Regeling vervallen per 07-03-2012

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Tholen 2011

Geldend van 01-01-2012 t/m 06-03-2012

Intitulé

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Tholen 2011

Burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen;

overwegende dat de gemeenteraad van Tholen bij besluit van 15 december 2011 heeft vastgesteld de 'Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tholen 2011' (hierna: Verordening).

dat de raad in voornoemde verordening heeft bepaald dat het college ter uitwerking van die verordening nadere regels dient te stellen in een Besluit maatschappelijke ondersteuning;

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning van 29 juni 2006, Staatsblad 2006, nummer 351, en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tholen 2011;

b e s l u i t e n :

vast te stellen het navolgende besluit 'Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Tholen 2011'

Artikel 1 - Bedrag persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden

  • 1. Voor de vaststelling van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt een bedrag per uur vastgesteld.

  • 2. Het bedrag zoals bedoeld in lid 1 is vastgesteld op € 16,20 per uur voor de huishoudelijke hulp. Indien een pgb is toegekend op basis van de oude regeling HH1, geldt een bedrag van € 14,81 per uur.

  • 3. Het bedrag zoals bedoeld in lid 1 is vastgesteld op € 17,85 per uur voor de huishoudelijke zorg.

Artikel 2 - Vaststelling persoonsgebonden budget voor een zaak

De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor een voorziening worden bepaald als tegenwaarde van de voorziening die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als deze in natura zou zijn verstrekt.

Artikel 3 - Financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget woonvoorziening

  • 1. De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.

  • 2. Een financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening, wordt slechts verleend indien in de financiering van het eigen aandeel wordt voorzien.

Artikel 4 - Persoonsgebonden budget sportrolstoel

  • 1. Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als persoonsgebonden budget.

  • 2. Het bedrag van het persoonsgebonden budget zoals bedoeld in lid 1 bedraagt € 2.588,61 welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

Artikel 5 - Overwegende bezwaren

  • 1. Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien:

    • a.

      op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

    • b.

      op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat er op het moment van indiening van de aanvraag sprake is van een verslavingsproblematiek.

    • c.

      op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat er op het moment van indiening van de aanvraag sprake is van een schuldenproblematiek.

  • 2. Verstrekking van een voorziening in natura vindt niet plaats indien de aanvrager de levering dan wel het onderhouden van de voorziening door zijn gedrag onmogelijk maakt.

Artikel 6 - Verantwoording persoonsgebonden budget

  • 1. De aanschaf of inhuur van een compenserende voorziening met een persoonsgebonden budget moet aan de hand van verifieerbare documenten worden aangetoond.

  • 2. vindt in alle gevallen plaats na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van elk kalenderjaar.

Artikel 7 - Verhuiskostenvergoeding

Het bedrag voor een verhuiskostenvergoeding zoals bedoeld in artikel 10, lid 8 van de verordening bedraagt maximaal € 2.503,84.

Artikel 8 - Bezoekbaar maken van tweede woning

  • 1. Indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling, kan een woonvoorziening worden getroffen voor het bezoekbaar maken van één woonruimte.

  • 2. De aanvraag voor het bezoekbaar maken wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning staat.

  • 3. De woonvoorziening betreft slechts het bezoekbaar maken van de in het eerste lid bedoelde woonruimte tot een bedrag van maximaal € 2.503,84.

  • 4. Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan het middels een woonvoorziening bewerkstelligen dat de aanvrager de woonruimte, de woonkamer en een toilet kan bereiken.

Artikel 9 - Vervanging stoffering

  • 1. Bij het vaststellen van de financiële tegemoetkoming voor de vergoeding van rolstoelvloerbedekking of sanering in de woning in verband met chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen, wordt rekening gehouden met de reeds verlopen afschrijvingsperiode van de te vervangen voorzieningen.

  • 2. De financiële tegemoetkoming zoals bedoeld in lid 1 wordt vastgesteld als volgt:

    • a.

      De vergoeding bedraagt 100% indien het artikel niet ouder is dan twee jaar;

    • b.

      De vergoeding bedraagt 75% indien het artikel tussen de twee en vier jaar oud is;

    • c.

      De vergoeding bedraagt 50% indien het artikel tussen de vier en zes jaar oud is;

    • d.

      De vergoeding bedraagt 25% indien het artikel tussen de zes en acht jaar oud is.

  • 3. Indien de te vervangen voorziening ouder is dan acht jaar wordt deze als afgeschreven beschouwd en wordt geen financiële tegemoetkoming verleend.

Artikel 10 - Uitraasruimte

De vergoeding van een uitraasruimte bedraagt ten hoogste € 2.503,84. .

Artikel 11 - Dubbele woonlasten

  • 1. Een financiële tegemoetkoming in de kosten die verband houden met tijdelijke woonruimte wordt alleen verleend indien de gehandicapte redelijkerwijs niet had kunnen voorkomen dat hij voor dubbele woonlasten zou komen te staan en voor een periode van maximaal zes maanden.

  • 2. De financiële tegemoetkoming is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van € 500,77 per maand voor het betrekken van zelfstandige woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte. Voor het betrekken van niet-zelfstandige woonruimte geldt het bedrag van de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van € 250,38 per maand.

Artikel 12 - Huurderving

  • 1. Als een woningeigenaar op verzoek van de gemeente een voor een gehandicapte geschikte woonruimte vrijhoudt, wordt een financiële tegemoetkoming verleend aan de woningeigenaar in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden.

  • 2. De eerste volledige maand waarin derving van huurinkomsten plaatsvindt, komt niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking.

  • 3. De financiële tegemoetkoming bedraagt maximaal de kale huurprijs.

Artikel 13 - Verwijderen woonvoorzieningen

Burgemeester en wethouders verlenen alleen een financiële tegemoetkoming in de kosten van het verwijderen van voorzieningen indien de woning langer dan zes maanden leeg staat, tenzij:

  • a.

    bekend is dat binnen een periode van zes maanden na het verstrijken van de termijn genoemd in de aanhef een gehandicapte in aanmerking voor de woning zal komen; of

  • b.

    de aanpassingen zo specifiek zijn dat het door de aanwezigheid van de voorzieningen niet mogelijk is om de woning aan een niet-gehandicapte te verhuren.

Artikel 14 - Inkomensgrens vervoersvoorzieningen

  • 1. De inkomensgrens zoals bedoeld in artikel 15 lid 5 van de Verordening is gelijk aan 150% van het van toepassing zijnde sociaal minimum.

  • 2. Indien de inkomensgrens is overschreden kan de belanghebbende tegen een kostendekkend tarief gebruik maken van het collectief vervoerssysteem.

Artikel 15 - Financiële tegemoetkomingen voor vervoer

  • 1. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen) auto of taxi bedraagt € 1.052,33.

  • 2. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een bruikleenauto bedraagt € 679,37.

  • 3. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt € 1.579,55.

  • 4. Voor kinderen gelden ten aanzien van de in de vorige leden genoemde normbedragen de volgende percentages:

    • a.

      tot en met 11 jaar : 50% van het volledige normbedrag

    • b.

      van 12 tot 15 jaar : 75% van het volledige normbedrag

    • c.

      vanaf 15 jaar: 100% van het volledige normbedrag

  • 5. De financiële tegemoetkoming voor medisch noodzakelijke begeleiding tijdens het vervoer bedraagt 1/3 deel van de onder 1,2 en 3 genoemde normbedragen.

Artikel 16 - Betaling collectief vervoer

  • 1. Met betrekking tot de te verstrekken collectieve vervoersvoorziening zoals bedoeld in artikel 15, lid 5 van de verordening is bepaald dat:

  • a. de ondersteuningsvrager een betaling verschuldigd is voor het gebruik van het collectief vervoer, waarbij het tarief gebaseerd is op het reizigerstarief van het openbaar vervoer.

  • b. de betaling van de ondersteuningsaanvrager door de vervoerder in ontvangst wordt genomen, in naam en voor rekening van de gemeente die het vervoer aanbiedt.

Artikel 17 - Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2012 onder gelijktijdige intrekking van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tholen 2006 zoals vastgesteld op 1 januari 2007.

Artikel 18 - Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als het 'Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tholen 2011'.

Ondertekening

Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Tholen,
de secretaris de burgemeester
S.Nieuwkoop W. Nuis

Bijlage bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tholen 2011

Tarieven 2012

2012

2012

kwartaal

Taxi/eigen vervoer

3000

€ 1.052,33

€ 263,08

Rolstoeltaxi

3005

€ 1.579,55

€ 394,88

Bruikleenauto

3200

€ 679,37

€ 169,84

Sportrolstoel (als PGB)

€ 2.588,61

Verhuiskostenvergoeding

€ 2.503,84

Bezoekbaar maken

€ 2.503,84

Uitraasruimte

€ 2.503,84

Tijdelijke woonruimte max.

€ 500,77 of € 250,38

PGB (per uur)

2012

Huishoudelijke hulp

€ 16,20

Huishoudelijke zorg

€ 17,85

'Oude' HH1

€ 14,81

Zorg in natura (per uur)

2012

Huishoudelijke zorg

€ 25,85

'Oude' HH1

€ 21,51

Gespecialiseerde zorg (OB)

2012

Niveau 1

€ 46,36

Niveau 2

€ 50,48

Niveau 3

€ 66,96