Integraal Veiligheidsplan

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Integraal Veiligheidsplan

INHOUD  

I. Uitgangspunten

1. Beleidscyclus

2. Regionaal beleidsplan 2014 – 2015

3. Driehoek

4. Samenwerking

5. Afstemming

6. Lokale prioriteiten 

II. Definiëring, groeiproces, planning, organisatie en proces

1. Wat is Lokale Veiligheid?

2. Groeiproces 

III. Planning Cyclus Lokale Veiligheid raadsperiode 2014 – 2018 

IV. Organisatie en proces 

V. Waar baseren we ons op?

1. “Harde” cijfers

2. “Zachte” cijfers   

Deel A Organisatie, kerntaken en doelstellingen Politie

1. Organisatie

2. Kerntaken

3. Wat wil de Politie landelijk en regionaal bereiken?

- Landelijke Prioriteiten

- Regionale Veiligheidsthema’s

- Principiële Samenwerkingsafspraken politie / overheid 

Deel B Trends gebaseerd op “ Update dataset 2014 van de Gebiedscan Criminaliteit en Overlast Gemeente Terneuzen”

1. Wat is de “Update dataset 2014 van de Gebiedscan Criminaliteit en Overlast Gemeente Terneuzen”?

2. Trends 

Deel C Trends gebaseerd op “Veiligheidsmonitor Terneuzen 2013”

1. Wat is de “Veiligheidsmonitor Terneuzen 2013“?

2. Hoe werkt het?

3. Onderwerpen

4. Trends

a. Algemeen

b. Leefbaarheid woonbuurt

c. Overlast in de buurt

d. Onveiligheidsgevoelens, onveilige plekken en respectloos gedrage. Slachtofferschap

f. Burgers en politie

g. Preventie  

Deel D Conclusies en prioriteiten

Conclusies

Lokale prioriteiten

Inleiding

Voor u ligt het Integraal Veiligheidsplan 2014 – 2018. Dit plan bouwt voort op eerdere door u vastgestelde veiligheidsplannen: in november 2010 is door de raad de Notitie Integrale Veiligheid vastgesteld en zijn 6 hiervan afgeleide prioriteiten geformuleerd.

Vanaf heden spreken we over het onderwerp “Lokaal Veiligheidsbeleid” dat in het vast te stellen Integraal Veiligheidsplan haar basis vindt. Het voor u liggend Integraal Veiligheidsplan omvat de raadsperiode 2014 – 2018. Aangezien het hier, naast bovenregionale en bilaterale aspecten, in ieder geval een bovengemeentelijk onderwerp betreft is voor het eerst beperkt ambtelijk samengewerkt met de gemeenten Hulst en Sluis.

In deze nota gaat het om de veiligheid of onveiligheid in de openbare ruimte. Het gaat hier niet over spectaculaire incidenten maar vooral over de risico’s die er zijn er in het dagelijkse leven. De enige uitzondering op de openbare ruimte vormt de aandacht voor huiselijk geweld.

Naast de sociale veiligheid, die haar plaats vindt in het hier te behandelen lokaal veiligheidsbeleid, is uiteraard ook nog sprake van fysieke veiligheid. Deze vorm vindt haar plaats en beleid in de Veiligheidsregio Zeeland. Van de stand van zaken met betrekking tot fysieke veiligheid, bijvoorbeeld de brandweer, wordt u met regelmaat geïnformeerd.

Bij het benoemen van problemen in de openbare ruimte (Lokale Veiligheid) moet er een direct aantoonbare relatie zijn met (on)veiligheid. Bij mishandeling is die link evident maar onderwerpen als hondenpoep vallen niet binnen het bereik van deze nota: hoewel het onomstotelijk vaststaat dat verloedering leidt tot grotere sociale veiligheidsrisico’s is het niet zo dat er een directe relatie bestaat tussen de frequentie hondenpoep en de ernst van de veiligheidssituatie.

Het verhalend gedeelte van deze nota is minder uitgebreid dan in 2010. Er is bewust gekozen voor het aangeven van trends en wordt het benoemen van incidenten vermeden. Het is bij dit beleidsonderdeel van belang om hoofd- en bijzaak goed te scheiden en om niet ten onder te gaan in cijfers, ongefundeerde speculatieve aannames, onderbuikgevoelens en hineininterpretieren. Hoe meer cijfers, hoe meer vragen dit oproept. De hoeveelheid informatie is dus kwantitatief bewust beperkt om overzicht te houden zonder kwalitatief in te leveren. De twee gekozen informatiebronnen, Politie en Burgers, zijn dus leidend. Gelet op de kaderstellende rol van de raad1 is deze beperking dan ook wenselijk. Uiteraard onthouden wij u de cijfers niet: in de bijlagen 3, 4 en 5 vindt u uitgebreide cijfermatige informatie over de veiligheidssituatie in Terneuzen en Zeeuws – Vlaanderen. Deze cijfers geven een impressie van de meldingen die gedaan zijn bij de politie en de veiligheidsbeleving door de gemiddelde inwoner van de gemeente Terneuzen.

De regie voor het lokaal veiligheidsbeleid is in handen van de gemeente. Dit betekent dat het door de raad vast te stellen gemeentelijk lokaal veiligheidsbeleid met de hierbij horende prioriteiten leidend is voor de politie i.c. Team Zeeuws – Vlaanderen. Door deze verschuiving behoren de traditionele Jaarplannen van de politie tot het verleden.

1 Zie hierdoor de ook tijdens de Raadsinformatiebijeenkomst van 8 oktober jongstleden benoemde brochure in bijlage 1: "Volop lokale kansen in nieuw politiebestel"

Hoofdstuk I Uitgangspunten

Bij de formulering, uitvoering en (interne) verankering van het Lokaal Veiligheidsbeleid worden de volgende zes uitgangspunten gehanteerd:

1. Beleidscyclus

Een beleidscyclus Lokale Veiligheid is gekoppeld aan een raadsperiode. Voor de periode

2014 –  2018 is de basis hiervoor het Integraal Veiligheidsplan waarbij door de gemeenteraad lokale prioriteiten worden geformuleerd. Zie ook planning op pagina 5.

2. Regionaal Beleidsplan 2014 -2015

Sinds 1 januari 2013 is de Nationale Politie operationeel. Samen met 38 andere gemeenten vormt Terneuzen onderdeel van de eenheid Zeeland West-Brabant. Deze eenheid heeft de veiligheidsthema’s benoemd in het Regionaal Beleidsplan 2014 – 2015.

U heeft dit inmiddels ontvangen.

Dit plan staat aan de basis van de sturing op regionaal niveau. Het wordt tenminste eens in de vier jaar – gekoppeld aan een volledige raadsperiode - vastgesteld door alle 39 burgemeesters en de Hoofdofficier van Justitie. Via het Regionale Beleidsplan wordt gestuurd op de prioriteiten en doelstellingen voor de regionale eenheid Zeeland – WestBrabant. Het ligt voor de hand dat het Regionale Beleidsplan ingaat op bovenlokale veiligheidsvraagstukken als de aanpak van criminaliteit, witwassen, ondermijning, verstrengeling boven- en onderwereld, problematiek op het gebied van jeugd en de aanpak van drugs. Ook is het van belang dat van de politie de gevraagde prestaties centraal staan. De prioritering en aanpak van deze veiligheidsvraagstukken worden mede gebaseerd op input van de verschillende gemeenten en het beleidsplan van het Openbaar Ministerie (OM). Hiernaast worden in ieder geval de doelstellingen die door de minister van Veiligheid en Justitie aan de eenheden zijn toebedeeld als aandeel in de landelijke doelstellingen opgenomen.

3. 'Driehoek'

In de ‘driehoek’ maken de burgemeester en de Officier van Justitie afspraken over de inzet van de politie. Dat gebeurt op basis van de lokale doelen van de gemeente en op basis van de doelstellingen van het OM. De eerste worden door de gemeenteraad vastgesteld in het Lokale Veiligheidsbeleid en vormen mede de kaders die de burgemeester meekrijgt om zijn gezagsrol in te vullen.

De afspraken die door de ‘driehoek’ worden gemaakt kunnen bijvoorbeeld gaan over de prioriteiten voor de inzet van de politie, het dienstverleningsniveau van politie aan burgers, zoals aangiftemogelijkheden, (tijden van) bereikbaarheid en beschikbaarheid, samenwerking met toezichts- en handhavingsdiensten, private partijen en informatieuitwisseling. Hiermee bindt het gezag de politie aan de lokale wensen en behoeften en is een basis van de politiezorg in de gemeente geregeld. Het is hierbij van belang de afspraken zo veel mogelijk te formuleren in prestaties die van de politie worden verwacht: welke bijdrage aan de lokale veiligheid dient de politie te leveren? De rol van het gezag (burgemeester) hierin is om te bepalen welke prestaties het van de politie verwacht en daarop te sturen. Hoe concreter de gevraagde prestaties van de politie worden beschreven, hoe makkelijker het is voor het gezag de politie hierop aan te spreken en verantwoording te laten afleggen;

4. Samenwerking

Vanuit de lokale veiligheidsplannen en vanuit de gezagsrol van de burgemeester en de positie van de gemeenteraad is het vanzelfsprekend dat Gemeenten, Openbaar Ministerie en Politie in het kader van de lokale veiligheid intensief met burgers, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en verenigingen samenwerken aan de aanpak van onveiligheid en overlast in de eigen leefomgeving. Ook de veiligheidsbeleving van de burger vindt hier haar plaats. Hierbij heeft de gemeente de regie op de probleemgerichte integrale aanpak.

5. Afstemming

Door de koppeling van de inzet van de operationele politiecapaciteit aan de doelen van het lokale veiligheidsplan kan de politiezorg binnen de gemeenten beter afgestemd worden op lokale wensen en behoeften.

6. Lokale prioriteiten

De gemeente bepaalt als regisseur van het lokale veiligheidsbeleid samen met haar partners de lokale prioriteiten. Op landelijk niveau benoemt de Minister van Veiligheid en Justitie de landelijke prioriteiten voor de politie en het Openbaar Ministerie. Districtelijk en regionaal zijn ze vooral gericht op winst door samenwerking. Veel gemeentelijke prioriteiten komen overeen. Dit zijn overigens voor een groot deel ook de landelijke politie prioriteiten. Door op gemeenschappelijke veiligheidsthema's in een leer- en groeimodel samen te werken ontstaat er een grotere effectiviteit in aanpak en worden gemeenten ondersteund bij het realiseren van hun lokale veiligheidsplannen. Dit is mede het uitgangspunt voor het jaarplan van de regionale politie-eenheid Zeeland – West-Brabant.

Hoofdstuk II. Definiëring, groeiproces, planning, organisatie en proces

1. Wat is Lokale veiligheid?

Het begrip lokale veiligheid is breed. Het duidt op een complexe werkelijkheid. Het gaat bij veiligheid immers niet alleen om problemen als overlast en criminaliteit, maar ook over verloedering, alcohol en drugsproblematiek of (geestelijke) gezondheid. Veiligheid is mede afhankelijk van beleidsvelden als (geestelijke) gezondheidszorg, wonen, leefbaarheid, werk, scholing en milieu. Gelet op de integrale aanpak zijn bij lokaal veiligheidsbeleid veel instanties betrokken zoals Politie, OM, diverse gemeentelijke diensten, Bureau Halt, reclassering, welzijnswerk, jongerenwerk, Centrum voor Jeugd en Gezin, GGD, Leger des Heils, diverse andere (geestelijke) gezondheidsinstellingen, lokaal en regionaal onderwijs, woningbouwcoöperaties, horeca, bedrijfsleven, bewoners en belangengroepen. De veelheid aan beleidsvelden en de veelheid aan betrokken maatschappelijke spelers duiden op een bewustzijn dat veiligheid en veiligheidsgevoelens afhankelijk zijn van veel factoren. Al deze factoren dienen een rol te spelen in de aanpak van onveiligheid en onveiligheidsgevoelens. Het hieraan gekoppelde Lokale Veiligheidsbeleid is geen doel op zich, maar een middel om zeker te stellen dat de gemeente zich structureel inzet voor de lokale veiligheid;

2. Groeiproces

Uit analyse van de uitwerking van de vastgestelde prioriteiten van de Notitie Integrale Veiligheid 2010 - 2014 blijkt dat de gemeente er nog niet in geslaagd is om veiligheid integraal te benaderen. Een belangrijke reden hiervoor is het feit dat de onbekendheid bij de verschillende partijen nog steeds erg groot is. Zoals onder punt 1 gesteld, is het een brede complexe werkelijkheid waarbij de verschillende rollen van eenieder binnen de gemeentelijke organisatie nog niet helder zijn. Dit is een groeiproces. De bekendheid intern en de bereidheid hieraan mee te werken is ten opzichte van de periode 2006 – 2010 wel gegroeid. Speerpunt is dat het beleidsonderdeel Lokale Veiligheid wel adequaat vormgegeven en uitgewerkt wordt gedurende de raadsperiode 2014 – 2018. Hierbij valt ook te denken aan de plaats binnen de organisatie, de noodzakelijke formatieve inzet en het in het leven roepen van een gemeentelijk veiligheidsbudget.

Hoofdstuk III. Planning Cyclus Lokale Veiligheid raadsperiode 2014 - 2018

► December 2014

Vaststellen Lokaal Veiligheidsbeleid + prioritering door de raad

► 19 maart 2015

Vaststellen door raad van Uitvoeringsplan 2015

► 2015

Uitvoeren van door de raad in december 2014 vastgestelde prioriteiten

► 17 december 2015

Evaluatie door de raad van de uitgevoerde prioriteiten en vaststellen uitvoeringsplan 2016

► 2016

Uitvoeren Uitvoeringsplan 2016

► Juni 2016

Updaten Lokaal Veiligheidsbeleid 2014 – 2018 op basis van nieuwe feiten + data. Voor de integrale veiligheidsmonitor worden dezelfde vragen gebruikt als voorheen

► December 2016

Evaluatie door de raad van de uitgevoerde prioriteiten en vaststellen uitvoeringsplan 2017

► December 2017

Evaluatie door de raad van de uitgevoerde prioriteiten

► Winter 2017 – 2018

Werkgroep Lokale Veiligheid bereidt nieuw Lokaal

Veiligheidsbeleid 2018 - 2022 voor op basis van bronnen politie en Integrale Veiligheidsmonitor.

Hoofdstuk IV. Organisatie en proces

De hier boven beschreven cyclus is één van de uitgangspunten. De invulling hiervan dient te gebeuren aan de hand van een rationeel proces met sterk bewustzijn van het interactieve karakter en het feit dat vele partijen betrokken zijn: er moet inhoudelijk gecommuniceerd, afgestemd en besloten worden tussen – in ieder geval - de volgende partijen:

  • -

    Gemeenteraad

  • -

    College B & W

  • -

    Alle Afdelingen gemeente Terneuzen

  • -

    Veiligheidsregio Zeeland

  • -

    Politie

  • -

    Woningbouwverenigingen, dorpsraden, winkeliersverenigingen, scholen enz. - In de toekomst intergemeentelijk? Dit plan is een eerste stap - In de toekomst bilateraal?

De coördinatie van de werkzaamheden in het kader van het Lokaal Veiligheidsbeleid hoort – gelet op het takenpakket - bij Team Bestuur (openbare orde). Hierbij zal met name aandacht moeten zijn voor planning, afstemming, data-analyse en haalbaarheid uitvoering prioriteiten. De inhoudelijke uitwerking en monitoring wordt gecoördineerd in de Werkgroep Veiligheid waarin alle gemeentelijke afdelingen, Veiligheidsregio Zeeland en Politie ambtelijk samenwerken.

raadsvergadering van 17 december 2015.

Hoofdstuk V. Waar baseren we ons op?

Meten is weten. Zoals bij ieder beleidsonderdeel zijn veel cijfers te genereren. Zoals bekend is de betrouwbaarheid van de bron van cijfers een eerste valkuil. Wie is de bron en wat betekenen verschuivingen? Veranderen trends als gevolg van beleid of als gevolg van een grotere of kleinere meldingsbereidheid? Hiermede blijkt opnieuw dat interpretatie de tweede valkuil is.

De in deze nota onderscheiden trends zijn gebaseerd op twee bronnen:

  • 1.

    “Harde” cijfers 

Harde cijfers streven naar een zo groot mogelijke objectieve weergave. Hierbij baseren we ons op de door het basisteam Zeeuws – Vlaanderen aangeleverde “Update dataset 2014 van de Gebiedscan Criminaliteit en Overlast Gemeente Hulst, Sluis en Terneuzen”. 

 

  • 1.

    “Zachte” cijfers 

Zachte cijfers zijn meer gebaseerd op persoonlijke ervaringen van de burger in de gemeente Terneuzen. Zij dragen een subjectiever karakter en hierbij bestaat het gevaar dat vaker incidenten tot norm verheven worden.

Deze bron is de Veiligheidsmonitor die najaar 2013 in de gemeente Terneuzen is uitgevoerd.

  

Een en ander zal in vier delen nader toegelicht worden:

  • -

    Deel A: Organisatie, kerntaken en ambities politie – zie ook bijlage 2

  • -

    Deel B: Trends vanuit “Update dataset 2014 van de Gebiedscan Criminaliteit en Overlast Gemeente Terneuzen” – zie ook bijlage 3

  • -

    Deel C: Trends vanuit Veiligheidsmonitor Terneuzen 2013 – zie ook bijlage 5

  • -

    Deel D: Conclusies en prioriteitstelling  

Deel A Organisatie, Kerntaken en doelstellingen politie

1. ORGANISATIE

De hoofdstructuur van de politie kent drie, nauw samenwerkende niveaus: nationaal, regionaal en lokaal. De korpsleiding, ondersteund door de Staf Korpsleiding, functioneert op nationaal niveau. Op operationeel gebied geldt dat ook voor de Landelijke Eenheid, die onder meer regio-overschrijdende en specialistische politietaken verricht, en het Politiedienstencentrum waarin alle bedrijfsvoeringsonderdelen zijn gebundeld. De tien andere eenheden opereren op regionaal niveau. Binnen deze eenheden zijn op lokaal niveau districten actief, die bestaan uit basisteams, de districtsrecherche en een flexteam. Zie voor gedetailleerder beeld bijlage 2.

afbeelding binnen de regeling Beheerder is Ivo Opstelten, minister Veiligheid en Justitie.

afbeelding binnen de regeling Terneuzen behoort, samen met 38 andere gemeenten, tot de eenheid Zeeland / WestBrabant. De burgemeester van de grootste gemeente, Tilburg, zit voor.

Deze eenheid kent 4 districten:

  • 1.

    Hart van Brabant (omgeving Tilburg)

  • 2.

    De Baronie (omgeving Breda)

  • 3.

    De Markiezaten (Bergen op Zoom / Roosendaal e.o.)

  • 4.

    Zeeland

Zeeland kent op haar beurt drie basisteams: Oosterscheldebekken, Walcheren en Zeeuws – Vlaanderen. Het basisteam Zeeuws – Vlaanderen opereert vanuit Terneuzen.

  2. KERNTAKEN VAN DE POLITIE  

  • 1.

    Voor veiligheid zorgen (voor iedereen in Nederland)

  • 2.

    Criminaliteit voorkomen en bestrijden

  • 3.

    De openbare orde bewaken

  • 4.

    Strafbare feiten opsporen

  • 5.

    Hulp verlenen bij nood

3. WAT WIL DE POLITIE LANDELIJK EN REGIONAAL BEREIKEN?

  • a.

    De Minister van Veiligheid en Justitie geeft 10 landelijke prioriteiten voor de politie.

 

Deze prioriteiten zijn voor een belangrijk deel overlappend met wat de gemeenten in de regio Zeeland / West-Brabant nastreven:

 

  • -

    Aanpak van tenminste de helft van de criminele jeugdgroepen

  • -

    Aanpak delicten met een hoge impact op het slachtoffer

  • -

    Veiligheid op straat

  • -

    Aanpak dierenmishandeling

  • -

    Versterking integrale aanpak cybercrime / Versterking integrale aanpak kinderporno

  • -

    Intensievere opsporing en hardere aanpak van criminele samenwerkingsverbanden

  • -

    Verbetering intake en afhandeling aangifte in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin

  • -

    Aanvalsplan bureaucratie politie: daling administratieve lasten met 25%

  • -

    Verbeteren heterdaadkracht

  • -

    Het controleren, identificeren en overdragen van criminele (illegale) vreemdelingen aan de strafrechtketen

  

  • b.

    De Eenheid Zeeland / West-Brabant stelt 5 veiligheidsthema’s centraal:

 

  • -

    Woninginbraken, Overvallen en Straatroof (WOS)

  • -

    Geweld (w.o. uitgaansgeweld, huiselijk geweld en Veilige Publieke Taak)

  • -

    Overlast en criminaliteit door jeugd(groepen)

  • -

    Georganiseerde criminaliteit (w.o. drugshandel, mensenhandel en 1% motorclubs) - Veiligheidsbeleving, betrokkenheid en vertrouwen van de burgers

 

  • c.

    Principiële Samenwerkingsafspraken politie / overheid

    Om als overheid resultaten te bereiken zijn de volgende samenwerkingsafspraken essentieel:

  • -

    Samen informatie delen, veredelen en analyseren

  • -

    Samen kiezen en sturen

  • -

    Samen aanpakken

  

Deel B Trends gebaseerd op "Update dataset 2014 van de Gebiedscan Criminaliteit en Overlast Gemeente Terneuzen".

Voor nadere inhoudelijke en cijfermatige onderbouwing zie bijlage 3 en 4 .

  • 1.

    Wat is de Update dataset 2014 van de Gebiedscan Criminaliteit en Overlast Gemeente Terneuzen?

Met de gebiedscan informeert de politie Zeeland West-Brabant het lokaal bestuur over de ontwikkeling van criminaliteit en (on)veiligheid in de gemeenten binnen Team Zeeuws – Vlaanderen. De politie signaleert en adviseert hiermee over ontwikkelingen die van belang zijn voor het vergroten of borgen van de veiligheid van de inwoners en bezoekers. De gebiedscan is bedoeld als input voor dit gemeentelijk Integraal Veiligheidsplan. 8 september 2014 heeft de Basisteamdriehoek Zeeuws – Vlaanderen ingestemd met het voorstel om één keer in de vier jaar een uitgebreide scan te maken en in de tussenliggende drie jaar een update op te stellen. In bijlage vindt u deze update tot 1 september 2014.

  • 2.

    Trends  

  • -

    Bij de vermogenscriminaliteit is, met uitzondering van voertuigcriminaliteit, op alle onderdelen sprake van een daling van het aantal misdrijven.

  • -

    De stijging van de voertuigcriminaliteit wordt met name veroorzaakt door de toename van het aantal brom-, snor-, en fietsdiefstallen in heel Zeeuws – Vlaanderen.

  • -

    De dalende trend van geweldsmisdrijven zet in de gemeente Terneuzen door.

  • -

    Het aantal overvallen is in 2014 sterk afgenomen.

  • -

    In 2013 werd in de kern Sluiskil nog een overlastgevende jeugdgroep geregistreerd. Op basis van het aantal meldingen in 2014, waarin het aantal meldingen daalde van 50 naar 15, kan gesteld worden dat hier nu geen sprake meer van is.

  • -

    Het merendeel van de jeugdoverlastmeldingen komen uit de kern Terneuzen.

  • -

    De aan zorg gerelateerde problematiek neemt nog steeds toe. Het aantal meldingen met betrekking tot verwarde / overspannen personen nam in Zeeuws – Vlaanderen toe tot 556. Ook het aantal meldingen met betrekking tot zwervers nam toe.

Deel C Trends gebaseerd op "Veiligheidsmonitor Terneuzen 2013"

Voor nadere inhoudelijke en cijfermatige onderbouwing zie bijlage 5.

  • 1.

    Wat is de Veiligheidsmonitor?

 

De Veiligheidsmonitor is een jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap.

De Veiligheidsmonitor wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, gemeenten en politie.

In 2006, 2010 en 2013 heeft Terneuzen meegedaan en is van plan dit najaar 2015 weer te doen.

Zie ook www.veiligheidsmonitor.nl

 

  • 2.

    Hoe werkt het?

 

Voor dit onderzoek zijn in het najaar van 2013 in de gemeente Terneuzen vragenlijsten uitgezet.

Er zijn in totaal 719 willekeurige inwoners van de gemeente Terneuzen geselecteerd voor het onderzoek.

In totaal hebben 289 inwoners meegedaan. Dit komt neer op een respons van 40,2 procent. Daarnaast hebben 78 inwoners deelgenomen aan de landelijke Veiligheids-monitor. Deze zijn toegevoegd aan het respondentenbestand.

40,2 % is volgens analisten een voldoende respons om verantwoorde conclusies te trekken.

 

  • 3.

    Onderwerpen  

De vragenlijst van de Veiligheidsmonitor 2013 bestond uit de volgende onderwerpen:

  • -

    Leefbaarheid woonbuurt

  • -

    Overlast in de buurt

  • -

    Veiligheidsbeleving, onveilige plekken en respectloos gedrag

  • -

    Slachtofferschap

  • -

    Burgers en politie

  • -

    Preventie

 

  • 4.

    Trends  

Hieronder volgen de belangrijkste conclusies per onderwerp. De resultaten van Terneuzen zijn vergeleken met de Veiligheidsregio Zeeland en de landelijke cijfers. Verder worden de resultaten van de Veiligheidsmonitor 2013 vergeleken met de resultaten uit 2009. Het gaat hier dus om de beleving door de gemiddelde inwoner van de gemeente Terneuzen.

 

Algemeen: 

De gemeente Terneuzen heeft voor veel indicatoren een vergelijkbare score als Nederland gemiddeld.

Als de gemeente wordt vergeleken met (gemeenten in de) provincie Zeeland

(Veiligheidsregio Zeeland en rangorde Zeeuwse gemeenten) blijkt dat Terneuzen hier vaak minder goed uitkomt. Dit komt doordat Terneuzen qua inwoneraantal de grootste gemeente is van Zeeland en daarmee een relatief stedelijk karakter heeft.

Op veel onderwerpen laat Terneuzen een negatieve ontwikkeling zien sinds 2009. Een positieve ontwikkeling laat Terneuzen zien op het gebied van preventieve maatregelen, het functioneren van de politie en het vertrouwen in de politie.

Leefbaarheid woonbuurt 

De gemeente Terneuzen heeft op het gebied van fysieke kwaliteit en sociale cohesie een vergelijkbare score als Zeeland en Nederland. Fysieke kwaliteit is de ervaren leefomgeving. Wat betreft de fysieke kwaliteit staat Terneuzen op de zevende plek onder de Zeeuwse gemeenten. Dit is een verslechtering ten opzichte van 2009.

Op het gebied van sociale cohesie staat Terneuzen laag in de rangorde. Dit zal vooral komen door het relatief stedelijke karakter van de gemeente. Aangetoond is dat de mate van stedelijkheid negatief samenhangt met sociale cohesie. Overigens is er de afgelopen vier jaar geen sprake van een verslechtering van de sociale cohesie.

Als het gaat om leefbaarheid van de woonbuurt beoordelen inwoners van Terneuzen met een cijfer dat overeenkomt met het provinciale en landelijke gemiddelde. Opvallend is dat relatief veel inwoners van mening zijn dat hun woonbuurt er het afgelopen jaar op achteruit is gegaan. Deze negatieve ontwikkeling doet zich voor op meerdere veiligheids-thema’s.

Overlast in de buurt 

De totale overlast in Terneuzen is vergelijkbaar met provinciale en landelijke cijfers. Wel zijn er verschillen als wordt ingezoomd op de verschillende soorten overlast:

Op het thema fysieke verloedering scoort Terneuzen goed ten opzichte van het landelijke beeld, al wordt er wel meer sociale overlast ervaren in Terneuzen dan gemiddeld in Zeeland. Ten opzichte van andere Zeeuwse gemeenten lijkt er in Terneuzen vaker sprake van verkeersoverlast. Dit is niet verwonderlijk aangezien Terneuzen meer inwoners en meer verkeersbewegingen heeft dan andere gemeenten in Zeeland.

Terneuzen onderscheidt zich niet van provinciale en landelijke cijfers als het gaat om de drie belangrijkste buurtproblemen. Dat zijn: ‘te hard rijden’, ‘hondenpoep’ en parkeerproblemen.

Wel vindt men in Terneuzen te hard rijden vaker een belangrijk probleem.

De sociale problemen (overlast en gebrek aan sociale cohesie) lijken wat meer structureel van aard, omdat de gemeente op deze thema’s ook in 2009 al laag scoorde. Op fysieke thema’s scoorde Terneuzen in 2009 relatief goed

Veiligheidsbeleving, onveilige plekken en respectloos gedrag 

De veiligheid van de buurt wordt in Terneuzen gemiddeld slechter beoordeeld dan gemiddeld in Zeeland. Inwoners voelen zich relatief vaker onveilig in de eigen buurt en in het algemeen en hebben ook relatief vaak het idee dat er criminaliteit in de buurt voorkomt en dat deze toeneemt. Het gevolg is dan ook dat inwoners van Terneuzen relatief vaak vermijdingsgedrag vertonen.

Inwoners van Terneuzen voelen zich met meest onveilig bij plekken waar groepen jongeren rondhangen en rondom uitgaansgelegenheden. Hierin wijkt Terneuzen niet af van provinciale en landelijke cijfers.

Ten opzichte van 2009 is er als het gaat om deze indicatoren geen sprake van verbetering. Ten opzichte van 2009 is het onveiligheidsgevoel in de eigen buurt gelijk gebleven. Het algemene veiligheidsgevoel is afgenomen. De verwachte kans op slachtofferschap van woninginbraak en mishandeling is toegenomen.

Slachtofferschap 

De kans om slachtoffer te worden van een delict is in Terneuzen gelijk aan het provinciale gemiddelde en lager dan het landelijk gemiddelde. Geweldsdelicten, cybercrime en vernielingen komen even vaak voor als in andere delen van Zeeland. Vermogensdelicten komen in Terneuzen minder vaak voor dan elders in Nederland.

Vergeleken met andere Zeeuwse gemeenten ontwikkelt de kans om slachtoffer te worden van een delict zich in Terneuzen negatief. Op alle indicatoren is sprake van een relatieve verslechtering. Dit geldt met name voor geweldsdelicten.

Burgers en politie 

Het contact tussen burgers en politie in Terneuzen wordt over het algemeen iets slechter beoordeeld dan elders in Zeeland. Ook vergeleken met landelijke cijfers zijn inwoners van Terneuzen relatief kritisch over het contact met de politie. Als we doorvragen komt naar voren dat inwoners met name de beschikbaarheid, het functioneren en de communicatie slechter beoordelen dan gemiddeld.

Dit geldt niet voor het vertrouwen in de politie en de interactie tussen burger en politie. Op deze aspecten wijkt de beoordeling in Terneuzen niet af van gemiddelde waarden.

De waardering van het contact met de politie en de communicatie en interactie tussen burger en politie zijn ten opzichte van 2009 gedaald. De tevredenheid over het contact is relatief laag maar stabiel.

De relatieve tevredenheid over het functioneren van de politie is wel iets toegenomen.

Preventie 

Het gebruik van preventieve maatregelen ligt in Terneuzen hoger dan gemiddeld. Wat betreft sociopreventieve maatregelen (zoals geen waardevolle spullen achterlaten, licht laten branden en fiets in bewaakte stalling plaatsen) scoort Terneuzen hoger dan het Zeeuwse gemiddelde en op het gebied van technopreventieve maatregelen (veiligheids-sloten, buitenverlichting en alarminstallaties) scoort Terneuzen hoger dan het Nederlands gemiddelde.

Kijkend naar de ontwikkeling van beide indicatoren sinds 2009, blijkt dat de inwoners van Terneuzen de (perceptie van) toename van criminaliteit in de eigen omgeving serieus nemen en zelf actie ondernemen om te voorkomen dat ze slachtoffer worden. De gemeente is namelijk gestegen in de rangorde van Zeeuwse gemeenten wat betreft beide indicatoren; met sociopreventieve maatregelen staat Terneuzen zelfs op de eerste plaats. Met de indicator technopreventieve maatregelen heeft Terneuzen een flinke stijging gemaakt van plaats tien naar de vijfde plaats.

 

Deel D Conclusies en prioriteiten

Op basis van de gegevens van politie en burger zijn de volgende conclusies te trekken:

  • 1.

    Beleving en objectieve gegevens staan op gespannen voet met elkaar. De landelijke, regionale en lokale trend – op basis van politiegegevens – geeft aan dat op zeer veel terreinen de criminaliteit en overlast afneemt. De beleving sluit hier niet bij aan. De gewenste imagoverbetering van met name de stad Terneuzen loopt hiermee vertraging op.  

  • 2.

    De gemeente Terneuzen heeft voor veel indicatoren een vergelijkbare score als in Nederland gemiddeld. Geen significante pieken of dalen.  

  • 3.

    Als de gemeente wordt vergeleken met andere Zeeuwse gemeenten komt Terneuzen hier vaak minder goed uit. Dit komt doordat Terneuzen qua inwoneraantal de grootste gemeente is van Zeeland en daarmee een relatief stedelijk karakter heeft.  

  • 4.

    Op veel onderwerpen laat Terneuzen in de beleving een negatieve ontwikkeling zien sinds 2009.  

  • 5

    Een positieve ontwikkeling laat Terneuzen zien op het gebied van preventieve maatregelen, het functioneren van de politie en het vertrouwen in de politie.  

  • 6.

    Ten opzichte van andere Zeeuwse gemeenten lijkt er in Terneuzen vaker sprake van verkeersoverlast. Dit is niet verwonderlijk aangezien Terneuzen meer inwoners en meer verkeersbewegingen heeft dan andere gemeenten in Zeeland.  

  • 7.

    De stijging van de voertuigcriminaliteit wordt met name veroorzaakt door de toename van het aantal brom-, snor-, en fietsdiefstallen in heel Zeeuws – Vlaanderen.  

  • 8.

    De dalende trend van geweldsmisdrijven zet in de gemeente Terneuzen door.  

  • 9.

    Het aantal overvallen is in 2014 sterk afgenomen.  

  • 10.

    Het merendeel van de jeugdoverlastmeldingen komen uit de kern Terneuzen.  

  • 11.

    De aan zorg gerelateerde problematiek neemt nog steeds toe. Het aantal meldingen met betrekking tot verwarde / overspannen personen nam in Zeeuws – Vlaanderen toe tot 556. Ook het aantal meldingen met betrekking tot zwervers nam toe.  

  • 12.

    Huiselijk geweld: sinds 2009 wordt maandelijks gemiddeld 1 huisverbod opgelegd. Dit is de top van de ijsberg.  

  • 13.

    Ten opzichte van 2009 is het onveiligheidsgevoel in de eigen buurt gelijk gebleven.  

  • 14.

    Het contact met de politie kan beter.

Lokale Prioriteiten 

Naast de landelijke prioriteiten van de minister van Veiligheid en Justitie en de regionale veiligheidsthema’s van de eenheid Zeeland West-Brabant zijn - op basis van de in dit plan behandelde informatie van politie en burger - 5 lokale zaken die op dit moment extra aandacht van politie en andere partijen verdienen. Dit betekent niet dat de andere onderwerpen geen aandacht behoeven. Alle veiligheidsissues tegelijk aanpakken is een illusie.

Het gaat hier om extra aandacht voor:

  • 1.

    het inzetten op de versterking van de dalende lijn van criminaliteit

  • 2.

    het vasthouden van de hoge preventieve score

  • 3.

    huiselijk geweld

  • 4.

    verwarde / overspannen personen

  • 5.

    voertuigcriminaliteit

 

Deze prioriteiten worden uitgewerkt in het Uitvoeringsplan 2015 conform beleidscyclus. In dit plan zal de inhoudelijke aanpak geformuleerd worden, de noodzakelijke (externe) partijen benoemd worden en de mogelijke kosten aangegeven.

Dit Uitvoeringsplan 2015 zal ter besluitvorming voorgelegd worden in de raadsvergadering van 19 maart 2015 en geëvalueerd worden in de raadsvergadering van 17 december 2015.