Regeling vervallen per 26-11-2012

Bouwverordening gemeente Tholen (Bijlage)

Geldend van 01-10-2010 t/m 25-11-2012

Intitulé

Bouwverordening gemeente Tholen (Bijlage)

Bijlage als bedoeld in de artikelen 2.1.1 en 3.1

Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning

Bijlage 1

Artikel 1

Vervallen

Artikel 2

Vervallen

Artikel 3

Vervallen

Artikel 4

Vervallen

Artikel 5

Vervallen

Artikel 6

Vervallen

Artikel 7

Vervallen

Bijlage 2

(vervallen)

Artikel 1

(vervallen)

Artikel 2

(vervallen)

Artikel 3

(vervallen)

Bijlage 3

(vervallen)

Toelichting op bijlage 3

(vervallen)

Artikel 1 - Vrijhouden van terreingedeelten

(vervallen)

Artikel 2 - Elektrische installaties en toestellen

(vervallen)

Artikel 3 - Installaties voor verwarming en kookdoeleinden

(vervallen)

Artikel 4 - Voorzieningen voor de afvoer van rookgassen

(vervallen)

Artikel 5 - Verbod voor roken en open vuur

(vervallen)

Artikel 6 - Droge blusleiding

(vervallen)

Artikel 7 - Brandweerlift

(vervallen)

Artikel 8 - Brandmeldinstallatie

(vervallen)

Artikel 9 - Ontruimingsalarminstallatie

(vervallen)

Artikel 10 - Automatische Brandblusinstallatie

(vervallen)

Artikel 11 - Brandslanghaspels en de bijbehorende pompinstallatie

(vervallen)

Artikel 12 - Automatisch werkende deuren

(vervallen)

Artikel 12a - Vluchtdeuren van overdruktrappenhuizen

(vervallen)

Artikel 13 - Kwaliteit van transparanten

(vervallen)

Artikel 14 - Gasflessen

Vervallen

Artikel 15 - Rookbeheerssysteem

(vervallen)

Artikel 16 - Overdrukinstallatie

Vervallen

Artikel 17 - Onderhoud van rook- en brandscheidingen

(vervallen)

Artikel 18 - Brandweeringang

Vervallen.

Artikel 19 - Logboek

(vervallen)

Artikel 20 - Werkzaamheden, niet behorend tot de normale bedrijfsuitoefening

(vervallen)

Artikel 21 - Rookmelders in woningen

(vervallen)

Artikel 22 - Roltrap

(vervallen)

Artikel 23 - Garantiecertificaat

(vervallen)

Artikel 24 - Opslag van goederen in rookvrije vluchtroutes

(vervallen)

Artikel 25 - Bluswaterwinplaats op eigen terrein

(vervallen)

Bijlage 4

(vervallen)

Artikel 1 - Uitgangen en vluchtwegen

(vervallen)

Artikel 2 - Stoffering en versiering

(vervallen)

Artikel 3 - Elektrische verlichting

(vervallen).

Artikel 4 - Aanduiding blusmiddelen

(vervallen)

Artikel 5 - Toepassen van vuurwerk binnen een gebouw

(vervallen)

Artikel 6 - Opstelling van inventaris

(vervallen)

Artikel 7 - Afval

Vervallen.

Artikel 8 - Periodieke controle van draagbare blustoestellen

(vervallen)

Artikel 9 - Brandvoortplantingsklasse van plaatmateriaal

(vervallen)

Artikel 10 - Glas

(vervallen)

Artikel 11 - Textiel in horizontale toepassing

(vervallen)

Artikel 12 - Toepassing van kunststof foliemateriaal, behangpapier, crêpepapier of fotopapier

(vervallen)

Bijlage 5

Opslag brandgevaarlijke stoffen

(vervallen)

Bijlage 6

Vervallen

Bijlage 7

Bijlage als bedoeld in artikel 2.7.6

 

Kwaliteitseisen voor buizen en hulpstukken van de buitenriolering op erven en terreinen

 

De NEN-normen, bedoeld in artikel 2.7.6, zesde lid, zijn de volgende:

  • a.

    NEN 7002, uitgave 1968, 'Centrifugaal gegoten gietijzeren afvoerbuizen' (met correctieblad d.d. december 1979);

  • b.

    NEN 7003, uitgave 1968, 'Hulpstukken voor gietijzeren afvoerbuizen' (met correctieblad d.d. december 1979);

  • c.

    NEN 7013, uitgave 1980, 'Expansiestukken van PVC en ABS voor binnen- en buitenrioleringen';

  • d.

    NEN-EN 1401-1, uitgave 2009, 'Kunststofleidingsystemen voor vrij verval buitenriolering – Ongeplastificeerd PVC (PVC-U) – Deel 1. Eisen voor buizen, hulpstukken en het systeem' (Engelstalig);

  • e.

    NEN-EN 295-1, uitgave 1992, 'Keramische buizen en hulpstukken, alsmede buisverbindingen voor riolering onder vrij verval - Deel 1. Eisen (Engelstalig)', met inbegrip van de aanvullingsbladen A1, uitgegeven 1996, A2, uitgegeven 1997, en A3, uitgegeven 1999;

  • f.

    NEN-EN 295-2, uitgave 1992, 'Keramische buizen en hulpstukken, alsmede buisverbindingen voor riolering onder vrij verval - Deel 2. Kwaliteitscontrole en monstername (Engelstalig), met inbegrip van aanvullingsblad A1, uitgegeven 1999;

  • g.

    NEN-EN 295-3, uitgave 1992, 'Keramische buizen en hulpstukken, alsmede buisverbindingen voor riolering onder vrij verval - Deel 3. Beproevingsmethoden (Engelstalig)';

Bijlage 8

Vervallen

Bijlage 9

Reglement op de welstandscommissie

Toelichting

  • 1.

    Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie

  • 1.1

    Benoemingsprocedure

  • 1.2

    Samenstelling van de welstandscommissie

  • 2.

    Taakomschrijving

  • 2.1

    Taakomschrijving welstandscommissie

    2.1.1 Wettelijke taken

    2.1.2  Niet wettelijk verplichte taken

  • 2.2

    Taakomschrijving commissieleden

    2.2.1  Taken van de voorzitter

    2.2.2  Taken van de secretaris

  • 3.

    Werkwijze afdeling Vergunningen en Handhaving

  • 4.

    Werkwijze van de welstandscommissie

  • 4.1

    Vooroverleg over bouwplannen

  • 4.2

    Behandeling aanvragen om bouwvergunning

    4.2.1  Openbaarheid behandeling

    4.2.2  Publicatie agenda

    4.2.3  Toelichting opdrachtgever/ontwerper

    4.2.4  Spreekrecht

    4.2.5  Het welstandsadvies

    4.2.6  Afwijken van welstandsadvies en/of welstandscriteria

    4.2.7  Second opinion

  • 5.

    Aanvulling, evaluatie en aanpassing van de welstandsnota

  • 5.1

    Jaarverslag B&W

  • 5.2

    Jaarverslag welstandscommissie

1 - Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie

1.1 - Benoemingsprocedure

Het college van burgemeester en wethouders benoemt de leden van de welstandscommissie. Het college benoemt tevens een ingezetene van de gemeente Tholen als burgerlid van de welstandscommissie.Voor dit burgerlid wordt geen plaatsvervanger benoemd.

Alle leden van de welstandscommissie worden benoemd voor een periode van drie jaar, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens drie jaar. Plaatsvervangende leden worden voor onbepaalde tijd benoemd. Bij benoeming van een plaatsvervangend lid tot vast commissielid gaat de eerste benoemingstermijn van drie jaar in. Bij afwezigheid van de voorzitter of de leden van de commissie, treden plaatsvervangers op in de commissievergadering. De voorzitter, de secretaris, het burgerlid en hun eventuele plaatsvervangers zijn onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur en de gemeentelijke organisatie. Er bestaan geen bindingen of relaties op basis waarvan het advies over de welstandsaspecten wordt beïnvloed. De commissie is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijk welstandsbeleid. De commissie streeft naar voortdurende afstemming met het beleid inzake de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente.

1.2 - Samenstelling van de welstandscommissie

De welstandscommissie bestaat ten minste uit drie leden, waaronder een voorzitter en een secretaris, waarvan ten minste twee leden deskundig zijn op het gebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit dan wel cultuurhistorie. De deskundige leden hebben zitting namens de Stichting Dorp Stad en Land. In de welstandscommissie kan een ingezetene van de gemeente, anders als hiervoor bedoeld, zitting hebben.

De welstandscommissie beoordeelt alle aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het bouwen die niet aan de sneltoetscriteria voldoen.

 

De gemeente wijst de welstandscommissie aan om naast welstandsaspecten van bouwplannen ook te adviseren inzake wijzigingsplannen voor monumenten. Dit vindt plaats door minimaal één monumentendeskundige. Ook kan de welstandscommissie zich naar eigen inzicht laten bijstaan door extra deskundigen. Dit betreft disciplines als cultuur- en bouwhistorie, en landschapsarchitectuur. Afhankelijk van het type plan dat moet worden beoordeeld nemen de extra deskundigen deel aan de vergadering. Zij hebben geen stemrecht, tenzij ze als commissielid zijn benoemd door de gemeente.

 

De welstandscommissie brengt bij wijzigingsplannen voor monumenten een advies uit, waarin zowel de aspecten op grond van de Woningwet (welstandsbeleid), als aspecten op grond van de Monumentenwet 1988 en gemeentelijke en provinciale monumentenverordeningen worden betrokken. In het geïntegreerde advies komt duidelijk naar voren welke aspecten betrekking hebben op de welstand en welke op de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het veranderen van een beschermd monument. De commissie formuleert één gezamenlijke conclusie.

De welstandscommissie kan slechts adviezen uitbrengen indien minimaal twee leden aanwezig zijn en waarvan minimaal één lid deskundig is op het gebied van welstand. Voor de behandeling van monumentenplannen is daarnaast altijd de aanwezigheid van de monumentendeskundige of zijn/haar vervanger vereist.

2 - Taakomschrijving

2.1 - Taakomschrijving welstandscommissie

De welstandscommissie is belast met zowel wettelijk verplichte als niet wettelijk verplichte taken. De wettelijke taken worden uitgevoerd op grond van de Woningwet, de Monumentenwet 1988 en gemeentelijke en provinciale monumentenverordeningen. De commissie is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijk welstandsbeleid, zoals dat is vastgelegd in de gemeentelijke welstandsnota.

2.1.1 - Wettelijke taken

  • 1.

    Toetsing van vergunningplichtige bouwwerken. De welstandscommissie is bevoegd om B&W te adviseren over de welstandsaspecten van aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen.

  • 2.

    Jaarverslag welstandscommissie.

    De welstandscommissie legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden. In het verslag zet de commissie minimaal uiteen op welke wijze zij toepassing heeft gegeven aan de welstandscriteria. Minimaal eenmaal per jaar vindt, ten behoeve van het jaarverslag, een evaluatiegesprek plaats tussen een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de welstandscommissie.

  • 3.

    Toetsing van een omgevingsvergunning voor het veranderen van een beschermd monument door de welstandscommissie.

    De welstandscommissie adviseert inzake wijzigingsplannen voor monumenten en de directe omgeving.

2.1.2 - Niet wettelijk verplichte taken

De welstandscommissie krijgt de opdracht om naast de reguliere taken de volgende (niet wettelijk verplichte) taken uit te voeren:

  • a.

    Onder de regie van de gemeente, en op verzoek van de commissie, de gemeente of de aanvrager, noodzakelijk geacht overleg voeren met betrokkenen bij de voorbereiding van bouwplannen.

  • b.

    Desgevraagd adviezen uitbrengen aan B&W over de welstandsaspecten van in voorbereiding zijnde structuurplannen, bestemmingsplannen, beeldkwaliteitplannen, stedenbouwkundige plannen en andere relevante beleidsstukken.

  • c.

    Desgevraagd adviseren over stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente.

  • d.

    Desgevraagd adviseren in het geval van excessen: buitensporigheden in het uiterlijk van bouwwerken die ook voor niet-deskundigen evident zijn.

  • e.

    Voorlichting inzake ruimtelijke kwaliteit aan de gemeenteraad, B&W en burgers.

  • f.

    Desgevraagd beheren en actualiseren van de gemeentelijke welstandsnota.

2.2 - Taakomschrijving commissieleden

2.2.1 - Taken van de voorzitter

De voorzitter van de welstandscommissie wordt gekozen door en uit de leden van de commissie. Hij/zij is verantwoordelijk voor het functioneren van de commissie en de kwaliteit van de advisering. Hij/zij let erop dat de commissie adviseert binnen de kaders van het gemeentelijk welstandsbeleid. Tijdens de openbare vergadering treedt de voorzitter op als gastheer/-vrouw voor alle aanwezigen. Hij/zij legt in het kort de vergaderprocedure uit en informeert wie van de aanwezigen bij een bepaald plan wil inspreken. Indien een plan in het vooroverleg is besproken, geeft de voorzitter of de secretaris een korte samenvatting van hetgeen in dat stadium van het planproces besproken is.

De voorzitter leidt de discussie en biedt alle commissieleden de gelegenheid om hun mening voldoende naar voren te brengen. Hij/zij zorgt ervoor dat na een inhoudelijke discussie over een adviesaanvraag een voor alle aanwezigen korte en heldere samenvatting wordt gegeven. De voorzitter bewaakt verder de voortgang van de agenda.

Bij het overleg met de gemeente (bestuurders en ambtenaren) en met de pers treedt de voorzitter namens de commissie naar buiten. De voorzitter organiseert met de commissie een jaarlijkse inhoudelijke evaluatie van de werkzaamheden. De resultaten van de evaluatie worden opgenomen in het jaarlijks verslag van de welstandscommissie.

2.2.2 - Taken van de secretaris

De secretaris van de welstandscommissie draagt er zorg voor dat de hem/haar aangeboden bouwplannen na behandeling van de adviesaanvragen in de commissie  een snelle administratieve adviesverwerking krijgen. De adviezen worden door hem/haar ondertekend en met de afgestempelde tekeningen retour gezonden naar de gemeente.

3 - Werkwijze van de welstandscommissie

3.1 - Vooroverleg over bouwplannen

De gemeente biedt de aanvrager de mogelijkheid, om een nog niet formeel aangevraagd bouwplan in een vooroverleg met de welstandscommissie toe te lichten en te bespreken. De commissie maakt altijd een verslag van het vooroverleg. Dit verslag wordt openbaar als het bouwplan formeel aan de commissie wordt voorgelegd. Vooroverleg vindt niet in het openbaar plaats.

3.2 - Behandeling aanvragen om bouwvergunning

De welstandscommissie behandelt in de regel één keer per twee weken in het gemeentehuis de bouwplannen. Zij behandelt alle aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het bouwen die niet voldoen aan de sneltoetscriteria

3.2.1 - Openbaarheid behandeling

De behandeling van een omgevingsvergunning voor het bouwen is openbaar. De openbaarheid geldt voor de beraadslaging over omgevingsvergunningen voor het bouwen, de beoordeling daarvan en voor de adviezen.

De commissievergadering of een gedeelte daarvan is niet openbaar in gevallen als bedoeld in art. 10, eerste lid, van de Wet Openbaarheid van Bestuur en in gevallen waarin het belang van openbaarheid niet opweegt tegen de in art. 10, tweede lid, van die wet genoemde belangen.

3.2.2 - Publicatie agenda

De agenda voor de commissievergadering wordt op de volgende manier gepubliceerd:

  • 1.

    Ter inzage leggen van agenda op het gemeentehuis.

  • 2.

    Via het lokale weekblad De Eendrachtbode worden de burgers op de hoogte gesteld van tijdstip en plaats van de commissievergadering. Het gedeelte van het lokale weekblad waarin deze informatie staat (Tholenderwijs) is ook via de website van de gemeente te raadplegen.

3.2.3 - Toelichting opdrachtgever/ontwerper

Opdrachtgevers en ontwerpers worden altijd in de gelegenheid gesteld om de behandeling van hun plan bij te wonen en toe te lichten. Indien zij bij de behandeling aanwezig willen zijn en gebruik willen maken van het spreekrecht, vermelden ze dit op het daarvoor bestemde formulier of rechtstreeks bij de afdeling Vergunningen en Handhaving. De gemeente zorgt voor de uitnodigingen.

3.2.4 - Spreekrecht

Tijdens de behandeling wordt de mogelijkheid tot spreekrecht geboden.

Zowel opdrachtgevers/ontwerpers als direct belanghebbenden (in toelichtende zin) hebben spreekrecht.

3.2.5 - Het welstandsadvies

De commissie brengt welstandsadviezen uit aan B&W over de vraag of ‘het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet is strijd is met redelijke eisen van welstand’ (art. 12 lid 1 Ww ). Dit wordt beoordeeld aan de hand van de criteria zoals opgenomen in de welstandsnota. Een welstandsadvies kan de volgende uitkomsten hebben:

Niet strijdig

De welstandscommissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Desgewenst motiveert de commissie haar advies schriftelijk.

Niet strijdig mits

De welstandscommissie adviseert ‘iets niet strijdig’ met een mits aan B&W omdat het plan volgens de van kracht zijnde welstandscriteria niet strijdig is met redelijke eisen van welstand maar er ontbreekt uit oogpunt van welstand nog een ondergeschikt onderdeel. Formeel is het bouwplan daarmede ‘niet strijdig’. Het ‘mits’ wordt in de praktijk in enkele gevallen gehanteerd om aanvullende bemonstering in later stadium af te spreken of een nadere detailtekening te leveren.

‘Mits’ is bedoeld om de planprocedures niet onnodig op te houden. Het ‘mits’ kan niet als voorwaarde worden opgenomen in de omgevingsvergunning voor het bouwen.

Strijdig

De commissie is van oordeel dat het bouwplan strijdig is met redelijke eisen van welstand. Een ‘negatief’ welstandsadvies betekent dat een bouwplan ingrijpend moet worden gewijzigd. Adviseert de commissie ‘strijdig’, dan geeft ze een nauwkeurige schriftelijke motivering. Deze bevat een korte omschrijving van het ingediende plan, een verwijzing naar de van toepassing zijnde welstandscriteria en een samenvatting van de beoordeling van het plan op die punten.

Strijdig tenzij

De welstandscommissie is van oordeel dat het bouwplan strijdig is met redelijke eisen van welstand uit de gemeentelijke welstandsnota. De ‘strijdigheid’ is beperkt en is in goed overleg met de aanvrager vastgesteld. De strijdigheid wordt nauwkeurig geformuleerd. B&W kunnen deze, om redenen van efficiency, als voorwaarde(n) opnemen in de omgevingsvergunning voor het bouwen.

 

Een positief welstandsadvies wordt uitgebracht door een stempel op de tekening te plaatsen en het paraferen van het adviesformulier. Een negatief advies wordt schriftelijk gemotiveerd met een verwijzing naar de relevante criteria uit de welstandsnota.

3.2.6 - Afwijken van welstandsadvies en/of welstandscriteria

B&W hebben de wettelijke mogelijkheid om ook op andere dan welstandsgronden, af te wijken van een welstandsadvies. De redenen voor afwijking moeten bij de bekendmaking van het besluit worden vermeld.

B&W kunnen, eventueel op advies van de welstandscommissie, gemotiveerd (op welstandsgronden) afwijken van de welstandscriteria zelf. Dat kan bij plannen die niet voldoen aan de vastgelegde criteria maar wél aan redelijke eisen van welstand. B&W verwijzen in dat geval naar de algemene criteria in de welstandsnota.

3.2.7 - Second opinion

Alvorens een second opinion te vragen, bieden B&W eerst de vaste welstandscommissie de mogelijkheid tot heroverweging van het eerder uitgebrachte advies. Indien alsnog een second opinion wordt gevraagd, wordt dit gemeld aan de welstandscommissie. Bij een second opinion wordt de omgevingsvergunning voor het bouwen voorgelegd aan een andere commissie dan de welstandscommissie van de gemeente Tholen. Hierover neemt de gemeente contact op met de Federatie Welstand.

4 - Aanvulling, evaluatie en aanpassing van de welstandsnota

4.1 - Jaarverslag B&W

B&W leggen de gemeenteraad minimaal eenmaal per jaar een verslag voor waarin zij uiteenzetten:

  • -

    Op welke wijze zij zijn omgegaan met de adviezen van de welstandscommissie;

  • -

    In welke categorieën van gevallen zij de aanvraag voor omgevingsvergunning voor het bouwen niet aan de welstandscommissie hebben voorgelegd en op welke wijze zij in die gevallen zelf toepassing hebben gegeven aan de welstandscriteria.

  • -

    In welke gevallen waarin niet is of wordt voldaan aan artikel 12, eerste lid, zij zijn overgegaan tot toepassing van bestuursdwang of oplegging van een last onder dwangsom.

Tot ten minste drie jaar na inwerkingtreding van de welstandsnota wordt bij de evaluatie van het welstandsbeleid een klankbordgroep betrokken. In de klankbordgroep, die wordt samengesteld door het college van B&W, hebben minimaal drie tot maximaal vijf verschillende maatschappelijke groeperingen zitting.

4.2 - Jaarverslag welstandscommissie

De welstandscommissie legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden. In het verslag zet de commissie minimaal uiteen op welke wijze zij toepassing heeft gegeven aan de welstandscriteria.

Bijlage 10

Tabel 2.6.1 behorende bij artikel 2.6.1 (brandmeldinstallaties)

(vervallen)

Bijlage 11

Tabel 2.6.5 behorende bij artikel 2.6.5 (ontruimingsalarminstallaties)

(vervallen)

Bijlage 12

Tabel 2.6.8 behorende bij artikel 2.6.8 (vluchtrouteaanduiding)

(vervallen)