Kampeerverordening gemeente Terschelling 2011

Geldend van 05-08-2011 t/m heden

Intitulé

Kampeerverordening gemeente Terschelling 2011

 De raad van de gemeente Terschelling

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling d.d. 17 mei 2011;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het in het belang van de orde, rust, de veiligheid, de natuur- en landschapsbescherming, de bescherming van het milieu, de hygiëne en gezondheid wenselijk is om procedureregels te stellen over hoe om te gaan met het verlenen van kampeervergunningen en kampeerontheffingen;

besluit

vast te stellen de

Kampeerverordening gemeente Terschelling 2011 

Artikel 1

Voor toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:Vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2, lid 1 van de Kampeerverordening gemeente Terschelling.Ontheffing: een ontheffing als bedoeld in artikel 2, lid 3 van de Kampeerverordening gemeente Terschelling.Permanente bewoning: bewoning van een ruimte (gebouwen en kampeermiddelen geengebouwen zijnde) als hoofdverblijf, welke niet als zodanig is bestemd.Rechthebbende(n): degene(n) die krachtens een zakelijk of persoonlijk recht de beschikking heeft over enige onroerende zaak.Kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.Kampeermiddel: tent, tentwagen, camper of caravan dan wel enig ander voertuig, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. Jaarstandplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel dat gedurende het gehele jaar aldaar aanwezig mag zijn.Seizoenstandplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel voor ten hoogste de periode van 1 maart tot 1 november.Toeristische standplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel, niet zijnde een bouwwerk, dat slechts gedurende een aaneengesloten beperkte periode van ten hoogste enige weken (maximaal drie maanden) op het kampeerterrein aanwezig is. 

Artikel 2

1 Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een kampeerterrein te houden.2 Een vergunning als bedoeld in artikel 2, lid 1, kan slechts worden verleend, indien:- is voldaan of op redelijke wijze zal worden voldaan aan de regelen gesteld bij of krachtens deze verordening.- de aanvraag betrekking heeft op een terrein dat bij bestemmingsplan uitsluitend of mede als kampeerterrein is aangewezen. 3 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, lid 1, voor het gelegenheid geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen buiten de in artikel 2, lid 1 bedoelde kampeerterreinen, door groepen uitgaande van een vereniging of andere organisatie met een doelstelling van sociale, educatieve of wetenschappelijke aard, gedurende een in de ontheffing aangegeven korte, aaneengesloten periode.4 Een ontheffing als bedoeld in artikel 3 kan slechts worden verleend, indien is voldaan of op redelijke wijze zal worden voldaan aan de regelen gesteld bij of krachtens deze verordening.5 In geval via het bestemmingsplan de mogelijkheid wordt geboden jaarstandplaatsen om te wisselen door recreatiewoningen worden de m² die nodig zijn voor de bouw van de recreatiewoningen op de in de kampeervergunning voor de plaatsing van jaarstandplaatsen beschikbare m² in mindering gebracht. Bij volledige omzetting komt de kampeervergunning te vervallen. 

Artikel 3

1 De aanvraag van een vergunning of ontheffing, bevat:a naam en adres van de rechthebbende(n) en de beheerder(s) van het (kampeer)terrein; b een opgave van het soort standplaatsen.2 Bij de aanvraag van een vergunning wordt in 2-voud een situatietekening overgelegd, op een schaal van tenminste 1: 1000, waarop, voor zover van toepassing, is aangegeven:1 een kadastrale omschrijving van het perceel;2 de oppervlakte van het kampeerterrein;3 de plaats van de bestaande en op te richten gebouwen en hun functies;4 de aanwezige en aan te brengen randbeplanting en het assortiment waaruit de randbeplanting bestaat;5 de ontsluiting van het kampeerterrein en het verloop van de wegen en depaden op het kampeerterrein; 6 de aanwezige en te realiseren parkeergelegenheid;7 de kavelbegrenzing en situering van de jaar- en seizoenstandplaatsen, dekavelbegrenzing en locatie van de eventueel aanwezige bungalows en/of recreatiewoonverblijven, alsmede de begrenzing van de plaatsen bestemd voor toeristisch kamperen en de ruimte voor sport en spel;8 de aanwezige en te realiseren voorzieningen ter bestrijding van brand. 

Artikel 4

1 Op de aanvraag van een vergunning of ontheffing wordt binnen acht weken na ontvangst beslist.2 Indien de beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, stelt het collegevan burgemeester en wethouders de aanvrager daarvan in kennis en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.3 Indien een aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in artikel 3 stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid deze binnen twee weken, nadat dit is bekendgemaakt, aan te vullen of te verbeteren.4 Van ontvangst van de aanvraag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is pas sprake op het moment dat, met inachtneming van het hiervoor bepaalde, de in artikel 3, tweede lid vereiste situatietekening is overlegd. 

Artikel 5

1 Aan de vergunning en de ontheffing worden voorschriften verbonden met betrekking tot de geldigheid en de duur van de vergunning.2 Aan de vergunning en de ontheffing worden voorschriften verbonden betreffende onder meer het gebruik en de inrichting van het (kampeer)terrein, alsmede de soort van de op het kampeerterrein toe te laten kampeermiddelen.3 Aan de vergunning en de ontheffing worden in het belang van de orde, rust, de veiligheid, de natuur- en landschapsbescherming, de bescherming van het milieu, de hygiëne en gezondheid voorschriften verbonden. 

Artikel 6

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. 2 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast: de als buitengewoon opsporingsambtenaar beëdigde ambtena(a)r(en). 3 Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.  

Artikel 7

Dit besluit kan worden aangehaald als “Kampeerverordening gemeente Terschelling 2011”.2 Deze verordening treedt in werking op de dag, nadat zij conform het bepaalde in artikel 139 van de Gemeentewet bekend is gemaakt.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Terschelling in zijn openbare vergadering van 26 juli 2011.