Regeling vervallen per 01-01-2021

BELEIDSREGEL BIJSTAND VOOR DUURZAME GOEDEREN PARTICIPATIEWET

Geldend van 14-11-2016 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2015

Intitulé

BELEIDSREGEL BIJSTAND VOOR DUURZAME GOEDEREN PARTICIPATIEWET

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE TEN BOER,

Gelet op artikel 35 Participatiewet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

overwegende,

  • 1.

    dat de kosten van de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen behoren tot de incidentele algemene kosten van het bestaan, die uit het periodieke inkomen moeten worden voldaan door daarvoor te reserveren of een lening af te sluiten;

  • 2.

    dat personen die langdurig van een inkomen op minimumniveau moeten rondkomen, vaak moeite hebben met het reserveren of lenen voor de kosten van de aanschaf of het vervangen van duurzame gebruiksgoederen;

  • 3.

    dat het college deze doelgroep de mogelijkheid wil bieden de meest noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen aan te schaffen; 

BESLUITEN:

 de “Beleidsregel bijstand voor duurzame goederen Participatiewet” vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    a. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ten Boer;

    b. belanghebbende: een persoon als bedoeld in artikel 2;

    c. wet: Participatiewet;

    d. referteperiode: ononderbroken periode van 36 maanden voorafgaand aan de aanvraagdatum;

    e. inkomen: inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet en de algemene bijstand;

    f. bijstandsnorm: de op grond van paragraaf 3.2 en 3.3 van de wet van toepassing zijnde bijstandsnorm (+ verhoging – verlaging, inclusief vakantietoeslag), met uitzondering van artikel 22a;

    g. gezin: alleenstaande ouder met zijn minderjarige kinderen, gehuwden en gehuwden met hun minderjarige kinderen, die in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben;

    h. zelfstandig huishouden: huishouden waarbij belanghebbende de woonlasten van door hemzelf bewoonde woonruimte betaalt, waarbij onder woonruimte niet wordt verstaan een instelling voor verpleging of verzorging;

    i. computer met toebehoren: computer met beeldscherm, toetsenbord en muis of laptop;

    j. algemene beleidsregels: Beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004.

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze beleidsregel gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Deze beleidsregel geldt voor personen van 21 jaar en ouder die gedurende de referteperiode en op de datum van aanvraag een zelfstandig huishouden voeren en een netto-inkomen inclusief vakantietoeslag hebben dat niet hoger is dan 110 procent van de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet hebben.

  • 2. In afwijking van het eerste lid mag de referteperiode met maximaal twee maanden zijn onderbroken.

  • 3. Personen die een inkomen hebben op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten of de Wet studiefinanciering 2000 of die daarop aanspraak kunnen maken, worden uitgesloten van deze beleidsregel.

  • 4. Het algemene draagkrachtbeleid op grond van de algemene beleidsregels is op deze beleidsregel niet van toepassing.

Artikel 3 Duurzame gebruiksgoederen

  • 1. Aan belanghebbende kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor de noodzakelijke aanschaf of vervanging van de volgende goederen:

    a. bed inclusief spiraal of lattenbodem;

    b. matras;

    c. bankstel;

    d. eethoek;

    e. fornuis;

    f. magnetron;

    g. stofzuiger;

    h. televisie;

    i. radio;

    j. vloerbedekking;

    k. gordijnen;

    l. behang;

    m. wasmachine;

    n. centrifuge;

    o. koelkast;

    p. vrieskist;

    q. fiets;

    r. computer met toebehoren.

  • 2. De hoogte van de bijzondere bijstand wordt vastgesteld op de daadwerkelijke noodzakelijke kosten met als maximum de prijs genoemd in de prijzengids van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting.

  • 3. Indien belanghebbende de woning deelt met een of meer meerderjarige personen die niet behoren tot het gezin, wordt de bijzondere bijstand voor de kosten van woninginrichting en woningstoffering beperkt tot zijn evenredige aandeel in de kosten, tenzij het goed exclusief aan hem toebehoort.

  • 4. Per alleenstaande of gezin bestaande uit ten hoogste vier personen, kunnen per kalenderjaar maximaal twee goederen als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt.

  • 5. Per gezin bestaande uit vijf tot en met zeven personen kunnen per kalenderjaar maximaal drie goederen als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt.

  • 6. Per gezin bestaande uit acht of meer personen kunnen per kalenderjaar maximaal vier goederen als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt.

  • 7. Een goed als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met p kan eenmaal per acht jaren op grond van deze beleidsregels worden vervangen.

  • 8. Een goed als bedoeld in het eerst lid, onderdelen q en r kan eenmaal per vijf jaren op grond van deze beleidsregels worden vervangen.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. De aanvraag moet worden ingediend binnen zes maanden na de datum van de originele nota.

  • 2. Belanghebbende dient van de kosten een nota te overleggen, vooraf dan wel binnen vier weken na datum van de toekennende beschikking.

Artikel 5 Algemene beleidsregels

Indien belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in deze beleidsregel, wordt de aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen op grond van artikel 35 van de Participatiewet afgehandeld met inachtneming van de algemene beleidsregels.

Artikel 6 Intrekking en inwerkingtreding

  • 1. De Beleidsregel bijstand voor duurzame goederen wordt ingetrokken.

  • 2. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 juli 2015.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel bijstand voor duurzame goederen Participatiewet.

Ondertekening

Gedaan te Ten Boer in de collegevergadering van 30 juni 2015
De burgemeester,
N.A. van de Nadort
De secretaris,
J.A.C. Hoedjes

Toelichting OP DE BELEIDSREGEL DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN PARTICIPATIEWET

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsomschrijving

Eerste lid

In dit artikellid wordt een aantal begrippen nader beschreven.

Onderdeel d

De referteperiode is de periode voorafgaand aan de aanvraag, waarin belanghebbende van een minimuminkomen moest rondkomen om in aanmerking te komen voor een verstrekking op grond van deze beleidsregel. De duur van deze periode is op 36 maanden ofwel drie jaar gesteld.

Onderdeel e

Met inkomen wordt bedoeld het inkomen zoals is vastgelegd in artikel 32 van de wet. In afwijking hiervan wordt algemene bijstand voor de beoordeling van het recht op deze beleidsregels ook in aanmerking genomen als inkomen. Hiermee wordt hetzelfde inkomensbegrip gehanteerd als in de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015.

Artikel 2 Doelgroep

Eerste lid

Tot de doelgroep behoren personen die 21 jaar of ouder zijn. Deze leeftijdsgrens sluit aan bij de leeftijdsgrens die wordt gehanteerd bij de individuele inkomenstoeslag (artikel 36 van de wet). Dit is eveneens een regeling voor mensen die langdurig op een minimuminkomen zijn aangewezen.

Van een minimuminkomen in onderhavige regeling is sprake als belanghebbende een inkomen (inclusief vakantietoeslag) heeft dat niet hoger is dan 110 procent van de op de gezins- en leefsituatie van belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm (inclusief vakantietoeslag).

Tweede lid

Om te voorkomen dat belanghebbenden geen tijdelijk baantje aan durven nemen omdat ze bang zijn hun recht op een verstrekking op grond van deze regeling te verspelen, wordt toegestaan dat men gedurende de referteperiode maximaal twee maanden een hoger inkomen geniet.

Derde lid

Aangezien van studenten wordt verwacht dat hun inkomenssituatie binnen afzienbare tijd zal verbeteren, behoren zij niet tot de doelgroep van deze regeling.

Artikel 3 Duurzame gebruiksgoederen

Eerste lid

Deze beleidsregels geven recht op aanschaf of vervanging van de naar het oordeel van het college meest noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen zoals vermeld in deze lijst.

Tweede lid

Alleen daadwerkelijke kosten tot een maximum van de prijzen die worden genoemd in de zogenoemde Prijzengids Nibud worden vergoed.

Derde lid

Wanneer belanghebbende de woning deelt met een of meer anderen is het redelijk om ervan uit te gaan dat ook de kosten van woninginrichting en -stoffering kunnen worden gedeeld. Dit is alleen anders als belanghebbende aantoont dat het aan te schaffen goed exclusief voor hem bestemd is.

Vierde tot en met zesde lid

Er bestaat een differentiatie in het aantal goederen dat per jaar mag worden aangevraagd, gerelateerd aan de gezinsgrootte. Hoe groter het gezin, hoe meer goederen mogen worden aangevraagd.

Zevende en achtste lid

Er wordt voor een herhaald beroep op deze beleidsregel rekening gehouden met de gemiddelde levensduur van de goederen van acht jaren. Voor een computer en een fiets geldt een kortere vervangingstermijn, met als reden dat met name kinderen niet zolang met een fiets kunnen doen en een computer snel verouderd is.

Artikel 4 Aanvraag

Eerste lid

Wanneer belanghebbende de kosten al heeft gemaakt, kan hij nog tot een half jaar na de datum van de originele aankoopnota een aanvraag indienen.

Tweede lid

Belanghebbende dient een nota te overleggen. Omdat het lang niet altijd mogelijk is de kosten van duurzame gebruiksgoederen voor te schieten, het gaat vaak om aanzienlijke bedragen, kan ook worden volstaan met het indienen van een nota binnen vier weken na datum beschikking. Uiteraard dient belanghebbende wel bij het indienen van een aanvraag aan te tonen hoe hoog de kosten zullen zijn, bijvoorbeeld door het overleggen van een pro forma nota.

Artikel 5 Algemene beleidsregels

Deze beleidsregel is niet bedoeld om het verstrekken van bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen in te perken. Indien een persoon niet aan de voorwaarden van deze regeling voldoet, kan hij bijzondere bijstand aanvragen op grond van de algemene beleidsregels. In dat geval is een onderzoek naar de bijzondere omstandigheden nodig.

Artikelen 6 en 7 Intrekking, inwerkingtreding en citeertitel

Deze artikelen spreken voor zich.