Regeling vervallen per 29-12-2011

Verordening op de raadscommissies 2006

Geldend van 06-04-2006 t/m 28-12-2011

Intitulé

Verordening op de raadscommissies Terneuzen 2006

De raad van de gemeente Terneuzen;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 21 maart 2006 ;

gelet op artikel 82 Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening op de raadscommissies Terneuzen 2006

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissie: raadscommissies als genoemd in artikel 2, eerste lid;

  • d.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • e.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • f.

    vergadering: vergadering van een commissie;

  • g.

    reglement van orde: het Reglement van Orde voor de vergaderingen en werkzaamheden van de raad van de gemeente Terneuzen;

  • h.

    agendacommissie: de agendacommissie als bedoeld in artikel 3c van het reglement van orde;

  • i.

    fractie: fractie als bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde.

HOOFSTUK 2 INSTELLING, TAKEN EN SAMENSTELLING

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Commissie voor Omgeving;

    • b.

      Commissie voor Samenleving;

    • c.

      Commissie voor Bestuur en Middelen;

  • 2. De commissie voor Omgeving adviseert en overlegt over onderwerpen, die betrekking hebben op de taakvelden:

    • a.

      ruimte;

    • b.

      stads- en dorpsvernieuwing;

    • c.

      wonen;

    • d.

      natuur en milieu;

    • e.

      verkeer en vervoer;

    • f.

      openbare werken (beheer en onderhoud, groen riool, wegen en gebouwen);

    • g.

      afvalverwerking, energiebeheer en nutsbedrijven.

  • 3. De commissie voor Samenlevingadviseert en overlegt over onderwerpen die betrekking hebben op de taakvelden:

    • a.

      kunst en cultuur;

    • b.

      volksgezondheid;

    • c.

      welzijn (waaronder accommodaties, opbouwwerk en ouderenzorg);

    • d.

      onderwijs;

    • e.

      jeugdzaken;

    • f.

      sociale zaken;

    • g.

      wijkbeheer.

  • 4. De commissie voor Bestuur en Middelenadviseert en overlegt over onderwerpen die betrekking hebben op de taakvelden:

    • a.

      openbare orde en veiligheid (inclusief brandweer);

    • b.

      financiën;

    • c.

      algemene en juridische zaken;

    • d.

      grensoverschrijdende contacten;

    • e.

      publiekszaken;

    • f.

      vastgoed;

    • g.

      toerisme, recreatie en sport;.

    • h.

      havenzaken;

    • i.

      midden- en kleinbedrijf;

    • j.

      plattelandsontwikkeling;

    • k.

      grond- en marktzaken;

    • l.

      interne zaken, personeel en organisatie, communicatie en voorlichting, informatisering en automatisering

  • 5. Onderwerpen worden integraal behandeld in één commissie. Wanneer een onderwerp behoort tot het taakveld van meerdere commissies, bepaalt de agendacommissie bij welke commissie het onderwerp op de agenda wordt geplaatst.

  • 6. In uitzondering op het bepaalde in het vijfde lid kan de agendacommissie bepalen dat een onderwerp bij meerdere commissies op de agenda wordt geplaatst, dan wel dat er een gezamenlijke vergadering van meerdere commissies wordt belegd.

Artikel 3 Taken

Een commissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede tot en met vierde lid, genoemde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede tot en met vierde lid, genoemde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Iedere fractie is vertegenwoordigd met één lid in de commissie. De fractie bepaald zelf wie per vergadering uit zijn midden naar de commissie wordt afgevaardigd. Bij verhindering van een lid zorgt de fractie voor een vervanger.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan een fractie een fractievolger aanwijzen. Deze fractievolger is géén lid van de fractie. Om als fractievolger te kunnen worden benoemd dient deze tijdens de laatstgehouden gemeenteraadsverkiezingen een plaats te hebben ingenomen op de kandidatenlijst. Een fractievolger wordt door de raad benoemd op voordracht van de fractie.

  • 3. Een fractievolger kan namens de fractie die hem heeft voorgedragen als lid zitting nemen in een commissie overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid.

  • 4. De raad kan daarnaast buitengewone leden benoemen.

  • 5. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een commissie.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitters worden door de raad uit zijn midden benoemd en aan een commissie toegevoegd. Bij verhindering van een voorzitter treedt een voorzitter van een andere commissie op als zijn vervanger. In de agendacommissie worden hierover nadere afspraken gemaakt.

  • 2. De voorzitter is geen lid van een commissie, maar fungeert als technisch voorzitter en neemt derhalve geen deel aan de inhoudelijke discussies.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid en de voorzitter eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op lid te zijn van een commissie indien zij niet meer voldoen aan het gestelde in artikel 4, eerste, tweede en vierde lid.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de betrokken fractie.

  • 4. De raad kan de voorzitter ontslaan.

  • 5. Een lid of de voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van de artikelen 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    Ter ondersteuning van iedere commissie fungeert een commissiegriffier.

  • 2.

    De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3.

    Bij verhindering van de commissiegriffier voorziet de raadsvoorzitter in samenspraak met de griffier en de gemeentesecretaris in een vervanger.

  • 4.

    De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

HOOFDSTUK 3 AANWEZIGHEID COLLEGE, BURGEMEESTER EN SECRETARIS

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1. De schriftelijke oproep en de verdere bijbehorende vergaderstukken als bedoeld in artikel 11 worden tevens toegezonden aan het college.

  • 2. Het collegelid waarvan onderwerpen behorend tot zijn portefeuille op de agenda staan wordt geacht ter vergadering aanwezig te zijn. Bij verhindering van een collegelid wordt door het college een vervanger uit zijn midden aangewezen. Bericht van verhindering en vervanging wordt gedaan aan de voorzitter van de commissie. Een collegelid dat aan de beraadslaging wenst deel te nemen vraagt hiervoor toestemming aan de voorzitter.

  • 3. De commissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester en één of meer wethouders niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

Artikel 9 Gemeentesecretaris

De agendacommissie kan het college verzoeken de secretaris aanwezig te laten zijn in de vergadering van een commissie en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

HOOFDSTUK 4 VERGADERINGEN

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1. De vergaderingen van de commissies worden gehouden volgens een door de raad per kalenderjaar vast te stellen schema.

  • 2. Een commissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 11 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

  • 1. De voorlopige agenda als bedoeld in artikel 11, tweede lid wordt vastgesteld door de agendacommissie.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de agendacommissiena het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3. Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4. Wanneer de commissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De commissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en zo mogelijk door plaatsing op de website van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering; quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal fracties dat zitting heeft in de raad is vertegenwoordigd.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal fracties vertegenwoordigd is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige fracties, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De commissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal fracties is vertegenwoordigd.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het agendapunt/onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 18 Notulen

  • 1. De ontwerpnotulen van een vergadering worden, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met het verzenden van de oproep en agenda van de eerstvolgende raadsvergadering volgend op die van de vergadering. De ontwerpnotulen worden op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden. De ontwerpnotulen worden eveneens geplaatst op de website van de gemeente.

  • 2. Bij het begin van de vergadering worden, zo mogelijk, de notulen van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van de notulen aan de commissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de vaststelling van de notulen bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4. De notulen moeten inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld welke fracties niet vertegenwoordigd zijn;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de fracties die zich niet uitgelaten hebben;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 23 door de commissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier.

  • 6. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 20 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.

Artikel 21 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert.

  • 2. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 3. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 4. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 5. De voorzitter kan een commissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 22 Beraadslaging

  • 1. De commissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 23 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De commissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 24 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de commissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de commissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen.

HOOFDSTUK 5 BESLOTEN VERGADERING

Artikel 25 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 26 Notulen

  • 1. De notulen van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2. Deze notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 27 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 28 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de commissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de commissie overleg gevoerd.

HOOFSTUK 6 TOEHOORDERS EN PERS

Artikel 29 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 30 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 31 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

HOOFSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 32 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 33 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt inwerking op de dag nadat zij is bekendgemaakt. Op dat tijdstip vervalt de ‘Verordening op de commissies 2003’, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 januari 2003.

Besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad d.d. 30 maart 2006.

griffier, voorzitter,

mr. A.W. de Feijter J.A.H. Lonink