Beleid- en Beheerplan Openbare verlichting, Beleidsplan 2015-2024

Geldend van 23-04-2015 t/m heden

Intitulé

Beleid- en Beheerplan Openbare verlichting, Beleidsplan 2015-2024

Inhoudsopgave

1. Aanleiding

2. Samenvatting en aanbevelingen

3. Doelstelling

4. Organisatie en Communicatie

5. Beleidskaders

5.1 Verlichten: waar en wanneer

5.2 Verlichtingsklassen?

5.3 Milieu

5.4 Verantwoord beheer en onderhoud

6. Status huidige verlichting

6.1 Achtergrond: openbare verlichting database

6.2 Installatie in aantallen en leeftijden te vervangen in planperiode

6.3 Vervangingskosten per kern

6.4 Effecten van de te nemen maatregelen

7. Exploitatielasten

Bijlage 1: Wet- en regelgeving

Bijlage 2: Energie- en milieuaspecten

Bijlage 3: Opbouw areaal OVL Terneuzen

Bijlage 4: Kostenraming

Bijlage 5: Strategie en beheernotitie VZG

Bijlage 6: Programma van eisen OVL Terneuzen

Bijlage 7: Decoratieve gebieden

Hoofdstuk 1. Aanleiding

Gelet op de nieuwe technieken op het vlak van openbare verlichting (OVL), veranderde inzichten op het gebied van veiligheid, de nieuwe Richtlijn Openbare Verlichting 2011 (hierna genoemd: ROVL-2011) en het daarop afstemmen van de benodigde budgetten, is het noodzakelijk om het huidige beleid- en beheerplan openbare verlichting 2008-2018 te actualiseren. In de afgelopen periode zijn diverse bezuinigingen doorgevoerd, is energie en onderhoud opnieuw ingekocht en is er een forse sanering aan de bestaande installatie uitgevoerd. Actualisatie van het door de raad gekozen optimale scenario in relatie tot investering- en exploitatiemiddelen is noodzakelijk. In dit beleid- en beheerplan is op basis van de in de begrotingsraad 2014 vastgestelde investeringsplan 2015-2018 het beleid opnieuw vormgegeven. Beleid en middelen zijn hiermee weer in evenwicht.

Hoofdstuk 2. Samenvatting en aanbevelingen

De ROVL-2011 is opgesteld door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). Vrijwel alle instanties in Nederland hanteren deze richtlijn van de NSVV als maatstaf voor OVL beleid. Deze richtlijn is een dynamisch hulpmiddel voor beheerders van OVL bij het realiseren van de juiste kwaliteit van de OVL op de juiste plek. De nieuwe richtlijn biedt onder meer mogelijkheden voor innovatieve technieken op het gebied van dimmen en LED verlichting. De gemeente Terneuzen hanteert de ROVL-2011 als maatstaf voor het beleid- en beheerplan 2015-2024.

Voor de periode van 10 jaar heeft de gemeente Terneuzen een beleid- en beheerplan opgesteld voor de OVL met als doel te komen tot een energiezuinige en storingsarme installatie. De bedragen in het beleidsplan zijn gebaseerd op prijspijl 2014 en dit is niet jaarlijks geïndexeerd. De gemeente Terneuzen heeft per januari 2014 een areaal van 13.941 armaturen en 12.936 masten. Armaturen worden afgeschreven in 20 jaar en masten in 40 jaar. Van de armaturen is de komende 10 jaar 63% ouder dan 20 jaar en 27% van de lichtmasten is ouder dan 40 jaar. Voor de periode 2015-2024 is bij ongewijzigd beleid een investeringsbedrag van € 6.211.323 nodig. Jaarlijks is er gemiddeld € 621.132 nodig om de installatie te laten voldoen aan het door de raad in 2009 gekozen optimale scenario.

Kenmerken optimaal scenario:

  • vervanging van armaturen ouder dan 20 jaar in planperiode;

  • vervanging van masten ouder dan 40 jaar in planperiode;

  • vervangen van armaturen van voor 1995

  • vervangen van masten van voor 1975

  • voldoen aan ROVL-2011, o.a. door van avond naar nachtbranders over te schakelen.

  • uitvoering van jaarlijkse groepsremplace;

  • uitvoering van storingsonderhoud;

  • schilderen van masten per 8 jaar;

  • Kwaliteitsniveau masten en armaturen; in woonwijken, bedrijfsterreinen en recreatie gebieden (functioneel) en decoratief in winkelgebieden (bijlage 7);

De gemeente Terneuzen beoogt de juiste balans te vinden tussen veiligheid, duurzaamheid en financiën. Het zoeken naar de juiste afstemming tussen deze drie facetten blijft bij het opstellen van de operationele jaarplannen een aandachtspunt. Verouderde installaties zijn energie onvriendelijk en storingsgevoelig. Vervanging van verouderde type lampen naar energie zuinige lampen kan afhankelijk van het type lamp 30 % minder energieverbruik opleveren. In de planperiode zijn 3613 masten en 8737 armaturen aan vervanging toe. Het verbruik aan KWH is ondanks de stijging van het aantal lichtpunten met 6,3 % in de planperiode 2008 t/m 2013 gedaald met 53.587 KWH. Dit is een vermindering van 2,2 %. Deze vermindering in stroomverbruik is door het saneringsprogramma in de planperiode tot stand gekomen en verlaagt de energiekosten.

In de begrotingsraad van 2014 zijn voor de jaren 2015-2018 investeringen vastgesteld voor het vervangen van armaturen en masten. Gezien de noodzaak tot bezuiniging zijn de investeringsbudgetten naar beneden bijgesteld. Voor armaturen is €157.000 vastgesteld en voor masten €256.000. Totaal voor het product OVL is dat €413.000. Uitgangspunt voor het nieuwe beleidsplan is dit financiële plafond, de verschillende afschrijvingstermijnen van 20 respectievelijk 40 jaar buiten beschouwing gelaten.

Aanbevelingen:

Het eerder gekozen scenario te hanteren, uitgezonderd het inlopen van achterstallig onderhoud aan masten.

  • Het vervangingsbudget voor de OVL voor de planperiode vaststellen op €413.000 per jaar waarvan €295.474 voor armaturen en €117.526 voor masten;

  • Het exploitatiebudget voor de OVL voor de planperiode vaststellen op €857.550 in 2015 oplopend tot €860.404 in 2024;

  • Lampen die onvoldoende scoren op het gebied van lichtopbrengst, energieverbruik en lichtkleur vervangen door moderne energiezuinige varianten, hierdoor besparing van 441.615 KWH in 2024 op het huidig areaal.

  • Voldoen aan ROVL-2011; locaties met avondbranders ca.16% van areaal (uit na 23.00 uur) ombouwen naar nachtbranders met energie zuinige installatie waardoor betere sociale veiligheid ontstaat.

  • Op basis van beschikbaar budget voor vervanging van masten €117.526 risico gestuurd masten vervangen en daar waar mogelijk de technische levensduur verlengen. 36% van de economisch afgeschreven masten (40 jaar) kan hiermee vervangen worden.

  • Accepteren dat onderhoudsachterstand van masten in de planperiode niet verminderd en esthetisch minder kunnen ogen.

Hoofdstuk 3. Doelstelling

De OVL heeft tot doel om het openbare leven, in de openbare ruimte, bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren. Hoewel de openbare verlichting het daglichtniveau niet zal bereiken, zal deze, bij duisternis de veiligheid kunnen waarborgen, mits de kwaliteit en betrouwbaarheid gewaarborgd kunnen blijven en de OVL voldoen aan de geldende richtlijnen. Deze richtlijnen zijn, per doelgroep, geënt op verkeersveiligheid, sociale veiligheid en/of leefbaarheid.

Onder verkeersveiligheid wordt verstaan dat weggebruikers zich, met de toegestane maximum snelheid , veilig over de weg kunnen verplaatsen van A naar B, waarbij de medeweggebruikers, obstakels op het wegdek en het verloop van de weg goed kunnen worden waargenomen.

Onder sociale veiligheid wordt verstaan dat personen zich veilig in de openbare ruimte kunnen bewegen, waarbij men tijdig bedreigingen kan inschatten en ontwijken. Daarnaast omvat sociale veiligheid dat omstanders tijdig en correct kunnen helpen, wanneer een persoon zich in gevaar begeeft.

Onder leefbaarheid verstaat men dat men zich prettig voelt in de openbare ruimte en men qua ambiance geen behoefte heeft om deze ruimte snel te willen verlaten.

Hoofdstuk 4. Organisatie en Communicatie

De OVL in Zeeland laat zich het best verdelen in 3 processen, te weten:

  • -

    Beheer (bovengronds): eigenaren (13 gemeenten, de provincie Zeeland en Zeeland Seaports)

  • -

    Onderhoud (bovengronds): aannemer City Tec

  • -

    Netwerkbedrijf (ondergronds): Delta Netwerkgroep

Alle deelnemende partijen hebben het onderhoud via de vereniging van Zeeuwse gemeenten (VZG) uitbesteed aan City Tec. Een aantal van de deelnemende partijen waaronder Terneuzen heeft het een deel van het beheer aan de OVL uitbesteed aan Infra Engineering (Imtech) en een aantal partijen heeft er voor gekozen om de directievoering en het beheer door de eigen organisatie uit te voeren. Met uitzondering van de gemeente Vlissingen maakt iedereen gebruik van het beheersysteem OMS van I-Real. Het beheerpakket omvat de databank waarin alle technische gegevens zijn opgenomen van de gehele OVL in Zeeland Uitgezonderd Vlissingen.

De OVL in Zeeland werd tot een aantal jaren geleden beheerd en onderhouden door Delta lichttechniek. In die tijd was dat voor alle eigenaren een “bijzondere” vorm van ontzorging. Bijna alle eigenaren/partners waren nauwelijks op de hoogte van het (actuele) bestand, de wijze waarop dit werd onderhouden, de hoeveelheid klachten, enz.

Mede door de privatisering van de energiemarkt en wijzigingen in de aanbestedingswetgeving werd het noodzakelijk het onderhoud aan de OVL in de markt te zetten. Als gevolg daarvan werden de partners op een andere manier geconfronteerd met het beheer van de OVL en hun eigendommen.

In de huidige situatie werken de verschillende contractpartijen goed samen. Coördinatie van de verschillende werkprocessen vindt plaats door een “OV secretaris” die werkt en betaald wordt voor en door alle partijen uitgezonderd Vlissingen. De ervaring met deze aansturing is positief. Aanbestedingsvoordelen zijn gerealiseerd, werkprocessen verbeterd en storingsmanagement is opgezet waardoor inzicht in de te leveren kwaliteit verbeterd is. Een belangrijk hulpmiddel voor de planning van het onderhoud en de behandeling van storingen is het beheerpakket OMS van I-Real. Het pakket geeft inzicht in OV data en doorlooptijden van storingen en wordt gebruikt om het afgesproken service niveau te bewaken en groot en klein onderhoud te plannen. Inwoners kunnen storingen online melden op www.ovstoringzeeland.nl of melden bij het Informatie- en Servicecentrum van de gemeente Terneuzen. De beheerpartij en onderhoudspartij hebben contracten die weer aflopen. De voorbereiding voor de aanbesteding van nieuwe contracten zijn in gang gezet. Belangrijkste pijlers hierbij zijn prijs, kwaliteit, communicatie en ontzorgen. Het waterschap Scheldestromen haakt aan bij de nieuwe aanbesteding. De gemeente Vlissingen overweegt deel te gaan nemen.

De wens om tot een gezamenlijk beleid of beleidskaders te komen wordt door velen als een toekomstige ontwikkeling gezien. Een standaard kader, met daaruit gedestilleerd een catalogus, met ruimte voor specifieke gemeentelijke wensen daar waar dit gewenst is. Wel persoonlijke inbreng maar vooral sturen op standaardisatie. Dit kan in de uitvoering de nodige kosten en tijdwinst opleveren. Dan zijn er nog ontwikkelingen die lastig te kwantificeren zijn. De overheden staan voor een financieel vraagstuk aangezien de inkomsten teruglopen. Om die reden zal bij velen het nodige moeten worden bezuinigd. Ook is er een sterke terugloop in technisch personeel. De groep specialisten die Zeeland breed beschikbaar zijn voor het beheer en onderhoud van OVL wordt kleiner. Er zijn allerlei technische ontwikkelingen, innovaties zoals led, bewegingsensoren, app’s, energievraagstukken

(overstappen op gelijkstroom i.p.v. wisselstroom), een energie prestatie norm en energiedoelstellingen. Om al deze ontwikkelingen te kunnen volgen is samenwerking een “must”. Binnen de VZG is de gezamenlijke conclusie om verder te gaan met de samenwerking. Wel zijn er een aantal onderwerpen waar keuzes in gemaakt moeten worden.

De samenwerking heeft ons in de afgelopen jaren veel duidelijk gemaakt. Het gaat niet vanzelf en vraagt veel inzet en volharding. Maar het heeft zeker ook wat opgeleverd. Wij zijn ons meer bewust geworden van onze verantwoordelijkheid ten aanzien van de openbare verlichting, het heeft ons op het gebied van onderhoud een financieel voordeel opgeleverd, het heeft ons kennis en kennisdeling gegeven. Onze ambitie moet dan ook liggen in het verder door ontwikkelen van de samenwerking binnen de OVL.

Zonder de inzet van de werkgroepen en de inzet van de OV secretaris zouden de partners individueel nooit tot de huidige resultaten gekomen zijn. Geadviseerd wordt de samenwerking door te zetten en daar waar nodig te verbeteren.

Dit vast te leggen in een overeenkomst waarin de volgende onderdelen zijn vastgelegd. Om de effectiviteit en voordelen gelijk te verdelen zijn hierin verplichte en facultatieve onderdelen, te weten:

Verplichte onderdelen: Gebruik van OV secretaris, deelnemen aan het onderhoudsbestek, gezamenlijke directievoering, gebruik van één database/beheerpakket, beheren van het beheerpakket, gezamenlijke inkopen en bijhouden van voorraden

Facultatieve onderdelen: Schrijven van beleid- en beheersplannen, maken van lichtplannen en ontwerpen van OV plannen .

afbeelding binnen de regeling

5. Beleidskaders

5.1 Verlichten: waar en wanneer

De primaire functie van openbare verlichting is een bijdrage te leveren aan de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid op die plaatsen waar dat nodig is. Het maken van een keuze tot verlichten, dan wel beperkt of niet te verlichten, dan wel te besluiten tot een alternatieve maatregel (wegmarkering en bebakening) is een beleidsafweging. Deze keuze hangt nauw samen met aspecten als veiligheid, duurzaamheid, donkerte, etc.

De ROVL-2011 geeft handreikingen voor het maken van een dergelijke beleidskeuze. Dit onderdeel is nieuw ten opzichte van de voorganger van deze richtlijn, de NPR13201-1, die standaard uitgaat van het verlichten van een situatie.

afbeelding binnen de regeling

ROVL 2011

Binnen de bebouwde kom wordt in Nederland over het algemeen verlicht. De functie van deze verlichting is een combinatie tussen diverse functies. In sommige gebieden overheerst de positieve werking van verlichting op de verkeersveiligheid, in andere gebieden meer op sociale en persoonlijke veiligheid. Ook beleving speelt een rol, centra kunnen bijvoorbeeld zo ontworpen worden dat ’s nachts een aangename omgeving ontstaat.

Buiten de bebouwde kom wordt vaak niet verlicht. De duisternis is het uitgangspunt hoe de openbare ruimte gestalte krijgt. Verlichting plaatsen is een keuze waarbij de positieve functie van verlichting afgewogen moet worden tegen de negatieve aspecten. Sociale veiligheid is zelden gebaat bij verlichting buiten de bebouwde kom.

Wil de sociale veiligheid met verlichting vergroot worden dan moet er voldoende toezicht mogelijk zijn. Dat betekent dat er op een fiets- of wandelpad zoveel mensen aanwezig zijn dat dit mogelijk is. Dit is in het buitengebied zelden het geval. De gemeente hanteert de volgende algemene uitgangspunten bij het verlichten van de openbare ruimte:

Binnen de bebouwde kom

  • (woon)straten, pleinen, winkelgebieden, industrieterreinen en doorgaande loop- en fietsroutes van verlichting voorzien;

  • verkeerswegen van verlichting voorzien indien de voertuigverlichting samen met wegmarkering en bebakening bij de toegestane snelheid niet toereikend is om een juiste inschatting te maken van de situatie;

  • gemeentelijke voetpaden verlichten als zij dienen als openbaar toegangspad naar de voordeur;

  • parkeerterreinen die ’s avonds niet veel gebruikt worden niet verlichten of alleen van oriëntatieverlichting voorzien;

  • parken niet verlicht, tenzij zij onderdeel uitmaken van een doorgaande looproute;

  • fietspaden met in hoofdzaak een recreatieve functie, achterpaden, speelplaatsen, evenals alle overige paden niet verlichten;

  • grondspots en schijnwerpers alleen bij uitzondering toepassen.

Buiten de bebouwde kom

  • niet verlichten tenzij;

  • alleen locaties verlichten die een risico voor de verkeersveiligheid opleveren, doordat voertuigverlichting samen met de wegmarkering en bebakening bij de toegestane snelheid niet toereikend is om een juiste inschatting te maken van de situatie;

  • uit oogpunt van comfort, de aanwezige oriëntatieverlichting op locaties met een aaneengesloten woonbebouwing handhaven;

  • geen uitbreiding van verlichting.

5.2 Verlichtingsklassen

Als wordt besloten een gebied te verlichten is het van belang hiervoor een passende, bij de situatie en omstandigheden horende, verlichtingsklasse te kiezen. De ROVL-2011 adviseert per situatie en omstandigheid de gewenste verlichtingsklasse.

Nieuwe verlichting:

Bij nieuw te realiseren verlichting (bijvoorbeeld een nieuwe woonwijk) wordt minimaal de toegestane verlichtingsklasse volgens de ROVL-2011 aangehouden.

Bestaande verlichting:

Bij bestaande situaties moet met meer aspecten rekening worden gehouden, zoals de kosten van aanpassing van de al aanwezige verlichting. De keuze van de oplossing en de wijze van realiseren moeten zorgvuldig worden afgewogen. Uitgangspunt is dat bij renovatie de bestaande lichtmastposities zoveel mogelijk worden gehandhaafd, tenzij dit leidt tot lichtniveaus die ver onder de norm liggen. In dat geval moeten de lichtmastposities worden herzien.

Dit brengt hoge kosten met zich mee voor nieuwe aansluitingen bij het netwerkbedrijf. Bij renovatie van oude verlichtingsinstallaties wordt de verlichtingskwaliteit in ieder geval altijd beter door de nieuwe type lampen.

5.3 Milieu

Het SER energieakkoord voor duurzame groei is door diverse partijen ondertekend, waaronder de vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG). Hierin zijn voor OVL diverse doelstellingen geformuleerd:

  • 20% minder verbruik in KWH in 2020 t.o.v. 2013

  • 50% minder verbruik in KWH in 2030 t.o.v. 2013

  • 40% slim energiemanagement in 2020

  • 40% energie zuinige OVL in 2020

De gemeente heeft de doelstelling om de openbare verlichting in de openbare ruimte te minimaliseren, zonder dat dit ten koste gaat van de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. Hierbij wil de gemeente maximaal besparen op energieverbruik en donkerte waar mogelijk bevorderen.

Een aanzienlijk deel van de OVL installatie is nog energie onvriendelijk. Vervangen van verouderde armaturen levert in de planperiode een energiebesparing op van circa 19%. Het energieakkoord stelt; 20% besparing in 2020 met als peildatum 2013. Het gegeven er de afgelopen jaren veel geïnvesteerd is in energie zuinige lampen en het huidige areaal aan energiezuinige lampen in Terneuzen al bijna 50% is wordt bij uitvoering van het voorgestelde beleid de energiedoelstelling van 20% in 2020 en 50% in 2030 gehaald.

In het kader van energiebesparing kiest de gemeente voor:

  • 1.

    Niet verlichten tenzij dit vanuit verkeersveiligheid en/of sociale veiligheid noodzakelijk is;

  • 2.

    Indien besloten wordt om te verlichten, dan wordt hierbij de minimaal toegestane verlichtingsklasse volgens de ROVL-2011 aangehouden;

  • 3.

    Het verwijderen van verlichting waar dit mogelijk is;

  • 4.

    Het vervangen van openbare verlichting, waar mogelijk, door alternatieven zoals reflecterende markeringen (schrikhekken, belijning, katten ogen);

  • 5.

    LED of energiezuinige gasontladingslampen met een lange levensduur en een gunstige lumen/watt verhouding;

  • 6.

    Armaturen met een hoog lichttechnisch rendement;

  • 7.

    Dimapparatuur toepassen waar dit rendement oplevert;

  • 8.

    Energiemanagement vooralsnog niet toepassen gezien de hoge investering- en beheerkosten.

Avondbranders en nachtbranders en dimfuncties

In diverse kernen van de gemeente Terneuzen komen nog avond en nachtbranders voor. Deze lampen worden in de nachtelijke uren (vanaf 23.00 uur) om en om gedoofd om energie en kosten te besparen. Dit geeft geen gelijkmatig lichtbeeld en voldoet daarom niet aan de richtlijn voor gelijkmatigheid. Door licht in de nachtelijke uren te dimmen wordt energie bespaard, terwijl de gelijkmatigheid gehandhaafd blijft.

Bij de sanering van openbare verlichting wordt er over geschakeld naar een gelijkmatige verlichting en er worden er geen avondbranders meer geïnstalleerd.

Afhankelijk van de functie en het wattage wordt er overgegaan op het dimmen van verlichting. Het aantal avondbranders dat in planperiode omgeschakeld wordt naar nachtbranders bedraagt ca 600 stuks.

Lichtvervuiling en lichthinder

OVL wordt regelmatig als onwenselijk ervaren. Met lichtvervuiling wordt bedoeld, verlichting die buiten het gebied valt, dan waar de verlichting voor bedoeld is.

Bijvoorbeeld het licht dat door een armatuur naar boven straalt. Nederland is één van de meest lichtvervuilde gebieden ter wereld en deze vervuiling groeit met meer dan 5% per jaar. Hoewel over het algemeen de OVL volledig geaccepteerd en zeer gewaardeerd wordt, zal ook een openbare verlichtingsinstallatie zodanig moeten worden geplaatst en uitgevoerd, dat deze geen lichthinder veroorzaakt naar de omwonenden, weggebruikers, of naar anderen dan de doelgroep waar de installatie voor bedoeld is.

De gemeente is terughoudend met het verlichten van buitengebieden. Indien energiebesparende, maar vooral ook lichtbesparende alternatieven voor handen zijn worden deze ingezet. Bij vervanging of vernieuwing van verlichtingsinstallaties gebruikt de gemeente lichthinder vrije armaturen (minimale tot geen uitstoot naar boven). Het huidige areaal aan lichtpunten in het buitengebied bedraagt 336 stuks. De gemeente Terneuzen is voornemens om alle lichtpunten buiten de bebouwde kom over te dragen aan het waterschap Scheldestromen. Het waterschap is voor een groot gedeelte wegbeheerder buiten de bebouwde kom daar waar nu gemeentelijke lichtmasten staan. Voor de burger is het vaak niet duidelijk dat er verschillende beheerders zijn die verantwoordelijk zijn voor de openbare ruimte. OVL onder brengen bij de wegbeheerder in het buitengebied heeft de voorkeur.

5.4 Verantwoord beheer en onderhoud

Het areaal aan openbare verlichting dient adequaat onderhouden te worden om lamp uitval tot een minimum te beperken, een veilige installatie te houden en het afgesproken kwaliteitsniveau te borgen. De gemeente Terneuzen werkt samen met de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten (VZG) om het onderhoud en het beheer van de openbare verlichting zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.

Beheer

Goed beheer begint bij informatie over datgene wat beheerd moet worden. De gemeente maakt gebruik van een geautomatiseerd webbased beheersysteem OMS van I-Real waarin alle relevante informatie is en wordt opgeslagen. Storingsmeldingen zijn hieraan gekoppeld. Zo kan op elk gewenst moment worden beschikt over actuele beheerinformatie en kunnen storingen 24/7 gemeld worden. Het beheersysteem van I-Real is in 2011 door de VZG aangeschaft. De data uit dit systeem vormt de basis voor de afrekening van de netwerkkosten, leveringskosten en de energiebelasting met Delta. Netwerkkosten op basis van het aantal lichtpunten en levering- en energiebelasting op basis van het (dim)vermogen en de branduren.

Onderhoud

Voor het onderhoud van de OVL wordt elke 4 jaar een bestek opgesteld en dit wordt door de VZG in de markt gezet.

Het onderhoud omvat in hoofdlijnen de volgende werkzaamheden:

  • Registreren van storingen;

  • Correctief onderhoud, het herstellen van storingen, schades aan de OVL. Storingen worden volgens overeengekomen service niveau met gecontracteerde aannemer afgehandeld;

  • Preventief onderhoud o Jaarlijkse groepsremplace: het vervangen van lampen o Het schilderen van masten

  • Inspecties, tijdens de uitvoering van de groepsremplace inspecteren van de installatie op functionaliteit en kwaliteit;

  • Revisie, het aanleveren van veranderingen aan de installatie ten gevolge van preventief onderhoud, correctief onderhoud en werken.

Ondergronds netwerk

De voeding van de OVL, de voedingskabels en de voedingskasten, zijn niet in eigendom van de gemeente. Delta Netwerkgroep is eigenaar en verantwoordelijk voor een goede werking van het netwerk. Bijna alle OVL is aangesloten op het netwerk van Delta. In een aantal gevallen is de OVL niet rechtstreeks op het netwerk van Delta aangesloten. In dat geval loopt de voeding via een gemeentelijk schakelkast en is de gemeente installatieverantwoordelijk. De inkoop van energie wordt Zeeuws breed ingekocht. De OVL maakt hier deel van uit.

In stand houden van de OVL

Om geen veiligheidsrisico’s te lopen is het nodig om de OVL onderdelen tijdig te vervangen. De economische levensduur van masten is 40 jaar. De technische levensduur verschilt per locatie en mast. Gezien de bezuinigingsopgave kunnen niet alle masten vervangen worden na 40 jaar. De ervaring leert dat dit ook niet altijd noodzakelijk is en dat een deel van de masten nog best nog een decennium mee kan. Om de veiligheid te waarborgen worden alle masten van 40 jaar en ouder visueel geïnspecteerd en daar waar nodig beproefd om de technische restlevensduur te bepalen. Vervanging van masten vindt voortaan risico gestuurd plaats. De economische levensduur van armaturen is 20 jaar evenals de technische levensduur. Vooral bij de armaturen is het van belang niet te wachten met vervanging. Naast het feit dat de kwaliteit van de armaturen vanwege ouderdom sterk achteruitgaat en er dure storingen ontstaan, zorgen nieuwe moderne armaturen voor aanzienlijke besparingen op onderhoud en energie. Bij vervanging tracht de gemeente een uniform straatbeeld te creëren. Als het merendeel van de armaturen aan vervanging toe is, beoordeelt de gemeente of het verantwoord is de overige armaturen in de straat mee te vervangen om zo een uniform straatbeeld te behouden.

afbeelding binnen de regeling

Markt Terneuzen

Storingen OVL

De OVL installatie van Terneuzen omvat 13.941 armaturen en 12.936 masten. In 2014 zijn er 1103 storingen gemeld. Dit is 7,9% van het areaal aan armaturen. Het aandeel meldingen wat betrekking heeft op armaturen is 80%. Hieruit valt te concluderen dat er veel achterstallig onderhoud is aan armaturen en dat hierdoor de lampuitval groot is. Een landelijk kengetal voor storingen aan de gehele installatie is 6%. Er zijn ondanks het tijdige remplaceren van de lampen 825 lamp gerelateerde storingen gemeld. Door het tijdig vervangen van armaturen kan het aantal storingen naar een acceptabel niveau terug gebracht worden.

afbeelding binnen de regeling

Storingsmeldingen 2014

Doelstelling is om het storingsniveau terug te brengen naar 5% van het aantal armaturen.

Maatschappelijke aanvaardbaarheid

Masten en armaturen worden pas vervangen wanneer de technische levensduur voorbij is. Bij vervanging wordt, de laatste stand van de lichttechniek toegepast. De gemeente beoogt (continu) een juiste balans te vinden tussen veiligheid, duurzaamheid en financiën. Het zoeken naar de juiste afstemming tussen deze drie facetten blijft een aandachtspunt bij de jaarlijks op te stellen vervangingsplanning.

Kaderstelling landelijke wet- en regelgeving

De hiervoor genoemde beleidsthema’s hebben direct te maken met het in stand houden en verbeteren van de OVL in het kader van veiligheid en duurzaamheid. Daarnaast is er wet- en regelgeving waaraan de gemeente als eigenaar van de OVL zich aan moet houden. Dit heeft o.a. betrekking op de aansprakelijkheid (Burgerlijk Wetboek). Een nadere toelichting is te vinden in bijlage 1.

afbeelding binnen de regeling

Terneuzen Scheldeboulevard

Hoofdstuk 6. Status huidige verlichting

6.1 Achtergrond: OVL database

De gemeente heeft de beschikking over administratieve en grafische gegevens van de OVL. Alle lichtpunten in de gemeente hebben een nummer. Dit nummer correspondeert met de nummers in de database en de tekening. Van elk lichtpunt worden de diverse inhoudelijke en leeftijdgegevens geregistreerd. Dit biedt voldoende informatie om de beleid- en beheertaken adequaat uit te voeren.

6.2 Installatie in aantallen en leeftijden te vervangen in planperiode

De komende 10 jaar (2015 t/m 2024) moeten, op basis van leeftijd, 3613 masten en 8737 armaturen vervangen worden. Het budget voor vervangen van masten laat volledige vervanging niet toe. Risico gestuurd wordt een deel van de masten vervangen. Budgettair kunnen er 1304 masten vervangen worden.

 

OV onderdeel

Areaal

te vervangen mast/arm

% te vervangen areaal

mast

12936 stuks

1304 stuks

10%

armatuur

13941 stuks

8737 stuks

63%

 

Peildatum januari 2014, te saneren OV 

 

De daadwerkelijke sanering wordt jaarlijks bepaald. Uitgangspunt voor deze sanering is in eerste instantie de leeftijd van de onderdelen. De masten die op basis van leeftijd nog niet aan vervanging toe zijn worden niet gesaneerd. Dit moet dan blijken uit inspectie van de mast. Op basis van de te behalen verlichtingssterkte wordt er gekeken of de positionering van de masten aangepast moet worden. Bij sanering wordt tevens integraal bekeken of deze samen met wegen en of rioleringswerken uitgevoerd kan worden.  

6.3 Vervangingskosten per kern

Onderstaande tabel geeft de vervangingskosten in de planperiode aan van armaturen en masten per kern.

 

Kern

Armaturen € 

Masten € 

Totaal € 

Axel

€396.405

€157.671

€554.076

Biervliet

€91.375

€36.345

€127.720

Hoek

€122.525

€48.735

€171.260

Heikant

€1.300

€517

€1.817

Koewacht

€87.425

€34.773

€122.198

Overslag

€10.400

€4.137

€14.537

Philippine

€114.800

€45.662

€160.462

Sas van Gent

€216.675

€86.183

€302.858

Sluiskil

€115.050

€45.761

€160.811

Spui

€13.325

€5.300

€18.625

Spui (tnz)

€4.550

€1.810

€6.360

Terneuzen

€1.480.405

€588.834

€2.069.239

Westdorpe

€75.075

€29.861

€104.936

Zaamslag

€152.780

€60.769

€213.549

Zuiddorpe

€72.655

€28.899

€101.554

Totaal

€2.954.745

€1.175.255

€ 4.130.000

 

Uitgangspunten: 100% vervangen van armaturen en 36% risico gestuurd vervangen van masten

 6.4 Effecten van te nemen maatregelen

Het vervangen van de verouderde verlichting heeft een positief effect op de gemiddelde leeftijd van de installatie, de storingsgevoeligheid, de verlichtingskwaliteit, het energieverbruik en de CO₂-emissie.

 

Vervanging op basis van leeftijd

De databaseanalyse heeft uitgewezen dat 3613 masten en 8737 armaturen aan vervanging toe zijn. Een verantwoord deel van de masten wordt vervangen. Vervanging van deze objecten resulteert in een installatie die er gemiddeld netter uitziet en minder gevoelig is voor storingen.

 

Verlichtingskwaliteit gaat vooruit

Afgelopen jaren zijn er veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied van verlichting, lamptechnieken en armatuuroptieken veranderen snel door de doorontwikkeling van de Light Emitting Diode (LED). Deze armaturen en moderne gasontladingslampen scoren beter op het vlak van verlichting- en energierendement, vermindering van lichthinder en onderhoudskosten.

 

Energieverbruik en energiebelasting in de planperiode daalt

Het vervangen van verouderde verlichting door nieuwe verlichting zorgt er voor dat er op energieverbruik en uitstoot wordt bespaard. Met behulp van rekentools is er berekend wat het besparingspotentieel is bij realisatie van de geplande vervangingen. Onderstaande tabel geeft het resultaat weer van deze berekening.

2015

2024

Besparing

Aantal armaturen (stuks)

13.941

13.941

n.v.t.

Energieverbruik (kWh)

2.348.846

1.907.231

441.165

Energieverbruik (%)

100%

81,2%

18,8%

CO₂ uitstoot (kg)

1.033.492

839.181

194.311

Levering energie en energie

Belasting in € 

 

€157.512

 

€127.897

 

€29.614

 

Uitgangspunten:

  • -

    renovatie van 8737 armaturen in 10 jaar E- besparing 30% op te saneren areaal

  • -

    prijspeil 2014 excl. btw

  • -

    1kwh = 0,44 kg CO2

  • -

    Vermindering van opgenomen van lampen en voorschakelapparatuur excl. dimmogelijkheden

afbeelding binnen de regeling   

  Nieuwe LED verlichting 

  

Hoofdstuk 7 Exploitatielasten in planperiode

Exploitatielasten 2015-2024

Het nieuwe beleid- en beheerplan2015-2024 kost €155.644 meer aan kapitaallasten in de planperiode. De investering in zuinige lampen levert een besparing op in leveringskosten voor energie en energiebelasting. De kosten voor het gehele product openbare verlichting blijft hiermee, uitgaande van gelijkblijvende energie tarieven, nagenoeg op het zelfde peil in 2024. Per saldo stijgt dit met € 2.854 naar €860.404.