Treasurystatuut Gemeente Teylingen 2012

Geldend van 05-04-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

RAADSBESLUIT

Voorstelnummer 2012/xxx, registratienummer xxx

De raad der gemeente Teylingen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxxxxx 2012;

Gelet op de Financiële beheersverordening gemeente Teylingen 2010;

Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden;

BESLUIT:

vast te stellen:

TREASURYSTATUUT GEMEENTE TEYLINGEN 2012

Artikel 1. Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • -

    Begrotingstotaal: De totale lasten op de begroting

  • -

    Deposito: Een spaarvorm met een vaste looptijd en een vaste rente

  • -

    EER: Europese Economische Ruimte

  • -

    Eurozone: De `eurozone` (of eurosysteem, Euroland, eurogebied) is de verzamelnaam voor alle landen van de Europese Unie die de euro als munt hebben.

  • De eurozone bestaat (nu) uit zeventien EU-lidstaten.

  • -

    Financiering: Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

  • -

    Financiële onderneming: een onderneming die in een lidstaat het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen, beleggingsdiensten mag verlenen, beleggingsinstellingen mag beheren, rechten van deelneming in een beleggingsmaatschappij mag aanbieden, of het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen. Deze term komt in de plaats van het begrip ‘Bank’.

  • -

    Geldstromenbeheer: Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

  • -

    Intern liquiditeitsrisico: De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • -

    Kasgeldlimiet: Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar;

  • -

    Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

  • -

    Kredietrisico: De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;

  • -

    Liquiditeitenbeheer: Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

  • -

    Liquiditeitenplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid;

  • -

    Medium term note: Verhandelbare schuldbekentenis aan toonder;

  • -

    Nettingovereenkomst: Een overeenkomst op grond waarvan de wederzijdse verplichtingen tussen partijen verrekend worden waardoor wordt bepaald wat de ene partij per saldo aan de andere partij verschuldigd is;

  • -

    Rating: taxatie van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een land, bepaald door een ratingbureau;

  • -

    Rentecompensatiecircuit: Dit is een systeem waarbij de (valutaire) debet en creditsaldi van alle rekeningen van een organisatie worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo, waarover de rente wordt berekend.

  • -

    Renterisico: De mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van de gemeente verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer;

  • -

    Renterisiconorm: Een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar;

  • -

    Rentetypische looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

  • -

    Rentevisie: Toekomstverwachting over de rente-ontwikkeling;

  • -

    Ruddo: Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden

  • -

    Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

  • -

    Solvabiliteitsratio van 0%: Status die door een bancaire toezichthouder in een EER-lidstaat aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;

  • -

    Treasuryfunctie: De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

  • -

    Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen op een periode van één jaar of langer.

  • -

    Wet fido: Wet financiering decentrale overheden

Artikel 2. Doelstellingen van de treasuryfunctie

Doelstellingen van de treasuryfunctie zijn:

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit statuut.

Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen waarbij vooraf informatie wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.

  • 2.

    Indien een andere voorziening beschikbaar is verstrekt de gemeente uitsluitend aanvullend een lening of garantie;

  • 3.

    Indien er enige discussie zou kunnen ontstaan over de vraag of een lening of garantie zou kwalificeren als ongeoorloofde staatssteun, wordt aangegeven waarom dat niet het geval is;

  • 4.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uit-zettingen wordt gewaarborgd door de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.

Artikel 4. Renterisicobeheer

  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 3.

    Overschrijding van de in leden 1 en/of 2 genoemde grenzen is alleen mogelijk met toestemming van de toezichthouder (Provincie) en wordt via de tussentijdse rapportages medegedeeld aan de gemeenteraad;

  • 4.

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;

  • 5.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zoveel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;

  • 6.

    Binnen de kaders gesteld in fido wordt naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen gestreefd.

Artikel 5. Koersrisicobeheer

  • 1.

    De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door uitsluitend financiële producten te hanteren met minimaal hoofdsomgarantie (aan het einde van de looptijd) of gelden uit te zetten in vastrentende waarden;

  • 2.

    Tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door conform artikel 7 de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.

Artikel 6. Kredietrisicobeheer

  • 1.

    Bij het uitzetten van middelen gelden de volgende uitgangspunten:

    • a.

      Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:

      • Ondernemingen, voor wiens waardepapier een solvabiliteitsratio van 0% geldt;

      • Financiële ondernemingen binnen de eurozone waarvan de rating boven de wettelijke ondergrens, vastgelegd in de Wet fido (Ruddo) ligt;

      • Financiële ondernemingen die in hun beleid aangeven de uitgezette middelen duurzaam te investeren

    • b.

      Indien de rating na het afsluiten van een contract daalt onder het voorgeschreven niveau en de uitzetting opgeëist kan worden zal verscherpt toezicht worden gehouden op de kredietwaardigheid van de onderneming en kan na een kosten en risico afweging tot opeising worden besloten;

    • c.

      Bij het uitzetten van beleggingen wordt ook het spreiden van risico’s in de afweging betrokken;

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen of garantstelling uit hoofde van de publieke taak worden zoveel mogelijk zekerheden of garanties geëist;

  • 3.

    Bij nieuw te verstrekken geldleningen uit hoofde van de publieke taak wordt een opslagpercentage op het rentetarief van 0,5% gehanteerd voor risico en administratie.

Artikel 7. Intern liquiditeitsrisicobeheer

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), evenals een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van minimaal 4 jaar.

Artikel 8. Valutarisicobeheer

Verstrekken, aangaan of garanderen van leningen geschiedt uitsluitend in euro.

Eventuele valutarisico’s die voortvloeien uit operationele transacties worden door de gemeente zonodig direct ingedekt.

Artikel 9. Financiering

Bij het aantrekken van financieringen (één jaar en langer) gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken om het renteresultaat te optimaliseren;

  • 3.

    Aangaan van leningen met enkel het doel de aangetrokken gelden tegen een hoger rendement uit te zetten (Near Banking) is niet toegestaan;

  • 4.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen en medium term notes (MTN);

  • 5.

    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal 2 ondernemingen alvorens een financiering wordt aangetrokken

  • 6.

    Tijdelijk overtollige gelden van aangetrokken leningen voor projectfinanciering worden uitgezet bij de financiële onderneming waar deze leningen zijn aangegaan, onverminderd artikel 6, eerste lid.

  • 7.

    Indien een nettingovereenkomst is afgesloten met een financiële onderneming met betrekking tot het uitzetten van tijdelijke overtollige gelden van aangetrokken leningen voor projectfinanciering als bedoeld in zesde lid, is artikel 6, eerste lid, niet van toepassing.

Artikel 10. Langlopende uitzettingen

Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 4, 5 en 6 genoemde voorwaarden;

  • 2.

    De gemeente vraagt schriftelijk offertes op bij minimaal 2 ondernemingen alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan.

Artikel 11. Relatiebeheer

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financiële ondernemingen en hun condities worden tenminste jaarlijks beoordeeld;

  • 2.

    Financiële ondernemingen dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 6;

Artikel 12. Geldstromenbeheer

Om de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig worden nagekomen;

  • 2.

    Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd binnen één financiële onderneming.

Artikel 13. Saldo- en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer (maximaal één jaar) gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    De gemeente streeft naar concentratie van de overtollige liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de financiële onderneming met de gunstigste condities;

  • 2.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat dan kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 4 lid 1 en 3 - de kasgeldlimiet niet overschreden;

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant;

  • 4.

    Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekening-courant, daggeld, spaarrekeningen en deposito’s;

  • 5.

    De gemeente doet onderzoek bij minimaal 2 ondernemingen alvorens middelen worden aangetrokken of uitgezet met een looptijd korter dan één jaar.

Artikel 14. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    De uitvoering van de treasuryfunctie is rechtmatig en doelmatig;

  • 2.

    De treasuryactiviteiten worden adequaat uitgevoerd en bijgestuurd;

  • 3.

    De juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie is verzekerd;

  • 4.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd.

  • 5.

    Het College van B&W stelt de procesgang rond treasury vast.

Artikel 15. Informatievoorziening gemeenteraad

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten verstrekt het College van B&W tenminste inzicht in de vorm van een treasuryparagraaf in alle P&C documenten met uitzondering van de kadernota.

Artikel 16. Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit statuut treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2012;

  • 2.

    Dit statuut vervangt het treasurystatuut gemeente Teylingen 2009;

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Treasurystatuut 2012”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van ………..…2012.
De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,
R. van Dijk drs. S.W.J.G. Schelberg
Afschriften van dit besluit naar:

Bijlage 1

Procesgang inclusief bevoegdheden treasury per januari 2012

De normale bedrijfsvoeringprocessen vormen de basis voor alle besluitvorming in de organisatie.

Zo worden raadsbesluiten meest voorbereid door beleidsmedewerkers, maar vervolgens via de teamcoördinator, het afdelingshoofd en de portefeuillehouder naar B&W geleid. B&W stelt dan het raadsvoorstel vast.

Voor besluiten die aan een ander organisatorisch niveau zijn gemandateerd, geldt de reeks tot aan het bevoegde niveau.

Aanvullend geldt het volgende voor de treasuryprocessen:

Bijlage 2 Overzicht verantwoordelijkheden treasury

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, globale richtlijnen en limieten;

 

Het vaststellen van de treasuryparagraaf in begroting en jaarrekening;

 

Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan;

 

Het verstrekken van leningen en garanderen van gelden uit hoofde van de publieke taak;

 

Het uitvoeren van de niet aan het college van B&W overgedragen treasuryactiviteiten.

College van B&W

Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid);

 

Het achteraf bekrachtigen van de afgesloten transacties (voor zover de Gemeenteraad dit niet aan zich heeft voorbehouden);

 

Aangaan van bankrelaties

 

Het rapporteren aan de Gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid.

Portefeuillehouder Financiën

Het uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid).

Het beslissen bij aantrekken en uitzetten > 1 jaar en het beleggen in garantieproducten

Directie

Het uitvoeren van het treasurybeleid (ambtelijke verantwoordelijkheid).

De afdelingshoofden

Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun afdeling aanlevert aan ISI met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten.

Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de afdeling ISI;

Lijnverantwoordelijkheid over voorstellen inzake verstrekken van leningen en garanderen van gelden uit hoofde van de publieke taak

Beleidsmedewerker afd.

Het opstellen van voorstellen inzake verstrekken van leningen en garanderen van gelden uit hoofde van de publieke taak

Afdelingshoofd (A&O)

Lijnverantwoordelijkheid over uitvoering van de treasury activiteiten A&O inclusief rapportage

Teamcoordinator (A&O)

Vaststellen behoefte aan aanpassing van het treasurystatuut

Vakspecialist A ( A&O)

Het maken van beleidswijzingen op het gebied van treasury;

Vakspecialist C (A&O)

Het voeren van de interne controle op de uitgevoerde treasurytransacties en hierover rapporteren aan het Hoofd afdeling ISI en de Controller;

Afdelingshoofd (ISI)

Lijnverantwoordelijkheid over uitvoering van de treasury activiteiten ISI inclusief rapportage

Teamcoordinator (ISI)

Voorstellen voor aangaan en/of veranderen van bankrealtie

Besluiten inzake aantrekken of uitzetten van kort geld

Besluiten inzake openen, sluiten of wijzigen bankrekeningen

Besluiten inzake afsluiten van kredietfaciliteiten, afspreken bankcondities en tarieven

Het voorbereiden van aantrekken en uitzetten > 1 jaar en het beleggen in garantieproducten

Vakspecialist C (ISI)

Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer, gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut en de treasuryparagraaf worden uitgevoerd en de transacties dienen geautoriseerd te zijn door de teamcoordinator ISI

Het opstellen van de rentevisie;

Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer;

Het beheren van de geldstromen;

Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële ondernemingen;

Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;

Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven hiervan aan de kassier;

Het mede voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied;

Het adviseren van de afdelingen/sectoren over de financiële gevolgen van hun activiteiten en projecten;

Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie;

Het afleggen van verantwoording aan de teamcoordinator ISI over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

Vakspecialist D (ISI)

Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer;

Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie;

Het rapporteren aan de teamcoordinator ISI belast met controle over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

Financiële administratie

Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie;

Controller

Toetsen van het geheel van treasuryactiviteiten aan de gestelde kaders en hierover rapporteren aan B&W.

De externe accountant

Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut.

Treasuryprocessen ad bijlage 1

Toelichting

Bij het voorstel:

Waarom gemeenteraad?

In Art 8 van de financiële beheersverordening 2010 is de beslisbevoegdheid niet bij het college gelegd. Daarom is de Raad bevoegd orgaan.

In het statuut zelf mag geregeld worden dat een deel (in dit voorstel de procesgang) door het college vastgesteld mag worden.

Bij Argumenten

Het treasurystatuut dient aangepast te worden op grond van aanpassing van de ratingmethode.

In de Wet Fido (Ruddo) worden nationale regels gesteld die grenzen stellen aan de vrijheid van gemeenten voor wat betreft het zaken doen met financiële ondernemingen met een te lage rating. Wij sluiten daarbij aan omdat wij dit verantwoord achten. Ook wordt zo complexe regelgeving voorkomen (deregulering).

Ratingschalen

S&P, Fitch

Moody's

AAA

Aaa

AA+

Aa1

AA

Aa2

AA-

Aa3

Ondergrens Ruddo januari 2012

A+

A1

Overige schalen zijn niet van belang voor de gemeente

De keus voor alleen Nederlandse Financiële ondernemingen is niet meer van deze tijd.

  • Verwezen wordt naar valutarisico’s. Volgens Ruddo mag wel gewerkt worden met andere valuta, maar moeten risico’s afgedekt worden. Alleen gelden uitzetten in de eigen valuta is dan veel eenvoudiger.

Bij de artikelen:

Artikel 5. Koersrisicobeheer, lid 5

De vorm van de offerte is niet belangrijk, de vastlegging ervan wel.

Artikel 6. Kredietrisicobeheer

  • Ondernemingen, voor wiens waardepapier een solvabiliteitsratio van 0% geldt; Leningen aan bij voorbeeld woningbouwcorporaties die gegarandeerd worden door het waarborgfonds.

  • De ondergrens voor rating wordt bepaald door fido (Ruddo Art. 2 lid 1).

  • Bij duurzaamheid beoordelen wij financiële instellingen op hun beleid. Investeren zij onze middelen niet in bedrijven die betrokken zijn bij kinderarbeid, oorlogsindustrie, verspilling, onverantwoorde houtkap en andere niet duurzame activiteiten? Indien (veelal via de pers) blijkt dat een bank een op zich goed beleid niet in de praktijk brengt, kan dit betekenen dar de relatie verbroken wordt. Bij het aangaan van nieuwe relaties, selecteren we een financiële instelling (mede) op hun duurzaam investeringsbeleid.

Artikel 14. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Deze zijn ter inzage voor de raad; zie ook de beschrijving van de procesgang per januari 2012 (bijlage 1). In deze beschrijving is de bevoegde actor / het bevoegd orgaan expliciet aangegeven. De bevoegdheden zijn gebaseerd op de verantwoordelijkheden, die in bijlage 2 zijn weergegeven.

Artikel 15. Informatievoorziening gemeenteraad

Structureel zal dit gebeuren in de vorm van het vermelden van afwijkingen of bijzonderheden in de voortgangsrapportages.