Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van leges 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Legesverordening 2010

Lijst agendapunten nummer:

Kenmerk:

30493

Afdeling:

Financiën, Personeel en Organisatie

VERORDENING

Datum:

16 december 2010

Onderwerp:

Vaststelling Legesverordening 2011

De raad van de gemeente Terneuzen;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 2 november 2010

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

Besluit

in te trekken de Legesverordening 2010;

vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

d ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

e ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • -

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • -

    het in behandeling nemen van aanvragen ingevolge artikel 2.2.1 tot en met 2.2.5.1 en artikel 2.4 tot en met 2.4.4 van de tarieventabel behorende bij deze legesverordening die zijn ingediend door toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet ten behoeve van de bouw van sociale huurwoningen zoals bedoeld in de artikelen 13 en 15a van het Besluit beheer sociale huursector met een maximum rekenhuur als bedoeld in artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag.

Onder rekenhuur wordt verstaan de huurprijs zoals omschreven in artikel 5 van de Wet op de huurtoeslag.

-het in behandeling nemen van een verzoek van rechthebbende tot het verstrekken van een afschrift van jaaropgave en uitkeringsspecificatie in het kader van de WWB, IOAW,IOAZ en BBZ.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1 De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2 Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt

Artikel 7 Termijnen van betaling

1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.5 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 12 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening 2010 van 17 december 2009, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 6 juli 2010,wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten:

    • a.

      die zich voor die datum hebben voorgedaan;

    • b.

      waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast (, met dien verstande dat de van toepassing zijnde tarieven worden verhoogd met drie procent, waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond op twee decimalen).

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de

bekendmaking.

2.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2011’.

Besloten in de openbare vergadering van de Gemeenteraad van Terneuzen op 16 december 2010,

griffier, voorzitter,

drs. T.A.M. Leeraert J.A.H. Lonink

Bijlage Tarieventabel

Bijlage I Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2011.

Indeling tarieventabel

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 12 Kansspelen

Hoofdstuk 13 Telecommunicatie

Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 15 Diversen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 3 Teruggaaf

Hoofdstuk 4 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 6 Sloopmelding

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 5 Diversen

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

1.1.1.1

een andere tijd dan ingevolge artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand, voor kosteloze voltrekking is bepaald

€ 333,00

1.1.1.2

zaterdagen en alle andere dagen, geen werkdagen zijnde

€ 746,00

1.1.1.3

een andere tijd dan ingevolge artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand voor kosteloze voltrekking is bepaald, indien de voltrekking c.q. registratie plaatsvindt in een nader aangewezen locatie

€ 666,00

1.1.1.4

zaterdagen en alle andere dagen, geen werkdagen zijnde, indien de voltrekking c.q. registratie plaatsvindt in een nader aangewezen locatie

€ 1.492,00

1.1.2

1.1.2.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 333,00

1.1.2.2

in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op zaterdagen en alle andere dagen, geen werkdagen zijnde

€ 746,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.3.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering

€ 17,00

1.1.3.2

een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 34,00

1.1.3.3

een duplicaat van een boekje als onder 1.1.3.1

€ 17,00

1.1.3.4

een duplicaat van een boekje als onder 1.1.3.2

€ 34,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 16,40

1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 52,10

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)

€ 58,20

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 52,10

1.2.1.4

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

€ 9,20

1.2.1.5

tot het bijschrijven van een kind door middel van een bijschrijvingssticker in een al uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

€ 21,50

1.2.1.6

tot het aanbrengen van een wijziging anders dan bedoeld in 1.2.1.5 in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

€ 9,20

1.2.1.7

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd tot en met dertien jaar

€ 9,20

1.2.1.8

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd van veertien jaar en ouder

€ 43,85

1.2.2

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.1.7 en 1.2.1.8 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 45,00

1.2.3

Het tarief genoemd in 1.2.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend.

1.2.4

Het tarief genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van

€ 21,40

1.2.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het opmaken van een verklaring vermissing reisdocument

€ 15,50

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 41,20

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 33,50

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 7,75

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.2.2.1

voor 250 verstrekkingen

€ 460,80

1.4.2.2.2

voor 500 verstrekkingen

€ 655,65

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 7,75

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 2,27

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 16,40

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van opneming in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 7,75

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 6,60

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€ 0,23

met een maximum per bericht van

€ 4,50

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 22,50

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

€ 4,50

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 22,50

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 4,50

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 88,05

1.7.1.2

een afschrift van de gemeenterekening

€ 88,05

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.2.1

tot het verstrekken van:

1.7.2.1.1

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering

€ 11,30

1.7.2.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering

€ 20,35

1.7.2.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.2.2.1

op de verslagen van de raadsvergaderingen

€ 101,55

1.7.2.2.2

op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen

€ 148,80

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.3.1

tot het verstrekken van:

1.7.3.1.1

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie

€ 5,05

1.7.3.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.3.2.1

op de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie

€ 24,10

1.7.3.2.2

op de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie

€ 37,20

1.7.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.4.1

een afschrift van de algemene plaatselijke verordening

€ 40,60

1.7.4.2

een afschrift van de bouwverordening

€ 40,60

1.7.4.3

een afschrift van een overige gemeentelijke verordening

€ 24,10

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1.1

tot het verstrekken van kaarten,tekeningen of lichtdrukken van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 10,80

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 7,70

1.8.2.2

de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

€ 6,60

1.8.2.4

het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

€ 6,60

1.8.2.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 7,70

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 12 van de Monumentenwet 1988

€ 35,95

1.8.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.4.1

tot het verstrekken van informatie omtrent een kadastraal perceel, per informatie, per perceel

€ 11,20

1.8.4.2

tot het verstrekken van informatie omtrent de milieugesteldheid van een onroerende zaak, per adres

€ 49,95

1.8.4.3

tot het verrichten van een historisch bodemonderzoek € 99,90 per besteed uur.

De kosten worden voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 30,05

1.9.1.2

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

€ 7,70

1.9.1.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 8,00

1.9.1.4

tot het verkrijgen van een internationaal bewijs van inenting

€ 10,50

1.9.1.5

tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 8,00

1.9.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een:

1.9.2.1

enkelvoudig naturalisatieverzoek

€ 789,00

1.9.2.2

gezamenlijk naturalisatieverzoek

€ 1.008,00

1.9.2.3

enkelvoudig naturalisatieverzoek van een meerderjarige vreemdeling die staatloos is of houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of artikel 33 van de Vreemdelingenwet 2000 in Nederland

€ 587,00

1.9.2.4

gezamenlijk naturalisatieverzoek, indien tenminste één van de personen een vreemdeling is die staatloos is of houder is van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of artikel 33 van de Vreemdelingenwet 2000 in Nederland

€ 806,00

1.9.2.5

verzoek tot medeverlening als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, per kind

€ 116,00

1.9.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.9.3.1

een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap:

1.9.3.2

voor een enkelvoudige optie

€ 168,00

1.9.3.3

voor een gemeenschappelijke optie

€ 286,00

1.9.3.4

voor een medeopterend kind

€ 20,00

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 16,40

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,40

Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 33,90

1.11.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.11.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 21,50

1.11.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.11.1 bedoelde ontheffing

€ 21,50

Hoofdstuk 12 Kansspelen

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.12.1.1

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar

€ 226,00

1.12.1.2

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,00

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.12.1.3

de in 1.12.1.1 en 1.12.1.2 genoemde bedragen zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan vier jaar, met dien verstande dat de bedoelde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd worden

1.12.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 16,40

Hoofdstuk 13 Telecommunicatie

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 177,40

1.13.1.1

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 177,40

1.13.1.2

indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met

€ 177,40

1.13.1.3

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.13.2

Indien een begroting als bedoeld in 1.13.1.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.14.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 14,90

1.14.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen per aanvraag voor één afleveradres

€ 78,80

1.14.3

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen per aanvraag voor twee of meer afleveradressen

€ 236,40

1.14.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 13,80

1.14.5

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990(Stbl.459) met betrekking tot een parkeerschijfzone

€ 25,20

Hoofdstuk 15 Diversen

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1.1

tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 10, juncto 148 van de Wegenverkeerswet

€ 18,90

1.15.1.2

tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 10, lid 2 van het besluit inrichting en gebruik niet-aangewezen luchtvaartterreinen (helicoptervluchten)

€ 18,90

1.15.1.3

tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 5, lid 6 van het besluit inrichting en gebruik niet-aangewezen luchtvaartterreinen (balonvaart)

€ 18,90

1.15.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.2.1

tot het scannen van een foto

€ 3,10

1.15.2.2

tot het afdrukken van een foto op fotopapier, A-4 formaat

€ 7,20

1.15.2.3

tot het afdrukken van een foto op fotopapier, A-3 formaat

€ 14,40

1.15.2.4

tot het wijzigen van een parkeervergunning

€ 6,30

1.15.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.15.3.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,80

1.15.3.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.15.3.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 1,10

1.15.3.2.2

per pagina op papier van een ander formaat

€ 1,45

1.15.3.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.15.3.1 en 1.15.3.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 10,80

1.15.3.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 33,70

1.15.3.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 5,40

1.15.3.6

een kopie van een microfiche, indien door de aanvrager zelfstandig door middel van speciaal beschikbaar gestelde kopieerapparatuur gemaakt, per kopie

€ 0,40

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunning

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.2.1

Bouwactiviteiten

2.2.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.2.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 150.000 bedragen:

1,80%

van de bouwkosten , met een minimum van:

€ 89,10

2.2.1.1.2

indien de bouwkosten € 150.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 2.716,10

vermeerderd met 1,48% van het bedrag waarmee die bouwkosten

€ 150.000 te boven gaan;

2.2.1.1.3

indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen:

€ 7.909,40

vermeerderd met 1,33% van het bedrag waarmee die bouwkosten

€ 500.000 te boven gaan;

Beoordelen bouwveiligheidsplan

2.2.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bouwveiligheidsplan nodig is en wordt beoordeeld:

€ 329,70

Verplicht advies agrarische commissie

2.2.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 640,00

Verplicht advies toetsingscommissie Nieuw Economische Dragers

2.2.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de toetsingscommissie Nieuw Economische Dragers nodig is en wordt beoordeeld:

€ 530,00

2.2.2

Aanlegactiviteiten

2.2.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

0,74%

van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 89,10

2.2.2.2

Verplicht advies landschaps- en natuurdeskundige

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.2.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van een landschaps- en natuurdeskundige nodig is en wordt beoordeeld:

€ 360,50

2.2.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1:

2.2.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)- en met uitzondering van de binnenplanse afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening ingeval sprake is van een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening:

75 %

van het op grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag;

2.2.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), het op grond van

onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag, verhoogd met

€ 164,90

2.2.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking), waarbij er geen sprake is van een bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening:

75 %

van het op grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag;

2.2.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

50 %

van het op grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag;

2.2.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan), het op grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag, verhoogd met

€ 400,40

2.2.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving), het op

grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag, verhoogd met

€ 356,40

2.2.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving), het op

grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag, verhoogd met

€ 356,40

2.2.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit), het op grond van

onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.1.1.3 verschuldigde bedrag, verhoogd met

€ 356,40

2.2.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.2.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 400,40

2.2.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 400,40

2.2.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 5.150,00

2.2.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 400,40

2.2.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 400,40

2.2.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 356,40

2.2.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 356,40

2.2.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 356,40

2.2.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.2.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 262,65

2.2.5.2

het in 2.2.5.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met een toeslag voor

een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte van:

0 – 100 m2 € 258,50

101 – 500 m2 € 108,15 + € 1,50 per m2

501 – 2.000 m2 € 596,40 + € 0,62 per m2

2.001 – 5.000 m2 € 1.505,90 + € 0,17 per m2

5.001 – 50.000 m2 € 2.251,60 + € 0,03 per m2

meer dan 50.000 m2 € 3.404,15 + € 0,01 per m2

2.2.5.3

Het tarief bedraagt, indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in 2.2.5.1 betrekking heeft op een uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10 % van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat:

50%

van het tarief zoals vermeld in 2.2.5.1 en 2.2.5.2, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding.

2.2.5.4

Het tarief bedraagt, indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in 2.2.5.1 betrekking heeft op een herindeling, interne verbouwing, bouwkundige aanpassingen of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling ten minste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat:

50%

van het tarief zoals vermeld in 2.2.5.1 en 2.2.5.2, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding.

2.2.5.5

Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 2.2.5.1 wordt

ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen wordt op verzoek

voor 50% van de geheven leges ontheffing verleend.

2.2.5.6

Het tarief bedraagt, indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in 2.2.5.1 betrekking heeft op een bouwwerk dat tijdelijk als zodanig is ingericht, 10% van de volgens 2.2.5.1 en 2.2.5.2 berekende bedragen

2.2.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.2.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Terneuzen 2008 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, eerste lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.2.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 356,40

2.2.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 356,40

2.2.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.2.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

2.2.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

€ 356,40

2.2.7.1.2

in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening of artikel 37, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo,

2.2.7.1.2.1

Indien de hoeveelheid sloopafval minder dan 50 m³ bedraagt

€ 44,55

2.2.7.1.2.2

50 m³ of meer bedraagt en minder dan 500 m³

€ 131,10

2.2.7.1.2.3

500 m³ of meer bedraagt

€ 393,60

Beoordelen sloopveiligheidsplan

2.2.7.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.7.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een sloopveiligheidsplan nodig is en wordt beoordeeld:

€ 331,35

2.2.7.3

Asbesthoudende materialen

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 178,20

2.2.8

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.2.8.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 89,10

2.2.8.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief

€ 89,10

2.2.9

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

€ 89,10

2.2.10

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.2.10.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.2.10.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 150.000 bedragen:

1,03%

van de bouwkosten , met een minimum van:

€ 89,10

2.2.10.1.2

indien de bouwkosten € 150.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 1.563,50

vermeerderd met 0,90% van het bedrag waarmee die bouwkosten

€ 150.000 te boven gaan;

2.2.10.1.3

indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen:

€ 4.710,00

vermeerderd met 0,75% van het bedrag waarmee die bouwkosten

€ 500.000 te boven gaan;

2.2.10.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft.

2.2.10.2.1

indien de bouwkosten minder dan € 150.000 bedragen:

1,03%

van de bouwkosten , met een minimum van:

€ 89,10

2.2.10.2.2

indien de bouwkosten € 150.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 1.563,50

vermeerderd met 0,90% van het bedrag waarmee die bouwkosten

€ 150.000 te boven gaan;

2.2.10.2.2

indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen:

€ 4.710,00

vermeerderd met 0,75% van het bedrag waarmee die bouwkosten

€ 500.000 te boven gaan.

2.2.10.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

van een wijziging van een beschikking eerste fase:

2.2.10.3.1

een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 2.2.10.1.1 t/m 2.2.10.1.3 bepaald en verminderd met de voor de primaire beschikking eerste fase berekende leges, echter ten hoogste tot het bedrag van de leges zoals

berekend voor de primaire beschikking eerste fase, met een minimum

bedrag van

€ 89,10

Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is

dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake

is.

2.2.11

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.2.11.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport indien het grondoppervlak van het te bouwen bouwwerk:

2.2.11.1.1

500 m² of minder bedraagt

€ 161,30

2.2.11.1.2

meer bedraagt dan 500 m², doch minder dan 2.000 m²

€ 400,40

2.2.11.1.3

2.000 m² of meer bedraagt

€ 764,30

2.2.11.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport indien het grondoppervlak van het te bouwen bouwwerk:

2.2.11.2.1

500 m² of minder bedraagt

€ 161,30

2.2.11.2.2

meer bedraagt dan 500 m², doch minder dan 2.000 m²

€ 400,40

2.2.11.2.3

2.000 m² of meer bedraagt

€ 764,30

2.2.12

Advies

2.2.12.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.2.12.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.2.12.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.2.13

Verklaring van geen bedenkingen

2.2.13.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.2.13.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 356,40

2.2.13.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.2.13.1.3

Indien een begroting als bedoeld in 2.2.13.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 3 Teruggaaf

2.3.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.2.1, 2.2.2, 2.2.6 en 2.2.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.3.1.1

indien het legesbedrag minder bedraagt dan € 89,10

0%

2.3.1.2

indien het legesbedrag € 89,10 of meer bedraagt maar minder dan

€ 1.000,00, tot

€ 89,10

indien het legesbedrag € 1.000,00 of meer bedraagt, tot

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.3.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2.1, 2.2.2, 2.2.6 en 2.2.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

2.3.2.1

indien het legesbedrag minder bedraagt dan € 89,10

0%

2.3.2.2

indien het legesbedrag € 89,10 of meer bedraagt maar minder dan

€ 1.000,00, tot

€ 89,10

2.3.2.3

indien het legesbedrag € 1.000,00 of meer bedraagt, tot

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.3.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2.1, 2.2.2, 2.2.6 of 2.2.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.3.3.1

indien het legesbedrag minder bedraagt dan € 89,10

0%

2.3.3.2

indien het legesbedrag € 89,10 of meer bedraagt maar minder dan

€ 1.000,00, tot

€ 89,10

2.3.3.3

indien het legesbedrag € 1.000,00 of meer bedraagt, tot

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.3.3.4

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.3.3.1 t/m 2.3.3.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.3.4

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.2.12 en 2.2.13 wordt geen teruggaaf verleend.

2.3.5

Niet in behandeling nemen aanvraag

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder a, of artikel 2.5, eerste lid van de Wabo niet in behandeling wordt genomen, worden de overeenkomstig onderdeel 2.2.1 of 2.2.10 berekende leges in rekening gebracht met een maximum van

€ 178,20

Hoofdstuk 4 Intrekking omgevingsvergunning

2.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.3.2 van toepassing is:

€ 89,10

Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 178,20

Hoofdstuk 6 Sloopmelding

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening

€ 29,15

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 33,70

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 107,60

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 44,55

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 13,50

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning horecabedrijf (art.2:28 Algemene plaatselijke verordening)

€ 33,70

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning alcoholvrije drank

€ 107,60

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)

€ 18,40

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 5:17 en 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening voor:

3.2.2.1

een dag

€ 10,80

3.2.2.2

een week

€ 23,70

3.2.2.3

een maand

€ 36,70

3.2.2.4

onbepaalde tijd

€ 142,10

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2:

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 1.084,00

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 678,25

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 266,60

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.4.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het in gebruik hebben of houden van inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2.1.1, lid 1 van de Brandbeveiligings- verordening ten behoeve van het gebruik van een in dat artikel omschreven inrichting niet zijnde bouwwerk.

€ 262,65

3.4.1.1

het in 3.4.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met een toeslag voor

een inrichting met een gebruiksoppervlakte van:

0 – 100 m2 € 258,50

101 – 500 m2 € 108,15 + € 1,50 per m2

501 – 2.000 m2 € 596,40 + € 0,62 per m2

2.001 – 5.000 m2 € 1.505,90 + € 0,17 per m2

5.001 – 50.000 m2 € 2.251,60 + € 0,03 per m2

meer dan 50.000 m2 € 3.404,15 + € 0,01 per m2

3.4.2

Het tarief bedraagt, indien de aanvraag als bedoeld in 3.4.1 betrekking

heeft op:

3.4.2.1

a: uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10 % van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat:

50% van het tarief vermeld in 3.4.1 en 3.4.1.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding.

3.4.2.2

b: herindeling, interne verbouwing, bouwkundige aanpassingen of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling ten minste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat:

50% van het tarief vermeld in 3.4.1 en 3.4.1.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding.

3.4.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag die betrekking heeft op een inrichting met een tijdelijk karakter, zoals een tent e.d., 10% van de volgens 3.4.1 en 3.4.1.1 berekende bedragen.

3.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van een verklaring van overdracht van een gebruiksvergunning aan nieuwe gebruikers.

€ 54,10

3.4.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2.3.4 sub 2 Verbod open vuur en roken van de Brandbeveiligingsverordening bij ongewijzigd gebruik.

€ 54,10

3.4.6

Indien een aanvraag om ontheffing of vergunning tijdens de behandeling door de aanvrager wordt ingetrokken of wordt geweigerd, worden de volgens de onderdelen 3.4.1 en 3.4.1.1 berekende leges met 50% verminderd.

Hoofdstuk 5 Diversen

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning tot het aanbrengen van reclamevoorwerpen (artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening)

€ 43,40

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontrattingscertificaat voor een schip met een bruto tonnage (GT)van:

3.5.1.1

1.000 of minder

€ 180,00

3.5.1.2

1.001 - 7.000

€ 200,00

3.5.1.3

7.001 - 15.000

€ 210,00

3.5.1.4

15.001 - 50.000

€ 225,00

3.5.1.5

50.001 of meer

€ 240,00

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 33,70

Behoort bij raadsbesluit van 16 december 2010

De griffier,

drs. T.A.M. Leeraert