Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening inzake de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Tholen

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Verordening inzake de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Tholen

De raad van de gemeente Tholen;

gelet op artikel 212 Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 oktober 2007, nummer 2007.49.I.6;

b e s l u i t :

Vast te stellen de 'Verordening inzake de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Tholen'

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 1 Definities

  • 1. dienst:

    iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college heeft.

  • 1. administratie:

    het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Tholen en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • 3. financiële administratie:

    het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Tholen, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • a.

      de financieel-economische positie;

    • b.

      het financiële beheer;

    • c.

      de uitvoering van de begroting;

    • d.

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • e.

      alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • 4. administratieve organisatie:het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • 5. prioriteit

    onderdeel van een programma bestaande uit een samenstel van een aantal samenhangende producten of een enkel product van de productenraming en productenrealisatie (bijv. riolering)

  • 6. financieel beheer:

    het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Tholen.

  • 7. rechtmatigheid:

    het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

  • 8. doelmatigheid:

    het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • 9. doeltreffendheid:

    de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

  • 1. De raad stelt geval bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

  • 2. De raad stelt jaarlijks per programma vast:

    • 1.

      de beoogde doelstellingen (Wat willen we bereiken?);

    • 2.

      de te leveren goederen en diensten (Wat gaan we daarvoor doen?);

    • 3.

      de baten en lasten (Wat mag het kosten?)

  • 3. De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten.

Artikel 2a Planning- en controlcyclus

Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, de kadernota, de tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting worden onder elk van de programma’s de lasten en baten per prioriteit weergegeven en bij de jaarstukken worden onder elk van de programma’s de gerealiseerde lasten en baten per prioriteit weergegeven.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

  • 4. Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma's. In de jaarrekening geeft het college aan:

    • a.

      wat bereikt is;

    • b.

      welke goederen en diensten geleverd zijn;

    • c.

      wat de kosten zijn;

    • d.

      hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

Artikel 3a - Kaders begroting

  • 1. Het college biedt voor 31 mei aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp-begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota voor 30 juni vast.

  • 2. De ramingen van onderhoudsbudgetten in de ontwerp-begroting worden gebaseerd op de meerjarige onderhoudsplannen, zoals die door de raad zijn vastgesteld.

Artikel 4 Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3. Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad doet het college voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten en bijstelling van het beleid.

  • 4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 5 - Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van twee tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van het lopende boekjaar.

  • 2. De tussenrapportages bevatten een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht van baten en lasten met de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en lasten per programma;

    • b.

      het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a en b;

    • d.

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

    • e.

      het resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c en d,

    • f.

      alsmede de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.

Artikel 5a Informatieplicht

Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen van:

  • a.

    investeringen groter dan € 250.000;

  • b.

    aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 100.000;

  • c.

    het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 100.000.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 6 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Het college biedt ééns per vijf jaar de (bijgestelde) nota Waardering en afschrijvingsbeleid aan.

  • 2. De nota behandelt:

    • a.

      Regels voor het activeren en afschrijven van kosten voor onderzoek en ontwikkeling.

    • b.

      Regels voor het activeren en afschrijven van materieel vaste activa met een economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

    • c.

      Regels voor het al dan niet activeren van activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Artikel 6a Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college biedt de raad eens in de vijf jaar een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

  • 2. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:

    • a.

      het specifieke doel van de reserve;

    • b.

      de voeding van de reserve;

    • c.

      de maximale hoogte van de reserve;

    • d.

      en de maximale looptijd.

Artikel 7 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Tholen wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3. Bij de interne kostprijsberekening wordt de rente buiten beschouwing gelaten.

Artikel 8 Vaststelling hoogte belastingen, heffingen en prijzen

  • 1. Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen door de raad verstrekt het college jaarlijks aan de raad per verordening de actueel geraamde hoeveelheden per door de gemeente verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde kosten van de erin genoemde door de gemeente verstrekte diensten.

Artikel 9 Financieringsfunctie

  • 1. Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma's binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico's, koersrisico's en kredietrisico's;

    • c.

      het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2. Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de richtlijnen in acht die door de raad zijn vastgesteld in het Treasurystatuut van de gemeente Tholen.

  • 2. Het college informeert de raad vooraf indien de wettelijke kasgeldlimiet of de wettelijke rente-risiconorm dreigt te worden overschreden.

Hoofdstuk 3a Paragrafen

Artikel 9a Lokale heffingen

In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval de mate van kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing op.

Artikel 9b Weerstandsvermogen en risicomanagement

  • 1. Het college biedt ten minste eens per vijf jaar een (bijgestelde) nota weerstandsvermogen en risicomanagement aan. In deze nota wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico's door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins. In de nota wordt tevens het gewenste weerstandscapaciteit bepaald. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 2. In de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college minimaal de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

Artikel 9c Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Het college biedt ten minste eens in de vijf jaar een nota openbare verlichting, een wegenbeleidsplan, een waterplan en een groenbeleidsplan aan. De nota's geven het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota's vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 2. Het college biedt ten minste eens in de vijf jaar een rioleringsplan aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 3. Het college biedt ten minste eens in de vijf jaar een nota onderhoud gebouwen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota bevat de voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 4. De nota's bedoeld in lid 1, lid 2 en lid 3 worden tussentijds, wanneer daar aanleiding voor is, financieel geëvalueerd.

  • 5. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

    • a.

      de voortgang van het geplande onderhoud;

    • b.

      de omvang van het achterstallig onderhoud.

Artikel 9d Financiering

In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op de:

  • a.

    kasgeldlimiet;

  • b.

    renterisiconorm;

  • c.

    liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

  • d.

    de rentevisie.

Artikel 9e Bedrijfsvoering

  • 1. In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken rapporteert het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval over:

    • a.

      personeel;

    • b.

      huisvesting;

    • c.

      automatisering;

  • 2. Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet, en de uitputting van de bijbehorende budgetten.

Artikel 9f Verbonden partijen

In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval van elke verbonden partij op:

  • a.

    het financieel belang van de gemeente;

  • b.

    de zeggenschap van de gemeente;

Artikel 9g Grondbeleid

  • 1. In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op de:

    • a.

      verwerving van gronden;

    • b.

      te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

  • 2. Het college biedt de raad ten minste eens in de vijf jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

    • b.

      te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • c.

      de verwerving en uitgifte van gronden;

    • d.

      de uitgangspunten voor prijsstelling van de verkoop van gronden;

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle

Artikel 10 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, enzovoorts;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 11 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 12 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 13 Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een organisatiebesluit) vast:

  • a.

    a.een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de diensten;

  • b.

    b.een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    c.de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    d.de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    e.de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productenraming en de productrealisatie.

Hoofdstuk 6 - Slotbepalingen

Artikel 14 - Inwerkingtreding

  • 1. De 'Financiële verordening gemeente Tholen' van 23 oktober 2003, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2008.

Artikel 15 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam 'Financiële verordening gemeente Tholen'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 8 februari 2008.
, voorzitter.
, griffier.