Regeling vervallen per 29-07-2016

Verordening leerlingenvervoer gemeente Tholen 2015

Geldend van 07-05-2015 t/m 28-07-2016 met terugwerkende kracht vanaf 24-04-2015

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer gemeente Tholen 2015

De raad van de gemeente Tholen;

gelezen het voorstel van het college d.d. 17 maart 2015;

gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs de Wet op de expertisecentra, en de Wet op het voortgezet onderwijs;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de 'Verordening leerlingenvervoer gemeente Tholen 2015'.

TITEL 1 - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    School:

    • -

      een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;

    • -

      een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra;

    • -

      een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs ;

  • b.

    Ouders:

    de ouders, voogden of verzorgers van de leerling.

  • c.

    Leerling:

    een leerling van een school als bedoeld onder a.

  • d.

    Gehandicapte leerling:

    een leerling bedoeld onder c, die door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken.

  • e.

    Begeleider:

    ouder of persoon die door de ouders wordt ingezet om de leerling tijdens het vervoer te begeleiden.

  • f.

    Woning:

    de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft.

  • g.

    Afstand:

    de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg.

  • h.

    Vervoer:

    openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt.

  • i.

    Openbaar vervoer:

    voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto.

  • j.

    Aangepast vervoer:vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi.

  • k.

    Eigen vervoer:

    vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets.

  • l.

    Reistijd:

    de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids en de aankomst bij de woning, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar vervoer of maximaal 10 minuten bij gebruikmaking van aangepast vervoer.

  • m.

    Toegankelijke school:

    • -

      school waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

  • n.

    Stage: praktische leertijd bij de beroepsopleiding.

  • o.

    Inkomen:

    het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van beide ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd.

  • p.

    Opstapplaats:

    plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer.

  • q.

    Commissie voor begeleiding:

    commissie als bedoeld in artikel 40b van de Wet op de expertisecentra.

  • r.

    Vervoersvoorziening:

    • -

      een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider;

    • -

      bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider;

    • -

      aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.

  • s.

    Samenwerkingsverband:

    • 1.

      Voor het primair onderwijs: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, tweede en vijftiende lid, van de Wet op het primair onderwijs; of

    • 2.

      Voor het voortgezet onderwijs: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 17a, tweede en zestiende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • t.

    Ondersteuningsplan:

    • 1.

      voor het primair onderwijs: ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 18 a, zevende tot en met tiende lid, van de Wet op het primair onderwijs; of

    • 2.

      Voor het voortgezet onderwijs: ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 17a, zevende tot en met tiende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • u.

    Regionale verwijzingscommissie:de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • v.

    Opdc:

    orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 17a, lid 10a, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • w.

    Ambulante begeleiding:

    De begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voorgezet speciaal onderwijs.

  • x.

    Commissie van onderzoek:

    de commissie als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra.

Artikel 2 - Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoersvoorziening

  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van de in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet aanspraak op de vervoersvoorziening vervallen.

  • 3. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de vervoersvoorziening op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 - Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1. Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2. Indien ouders een vervoersvoorziening aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan een andere school van dezelfde onderwijssoort, ontstaat er slechts aanspraak op een vervoersvoorziening naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

  • 3. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag van een vervoersvoorziening het ondersteuningsplan, zoals dat is vastgesteld door het samenwerkingsverband na overleg met het college.

Artikel 4 - Toekenning vervoersvoorziening

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.

Artikel 5 - Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

  • 2. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 3. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 4. Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 5. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend geldt deze:

    • a.

      wanneer het een bekostiging betreft, met ingang van de door de ouders verzochte datum, met dien verstande dat de datum niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag;

    • b.

      wanneer het aanbieding van aangepast vervoer betreft, met ingang van een datum die zo mogelijk aansluit bij de door de ouders verzocht datum. en met inachtneming van het gestelde in lid 3 en 4.

Artikel 6 - Doorgeven van wijzigingen

  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de toegekende vervoersvoorziening, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2. Indien er sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende vervoersvoorziening, vervalt de aanspraak daarop en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe.

  • 3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrecht een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe.

    Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4. Een ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuw verstrekte vervoersvoorziening.

Artikel 7 - Peildatum leeftijd leerling

Voor het toekennen van een vervoersvoorziening op basis van artikel 11 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de voorziening betrekking heeft.

Artikel 8 - Andere vergoedingen

De aanspraak op een toelage, , voor zover die voor de desbetreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten, wordt op een bekostiging in mindering gebracht, dan wel als eigen bijdrage in rekening gebracht.

TITEL 2 - BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Artikel 9 - Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs

  • 1. In deze paragraaf wordt verstaan onder school: a. een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs; of b. een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra.

  • 2. Deze paragraaf is niet van toepassing op leerlingen van scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs die voortgezet onderwijs volgen.

  • 3. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

    • a.

      de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is of;

    • b.

      een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkings- verband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder

  • 4. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele (vervoers)adviezen van deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 10 - Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 6 kilometer en voor hem toegankelijke speciale school voor basisonderwijs meer dan 6 kilometer bedraagt.

  • 2. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in het eerste lid en de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van het vervoer per fiets.

Artikel 11 - Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer of vervoer per fiets ten behoeve van een begeleider

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer of vervoer per fiets van de leerlingen en een begeleider indien:

    • a.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 10 en de leerling jonger dan negen jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken, of

    • b.

      de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijk of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 12 - Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt, indien:

    • a.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in de artikelen 10 of 11 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikelen 10 of 11 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets;

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of

    • d.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken.

  • 2. Indien begeleiding in het aangepast vervoer vereist is, vergoedt het college geen andere kosten dan de vervoerskosten welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het aangepast vervoer.

Artikel 13 - Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid; of

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 14 - Drempelbedrag

  • 1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs, zoals bedoeld in de Wet op het primair onderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 24.750,00 wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2. Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 24.750,00.

  • 3. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die bij gebruik van de OV-chipkaart of een andere binnen de gemeente geldende OV-betaalmogelijkheid voor de in artikel 10 bepaalde afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. Bij het bepalen van de kosten wordt rekening gehouden met de kortingen die voor de leerling binnen het systeem kunnen gelden.

  • 4. Het bedrag van € 24.750,00 genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast door het college aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,00. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 24.750,00.

  • 5. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerlingen die wegens hun structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, danwel vanwege een zodanige handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken.

Artikel 15- Financiële draagkracht

  • 1. Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs (zoals bedoeld in de Wet op het primair onderwijs) meer dan 20 km bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders, afhankelijk bedrag.

  • 2. In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage, tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3. De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid worden berekend per gezin en zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001.

    Zij bedragen:

    Inkomen in euro’s

    Eigen bijdrage in euro’s

    0 – 32.500

    Nihil

    32.500 – 39.000

    130

    39.000 – 45.000

    545

    45.000 – 51.000

    1.015

    51.000 – 58.000

    1.485

    58.000 – 64.000

    1.955

    64.000 en verder

    Voor elke extra € 5.000: € 480 erbij

     

     

  • 4. De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2014 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van euro 500,-.

  • 5. De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2014 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.

  • 6. Deze bepaling is niet van toepassing op leerlingen die wegens hun structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel vanwege een zodanige handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken.

TITEL 3 - BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS

Artikel 16 - Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs

  • 1. In deze titel wordt verstaan onder school: a. een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs: of b. een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra.

  • 2. Deze paragraaf is voor leerlingen van scholen voor speciaal en voorgezet speciaal onderwijs uitsluitend van toepassing op die leerlingen die voortgezet speciaal onderwijs volgen.

  • 3. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele (vervoers)adviezen van deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 17 - Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling en een begeleider, indien de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 3. In afwijking van de bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, zoals bedoeld in het eerste lid, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

  • 4. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling, die een school bezoekt zoals bedoeld onder artikel 16, lid 1b en lid 2, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling indien de leerling zelfstandig reist met het openbaar vervoer en niet in staat is om van de fiets gebruik te maken

Artikel 18 - Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt indien:

    • a.

      Aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld onder artikel 17 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht,

    • b.

      Aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets;

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of

    • d.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken.

  • 2. Indien begeleiding in het aangepaste vervoer vereist is, vergoedt het college geen andere kosten dan de vervoerskosten welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het aangepast vervoer.

Artikel 19 - Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kan het college de ouders op aanvraag toestaan een of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid.

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een voorziening in de vorm van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoeren van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets,, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

TITEL 4 - BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER

Artikel 20 - Toekenning vervoersvoorziening voor het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Met inachtneming van artikel 3 kent het college desgewenst een vervoersvoorziening voor het weekeinde- en vakantievervoer toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.

Artikel 21 - Vervoersvoorziening voor weekeinde- en vakantievervoer

  • 1. Het college kent aan de ouders een vervoervoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2. Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 2 en 3 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 12, eerste lid, aanhef en onder a, en artikel 18, eerste lid onder a.

TITEL 5 - SLOTBEPALINGEN

Artikel 22 - Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 23 - Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen. Afwijking van bepalingen beperkt zich tot aan de ten behoeve van het schoolbezoek gerelateerde uitzonderingen. Alle overige niet onderwijs gerelateerde zaken zoals buitenschoolse opvang, zorgcomponenten e.d. vallen buiten de reikwijdte van artikel 23.

Artikel 24 - Intrekken oude regeling

De verordening leerlingenvervoer 2013 gemeente Tholen vastgesteld door de raad der gemeente Tholen in zijn vergadering van 27 juni 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 25 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 24 april 2015 en is voor de eerste maal van toepassing op aanvragen voor het schooljaar 2015-2016 of een gedeelte daarvan.

Artikel 26 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Verordening leerlingenvervoer gemeente Tholen 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 23 april 2015.
w.g. G.J. van de Velde-de Wilde, voorzitter.
w.g. mr. W.C. Antes, griffier.

BIJLAGE 1

Behorende bij de 'Verordening leerlingenvervoer gemeente Tholen"

Titel 2, artikel 14 Drempelbedrag (eigen bijdrage)

Artikel 14, De hoogte van het inkomensbedrag per schooljaar 2015-2016 wordt vastgesteld op een bedrag van € 24.750,00

Drempelbedrag

Het drempelbedrag dat betaald dient te worden door de ouders, conform het vermeldde in artikel 14, geldende voor het schooljaar 2015/2016 als volgt vast te stellen;

1e kind e.v. € 515,50

 

Peiljaar voor het gecorrigeerde verzamelinkomen is het jaar 2013.

Draagkrachtafhankelijke bijdrage

De draagkrachtafhankelijke bijdrage zoals bedoeld in artikel 15, geldende voor het schooljaar 2015/2016 als volgt vast te stellen;

Inkomen in euro's

Eigen bijdragen in euro's

0 - 32.500

Nihil

 32.500 - 39.500

135,00

39.500 - 45.500

570,00

45.500 - 51.500

1.060,00

51.500 - 58.500

1.545,00

58.500 - 65.000

2.040,00

65.000 en verder

Voor elke extra € 5.000,00; € 500,00 erbij

  

Kilometervergoeding  

Indien het college besluit aan ouders een kilometervergoeding voor eigen vervoer toe te kennen, verstrekt zij volgens de artikelen 13 en 19 van de verordening leerlingenvervoer een vergoeding die gebaseerd is op de Reisregeling Binnenland. Voor 2015 geldt op grond van de Reisregeling Binnenland een bedrag van € 0,37 per kilometer. In vervolg op de tot 1 april 1993 geldende systematiek kunnen gemeente kiezen voor een schijvenmodel. Deze systematiek leidt tot de volgende bedragen;

 

 

Aantal kilometers

Kilometervergoeding in euro's

0 - 5.000

0,24 (65% x 0,37)

 5.001 - 10.000

0,18 (48% x 0,37)

10.001 - 20.000

0,14 (37% x 0,37)

20.001 en verder

0,12 (33% x 0,37)

 

De vergoeding voor het gebruik van een eigen fiets bedraagt € 0,09 per kilometer.

 

  

Aldus vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders van Tholen in haar vergadering van 23 april 2015

 

de secretaris, de burgemeester,

 

 

 

S. Nieuwkoop G.J. van de Velde-de Wilde

BIJLAGE 2

TITEL 6 - BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS

De Verordening leerlingenvervoer gemeente Tholen bevat bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen naar scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Ter verduidelijking van de te volgen handelswijze bij de uitvoering van de hieronder vallende artikelen, met name in gevallen waar sprake is van een 'tijdelijke' handicap, hebben burgemeester en wethouders in hun vergadering van 28 januari 2003 de navolgende beleidsregels vastgesteld.

Leerlingen die een aanvraag indienen voor leerlingenvervoer op basis van de Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Tholen, in gevallen waar sprake is van een tijdelijke handicap, komen niet eerder in aanmerking voor bekostiging dan is gesteld in de navolgende richtlijnen:

  • -

    Wanneer sprake is van een tijdelijk handicap tot drie maanden > leerling heeft geen aanspraak op leerlingenvervoer;

  • -

    Wanneer er sprake is van een tijdelijke handicap die langer duurt dan drie maanden > leerling komt in aanmerking voor leerlingenvervoer.

  • -

    De verwachtte periode van de 'tijdelijke' handicap dient in ieder geval aangetoond te worden middels schriftelijke verklaringen. Deze bewijsstukken kunnen zijn van medisch specialisten, behandelend arts, en dergelijke. Het college behoudt zich te allen tijde het recht voor het advies van andere deskundigen bij de beoordeling te betrekken.

  • -

    Vervoer wordt niet toegekend voor een volledig schooljaar maar voor een beperkte periode afhankelijk van de aard en ernst van de tijdelijke handicap. Na verloop van deze vastgestelde periode volgt een evaluatie van de situatie waarbij bekeken wordt of er nog beperkende factoren aanwezig zijn welke verlenging van het vervoer rechtvaardigen.