Regeling vervallen per 01-05-2012

Verordening behandeling bezwaarschriften door b&w en de burgemeester van Tholen

Geldend van 01-04-1994 t/m 30-04-2012

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften door b&w en de burgemeester van Tholen

No.:

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Tholen ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende 'Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften door burgemeester en wethouders en de burgemeester, ingevolge de Algemene wet bestuursrecht'.

HOOFDSTUK I - BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.Wet:

wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

b.Bestuursorgaan:

het gemeentelijk orgaan waardoor of namens hetwelk de beschikking waartegen bezwaar wordt gemaakt is genomen.

HOOFDSTUK II - BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN

Artikel 2

Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

Artikel 3

De burgemeester bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen.

Artikel 4

Indien het bestuursorgaan het college van burgemeester en wethouders is kan het horen van de belanghebbenden geschieden door een of meer leden van het college.

Artikel 5

  • 1. Het bestuursorgaan kan het horen van de belanghebbenden opdragen aan ten minste drie door het orgaan aan te wijzen ambtenaren, met dien verstande dat ten minste de helft van het aantal aangewezen ambtenaren niet direct betrokken mag zijn geweest bij de voorbereiding van de bestreden beschikking.

  • 2. De leiding op de hoorzitting is niet in handen van een ambtenaar die direct betrokken is geweest bij de voorbereiding van de bestreden beschikking.

Artikel 6

  • 1. De burgemeester deelt de belanghebbenden ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 7

De zitting vindt plaats met gesloten deuren.

Artikel 8

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7.7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag daarvan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt getekend door degene die de leiding had tijdens de zitting.

Artikel 9

  • 1. Indien na afloop van de zitting, doch voordat de beslissing wordt genomen, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, zulks ter beoordeling van het bestuursorgaan, geschiedt dit onderzoek door of onder leiding van de burgemeester.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. Belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde informatie aan de burgemeester een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. Het bestuursorgaan beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK III - SLOTBEPALINGEN

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden.

Tezelfdertijd vervalt de Verordening behandeling arob-bezwaarschriften door burgemeester en wethouders en de burgemeester van Tholen, vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Tholen, op 20 oktober 1987.

Artikel 11

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening behandeling bezwaarschriften door burgemeester en wethouders en de burgemeester van Tholen'.

Ondertekening

Sint-Maartensdijk, 8 maart 1994.
Burgemeester en wethouders van Tholen,
De secretaris, De burgemeester,
De burgemeester van Tholen,

INHOUDSOPGAVE:

HOOFDSTUK I - BEGRIPSBEPALINGEN 1

Artikel 1 1

HOOFDSTUK II - BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN 1

Artikel 2 1

Artikel 3 1

Artikel 4 1

Artikel 5 1

Artikel 6 2

Artikel 7 2

Artikel 8 2

Artikel 9 2

HOOFDSTUK III - SLOTBEPALINGEN 2

Artikel 10 2

Artikel 11 3