Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening

Geldend van 01-07-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening

De raad van de gemeente Terneuzen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2008;

gelet op artikel 2, lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening;

Besluit vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), zoals gewijzigd op 20 december 2007 (Staatsblad 2007, nr. 564).

    • b.

      een SW-geïndiceerde: een persoon die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking als bedoeld in artikel 11 van de wet tot de doelgroep behoort;

    • c.

      belangenorganisaties: organisaties die mede de belangen van SW-geïndiceerden genoemd onder sub b behartigen;

    • d.

      de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen: een uit cliënten en/of vertegenwoordigers van belangenorganisatie bestaande groep met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven;

    • e.

      het college: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Terneuzen;

    • f.

      de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Terneuzen;

    • g.

      de portefeuillehouder: de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dethon;

    • h.

      de gemeenschappelijke regeling Dethon: het openbaar lichaam zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regeling. Deze gemeenschappelijke regeling betreft de samenwerking op het terrein van de sociale werkvoorziening tussen de gemeenten Hulst, Sluis en Terneuzen.

  • 2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt, voorzover niet anders bepaald, hebben dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2 Taak, Doelstelling en Werkwijze

  • 1. Het doel van cliëntenparticipatie is dat SW-geïndiceeerden en vertegenwoordigers van belangenorganisaties invloed moeten kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van de Wet sociale werkvoorziening. Ten behoeve van dit doel wordt een organisatie in het leven geroepen die zal opereren onder de naam Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen.

  • 2. De Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen kan gevraagd en ongevraagd adviseren aan het college en de gemeenteraad over alle onderwerpen die de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het gemeentelijk beleid op het terrein van de Wsw aangaan.

  • 3. De Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen.

  • 4. Aan de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen gevraagde adviezen worden binnen twee weken uitgebracht. De Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen kan het uitbrengen van een advies met maximaal twee weken verdagen. Van een verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan. Als de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen binnen deze termijn geen advies uitbrengt neemt het college een besluit zonder rekening te houden met het advies van de adviesraad.

  • 5. De Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen kan een huishoudelijk reglement opstellen voor zaken die niet in deze verordening worden geregeld. Een degelijk reglement wordt ter kennisname van het college gezonden.

  • 6. Tussen de portefeuillehouder en de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen vindt minimaal 4 keer per jaar overleg plaats.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen bestaat uit SW-geïndiceerden en/of vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Het is wenselijk dat het percentage SW-geïndiceerden minimaal 70% is.

  • 2. De Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen telt minimaal 5 leden en maximaal 12 leden die worden benoemd door het college.

  • 3. Nieuwe leden van de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen worden benoemd door het college op voordracht van de leden van de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen.

  • 4. De Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen kiest uit zijn midden een voorzitter en een secretaris.

  • 5. Het lidmaatschap van de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen is onverenigbaar met het lidmaatschap van het college dan wel de gemeenteraad.

Artikel 4 Het secretariaat

  • 1. Een ambtenaar van de gemeenschappelijke regeling Dethon voorziet in het secretariaat voor zover dit betrekking heeft op het periodiek overleg met de portefeuillehouder.

  • 2. In de overige secretariaatswerkzaamheden voorziet de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen zelf.

Artikel 5 Informatievoorziening

Het college draagt er zorg voor dat aan de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de adviesraad.

Artikel 6 Vergoedingen aan de leden

Het college kan nadere regels stellen aangaande vergoedingen voor de leden van de adviesraad.

Artikel 7 Faciliteiten

  • 1. Ten behoeve van de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen wordt jaarlijks in de begroting van de gemeenschappelijke regeling Dethon een budget opgenomen.

  • 2. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering en organisatiekosten.

  • 3. De gemeenschappelijke regeling Dethon stelt vergaderruimte en kopieerfaciliteiten beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen.

Artikel 8 Verslaglegging

Jaarlijks voor 1 april brengt de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen aan het college verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van een eventueel beschikbaar gesteld budget.

Artikel 9 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt direct na publicatie in werking en werkt terug tot 1 juli 2008.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad 22 mei 2008,
griffier, drs. T.A.M. Leeraert
voorzitter, J.A.H. Lonink

Nota-toelichting

Algemene toelichting

De SW-geïndiceerde staat centraal in de uitvoering van de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). Om die reden vindt de Tweede Kamer cliëntenparticipatie belangrijk en onmisbaar. In de Wsw is daarom geregeld dat de gemeenteraad bij de verordening regels stelt over de manier waarop SW-ers betrokken worden bij de uitvoering van de Wsw.

De Adviesraad SW behartigt de belangen van alle SW-geïndiceerden bij de lokale invulling van het Wsw-beleid. De bedoeling is deze adviesraad te betrekken bij de voorbereiding van het beleid, maar ook bij kaderstellen door de gemeenteraad. Het beleidsterrein voor advisering strekt zich uit van de Wsw tot de inrichting en uitvoering van lokaal beleid om (weer) mee te doen in de samenleving (arbeidsmarktbeleid en maatschappelijk participatiebeleid). Het advies kan gaan over beleidsvoorstellen, verordeningen, nota’s, gevolgde procedures, inzet van voorzieningen (zoals persoonsgebonden budget), de uitvoering van de wetgeving, beoordeling van begroting, verantwoording en evaluaties en dergelijke. Het gaat nadrukkelijk om de groep inwoners met een SW-indicatie en niet om individuele belangenbehartiging.

De bevoegdheid om de verordening vast te stellen

De uitvoering van de Wsw gebeurt in praktijk op verschillende manieren, een aantal gemeenten (vaak de grotere) voert de Wsw zelf uit. De meeste gemeenten voeren de Wsw uit samen met andere gemeenten. In de meeste gevallen hebben de gemeenten daarbij de uitvoering van de Wsw overgedragen aan een gemeenschappelijke regeling, zo ook de gemeenten Hulst, Sluis en Terneuzen. Voor gemeenten die zelf de Wsw uitvoeren ligt de bevoegdheid tot het vaststellen van een verordening eenvoudig; dat is een besluit van de raad. Voor gemeenten die de uitvoering van de Wsw hebben overgedragen aan een gemeenschappelijke regeling is dit complexer. Het antwoord op de vraag wie dan bevoegd is om de verordening vast te stellen is afhankelijk van de wijze waarop de bestuursorganen van gemeenten op dit moment bevoegdheden hebben overgedragen aan gemeenschappelijke regelingen.

In de praktijk blijken veel van de bestaande gemeenschappelijke regelingen op het terrein van de sociale werkvoorziening een of meer bepalingen te bevatten die er op neerkomen dat alle (raads- en college)bevoegdheden als genoemd in de Wsw automatisch worden overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling. Als na de inwerkingtreding van de nieuwe Wsw de tekst van zo'n gemeenschappelijke regeling niet wordt aangepast kan dat. afhankelijk van de formulering van die bevoegdheden, tot gevolg hebben dat de bevoegdheid van de raad om de verordening vast te stellen overgaat naar het algemeen bestuur van het schap.

In de huidige gemeenschappelijke Regeling is in artikel 8 lid 1opgenomen, dat de bevoegdheden van het algemeen bestuur analoog is aan die welke in de Gemeentewet is aangegeven voor de gemeenteraad.

Overigens gaat de discussie over de bevoegdheidsverdeling tussen gemeenten en schap over meer aspecten van uitvoering van de Wsw dan alléén de vraag wie bevoegd is om de verordening vast te stellen.

Daar waar in de verordening gesproken wordt van de “gemeenteraad” zal dus, als sprake is van een bevoegdheid van Dethon gelezen moeten worden “het algemene bestuur”. Waar het College wordt genoemd moet dan “dagelijks bestuur” worden gelezen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

Lid 1 sub 1

Deze verordening regelt de cliëntenparticipatie voor SW- geïndiceerden volgens de Wet sociale werkvoorziening.

Lid 1 sub 2

Het begrip SW-geïndiceerde behelst personen die volgens artikel 1 van de Wet sociale werkvoorzieningwerk voldoen aan de criteria en behoren tot de doelgroep SW-geïndiceerden.

Lid 1 sub 3

Ten einde de continuïteit van de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen te waarborgen is een brede samenstelling gewenst. Dit betekent dat niet alleen SW-geïndiceerde participeren maar dat ook vertegenwoordigers van belangenorganisaties bij de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen worden betrokken. Zie ook artikel 3 lid 1.

Artikel 2 Taak, Doelstelling en Werkwijze

Lid 1 tot en met 3

De Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen zorgt voor collectieve belangenbehartiging bij de lokale invulling van het gehele beleidsveld van Sociale werkvoorziening. Het kan hierbij gaan om advisering inzake beleidsvoorstellen, verordeningen, nota’s, gevolgde procedures, de uitvoering van wetgeving, beoordeling van evaluaties, benchmarkresultaten en dergelijke. Het gaat dus nadrukkelijk niet om belangenbehartiging van individuele klanten.

Lid 4

Het college draagt er zorg voor dat alle relevante zaken voorafgaande aan de besluitvorming, ter advisering worden voorgelegd aan de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen. Hiervan kan alleen worden afgeweken indien advisering vooraf tot een ongewenste vertraging leidt in het besluitvormingsproces. In dat geval zal een en ander achteraf in de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen ter discussie worden gesteld. Het college zorgt voor tijdige toezending van stukken welke ter advisering worden voorgelegd aan de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen. Het opstellen van nota’s en verordeningen, vaststelling en implementatie dient vaak in een strak tijdpad te gebeuren. Ten einde het totale tijdsbeslag in beeld te kunnen brengen is de adviestermijn voor de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen opgenomen. Deze is op twee weken gesteld met een eenmalige maximum verlenging van nog eens twee weken.

Lid 5

In dit lid is de mogelijkheid opgenomen dat de leden van de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen zelf een huishoudelijk reglement opstellen om zaken onderling te regelen, bijvoorbeeld voorzitterschap, secretariaat en penningmeesterschap. Ook kan gedacht worden aan het stellen van een minimum aantal leden om te vergaderen en dat adviezen richting het college slechts unaniem zijn met bijvoorbeeld een tweederde meerderheid van stemmen.

Artikel 3 Samenstelling

Lid 1

Niet alleen SW-geïndiceerde participeren maar ook vertegenwoordigers van belangenorganisaties worden bij de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen betrokken. SW-geïndiceerde blijken in de praktijk een weinig constante factor in cliëntenorganisaties te zijn. Tevens zijn SW-geïndiceerde soms geneigd om hun eigen probleem op de voorgrond te plaatsen en hebben zij regelmatig moeite om de problematiek in een breder kader te zien. Om deze reden worden ook belangenorganisaties bij de cliëntenparticipatie betrokken. Hierbij kan gedacht worden aan vakorganisaties als FNV en CNV, ouderenbonden, vrouwenorganisaties, het Algemeen Maatschappelijk Werk en eventueel het Centrum voor Werk en Inkomen. Kandidaten worden voorgedragen door de organisatie die zij in de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen moeten vertegenwoordigen. Personen die een groep of organisatie vertegenwoordigen, zorgen ingeval van afwezigheid voor een plaatsvervanger.

Lid 2

Om besluitvorming mogelijk te maken is een minimum van vijf deelnemers vereist. Ten einde een organisatorisch overzichtelijk geheel te houden is het maximum aantal leden van de Adviesraad Zeeuws-Vlaanderen beperkt tot twaalf personen.

Lid 5

Er is om administratief-organisatorische redenen niet voor gekozen om benoeming van de leden door het college te laten plaatsvinden. De portefeuillehouder benoemt de leden namens het college.

Artikel 4 Het secretariaat

Lid 1

Het secretariaat inzake het periodiek overleg met de portefeuillehouder verzorgt de opstelling van de agenda voor de vergadering, verzorgt de uitnodiging en notuleert.

Lid 2

De Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen draagt zorgt voor een secretariaat dat ten dienste staat van alle leden van de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen. Dit secretariaat verzorgt o.a. de opstelling van de agenda voor de eigen vergaderingen, verzorgt het versturen van de uitnodiging met bijbehorende stukken en notuleert. Tevens verzamelt het secretariaat actuele informatie over ontwikkelingen en brengt deze ter kennis aan de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen. Het secretariaat zorgt mede voor de verslaglegging zoals bedoeld in artikel 8 van deze Verordening.

Artikel 5 Informatievoorziening

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6 Vergoedingen aan de leden

Het college kan nadere regels stellen aangaande vergoedingen voor de leden van de adviesraad.Hiermee wordt de mogelijkheid geschapen om presentiegelden en/of onkostenvergoedingen te verstrekken aan de leden. Het college heeft echter ook de mogelijkheid deze te vergoeden uit het budget dat aan de Adviesraad SW Zeeuws- Vlaanderen ter beschikking wordt gesteld op grond van artikel 7 van deze Verordening.

Artikel 7 Faciliteiten

Het budget is ter vrije besteding van de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen. De Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen dient jaarlijks voor 1 september een begroting ter goedkeuring in te dienen en achteraf verantwoording af te leggen over de besteding van de middelen, zoals opgenomen in artikel 8 van deze Verordening.

Artikel 8 Verslaglegging

In dit artikel wordt geregeld dat de Adviesraad SW Zeeuws-Vlaanderen jaarlijks verslag doet over het afgelopen jaar. Hierbij wordt gedacht aan uitgevoerde activiteiten, aantal gevraagde en ongevraagde adviezen, aantal vergaderingen en vormen van deskundigheidsbevordering. Daarnaast wordt hier ook bedoeld het verantwoording afleggen over eventueel toegekende budgetten.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Indien de toepassing van deze verordening tot onbillijkheden leidt, kan het college ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen. Van deze mogelijkheid dient zeer terughoudend gebruik gemaakt te worden, om het scheppen van precedenten tegen te gaan.

Artikel 10 Citeertitel

behoeft geen nadere toelichting

Artikel 11 Hardheidsclausule

De verordening moet binnen zes maanden na inwerkingtreding van de wet zijn vastgesteld, derhalve uiterlijk 1 juli 2008.