Regeling vervallen per 01-06-2018

Verordening rekenkamercommissie Tholen 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-05-2018

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie Tholen 2011

De raad van de gemeente Tholen;

gelezen het voorstel van het fractievoorzitteroverleg van 24 november 2010

gelet op de bij besluit van de raad om de vastgestelde samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Schouwen-Duiveland en Tholen te beeindigen;

Gelet op artikel 81 o (hoofdstuk IV b) van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende verordening: 'Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Tholen 2011'

Artikel 1 - Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Gemeentewet;

  • b.

    de commissie: de bij deze verordening ingestelde gemeentelijke rekenkamercommissie;

  • c.

    de voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    de raad: de raad van de gemeente Tholen;

Artikel 2 - De rekenkamercommissie.

  • 1. Er is een rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie bestaat uit zeven leden, één per fractie , de voorzitter daaronder niet begrepen.

  • 3. De plaatsvervangend voorzitter van de raad vervult het technisch voorzitterschap.

Artikel 3 - Taak van de rekenkamercommissie

De rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijke beleid alsmede naar de doelmatigheid, de rechtmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van gesubsidieerde instellingen.

Artikel 4 - Benoeming van de leden.

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uiteen voorzitter en zeven leden, één per fractie .. De plaatsvervangend voorzitter van de raad is tevens voorzitter van de Rekenkamercommissie.

  • 2. De raad benoemt de overige leden van de commissie op voordracht van het fractievoorzitteroverleg.

  • 3. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar, gelijklopend met een raadsperiode, voor het eerst ingaande 1 januari 2011.

  • 4. Ten aanzien van de leden zijn de artikelen 81 g en 81 h van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 - De secretaris

  • 1. De griffier treedt op als secretaris van de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 6 - Onderwerpselectie en opdrachtverlening.

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt met inachtneming van artikel 182 van de wet de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. Op verzoek van 2 leden van de Rekenkamercommissie kan een onderwerp als bedoeld in het eerste lid worden aangedragen.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 4. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, voert zij daarvoor gegronde redenen aan.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie is verder bevoegd bij de openbare lichamen en gemeenschappelijke organen op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente deelneemt de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van onderzoeken. De leden van de openbare lichamen / gemeenschappelijke organen en de ambtenaren van de gemeenschappelijke regelingen zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert zovaak als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 6. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 7. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 8. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 9. De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 10. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 8 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen voor de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • b.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 2. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze Verordening treedt in werking op 1 januari 2011

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie Tholen 2011

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 3 maart 2011
W.Nuis, voorzitter.
Mr. W.C. Antes, griffier.

Artikelsgewijze toelichting op de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Tholen 2011

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

In deze verordening is gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet zijn genoemd) niet in artikel 1 op te nemen, om te voorkomen dat de gemeente in de verordening een eigen definitie hanteert. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan.

Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt.

Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt.

Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Artikel 2

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81oa van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In deze verordening is gekozen voor de benaming rekenkamercommissie.

Artikel 3

Behoeft geen toelichting.

Artikel 4

De rekenkamercommissie bestaat uit één (raads)lid per fractie. De voorzitter van de commissie is de plaatsvervangend voorzitter van de raad. Er is niet voorzien in vervanging bij verhindering of ontstentenis van een of meer leden van de commissie.

Artikel 5

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door de griffier, die als secretaris van de commissie optreedt. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.

Artikel 6

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid, van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad moet zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 7

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. Een gelijke bevoegdheid bestaat ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen, waarin de gemeente deelneemt.

De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden te corrigeren.

Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke portefeuillehouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen.

Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Artikel 8

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Artikelen 9 en10

Deze artikelen behoeven geen toelichting.