Regeling vervallen per 15-07-2020

Beleidsregel verdeling schaarse speelautomatenhal Terneuzen 2019

Geldend van 12-09-2019 t/m 14-07-2020

Intitulé

Beleidsregel verdeling schaarse speelautomatenhal Terneuzen 2019

De burgemeester van Terneuzen en het college van burgemeester en wethouders van Terneuzen, ieder voor zover bevoegd;

Gelet op het bepaalde in Hoofdstuk 4, titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

Gelet op de verordening Speelautomatenhallen Terneuzen 2019 respectievelijk artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Besluiten vast te stellen de:

Beleidsregel verdeling schaarse speelautomatenhal Terneuzen 2019

Inleiding

Op grond van artikel 2 van de verordening Speelautomatenhallen Terneuzen 2019 is in Terneuzen maximaal één speelautomatenhal toegestaan. Meer in het bijzonder biedt de verordening de mogelijkheid voor een speelautomatenhal die onderdeel uitmaakt van een complex met ten minste twee andere recreatieve functies waaraan de speelautomatenhal ondersteunend is. Een complex bestaat ofwel uit één gebouw ofwel uit meerdere gebouwen die functioneel bij elkaar horen, met daarin gevestigd één speelautomatenhal en ten minste twee recreatieve functies. De recreatieve functies zijn op zichzelf beschouwd ‘wezenlijke functies’ waaraan de speelautomatenhal ondersteunend is.

Om een speelautomatenhal te kunnen exploiteren dient de exploitant in elk geval te beschikken over een exploitatievergunning en een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik (op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub c van de Wabo) ten behoeve van het afwijken van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Vanwege het in de verordening opgenomen maximumstelsel voor speelautomatenhallen, de reële verwachting dat het aantal (potentiële) aanvragers van c.q. belangstellende exploitanten voor een speelautomaten-halvergunning groter zal zijn dan het aantal voor verlening beschikbare vergunningen én de sterke verbondenheid tussen het vergunningstelsel van de verordening en de Wabo gelden zowel de vereiste exploitatievergunning als de vereiste omgevingsvergunning als een zogenoemde ‘schaarse vergunning’.

Op grond van recente rechtspraak van de hoogste bestuursrechter gelden voor de verdeling (en verlening) van schaarse vergunningen specifieke verdelingsnormen. Zo dient het verdelende bestuursorgaan met het oog op het creëren van een gelijk speelveld voldoende mededingingsruimte te creëren door alle potentiële gegadigden expliciet in de gelegenheid te stellen om hun belangstelling voor de beschikbare schaarse vergunningen kenbaar te maken door middel van het indienen van formele aanvragen. Ook is het verdelende bestuursorgaan verplicht om een passende mate van openbaarheid te verzekeren als het gaat om de wijze waarop de beschikbare schaarse vergunningen worden verdeeld en verleend. De beschikbare schaarse vergunningen gelden tenslotte niet voor onbepaalde tijd, maar hebben een beperkte looptijd c.q. werkingsduur.

Concreet betekent dit dat de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders voorafgaand aan de verdeling en verlening van de beschikbare schaarse exploitatie- en omgevingsvergunningen voor de vestiging en exploitatie van een speelautomatenhal in Terneuzen duidelijkheid moeten bieden over zowel de procedurele behandeling van in te dienen vergunningaanvragen (de beschikbaarheid van schaarse vergunningen, het aanvraagtijdvak) als over de inhoudelijke beoordelings- en afwegingscriteria op basis waarvan aanvragen worden verleend dan wel geweigerd.

Deze beleidsregel werkt de toe te passen verdelingsmethode van de ‘vergelijkende toets’ nader uit en bevat de procedurele spelregels en inhoudelijke criteria aan de hand waarvan de burgemeester (voor wat betreft de vereiste exploitatievergunning) en het college van burgemeester en wethouders (voor wat betreft de vereiste omgevingsvergunning) de beschikbare schaarse speelautomatenhalvergunningen zullen verdelen. Anders dan bij andere type verdelingsprocedures staat bij de ‘vergelijkende toets’ de kwaliteit van de ingediende aanvragen centraal.

1. Kennisgeving beschikbare schaarse speelautomatenhalvergunningen

1.1 Openbare kennisgeving

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders maken voorafgaand aan de aanvraagfase openbaar bekend dat én hoeveel schaarse speelautomatenhalvergunningen en de daarvoor noodzakelijke omgevingsvergunning(en) beschikbaar komen. De openbare kennisgeving c.q. oproep tot mededinging vindt in digitale vorm in elk geval plaats op de gemeentelijke website www.terneuzen.nl en de gemeentelijke pagina in het ZVA, de PZC en het AD.

1.2 Inhoud openbare kennisgeving

De bekendmaking zoals bedoeld onder 1.1 vermeldt in elk geval:

  • a.

    de periode gedurende welke vergunningaanvragen kunnen worden ingediend (aanvraagtijdvak);

  • b.

    de wijze waarop de vergunningen behoren te worden aangevraagd;

  • c.

    de geldende vergunningenplafonds voor de speelautomatenhal

  • d.

    de methode aan de hand waarvan de beschikbare schaarse vergunning(en) zal of zullen worden verdeeld (verdelingsprocedure in de vorm van een vergelijkende toets); én

  • e.

    de (verwijzing naar de) maatstaven die daarbij worden aangelegd (beoordelings- en afwegingscriteria).

  • f.

    Het wettelijke kader van de Wet op de Kansspelen (Wok), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Algemene plaatselijke verordening (APV) en deze beleidsregel zijn onverminderd van toepassing.

1.3 Nota van Inlichtingen

Direct na de openbare kennisgeving hebben ondernemers twee weken de gelegenheid om vragen te stellen ter verduidelijking van (specifieke onderdelen van) de verdelingsprocedure en de daarbij toe te passen criteria. De ingekomen vragen worden van een reactie voorzien en bij wijze van ‘Nota van Inlichtingen’ voor einde van de indieningstermijn via www.terneuzen.nl voor eenieder digitaal raadpleegbaar gesteld.

2. Aanvraagfase

2.1 Indienen formele vergunningaanvragen

Formele aanvragen om exploitatie- respectievelijk omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik dienen tijdig, volledig en op de juiste manier, overeenkomstig de toepasselijke bij of krachtens de Awb, Wabo en verordening of APV gestelde regels, te worden ingediend.

2.2 Indieningsvereisten

2.2.1 Verplichte onderdelen aanvraag exploitatievergunning

In artikel 3 van de verordening zijn de verplichte onderdelen van de in te dienen aanvraag opgenomen. In aanvulling dient te worden ingediend:

  • a.

    Een motivering waarom de vestiging van een speelautomatenhal op de door de ondernemer beoogde locatie een meerwaarde biedt voor de gemeente Terneuzen.

  • b.

    Een bewijs, waaruit blijkt dat de ondernemer een certificaat Amusementscentra van de DEKRA heeft, of voornemens is in de eerste periode van twaalf maanden van de exploitatie van de speelautomatenhal een certificaat Amusementscentra van DEKRA te verkrijgen;

  • c.

    Het bewijsstuk als bedoeld in artikel 6 van de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen;

  • d.

    Een afschrift van alle eventueel eerder verleende vergunningen voor een speelautomatenhal, (exclusief bijlagen) die op naam zijn gesteld van de ondernemer in de afgelopen 10 jaar;

2.2.2 Verplichte onderdelen aanvraag omgevingsvergunning

Verplichte onderdelen van de in te dienen omgevingsvergunning zijn, naast een volledig en naar waarheid ingevulde aanvraag die voorzien is van alle gevraagde bescheiden, in elk geval ook:

  • a.

    een ruimtelijke onderbouwing waaruit de planologische aanvaardbaarheid van de te vestigen speelautomatenhal blijkt;

  • b.

    een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob), tenzij de aanvraag om omgevingsvergunning enkel ziet op het opheffen van het planologisch strijdige gebruik (‘c-vergunning’).

2.2.3 Ontvankelijkheid

Niet tijdig ingediende aanvragen worden niet inhoudelijk beoordeeld en worden als niet-ontvankelijke aanvragen buiten behandeling gesteld.

Voor tijdig ingediende, maar onvolledige aanvragen zal het bevoegde bestuursorgaan met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht aan de aanvrager gelegenheid geven om de aanvraag binnen een nader bepaalde termijn op toereikende wijze aan te vullen. Een onvolledige aanvraag die niet tijdig is aangevuld wordt buiten behandeling gesteld.

3. Beoordelingsfase

3.1 Beoordelingscriteria

Criteria bij de beoordeling van aanvragen om exploitatievergunning

3.1.1 Plan van aanpak openbare orde (exploitatievergunning) (maximaal 10 punten)

De aanvrager voegt bij de aanvraag om exploitatievergunning een ‘Plan van aanpak openbare orde en leefbaarheid’ bij. Hieruit blijkt hoe de ondernemer zorg draagt voor leefbaarheid, veiligheid en openbare orde in de directe omgeving van de gelegenheid. De burgemeester kijkt in dit verband naar:

  • a.

    welke gedragsregels gelden voor komende en gaande bezoekers;

  • b.

    hoe de naleving van deze gedragsregels wordt bewaakt;

  • c.

    hoe wordt omgegaan met overlast en rondhangende onbevoegde personen rond de gelegenheid;

  • d.

    hoe toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid;

  • e.

    welke openingstijden gelden en waarom die openingstijden zijn gekozen;

  • f.

    in hoeverre ondernemer of beheerder eerder betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld als beheerder of ondernemer van een ander horecabedrijf) bij openbare ordeverstoringen;

  • g.

    in hoeverre aan ondernemer of beheerder eerder bestuursrechtelijke maatregelen (zoals tijdelijke sluiting, last onder dwangsom of last onder bestuursdwang) in het kader van de openbare orde zijn opgelegd;

  • h.

    de aanwezigheid en kwaliteit van een analyse waarin wordt ingegaan op de mogelijk nadelige gevolgen ten aanzien van de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde als gevolg van de vestiging van een speelautomatenhal op de beoogde locatie. Daarbij moet rekening worden gehouden met de aard van het bedrijf en de spanning die dit mogelijk oplevert met het woon- en leefklimaat ter plaatse. De analyse beschrijft op welke wijze de ondernemer de voornoemde nadelige gevolgen zachter maakt. De gekozen locatie wordt dus beoordeeld vanuit openbare orde perspectief.

Op basis van de hierboven genoemde punten maakt de burgemeester een inschatting van de te verwachten overlast in de directe omgeving van de gekozen locatie. Hoe minder overlast er, mede gelet op het door de ondernemer ingediende plan van aanpak openbare orde, naar het oordeel van de burgemeester te verwachten is, hoe meer punten een ondernemer voor het plan van aanpak als geheel zal scoren.

3.1.2 Plan preventie gokverslaving (exploitatievergunning) (maximaal 10 punten)

De aanvrager voegt bij de aanvraag om exploitatievergunning een ‘Plan preventie gokverslaving’. Hieruit blijkt op welke wijze de ondernemer concreet bijdraagt aan de preventie en bestrijding van gokverslaving. Meer specifiek geldt dat het plan van aanpak als geheel wordt beoordeeld respectievelijk gewaardeerd op de volgende aspecten:

  • a.

    legitimatieplicht en toegangscontrole bezoekers;

Toelichting: Het is niet toegestaan dat jongeren onder de 21 jaar de speelautomatenhal bezoeken. Dit om te voorkomen dat jongeren, terwijl ze

nog niet op de kansspelautomaten mogen spelen, wel al daarmee in aanraking komen. De toegangscontrole vindt plaats op basis van een legitimatieplicht voor de bezoeker. In het ondernemingsplan geeft de ondernemer aan op welke deugdelijke manier de leeftijd door hem wordt vastgesteld.

  • b.

    aantal speelautomaten en productdifferentiatie;

Toelichting: Het aantal speelautomaten ligt zo dicht mogelijk bij het maximum van 100 speelautomaten. Het maximum draagt bij aan het voorkomen van illegaal gokken elders en aan de kwaliteit van de speelautomatenhallocatie zelf. In de speelautomatenhal wordt door de aanvrager een variatie aan speelautomaten opgesteld. Deze productdifferentiatie moet voldoen aan de zogenaamde “ideale mix”. De ''ideale mix'' geeft een uitgebalanceerde mix van verschillende soorten speelautomaten en de onderlinge verhouding daartussen. Productdifferentiatie in de speelautomatenhal leidt tot een daadwerkelijke mix van lang bestaande kansspelautomaten en nieuwe kansspelvormen. Door het opstellen van een variatie aan speelautomaten trekt de hal een gemengd publiek en door het opstellen van meerspelers wordt het ''sociale spelen'' bevorderd. In het onderstaande schema is de minimaal verplichte 'ideale mix' aangegeven in relatie tot de oppervlakte van de speelautomatenhal.

< 100 m²

100 – 200 m²

> 200 m²

Een-speler kansspelautomaten

Minimaal 1 meer-speler

Gekoppelde jackpotsystemen van maximaal € 2.500,--

Een-speler kansspelautomaten

Minimaal 2 meer-spelers

Gekoppelde jackpotsystemen van maximaal € 2.500,--

Een-speler kansspelautomaten

Minimaal 4 meer-spelers

Gekoppelde jackpotsystemen van maximaal € 2.500,--

  • c.

    opleiding medewerkers;

Toelichting: Beoordeeld wordt welke andere maatregelen de ondernemer in samenstelling en opstelling van de speelautomaten neemt om het risico op gokverslaving te beperken. De beheerders van de speelautomatenhal beschikken over een bewijsstuk als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, van het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen, waaruit blijkt dat zij beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en daaraan verbonden risico's voor gokverslaving. Er is altijd een gekwalificeerde beheerder aanwezig. Ander personeel heeft een cursus in het omgaan met verslavingsproblematiek gevolgd. De ondernemer geeft aan hoe hij hierover rapporteert aan de burgemeester en de verslavingszorg.

  • d.

    reclame;

Toelichting: De ondernemer verklaart zich te houden aan de reclamecode voor kansspelen door de Stichting Reclame Code. De volledige naam van deze code is: Reclamecode voor kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de Wet op de kansspelen 2015 van de Stichting Reclame Code, verder te noemen: RVK. De RVK is gepubliceerd op internet: https://www.reclamecode.nl/nrc/pagina.asp?paginaID=270%20&deel=2

De RVK is van toepassing op iedere vorm van openbare aanprijzing, ten doel of ten gevolge hebbende:

a. het vergroten van de naamsbekendheid van kansspelaanbieders;

b. de bevordering van deelname aan kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen en het Speelautomatenbesluit.

In de RVK staan onder andere de volgende bepalingen ten aanzien van de inhoud van reclame en de bescherming van kwetsbare groepen:

- reclame voor kansspelen is alleen gericht op een verantwoorde deelname aan en het wekken van interesse voor het aangeboden kansspel;

- reclame voor kansspelen mag niet aansporen tot onmatige deelname, noch mag onmatige deelname tot voorbeeld worden gesteld of worden gebagatelliseerd;

- reclame voor kansspelen wekt niet de indruk dat deelname zonder risico's is;

- reclame voor kansspelen is niet misleidend, met name niet met betrekking tot de eigenschappen van of kansen op het winnen van een prijs bij de aangeboden kansspelen;

- gratis speelfiches voor risicovolle kansspelen (speelautomaten) worden niet verspreid via landelijke dagbladen of huis-aan-huisbladen met een landelijk bereik;

- in reclame voor kansspelen wordt duidelijk vermeld waar informatie kan worden verkregen en kan worden nagezien over verantwoorde deelname aan kansspelen en over mogelijkheden voor hulpverlening met betrekking tot kansspelverslaving.

  • e.

    ervaring als ondernemer.

Toelichting: Voor een goede exploitatie van de speelautomatenhal en gelet op de gemeentelijke eisen wordt ook gekeken naar de ervaring die de ondernemer in de afgelopen 10 jaar heeft opgedaan in het exploiteren van een speelautomatenhal voor eigen rekening en risico, zelf of door een aan de ondernemer verbonden derde partij. Het is van belang dat de aanvrager, vanuit de praktijk, aantoonbare ervaring heeft en weet om te gaan met de problematiek rondom het waarborgen van een goed woon- en leefklimaat rondom de hal en met name het tegengaan van gokverslaving. Hierbij wordt gekeken naar de ervaring als onderneming en niet een persoon binnen de onderneming, omdat de ervaring van de onderneming de meeste waarborg biedt op continuïteit van een gezonde en solide bedrijfsvoering op het gebied van verslavingszorg.

De burgemeester beziet - indachtig de bovengenoemde punten – in welke mate een ondernemer gokverslaving tegengaat. Hoe beter een ondernemer, gelet op het plan van aanpak gokverslaving, hierin naar het oordeel van de burgemeester slaagt, hoe meer punten de ondernemer op dit onderdeel scoort.

Criteria bij de beoordeling van aanvragen om omgevingsvergunning

3.1.3 Plan van aanpak ruimtelijke ordening

In het ‘Plan van aanpak ruimtelijke ordening’, onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning, beschrijft en motiveert de aanvrager bij wijze van ruimtelijke onderbouwing de beoordeling van de planologische aanvaardbaarheid van de speelautomatenhal op de voorgestelde locatie.

1. De planologische aanvaardbaarheid

Er wordt beoordeeld in hoeverre het voorstel waarin de aanvraag voorziet planologisch aanvaardbaar is. Dit geschiedt aan de hand van de navolgende criteria: de ligging, de meerwaarde van de speelautomatenhal in de (directe) omgeving, de ruimtelijk-functionele c.q. planologische inpasbaarheid, de stedenbouwkundige inpassing en bereikbaarheid voor alle vormen van vervoer.

a. Toelichting op ligging (maximaal 10 punten)

Bij de waardering van een initiatief geldt in dit verband dat de volgende gebieden niet als zoekgebied voor de vestiging van een speelautomatenhal worden aangemerkt. Het betreft locaties in of direct grenzend aan een (overwegend) monofunctioneel woongebied, binnen een straal van 100 meter van locaties met concentraties van jongeren, op bedrijventerreinen en in natuurgebieden. Het staat een ondernemer weliswaar vrij om toch een voorstel in te dienen tot vestiging van een speelautomatenhal in een van deze gebieden. Nu hieraan naar verwachting geen planologische medewerking kan of zal worden verleend, zal een dergelijk voorstel laag worden gewaardeerd (geen of heel weinig punten). Hoe beter de aanvraag voldoet aan de voornoemde uitgangspunten, hoe hoger de puntenscore.

b. Toelichting op meerwaarde van de hal in de directe omgeving (maximaal 10 punten)

Een ondernemer kan de toegevoegde waarde van een initiatief motiveren vanuit ruimtelijk(-economisch) en/of functioneel perspectief. Onderbouwd dient te worden wat de meerwaarde van de speelautomatenhal in combinatie met twee of meer recreatieve voorzieningen voor de gemeente Terneuzen is. Ook moet worden ingegaan op de synergievoordelen tussen de verschillende functies. Uit artikel 2 lid 2, van de verordening volgt dat er ten minste twee andere recreatieve functies in het complex moeten zijn ondergebracht. Dit dienen (voldoende) volwaardige functies te zijn. Indien het complex niet minimaal twee andere recreatieve functies heeft, dan zullen er op dit onderdeel geen punten worden toegekend. Hoe beter de ondernemer de meerwaarde van zijn hal onderbouwt, hoe hoger de puntenscore.

c. Toelichting op ruimtelijk-functionele inpasbaarheid (maximaal 10 punten)

Onderdeel van de ruimtelijke inpasbaarheid is in elk geval ook een motivering hoe op adequate wijze om te gaan met de extra parkeerbehoefte die de vestiging van een nieuwe speelautomatenhal met zich meebrengt. In kwantitatieve zin geldt daarbij de 'Parkeernota 2015 - 2020' gemeente Terneuzen (of diens vervanger) en de daarin opgenomen parkeernormering als vertrekpunt. Hoe adequater de ondernemer in staat is de parkeerbehoefte op eigen terrein of in openbaar gebied in de directe omgeving van de speelautomatenhal op te vangen, hoe hoger de puntenscore op dit onderdeel. Extra punten kunnen worden toegekend voor de kwalitatieve vormgeving, benutting of specifieke ligging van (volwaardige) parkeerplaatsen. Verder onderbouwt de aanvrager de inpassing van de speelautomatenhal in zijn directe omgeving vanuit een oogpunt van milieuzonering. Daarbij maakt de ondernemer bij voorkeur gebruik van de systematiek van de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’. Hoe beter de ondernemer dit doet, hoe meer punten.

d. Toelichting op stedenbouwkundige inpassing (maximaal 10 punten)

De stedenbouwkundige inpassing van de speelautomatenhal: transparante en neutrale uitstraling, speelautomaten niet zichtbaar vanaf de openbare weg (aan het zicht onttrokken), speelautomatenhal bij voorkeur (enkel) gevestigd op de begane grond.

Bij de waardering van een initiatief in dit verband geldt dat hoe beter beschreven of gevisualiseerd is hoeverre het initiatief aan dit beoordelingscriterium wordt voldaan, hoe meer punten op dit onderdeel worden toegekend.

e. Toelichting op bereikbaarheid van de speelautomatenhal voor alle vormen van vervoer (maximaal 10 punten)

De ondernemer maakt duidelijk hoe de locatie van de speelautomatenhal is ontsloten en hoe deze bereikbaar is voor alle gangbare vormen van vervoer (zoals auto, OV, fiets, te voet). Dit geldt ook voor de aanwezigheid of nabijheid van stallingsplaatsen voor fietsen en brommers in de directe nabijheid van de hoofdingang van de speelautomatenhal. Hoe beter de bereikbaarheid van de beoogde locatie, hoe hoger de puntenscore.

f. Toelichting algemeen:

Het college beziet – indachtig de hierboven behandelde criteria – of de planologische aanvaardbaarheid van het plan voldoende is aangetoond en of, in het verlengde daarvan, er bereidheid bestaat om planologische medewerking te verlenen. Daarvoor is in ieder geval vereist dat een ondernemer minimaal 30 punten heeft behaald op onderdeel 3.1.3, onder 1. Indien dat niet het geval is, dan wordt de omgevingsvergunning - los van de puntenscore die de aanvraag om omgevingsvergunning zou behalen bij de overige beoordelingscriteria - geweigerd. In zoverre vormt de planologische aanvaardbaarheid van de aanvraag om omgevingsvergunning een noodzakelijke basisvoorwaarde voor het verkrijgen van planologische medewerking.

Het maakt voor de waardering van een aanvraag om omgevingsvergunning overigens niet uit of er binnenplans of buitenplans (de ‘kruimelgevallenregeling’ daaronder begrepen) moet worden afgeweken van het geldende bestemmingsplan.

2. Overige ruimtelijke criteria

a. De ruimtelijke uitstralingseffecten van de aanwezigheid van de speelautomatenhal op de beoogde locatie en de wijze waarop de ondernemer maatregelen treft om deze met het oog op een goed woon-, werk-, leef- of verblijfsklimaat in de directe omgeving zoveel mogelijk te voorkomen, verzachten of in goede banen te leiden.

Toelichting op voorkomen negatieve ruimtelijke uitstralingseffecten (maximaal 10 punten):

De gemeente Terneuzen vindt het belangrijk dat een ondernemer zich verdiept in de kenmerken van de omgeving waarin hij een speelautomatenhal wil vestigen. Op die manier kan hij immers ook adequaat inspelen op de mogelijkheid om negatieve of als negatief te ervaren uitstralingseffecten van de speelautomatenhal tijdig te verzachten of zelfs te voorkomen. Te denken valt aan mogelijke overlast van bezoekers (geluid, fietsenstallingen, etc.) of van de speelautomatenhal zelf (openingstijden, uiterlijk aanzien, vervoersbewegingen, hangjeugd, etc.). Hoe beter de negatieve ruimtelijke uitstralingseffecten worden voorkomen, hoe hoger de puntenscore.

b. De wijze waarop de ondernemer pogingen in het werk heeft gesteld of zal stellen om zelf te communiceren over of draagvlak te verwerven voor de vestiging van de speelautomatenhal in de directe omgeving, evenals de mate waarin hij bereid is daarbij rekening te houden met ruimtelijk relevante wensen van omwonenden of winkels en bedrijven in de directe omgeving van de speelautomatenhal.

Toelichting op communicatie/draagvlak (maximaal 10 punten):

Bedoeld is een soort communicatieparagraaf c.q. plan van aanpak over de uitvoerbaarheid van het initiatief, waarin de ondernemer uitlegt hoe hij als ‘nieuwkomer’ zijn taak en verantwoordelijkheid invult daar waar het gaat om de informatie en communicatie over en het kweken van begrip voor de komst van een speelautomatenhal en de mogelijkheden en bereidheid om al dan niet in te spelen op wensen van bewoners en ondernemers in de directe nabijheid van de speelautomatenhal daar waar het de inpassing van deze functie betreft.

Voor wat betreft de waardering geldt: hoe actiever en constructiever de ondernemer zich in dit verband opstelt, hoe hoger de puntenscore.

3.2 Beoordelingssystematiek vergelijkende toets: puntentoekenning, rangorde

Om de aanvragen te kunnen vergelijken worden op de verschillende onderdelen van het ‘Plan van aanpak openbare orde en leefbaarheid’, ‘Plan preventie gokverslaving’ (beiden als onderdeel van de aanvraag exploitatievergunning) respectievelijk ‘Plan van aanpak ruimtelijke ordening’ punten (onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning) toegekend.

Bij de beoordeling van elke afzonderlijke aanvraag wordt de volgende waarderingssystematiek toegepast. Het plan van aanpak openbare orde, preventie verslavingszorg respectievelijk ruimtelijke ordening worden voor elk van de in artikel 3.1 verplicht gestelde onderdelen (beoordelingscriteria) gewaardeerd met 0, 4, 6, 8 of 10 punten. Daarbij wordt de volgende onderverdeling gemaakt:

  • I.

    Onderwerp komt naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aan bod of is niet uitgewerkt: 0 punten

  • II.

    Onderwerp komt te summier aan bod (onvoldoende uitgewerkt) of wordt naar het oordeel van het bevoegd gezag als onvoldoende beoordeeld: 4 punten

  • III.

    Onderwerp komt aan bod en voldoet naar het oordeel van het bevoegd gezag aan basisverwachtingen van de gemeente: 6 punten

  • IV.

    Onderwerp komt aan bod en wordt naar het oordeel van het bevoegd gezag goed uitgewerkt: 8 punten

  • V.

    Onderwerp komt aan bod en wordt naar het oordeel van het bevoegd gezag uitstekend uitgewerkt: 10 punten

Het aantal verkregen punten op de verschillende beoordelingscriteria leidt tot een totaalscore per aangevraagde exploitatie- en omgevingsvergunning. Per type aanvraag exploitatie- en omgevingsvergunning stelt het bevoegd gezag een rangorde op. De aanvraag met het hoogste puntenaantal (hoogste totaalscore) staat daarbij op de eerste plaats, de overige aanvragen naar gelang het aantal punten op de plaatsen daar opvolgend. Aanvragen eindigen bij een gelijke puntenscore op dezelfde rang.

De omgevingsvergunning en de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal wordt verleend aan de ondernemer van wie de som van de plaats in de rangorde bij de omgevingsvergunning vermeerderd met de plaats in de rangorde bij de exploitatievergunning het laagst is. De aanvragen van de overige ondernemers worden in voorkomend geval afgewezen.

Als er meerdere ondernemers dezelfde laagste som hebben dan vindt de selectie van de ondernemer(s) wiens aanvragen voor vergunningverlening in aanmerking komen, plaats aan de hand van een door een notaris te verrichten loting. Aan de winnaar(s) van deze loting worden de omgevingsvergunning en de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal verleend. De aanvragen van de overige ondernemers worden in voorkomend geval afgewezen.

Het voorgaande laat onverlet dat er geen vergunningverlening plaatsvindt indien het plan van de ondernemer planologisch onaanvaardbaar is (lees: minder dan 30 punten scoort op het bepaalde in artikel 3.1.3., sub 1 van deze beleidsregel). Er vindt verder geen vergunningverlening plaats als de totaalscore van één van beide aanvragen minder dan 70% is van het totaal voor die aanvraag te behalen aantal punten. Tot slot vindt er geen vergunningverlening plaats indien er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

3.3 Externe advisering

Het bevoegd gezag kan zich in het kader van de vergelijkende toets voor één of meerdere deelaspecten laten adviseren door één of meer (externe) deskundigen.

3.4 Interne advisering

Van de eindbeoordeling wordt ambtshalve een beoordelingsrapportage opgesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met eventueel uitgebrachte (externe) deskundigenadviezen.

Het bevoegd gezag beslist op voorstel van een ambtelijk advies. Het ambtelijk advies kan, mits deugdelijk gemotiveerd, afwijken van een eventueel ingewonnen(extern) deskundigenadvies. Elk uitgebracht advies of ambtelijk voorstel laat de discretionaire bevoegdheid van het bevoegd gezag onverlet.

4. Besluitvormingsfase

4.1 Bibob-toetsing

Het bevoegd gezag toetst elke aangevraagde vergunning die op basis van de vergelijkende toets voor vergunningverlening in aanmerking komt aan de Wet Bibob. Daartoe levert de aanvrager bij elke aangevraagde vergunning een volledig ingevuld Bibob formulier aan. In geval van ‘ernstig gevaar’ (in de zin van artikel 3 van de Wet Bibob) wordt de aangevraagde vergunning geweigerd, ongeacht de behaalde puntenscore.

4.2 Werkingsduur c.q. looptijd vergunningen

De te verlenen exploitatievergunning heeft een maximale werkingsduur (looptijd) van maximaal tien jaar, te rekenen vanaf het moment van vergunningverlening (vijf jaar) met de eenmalige mogelijkheid tot verlenging van vijf jaar.

5. Overig

5.1 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Burgemeester en Wethouders van Terneuzen,

gemeentesecretaris, burgemeester,

J.G. (Jan) Princen J.A.H. (Jan) Lonink

De Burgemeester van Terneuzen,

J.A.H. (Jan) Lonink