast. Tussentijdse aanpassing is altijd mogelijk.

De leges zijn de laatste jaren aangepast met het inflatiepercentage. Daar waar maximumtarieven bij wet zijn bepaald is het tarief op dit wettelijk maximum vastgesteld

Een integraal onderzoek naar de kostendekkendheid van de leges heeft de laatste jaren niet plaatsgevonden.

De Hoge Raad heeft uitgesproken dat, wanneer er geen gebreken kleven aan de kostendekkendheid van de legesverordening in zijn geheel, het niet meer relevant is of op een onderdeel, bijvoorbeeld de bouwleges, de geraamde baten de geraamde lasten overschrijden. Een punt van aandacht is hierbij of de heffing niet disproportioneel is. Het gaat concreet om een beoordeling of het te betalen bedrag in verhouding is tot de geleverde dienstverlening.

In opdracht van het ministerie van BZK is in juli 2007 de Handreiking kostentoerekening leges en tarieven uitgebracht. Overwogen kan worden om in vervolg op deze nota een notitie op te stellen waarin de uitgangspunten rondom kostentoerekening en kostendekkendheid binnen Ten Boer worden vastgelegd. In het kader van de opstelling van deze notitie is alleen een vergelijking gemaakt tussen tarieven die door omliggende gemeenten worden gehanteerd.

Onder de leges vallen:

• -

  leges burgerlijke stand;

• -

  leges rijbewijzen en reisdocumenten;

• -

  leges bouwvergunningen;

• -

  leges overige.

Vergelijking met andere gemeenten

Uit het vergelijkendonderzoek dat is verricht naar tarieven andere gemeenten naar tarieven burgerlijke stand en rijbewijzen en reisdocumenten wordt de conclusie getrokken dat de tarieven Ten Boer in de pas lopen m.u.v. het tarief dat wij in rekening brengen voor het voltrekken van een huwelijk. Hier ligt het tarief gemiddeld € 50,00 te laag. Aanpassing van het tarief met € 50,00 geeft een meeropbrengst van € 2.500,00.

Het vergelijkend onderzoek naar tarieven bouwleges geeft het volgende beeld.

Conclusie: de bouwleges Ten Boer liggen ongeveer op het gemiddelde van omliggende gemeenten.

Overwogen kan worden om het tarief te verhogen met 10%. Dit geeft op basis van de bijgestelde raming 2010 (€ 140.000,00) een meeropbrengst van € 14.000,00.

Voorstellen

• -

  tarief huwelijken met € 50,00 verhogen (meeropbrengst € 2.500,00);

• -

  overwegen om tarief leges bouwvergunningen (omgevingsvergunningen) met 10% te verhogen (meeropbrengst € 14.000). Verhoging kan in stappen plaatsvinden;

• -

  t.z.t. nader onderzoek naar kostendekkenheid waarbij de systematiek kostendekkendheid Groningen wordt gevolgd.

Marktgelden

Marktgelden worden geheven voor het innemen van een standplaats op de wekelijkse markt op het Koopmansplein. De kosten die de gemeente maakt voor het in stand houden van de markten worden zo verhaald.

Marktgelden in Ten Boer

De tarieven zijn voor de warenmarkt afhankelijk van de lengte van de standplaats. Het tarief bedraagt € 3,00 per meter per marktdag of bij een abonnement € 10,15 per meter per kwartaal.

In de begroting is een bedrag van € 6.000,00 opgenomen aan te ontvangen marktgelden. Daarmee worden de kosten voor 100% gedekt.

Voorstel

Tarief jaarlijks niet meer dan trendmatig te verhogen.

Brandweerrechten

In arikel 1 van de verordening brandweerrechten is het volgende bepaald:

1 Onder de naam ‘Brandweerrechten’ worden geheven:

a rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

b rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

2 Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

a het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

b het beperken van brandgevaar;

c het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

d al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;

e het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

f de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.

Brandweerrechten in Ten Boer

In de begroting is geen raming opgenomen aan opbrengsten brandweerrechten. In de praktijk komt het nauwelijks voor dat rechten bij derden in rekening moeten worden gebracht voor verleende diensten. Door het hebben van een verordening kan in voorkomende gevallen een aanslag worden opgelegd.

Voorstel

Tarief jaarlijks niet meer dan trendmatig te verhogen.

Belastingen die niet door de gemeente Ten Boer wordt geheven

In de gemeente Ten Boer zijn geen verordeningen vastgesteld voor precariobelasting, parkeerbelasting, baatbelasting, reclamebelasting, roerende-goedbelasting en forensen- en toeristenbelasting.

Hieronder wordt in het kort aangegeven wat deze belastingen inhouden.

Precariobelasting

Precariobelasting kan worden geheven voor voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden gehouden. Deze voorwerpen kunnen variëren van kabels en leidingen (onder) tot bouwmaterialen (op) en zonneschermen (boven). Belastingplichtige is degene die eigenaar of gebruiker is van de voorwerpen. De heffingsmaatstaf is niet voorgeschreven. In de praktijk wordt veelal gewerkt met de oppervlakte of de lengte van het voorwerp, dan wel met vaste bedragen of bedragen per tijdseenheid of een combinatie van deze.

Waarom (nog) niet ingevoerd in Ten Boer

Voor de precariorechten geldt dat de perceptiekosten (kosten van uitvoering) hoog oplopen in verhouding tot de opbrengst. Voor de precariorechten geldt daarnaast dat een wetswijziging wordt voorzien waarin de mogelijkheden tot heffen, in het bijzonder voor het hebben van ondergrondse kabels en leidingen, worden beperkt of uitgesloten.

Parkeerbelasting

In het kader van parkeerregulering kan parkeerbelasting worden geheven voor het parkeren van een motorvoertuig (parkeerbelasting, parkeermeter) en voor een abonnement of vergunning op een daartoe aangewezen plaats (parkeervergunningbelasting). Belastingplichtig is degene die het voertuig heeft geparkeerd. De gemeenten mogen de opbrengst van de parkeerbelasting vrij besteden.

Waarom (nog) niet ingevoerd in Ten Boer

Parkeerregulering is in de gemeente Ten Boer niet noodzakelijk. Daarnaast willen we hetaantrekkelijk houden om te winkelen binnen de gemeentegrenzen van Ten Boer. Daarnaast zullen de perceptiekosten in relatie tot de opbrengsten hoog zijn.

Baatbelasting

De gemeente heeft de mogelijkheid tot het heffen van een baatbelasting, wanneer onroerende zaken door het tot stand brengen van voorzieningen zijn gebaat. De belasting heeft tot doel de kosten die een gemeente heeft gemaakt voor voorzieningen, te verhalen op degenen die er mee gebaat zijn. De belasting wordt geheven van de eigenaar van de baat hebbende onroerende zaak. De baatbelasting is een bestemmingsheffing, wat inhoudt, dat met de opbrengst ervan de kosten van bepaalde voorzieningen worden gedekt.Sommige gemeenten proberen eerst om via de privaatrechtelijke weg, door middel van eenovereenkomst met de ‘gebaten’, om kosten van voorzieningen te verhalen. De kosten mogenvoor maximaal 100% worden verhaald. Pas als dat niet lukt, benut een gemeente het fiscale

instrument. Er kan geen baatbelasting worden geheven voor voorzieningen die niet in deopenbare grond worden getroffen, maar bijvoorbeeld op grond die in particuliere handen is en niet openbaar toegankelijk. Verder mag een gemeente geen baatbelasting heffen om kosten van achterstallig onderhoud te dekken. Mogelijkheden om baatbelasting te heffen zijn onder andere de aanleg van een riolering in het buitengebied, de herinrichting van een centrumgebied of winkelcentrum, de aanleg van wegen of groenvoorzieningen.

Waarom (nog) niet ingevoerd in Ten Boer

Het instrument van baatbelasting is in het verleden wel gehanteerd door de gemeente. Inmiddels is de verordening vervallen (looptijd van 30 jaar verstreken). Het invoeren van een baatbelasting is lastig omdat aangetoond moet worden wie in hoeverre gebaat zijn bij de voorzieningen.

De minister van BZK is zich er van bewust dat de baatbelasting een complex instrument is. Er ligt daarom ook een wetsvoorstel in de Kamer voor een alternatief: bedrijfsgerichte gebiedsverbetering (BGV).

Volgens dit voorstel kunnen gemeenten op initiatief van de ondernemers een heffing instellenom een bepaald gebied te verbeteren. De minister van BZK verwacht dat dit wetsvoorstelvoorziet in een behoefte onder ondernemers om samen met de gemeente de omgeving van hun bedrijf aan te pakken.

Reclamebelasting

Onder de naam reclamebelasting kan in Nederland door de gemeente een belasting wordengeheven. De belasting wordt geheven op openbare aankondigingen, die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, zoals billboards, lichtbakken en reclamebiljetten. Dat slechts is vereist, dat de reclame zichtbaar is van de openbare weg, brengt mee dat de belasting zowel is verschuldigd bij reclamevoorwerpen boven gemeentegrond als reclamevoorwerpen boven particuliere grond.Daarin verschilt de reclamebelasting van de zogenaamde precariobelasting.

Deze belasting kan gezien worden als een aanvulling op de precariobelasting. Zo kan eenlichtbak die achter een etalageruit hangt, alleen worden belast met reclamebelasting. Wanneer de lichtbak aan een gevel boven gemeentegrond hangt, kan er ook precariobelasting worden geheven. Vaak wordt gewezen op het profijtkarakter van de reclamebelasting en het regelende effect ervan, zoals het terugdringen van storende of ontsierende aankondigingen.

Waarom (nog) niet ingevoerd in Ten Boer

De perceptiekosten bij invoering en handhaving reclamebelasting zullen behoorlijk hoog zijn. Er moet fysiek gecontroleerd en geregistreerd worden door de ambtenaren. Deze controle vergt de nodige uren en daarmee kosten waardoor het voor de gemeente niet wenselijk is om reclamebelasting in te voeren.De gemeente Appingedam heeft m.i.v. 2010 reclamebelasting ingevoerd. Dit in samenwerking met de Stichting Promotie Activiteiten Appingedam (SPAA). In deze stichting zitten o.a. de ondernemersverenigingen. De opbrengst van de reclamebelasting gaat naar de stichting. De stichting zet de middelen o.a. in voor professionele marketing. Overwogen kan worden om voor Ten Boer ook een dergelijke constructie op te zetten.

Roerendegoedbelasting

Gemeenten kunnen een belasting heffen over woon- en bedrijfsruimten die niet onroerend zijn. Deze belasting kan plaats vinden over roerende woon- en bedrijfsruimten die duurzaam aan een plaats gebonden zijn en dienen voor permanente bewoning of gebruik. Slechts een beperkt aantal gemeenten heeft deze belasting ingevoerd. Zoals bij de onroerende-zaakbelasting is bij deze belasting het gebruik van woonruimten ook van heffing uitgesloten. Voor wat betreft de belastingplichtige en de heffingsmaatstaf gelden dezelfde regels als bij de OZB. Als een gemeente deze belasting invoert geldt de eis dat de tarieven gelijk moeten zijn aan die van de OZB. De belasting van roerende woon- en bedrijfsruimten kan geheven worden van bijvoorbeeld caravans die niet onder de WOZ vallen en woonboten.

Waarom (nog) niet ingevoerd in Ten Boer

Invoering van de belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten leidt tot een aanzienlijke toename van de werkzaamheden en een relatief geringe meeropbrengst. Ook bestaat de indruk dan er maar weinig roerende zaken zijn die onder deze belasting zullen vallen. Om deze reden wordt de invoering van deze belasting niet overwogen.

Forensen- en Toeristenbelasting

Forensenbelasting kan worden geheven van natuurlijke personen die niet in de gemeente wonen, maar er wel meer dan 90 keer per jaar nachtverblijf houden of die daar meer dan 90 dagen per jaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Het gaat hierbij met name om eigenaren van recreatiewoningen en stacaravans.

De toeristenbelasting kan worden geheven voor het houden van verblijf binnen de gemeente door personen die niet woonachtig zijn in de gemeente. Hieronder vallen o.a. overnachtingen in hotels, pensions, vakantiehuisjes, stacaravans en tenten. Zakelijke overnachtingen vallen ook onder de toeristenbelasting.

Waarom (nog) niet ingevoerd in Ten Boer

Invoering van de belasting vraagt veel kosten en verwacht wordt dat de opbrengsten gering zullen zijn.

Samenvatting voorstellen

Onroerende-zaakbelastingen

Voorstel is om in 5 stappen de OZB extra (dus bovenop de normale verhoging voor prijstsijgingen) te verhogen met 10%. Dit is een extra verhoging van 2% per jaar en geeft jaarlijks een meeropbrengst van afgerond € 20.000,00. In totaal € 100.000,00 in 2015.

Hondenbelasting

• -

  in 2011 een verhoging doorvoeren van 15%, dit geeft een meeropbrengst van € 6.000,00;

• -

  vanaf 2012 jaarlijks gedurende 5 jaar 2% extra verhogen;

• -

  naast bovenstaande verhogingen jaarlijkse de normale prijsstijgingen meenemen in de tarieven;

Afvalstoffenheffing

• -

  bestaande beleid continueren;

• -

  bij de opstelling van de begroting 2011 de kostentoerekening herzien en meenemen in de tariefvoorstellen 2011.

Rioolheffing

• -

  bestaande beleid continueren;

• -

  bij de opstelling van de begroting 2011 de kostentoerekening herzien en meenemen in de tariefvoorstellen 2011 en daarbij de gevolgen van het nieuwe GRP meenemen;

• -

  de eigenaar blijft belastingplichtig.

Begraafrechten

Tarieven voor het begraafpark niet meer dan trendmatig verhogen de komende jaren.

Leges

• -

  tarief huwelijken met € 50,00 verhogen (meeropbrengst € 2.500,00);

• -

  overwegen om tarief leges bouwvergunningen (omgevingsvergunningen) met 10% te

verhogen (meeropbrengst € 14.000). Verhoging kan in stappen plaatsvinden;

- t.z.t. nader onderzoek naar kostendekkendheid waarbij de systematiek kostendekkendheid

Groningen wordt gevolgd.

Marktgelden

Tarief jaarlijks niet meer dan trendmatig te verhogen.

Brandweerrechten

Tarief jaarlijks niet meer dan trendmatig te verhogen.

Invoering nieuwe belastingen

Niet overgaan tot invoering nieuwe belastingen m.u.v. reclamebelasting. Voor reclamebelasting onderzoek dan naar mogelijkehden invoer conform constructie Appingedam.

Meerjarenoverzicht opbrengsten belastingen en rechten

Verwerking van de voorstellen in de tarieven geeft de volgende opbrengsten tot en met 2015.

Uitgangspunten in bovenstaand overzicht:

• -

  OZB: jaarlijks + € 20.000,00 verhoging;

• -

  Hondenbelasting: 2011 + € 6.000,00 daarna jaarlijks 2% extra;

• -

  Leges: 2011 + € 2.500,00 voor huwelijken en bouwleges € 2.800,00 daarna jaarlijks € 2.800,00 voor leges bouwvergunningen.