Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening Programmaraad Rijnland Bollenstreek

Geldend van 10-05-2006 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2006

Intitulé

Verordening Programmaraad Rijnland Bollenstreek

De raad der gemeente Teylingen;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 februari 2006;

gelet op de Gemeentewet, vooral artikel 84 en 149, evenals de Mediawet, met name artikel 82k;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende Verordening Programmaraad Rijnland Bollenstreek voor de gemeenten Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude, voorzover het zijn grondgebied betreft.

Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de gemeenteraad: de gemeenteraad der onderscheidene gemeenten;

  • b.

    burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders der onderscheidene gemeenten;

  • c.

    aanbieder: een rechtspersoon die binnen de aangesloten gemeenten een omroepnetwerk beheert;

  • d.

    omroepnetwerk: het geheel van de ontvanginrichting, het kabelnet, de aansluitingen en alle daarmee verband houdende apparatuur en overige toebehoren van de aanbieder, waarmee signalen kunnen worden ontvangen en doorgegeven aan abonnees;

  • e.

    abonnee: de natuurlijke persoon die aangesloten is op het omroepnetwerk van de aanbieder, dan wel deel uitmaakt van een huishouden dat daarop is aangesloten;

  • f.

    basispakket: het pakket van vijftien televisie- en vijfentwintig radioprogramma’s, zoals bedoeld in artikel 82i eerste lid van de Mediawet.

Instelling programmaraad

Artikel 2

Er is een commissie genaamd Programmaraad Rijnland Bollenstreek voor de gemeenten Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.

Taken programmaraad

Artikel 3

  • 1.

    De programmaraad heeft tot taak de aanbieder gevraagd of ongevraagd te adviseren over de samenstelling van het basispakket.

  • 2.

    De programmaraad kan de aanbieder op diens verzoek adviseren welke overige programma’s hij uitzendt naar de abonnees op het omroepnetwerk en over overige zaken het omroepnetwerk betreffende.

  • 3.

    De programmaraad stelt in principe jaarlijks zowel voor radio als voor televisie een programmeringadvies vast.

  • 4.

    Het vastgestelde programmeringadvies verzendt de programmaraad naar de aanbieder en ter kennisneming naar de gemeenteraad.

Bevoegdheden programmaraad

Artikel 4

  • 1.

    De programmaraad brengt gevraagd of ongevraagd advies uit aan de aanbieder over de samenstelling van het basispakket.

  • 2.

    De programmaraad laat zich ten minste eenmaal per jaar door de aanbieder informeren over de mogelijkheden van het omroepnetwerk.

  • 3.

    Alvorens advies uit te brengen pleegt de programmaraad overleg met de aanbieder.

  • 4.

    De programmaraad houdt zich op de hoogte van de wensen van de abonnees op een omroepnetwerk en de ontwikkelingen in de markt.

  • 5.

    Onverminderd artikel 82i van de Mediawet gaat de programmaraad in zijn advisering uit van een pluriforme samenstelling van het pakket programma’s voor algemene omroep, rekening houdend met de in de gemeenten levende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke behoeften.

  • 6.

    De programmaraad beschikt over voldoende kennis over de informatiebehoeften van de bevolking- en leeftijdgroepen van verschillende omvang en samenstelling binnen het kijk- en luisterpubliek.

  • 7.

    De programmaraad kan, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 11 tot en met 21, een reglement opstellen waarin de werkwijze van de programmaraad nader wordt geregeld.

Samenstelling en benoeming programmaraad

Artikel 5

  • 1.

    De programmaraad bestaat uit 15 leden, waaronder de voorzitter.

  • Na de eerste zittingperiode van 4 jaar kan het aantal leden op advies van de programmaraad verlaagd worden tot 11 leden.

  • 2.

    De programmaraad is representatief voor de belangrijkste in de gemeenten voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen en vormt een redelijke afspiegeling van de bevolking in de gemeenten naar leeftijd, sekse, etnische en culturele achtergrond.

  • 3.

    De leden worden benoemd door een gemeenteraad, te weten de raad van de gemeente Hillegom benoemt 1 lid, die van Katwijk 2 leden, die van Leiden 3 leden, die van Leiderdorp 1 lid, die van Lisse 1 lid, die van Noordwijk 1 lid, die van Noordwijkerhout 1 lid, die van Oegstgeest 1 lid, die van Teylingen 2 leden, die van Voorschoten 1 lid en die van Zoeterwoude 1 lid.

  • 4.

    Een gemeenteraad kan een andere gemeenteraad in het werkgebied van de programmaraad verzoeken een inwoner uit die gemeente tot lid van de programmaraad te benoemen in plaats van een inwoner uit de verzoekende gemeente.

  • 5.

    Een gemeenteraad benoemt een lid, nadat overleg gepleegd is met de programmaraad.

  • 6.

    De programmaraad wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan.

Artikel 6

  • 1.

    De zittingperiode van de leden van de programmaraad is 4 jaar. Herbenoeming voor eenzelfde periode is éénmaal mogelijk.

  • 2.

    Voor het vaststellen van de zittingperiode wordt meegeteld de periode dat een lid zitting heeft gehad in de regionale programmaraad Leiden e.o. of de programmaraad Bollenstreek.

  • 3.

    In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van 6 maanden voorzien. Voorziening geschiedt eveneens voor 4 jaar.

Artikel 7

  • 1.

    Tot lid van de programmaraad kunnen uitsluitend worden benoemd zij die woonachtig zijn in het gebied waarop het advies van de programmaraad betrekking heeft, de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt, abonnee zijn, en niet krachtens wettelijk voorschrift of rechterlijke uitspraak van het actieve of passieve kiesrecht zijn uitgesloten of daaruit zijn ontzet.

  • 2.

    Met het lidmaatschap van de programmaraad zijn onverenigbaar:

    • a.

      een lidmaatschap van een gemeenteraad;

    • b.

      een lidmaatschap van een college van burgemeester en wethouders in een van de aangesloten gemeenten;

    • c.

      een binding met de aanbieder dat aanwezig is in het gebied waarop het advies van de programmaraad betrekking heeft;

    • d.

      een lidmaatschap van een bestuur of een betrekking, al dan niet tegen betaling, bij een instelling van de algemene omroep dan wel een commerciële omroepinstelling.

Artikel 8

  • 1.

    Het lidmaatschap eindigt, behalve bij afloop van de zittingsperiode, genoemd in artikel 6, ook:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      in het geval niet meer voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 7.

    • c.

      in het geval als bedoeld in artikel 8, lid 3.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders van de onderhavige gemeente kunnen op verzoek van de programmaraad in bijzondere gevallen en met redenen omkleed het (de) lid (leden) schorsen dat (die) door de raad van die gemeente is (zijn) benoemd.

  • 3.

    Nadat burgemeester en wethouders de geschorste in de gelegenheid hebben gesteld zich mondeling te verdedigen, kunnen burgemeester en wethouders aan de raad voorstellen het lidmaatschap van de betreffende persoon te doen beëindigen. Als burgemeester en wethouders daartoe geen aanleiding vinden, heffen zij de schorsing op. De beslissing wordt terstond bij aangetekende brief aan de belanghebbende en aan de programmaraad meegedeeld.

Artikel 9

  • 1.

    In secretariÿle ondersteuning van de programmaraad wordt voorzien na overleg met de voorzitter van de programmaraad.

  • 2.

    Op dezelfde wijze als bepaald in het eerste lid wordt voorzien in een plaatsvervanger.

Artikel 10

Hetgeen in het Rechtspositiebesluit raad- en commissieleden voor klasse 4 (50.001-100.000 inwoners) is geregeld over vergoedingen voor commissieleden voor het bijwonen van vergaderingen, evenals voor reis- en verblijfkosten, is van toepassing op de leden van de programmaraad.

Werkwijze van de programmaraad

Artikel 11

De programmaraad vergadert ten minste tweemaal per jaar dan wel zo vaak als de aanbieder een adviesaanvraag voorlegt of zo dikwijls zijn voorzitter het nodig oordeelt of ten minste drie leden aan de voorzitter onder opgaaf van redenen, het verlangen daartoe schriftelijk kenbaar maken.

Artikel 12

De oproep voor de vergadering geschiedt door de secretaris namens de voorzitter met opgaaf van de te behandelen onderwerpen en ten minste twee weken van te voren. In spoedeisende gevallen kan van dit laatste worden afgeweken.

Artikel 13

  • 1.

    De programmaraad mag niet beraadslagen en besluiten over een uit te brengen advies, indien niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2.

    Besluiten over een uit te brengen advies worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen.

  • 3.

    Van het in de vergaderingen besprokene wordt een verslag gemaakt.

Artikel 14

  • 1.

    De adviezen van de programmaraad zijn voorzien van een deugdelijke motivering en worden schriftelijk uitgebracht.

  • 2.

    De adviezen van de programmaraad bevatten alleen het standpunt van de meerderheid, zoals bedoeld in artikel 13 tweede lid van deze verordening, tenzij de minderheid verlangt dat ook haar standpunt wordt vermeld.

  • 3.

    Na ontvangst van een adviesaanvraag brengt de programmaraad zo spoedig mogelijk advies uit, maar in ieder geval binnen een periode van 12 weken.

Artikel 15

  • 1.

    De secretaris maakt via de lokale en/of regionale media en de website van de programmaraad de instelling, de taak en de samenstelling van de programmaraad bekend.

  • 2.

    De inhoud van het voorlopige advies van de programmaraad wordt op de wijze als in lid 1 genoemd bekend gemaakt, vergezeld van de mededeling dat het advies definitief wordt vastgesteld in een openbare vergadering die ten minste 3 weken na de publicatie wordt gehouden.

  • 3.

    De secretaris draagt tevens zorg dat de in het vorige artikellid bedoelde kennisgeving aan alle programma-aanbieders, van wie het programma is betrokken en overwogen bij het voorlopige advies, wordt toegezonden, vergezelt van de in lid 1 genoemde mededeling.

  • 4.

    Na ommekomst van de in het eerste lid bedoelde termijn van 3 weken en na kennisneming van de ingekomen reacties stelt de programmaraad zijn advies definitief vast.

  • 5.

    De secretaris maakt via de lokale en/of regionale media en de website de inhoud van het definitief vastgestelde advies van de programmaraad bekend en zendt het toe aan de programma-aanbieders.

Artikel 16

  • 1.

    Alle stukken die van de programmaraad uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 2.

    In nader door de voorzitter en de secretaris te bepalen gevallen kan van het gestelde in het eerste lid worden afgeweken. Volstaan kan dan worden met ondertekening door de secretaris.

  • 3.

    De voorzitter en de secretaris kunnen degene, die het secretariaat verzorgt, onder het stellen van voorwaarden machtigen de stukken namens hen te ondertekenen.

Artikel 17

De secretariÿle ondersteuning is onder toezicht van de voorzitter belast met de dagelijkse werkzaamheden die uit de taak van de programmaraad voortvloeien.

Artikel 18

De voorzitter is bevoegd uit eigen beweging of op verzoek van een of meer leden van de programmaraad personen uit te nodigen om als adviseur in de vergadering van de programmaraad te verschijnen.

Werkbudget

Artikel 19

  • 1.

    Jaarlijks voor 1 april zendt de programmaraad een financieel verslag van het voorgaande jaar en een begroting van de inkomsten en uitgaven voor het daaropvolgende jaar aan de gemeenteraden.

  • 2.

    Jaarlijks voor 1 december stelt het gemeentebestuur de programmaraad op de hoogte van het beschikbare budget.

  • 3.

    De kosten van de programmaraad worden gedragen door de aangesloten gemeenten naar rato van het aantal inwoners.

Openbaarheid van vergaderingen

Artikel 20

  • 1.

    De vergaderingen van de programmaraad zijn openbaar.

  • 2.

    Bij de openbare behandeling van een geagendeerd onderwerp hebben ook anderen dan de leden en adviseurs van de programmaraad het recht het woord te voeren. De programmaraad kan nadere regels stellen over de wijze waarop dit spreekrecht wordt toegepast.

  • 3.

    De voorzitter kan op verzoek van ten minste de helft van de aanwezige leden van de programmaraad, de aanbieder of een programma-aanbieder besluiten tot een besloten (deel van de) vergadering of geheimhouding over de in (dat deel van) die vergadering behandelde zaken of stukken ter bescherming van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. Van een besloten (deel van de) vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 21

De programmaraad zendt jaarlijks voor 1 april ter kennisneming een verslag van zijn werkzaamheden van het voorafgaande jaar aan de gemeenteraad van de aangesloten gemeenten en aan de aanbieder(s) in die gemeenten.

Slotbepalingen

Artikel 22

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Programmaraad Rijnland Bollenstreek.

  • 2.

    Zij treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van haar bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2006.

  • 3.

    Op dezelfde dag als bepaald in het tweede lid wordt door de onderscheidene gemeenten ingetrokken de Verordening Programmaraad Kabeltelevisie en –radio voor de gemeenten Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Rijnsburg, Valkenburg, Voorschoten, Warmond en Zoeterwoude.

  • 4.

    Op dezelfde dag als bepaald in het tweede lid wordt door de onderscheidene gemeenten ingetrokken de Verordening Programmaraad Kabeltelevisie en –radio Bollenstreek voor de gemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Sassenheim en Voorhout.

  • 5.

    De personen die per 31 december 2005 lid zijn van de regionale programmaraad Leiden en omgeving of van de programmaraad Bollenstreek zijn door de betreffende gemeenteraden per 1 januari 2006 benoemd tot lid van de programmaraad Rijnland Bollenstreek.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Teylingen in zijn openbare vergadering van 30 maart 2006.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 maart 2006.
De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,
R. van Dijk J.M. Staatsen