Gemeenschappelijke regeling – Collectief vervoer Zeeuws Vlaanderen

Geldend van 18-03-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling – Collectief vervoer Zeeuws Vlaanderen

De raden, de colleges en de burgemeesters van de gemeenten Hulst, Sluis en Terneuzen ieder voor zover zij bevoegd zijn;

Overwegende,

dat voor een doelmatige organisatie van de voorziening in de behoefte aan aanvullend openbaar vervoer in het algemeen, dat voor een ieder toegankelijk is en voor mensen met een beperking in het bijzonder, wenselijk is om in de regio Zeeuws-Vlaanderen collectief vraagafhankelijk, openbaar personenvervoer tot stand te (doen) brengen en in stand te (doen) houden, samenwerking tussen gemeenten in de regio geboden is;

dat in verband met de vernieuwing van het BBV de gemeenschappelijke regeling dient te worden aangepast.

Gehoord de gemeenteraad op xxxxx

Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Wet Personenvervoer

Besluiten:

Tot het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling "Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuwsch-Vlaanderen" met ingang van 1 januari 2018 en daarop de na-volgende bepalingen van toepassing te doen zijn

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    Het samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen het openbaar lichaam, als bedoeld in artikel 2;

  • b.

    gemeenten: de bij de regeling aangesloten gemeenten i.c. Hulst, Sluis en Terneuzen;

  • c.

    gemeentebesturen: de gemeenteraden en de colleges van burgemeester en wethouders, burgemeesters ieder voor zover zij bevoegd zijn;

  • d.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland;

  • e.

    de regeling: de gemeenschappelijke regeling Het samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen;

  • f.

    Wgr: de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • g.

    BBV: Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

  • 2.

    artikelen en bepalingen uit andere regelingen zijn van overeenkomstige toepassing 'de gemeente', 'de raad', 'het college' en de burgemeester' te worden gelezen onderscheidenlijk: 'het openbaar lichaam', 'het algemeen bestuur', 'het dagelijks bestuur' en de voorzitter'.

Artikel 2: Openbaar lichaam

  • 1.

    Er is een openbaar lichaam, genaamd Het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen.

  • 2.

    Het openbaar lichaam is gevestigd in de gemeente Terneuzen.

  • 3.

    Het verzorgingsgebied van de het samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten.

  • 4.

    De regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 3: Doel/missie

Het openbaar lichaam is ingesteld om de gezamenlijke belangen van de deelnemers te behartigen op het gebied van met bovenstaande wet- en regelgeving.

Zij heeft ten doel om een collectief vraagafhankelijk openbaar vervoersysteem tot stand te (doen) brengen en in stand te (doen) houden en daarmede het belang van goed (openbaar) personenvervoer te behartigen.)

Artikel 4: Bestuursorganen

Het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen kent de volgende bestuursorganen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.

HOOFDSTUK 2: BELANG, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 5: Belang

Het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen voert, de in artikel 6 genoemde taken uit.

Artikel 6: Taken en bevoegdheden

Het openbaar lichaam treedt op als opdrachtgever voor de realisering van het collectief vraagafhankelijk vervoer en voor — door de deelnemers — aan te wijzen categorieën van personen binnen het vervoersgebied, waarbij voor deze doelgroepen een zo effectief, efficiënt uniform mogelijk vervoersaanbod wordt nagestreefd.

Tot deze categorie behoren in ieder geval de mensen met een beperking, die ingevolge de Wet Maatschappelijke ondersteuning ter voorziening van hun vervoersbehoeften door de gemeenten in aanmerking zijn gebracht voor collectief vervoer.

De door de deelnemers aan te wijzen categorieën personen worden ten laste van de deelnemers die deze aanwijst vervoerd.

Het openbaar lichaam draagt verantwoordelijkheid voor alle bevoegdheden die voortvloeien uit het optreden als opdrachtgever.

HOOFDSTUK 3: HET ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 7: Samenstelling

  • 1.

    Het algemeen bestuur van het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen bestaat uit 9 leden.

  • 2.

    De raad van iedere deelnemende gemeente wijst twee leden en een plaatsvervangend lid uit hun midden aan en één lid én één plaatsvervangend lid uit hun college aan. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt van rechtswege zodra het lid zijn functie bij de gemeente verliest.

  • 3.

    De raden van de deelnemende gemeenten beslissen in beginsel binnen één maand na de benoeming van de wethouders van elke zittingsperiode over de aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur.

  • 4.

    Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en zijn plaatsvervanger aan.

  • 5.

    De leden van het algemeen bestuur die tussentijds ontslag nemen, stellen de voorzitter van het algemeen bestuur evenals de raad die hen heeft aangewezen hiervan op de hoogte. Het ontslag is onherroepelijk.

  • 6.

    Leden van het algemeen bestuur die ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 7.

    De aanwijzing voor de vervulling van plaatsen die zijn opengevallen, vindt binnen twee maanden plaats door de raad die het aangaat.

Artikel 8: Bevoegdheden van het algemeen bestuur

  • 1.

    Aan het algemeen bestuur komen in het kader van deze regeling alle bevoegdheden toe, die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen. Het algemeen bestuur kan alle bevoegdheden delegeren aan het dagelijks bestuur, tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen delegatie verzet.

  • 2.

    De volgende bevoegdheden van het algemeen bestuur zijn niet overdraagbaar:NIEUW

    • a.

      het aanwijzen van een voorzitter en diens plaatsvervanger en de overige leden van het dagelijks bestuur;

    • b.

      het vaststellen van de begroting met de beleidsmatige 'en financiële meerjarenraming, respectievelijk begrotingswijzigingen en de jaarstukken;

    • c.

      het vaststellen van een reglement van orde;

    • d.

      het vaststellen van de Financiële verordening en de Controle verordening;

    • e.

      het vaststellen van een verordening tot instelling van een commissie ex artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, en de verordening voor de behandeling van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • f.

      het doen van voorstellen tot wijziging, toetreding, uittreding en opheffing van deze gemeenschappelijke regeling;

    • g.

      Het instellen van commissies als bedoeld in artikel 24 en 25 van de Wgr.

Artikel 9: Werkwijze

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast en brengt dit. ter kennis van Gedeputeerde Staten en de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    Het algemeen bestuur vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten, maar minimaal twee keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of ten minste twee leden van het algemeen bestuur dit verzoeken (onder schriftelijke opgave van de te behandelen onderwerpen).

  • 3.

    In het laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken plaats (art. 17 Gemeentewet en art. 22 Wgr).

  • 4.

    De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.

  • 5.

    Tegelijkertijd met de oproep maakt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering openbaar. De agenda en de daarbij behorende voorstellen, met uitzondering van de in artikel 25, lid 2, Gemeentewet, genoemde stukken waarop geheimhouding is opgelegd, worden tegelijkertijd met de oproep ter inzage gelegd. (Gemeentewet artikel 19 en artikel 24 Wgr).

  • 6.

    De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar.

  • 7.

    De deuren worden gesloten wanneer een vijfde deel van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 8.

    Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd.

  • 9.

    Uit de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing het bepaalde in artikel 20 (quorum voor opening van vergadering), artikel 22 (onschendbaarheid, verschoningsrecht), artikel 26 (handhaving orde vergadering), artikel 28 (niet-deelname aan de stemming), artikel 29 (quorum voor geldige stemming), artikel 30 (tot stand komen besluit), artikel 31 (geheime stembriefjes), artikel 32 (overige stemmingen) en artikel 33 (ambtelijke bijstand leden van het Algemeen bestuur).

  • 10.

    De leden van het algemeen bestuur hebben elk in de vergadering één stem per 20.000 inwoners of gedeelte daarvan, die de gemeente, die zij vertegenwoordigen, telt. Maatstaf is het aantal inwoners, zoals dat door het centraal Bureau voor de Statistiek is vastgesteld, op 1 januari van het jaar voorafgaande jaar waarin een stemming plaats heeft.

Artikel 10: Besloten vergadering - geheimhouding

Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur over de geheimhouding van de inhoud van stukken is het bepaalde in artikel 23, leden 1 tot en met 4 van de Wgr van toepassing. In een besloten vergadering van het algemeen bestuur worden geen besluiten genomen over het de begroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen, begrotingswijzigingen, de jaarstukken en het liquidatieplan.

HOOFDSTUK 4: HET DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 11: Samenstelling

  • 1.

    Het dagelijks bestuur bestaat ten minste uit een voorzitter en twee leden.

  • 2.

    De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen door en uit het algemeen bestuur. Zij worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur nadat in overeenstemming met artikel 9 de leden van het algemeen bestuur zijn aangewezen.

  • 3.

    Er dient een vertegenwoordiger uit de gemeente Hulst, Sluis en Terneuzen te worden aangewezen.

  • 4.

    De aanwijzing van leden van het dagelijks bestuur ter vervulling van plaatsen die openvallen, vindt plaats binnen twee maanden na de melding van de opengevallen plaats.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur heeft minder leden dan de helft van het algemeen bestuur.

  • 6.

    De gemeentesecretaris van de deelnemende gemeente wiens representant het voorzitterschap van de regeling bekleedt, wijst een (ambtelijk) secretaris aan. De secretaris neemt zonder stemrecht deel aan de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur.

  • 7.

    De secretaris is verantwoordelijk voor het (doen) notuleren van de vergaderingen en het (doen) voeren van de administratie. Behoudens mandaat worden alle van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaande stukken door de secretaris medeondertekend.

Artikel 12: Einde lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt indien het lid ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur. De leden treden af nadat de afgesproken zittingstermijn is verstreken.

  • 2.

    De leden van het dagelijks bestuur treden af op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt. Zij blijven hun functie waarnemen tot het moment dat het algemeen bestuur in de nieuwe samenstelling nieuwe leden voor het dagelijks bestuur heeft aangewezen.

  • 3.

    Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, als dit lid niet meer het vertrouwen van het algemeen bestuur geniet. In dit geval is het bepaalde in artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

Artikel 13: Werkwijze

  • 1.

    Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of een ander lid van het dagelijks bestuur dit nodig acht met opgave van de te behandelen onderwerpen. De vergadering vindt plaats binnen twee weken nadat het verzoek is ingekomen.

  • 2.

    Voor zover deze regeling niet anders bepaalt, kan het dagelijks bestuur zijn werkzaamheden verdelen over zijn leden. Het dagelijks bestuur deelt zijn besluiten daarover mee aan het algemeen bestuur.

  • 3.

    Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen. Als de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan een reglement van orde voor zijn vergaderingen vaststellen, dat aan het algemeen bestuur ter kennisneming wordt overgelegd.

  • 5.

    Voor de besluitvorming in het dagelijks bestuur en de verplichting tot geheimhouding zijn de overeenkomstige bepalingen zoals die zijn opgenomen in de Gemeentewet voor het college van toepassing.

Artikel 14: Taak

De taak van het dagelijks bestuur is:

  • 1.

    Het uitvoeren van alle taken en bevoegdheden die op grond van de in artikel 6 genoemde wetten en algemeen verbindend voorschriften aan de colleges van burgemeester en wethouders toekomen.

  • 2.

    Voorts is het dagelijks bestuur belast met:

    • a.

      de beslissingen van het algemeen bestuur voor te bereiden en uit te voeren;

    • b.

      regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam;

    • c.

      het beheer van de eigendommen en geldmiddelen van het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen;

    • d.

      het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en het verlies van recht of bezit;

    • e.

      het houden van een voortdurend toezicht op het beheer en de exploitatie van het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen, evenals op al wat het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen aangaat, waaronder de zorg voor de archiefbescheiden;

    • f.

      het behartigen van de belangen van het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen bij andere overheidslichamen en instellingen, diensten of personen, waarmee contact voor Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen van belang is

  • 3.

    Het dagelijks bestuur heeft de verplichting om het algemeen bestuur actief inlichtingen te verstrekken.

HOOFDSTUK 5: DE VOORZITTER

Artikel 15: Benoeming en Taak

  • 1.

    De voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen.

  • 2.

    Het algemeen bestuur kan de voorzitter ontslag verlenen, indien deze het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit

  • 3.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

  • 4.

    Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt deze vervangen door een lid van het dagelijks bestuur, aan te wijzen door het dagelijks bestuur.

  • 5.

    De voorzitter tekent de stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan.

  • 6.

    De voorzitter vertegenwoordigt het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen in en buiten rechte. De voorzitter kan de vertegenwoordiging opdragen aan een door deze aan te wijzen gemachtigde.

  • 7.

    Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een gemeente, die partij is in een geding waarbij het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen is betrokken, wordt het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen door een ander, door het dagelijks bestuur aan te wijzen, lid van het dagelijks bestuur vertegenwoordigd.

Artikel 16: De kantoorhoudende gemeente

  • 1.

    De administratieve voorbereiding en afhandeling van zaken het lichaam betreffende vindt plaats bij de gemeente Terneuzen.

  • 2.

    Ter uitvoering van het vorige lid, wordt tussen het openbaar lichaam en de deelnemer wiens vertegenwoordiger het voorzitterschap van de regeling bekleedt, een overeenkomst gesloten, waarin onder andere een regeling wordt getroffen voor de vergoeding van de door of namens de deelnemer als zodanig voor het openbaar lichaam te maken kosten en voor de wijze, waarop de ambtelijke ondersteuning plaats vindt.

HOOFDSTUK 6: INLICHTINGEN, VERANTWOORDING EN ONTSLAG

Artikel 17: Intern

  • 1.

    De leden van het dagelijks bestuur zijn, samen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur.

  • 2.

    Zij geven ongevraagd aan het algemeen bestuur alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur te voeren en gevoerde bestuur nodig is.

  • 3.

    Zij geven samen, dan wel afzonderlijk, aan het algemeen bestuur, wanneer dit bestuur of een of meer leden daarvan hierom verzoeken, alle gevraagde inlichtingen.

  • 4.

    Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, als dit lid niet meer het vertrouwen van het algemeen bestuur bezit. In dit geval is het bepaalde in artikel 49 en verder van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de voorzitter voor het door hem gevoerde bestuur.

Artikel 18: Informatieverstrekking door het algemeen en dagelijks bestuur

  • 1.

    Het algemeen en het dagelijks bestuur geven aan de raden van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 2.

    Het algemeen en het dagelijks bestuur verstrekken aan de raden van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen die door een of meer raden worden verlangd.

  • 3.

    Die informatie wordt in dat geval ook verstrekt aan de overige raden.

Artikel 19: Informatieverstrekking door individuele leden van het algemeen bestuur

  • 1.

    Een lid of een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur is aan de raad door wie hij is benoemd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 16 Wgr, verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad aangegeven wijze.

  • 2.

    Een lid of een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur kan door de raad waarbinnen dit lid functioneert, worden ontslagen, indien dit lid niet meer het vertrouwen van de raad bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

HOOFDSTUK 7: FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 20: Begrotingsprocedure

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stuurt jaarlijks vóór 15 april de ontwerpbegroting voor het komende kalenderjaar met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen voor de drie daarop volgende jaren van het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het bepaalde in art. 190 lid 1 van de Gemeentewet is van toepassing evenals het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)

  • 3.

    De ontwerpbegroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen wordt door de gemeenten voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Het bepaalde in artikel 190 lid 2 en 3 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    De raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen acht weken na ontvangst van de ontwerp-begroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen het dagelijks bestuur hun zienswijze aangeven. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze van de raden zijn vervat, bij de ontwerpbegroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen, die aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur stuurt de begroting binnen twee weken na vaststelling met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen, maar in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten.

  • 6.

    Nadat deze is vastgesteld, stuurt het algemeen bestuur de begroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 7.

    Op wijzigingen van de begroting zijn voorgaande bepalingen van overeenkomstige toepassing.

  • 8.

    Het bestuur geeft de deelnemende gemeenten de gelegenheid om wensen en bedenkingen in te geven over begrotingswijzigingen. Een begrotingswijziging blijft achterwege voor uitgaven die binnen een programma van de eigen begroting kunnen worden opgevangen en/of die geen belangrijke beleidswijzigingen betreffen en/of geen structurele gevolgen hebben voor de begroting van het volgende jaar en/of volgende jaren.

Artikel 21: Bijdragen van de gemeenten

  • 1.

    In de begroting staat welke bijdrage elke gemeente verschuldigd is voor de uitvoering van de taken van het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen. De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot vóór 16 januari en vóór 16 juli van ieder jaar een door het dagelijks bestuur te bepalen gedeelte van de geraamde kosten.

  • 2.

    De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat de gemeenschappelijke regeling over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen te kunnen voldoen.

  • 3.

    Indien aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.

Artikel 22: Reserve

  • 1.

    Het samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen kan een reserve vormen ten laste van de gemeentelijke bijdragen aan de uitvoeringskosten tot maximaal 5% van de jaaromzet, inclusief de bijdrage van de deelnemers

  • 2.

    Kennelijke onbillijkheden die uit de toepassing van dit artikel voortvloeien, worden ter beslissing voorgelegd aan het dagelijks bestuur. Bij beslissingen op gemeentelijke verzoeken hierover past het dagelijks bestuur de afspraken tussen de deelnemende gemeenten over de te vormen reserve toe.

Artikel 23: Jaarstukken

  • 1.

    Het dagelijks bestuur legt vóór 15 april aan het algemeen bestuur verantwoording af over het afgelopen kalenderjaar, onder overlegging van de opgestelde jaarstukken en een berekening van de door de deelnemende gemeenten te betalen bijdragen, naast het verslag van bevindingen van de met de controles belaste accountant.

  • 2.

    De jaarstukken worden gelijktijdig ter informatie aan de raden van de deelnemende gemeenten toegezonden.

  • 3.

    Het algemeen bestuur onderzoekt de jaarstukken en stelt haar vast uiterlijk 15 juli, volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft, evenals de bijdragen die de deelnemende gemeenten betalen in het eventuele exploitatietekort.

  • 4.

    De jaarstukken worden binnen twee weken na de vaststelling aan Gedeputeerde Staten gezonden, maar vóór 15 juli.

  • 5.

    Het besluit tot vaststelling van de jaarstukken verleent - voor zover het de daarin opgenomen ontvangsten en uitgaven betreft - het dagelijks bestuur tot decharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in bewijsstukken en/of andere onregelmatigheden.

HOOFDSTUK 8: HET ARCHIEF

Artikel 24: Archief

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is belast met de zorg en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden, overeenkomstig een door het algemeen bestuur, met inachtneming van artikel 40 van de Archiefwet vast te stellen regeling.

  • 2.

    Deze regeling wordt aan Gedeputeerde Staten toegestuurd.

  • 3.

    Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden wijst het algemeen bestuur een archiefbewaarplaats aan.

HOOFDSTUK 9: TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING, GESCHILLEN, OPHEFFING EN LIQUIDATIE

Artikel 25: Toetreding, uittreding

  • 1.

    Het bestuur van de gemeente die wenst toe te treden, richt het verzoek hiertoe aan het algemeen bestuur.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stuurt het verzoek als bedoeld in lid 1 na ontvangst door aan de besturen van de deelnemende gemeenten onder overlegging van zijn advies over de toetreding en de eventueel daaraan te verbinden voorwaarden.

  • 3.

    Toetreding vindt plaats indien de deelnemende gemeenten daarmee instemmen.

  • 4.

    Elke gemeente kan bij besluit van de raad en het college bepalen dat de deelneming aan deze gemeenschappelijke regeling wordt opgezegd.

  • 5.

    Van het besluit als bedoeld in het voorgaande lid wordt uiterlijk drie kalendermaanden vóór het einde van het kalenderjaar kennisgegeven aan het algemeen bestuur.

  • 6.

    Uittreding is te allen tijde mogelijk, mits daarvan conform het vierde lid, met een opzegtermijn van tenminste één kalenderjaar, van tevoren schriftelijk aankondiging is gedaan en mits wordt voldaan aan de daaraan door het algemeen bestuur te stellen voorwaarden.

  • 7.

    Het algemeen bestuur regelt de financiële gevolgen evenals de overige gevolgen van de uittreding.

  • 8.

    Voor de vaststelling van de financiële gevolgen als bedoeld in lid 7 wordt door het samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen en de uittredende gemeente gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van deze deskundige is voor partijen bindend. De kosten voor het inschakelen van de deskundige zijn voor rekening van de uittredende gemeente.

  • 8.

    Elk besluit tot toe- of uittreding van een gemeente wordt direct aan de colleges en raden van de deelnemende gemeenten en Gedeputeerde Staten en aan het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel gestuurd.

  • 9.

    Het algemeen bestuur zorgt voor alle openbaarmaking als er sprake is van wijziging, verlenging of opheffing van de regeling of toetreden en uittreding van deelnemende gemeenten.

Artikel 26: Wijziging (wijziging heeft geen betrekking op het toekennen van nieuwe taken)

  • 1.

    De regeling wordt gewijzigd, indien de raden en/of de colleges van twee derde van de deelnemende gemeenten daartoe eensluidend besluiten.

  • 2.

    Voorstellen tot wijziging van de regeling kunnen worden gedaan door het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of één of meer van de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 4.

    Voorstellen uitgaande van het algemeen bestuur worden toegezonden aan de raden van de deelnemende gemeenten, die 3 maanden na ontvangst ter zake een besluit nemen en dat direct aan het algemeen bestuur melden.

  • 5.

    Voorstellen uitgaande van één of meer deelnemende gemeenten worden toegezonden aan het algemeen bestuur, dat het voorstel met zijn beschouwingen ter zake binnen acht weken aan de raden van de deelnemende gemeenten doet toekomen, waarna deze deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur verder handelen conform het bepaalde in het vorige lid van dit artikel.

  • 6.

    De bij wet voorgeschreven toezending van de wijziging aan Gedeputeerde Staten en aan het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel, geschiedt door het dagelijks bestuur.

Artikel 27: Geschillen

  • 1.

    Voordat over een geschil als bedoeld in artikel 28 Wgr de beslissing van Gedeputeerde Staten wordt ingeroepen, legt het algemeen bestuur het geschil voor aan een geschillencommissie.

  • 2.

    De geschillencommissie bestaat uit drie leden. Een lid wordt aangewezen door het algemeen bestuur en een lid wordt aangewezen door de betrokken gemeente(n). Deze twee leden wijzen gezamenlijk een derde lid aan dat tevens als voorzitter van de commissie optreedt.

  • 3.

    De geschillencommissie hoort de bij het geschil betrokken besturen.

  • 4.

    De geschillencommissie brengt advies uit over de mogelijkheden partijen tot overeenstemming te brengen.

  • 5.

    Indien het advies van de commissie niet leidt tot oplossing van het gerezen geschil wordt bij het verzoek om een beslissing van Gedeputeerde Staten een afschrift van het advies van de commissie gevoegd.

Artikel 28: Ontbinding en liquidatie

  • 1.

    De regeling kan worden ontbonden, op voorstel van het algemeen bestuur, gelezen artikel 9 Wgr, bij een daartoe strekkend besluit van de raden en de colleges van tenminste twee derde van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    Ingeval van een besluit tot ontbinding van de gemeenschappelijke regeling, als bedoeld in het vorige lid, stelt het algemeen bestuur daarvoor een liquidatieplan op ter vereffening van het vermogen van de regeling. Een zodanig besluit wordt met een twee derde meerderheid genomen, gehoord de raden van de deelnemende gemeenten. Een liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten alle rechten en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling over de deelnemende gemeenten te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.

  • 3.

    Het liquidatieplan voorziet in de verplichtingen van de gemeenten en de financiële gevolgen van de ontbinding de regeling.

  • 4.

    Het liquidatieplan voorziet in de gevolgen die de ontbinding heeft voor het personeel.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie.

  • 6.

    Het besluit tot ontbinding of tot wijziging van deze regeling wordt direct gezonden aan de gemeenten en Gedeputeerde Staten, mede met het oog op de vereiste goedkeuring door Gedeputeerde Staten van de wijziging van de regeling conform de artikelen 26, 27 en 29 Wgr, almede naar het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel van het ressort waaronder de regeling valt.

  • 7.

    De organen van de gemeenschappelijke regeling blijven ook na het tijdstip van ontbinding in functie, totdat de vereffening is voltooid.

  • 8.

    Gedurende de vereffening wordt de aanduiding van de regeling aangevuld met de afkorting van in liquidatie', zodat het opschrift komt te luiden: "Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen IL"

HOOFDSTUK 10: SLOTBEPALINGEN

Artikel 29: Overgangsbepaling

Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam blijven hun functies vervullen tot de zittingsperiode van de gemeenteraden is beëindigd en in hun opvolging is voorzien.

Artikel 30 Evaluatie

De regeling wordt elke 4 jaar geëvalueerd. De evaluatie heeft vooral betrekking op de vraag of de samenwerking de doelen die zij zich heeft gesteld ook heeft bereikt tegen de kosten die hiervoor waren uitgetrokken. Daarnaast dient ook gekeken te worden naar de uitvoering van de specifieke taken. De manier waarop de samenwerking heeft gefunctioneerd, is eveneens onderdeel van de evaluatie.

Artikel 32: Titel

De regeling kan worden aangehaald als "De gemeenschappelijke regeling Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen"

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Terneuzen d.d. 3 juli 2018

, voorzitter.

, griffier.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen d.d. 22 mei 2018,

, burgemeester.

, secretaris.

Aldus besloten,

de burgemeester