Deelverordening instandhoudingssubsidie gemeentelijke monumenten Tiel 2012

Geldend van 28-04-2012 t/m heden

Intitulé

Deelverordening instandhoudingssubsidie gemeentelijke monumenten Tiel 2012

De raad van de gemeente Tiel,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 147 van de Gemeentewet en de Algemene subsidieverordening Tiel 2005;

b e s l u i t :

vast te stellen de

"Deelverordening instandhoudingssubsidie gemeentelijke monumenten Tiel 2012"

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.0 Toepassing Algemene subsidieverordening

De Algemene subsidieverordening Tiel 2005 is van toepassing voor zover hiervan in deze deelverordening niet wordt afgeweken.

Artikel 1.1 Begripsomschrijving

Onder monumenten in de zin van deze regeling wordt verstaan::

  • a.

    Panden die zijn opgenomen in de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in de gemeentelijke monumentenverordening;

  • b.

    Kleine bouwsels en objecten, voorzover deze zijn geplaatst op een van de hiervoor genoemde lijsten.

Artikel 1.2 Subsidievoorwaarden algemeen

  • 1. Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die de instandhouding van enig monument, klein monument of een beeldbepalend pand bevorderen, voorzover die het normale onderhoud te boven gaan en de noodzaak tot restauratie voorkomen.

  • 2. Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen en natuurlijke personen, die eigenaar of bewoner zijn van de voor subsidie in aanmerking komende objecten.

Artikel 1.3 Subsidieplafond

  • 1. Gedurende 2012 t/m 2015 is jaarlijks € 37.026 beschikbaar voor instandhoudingssubsidies, conform het Uitvoeringsprogramma Cultuurhistorie 2012 – 2015, dat op 21 september 2011 is vastgesteld.

  • 2. De subsidie wordt geweigerd indien door verlening van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden.

  • 3. De aanvragen om subsidie worden op volgorde van ontvangst beschikt. Een aanvraag wordt in de bedoelde volgorde opgenomen indien zij volledig is.

Artikel 1.4 Karakter van de subsidie

De subsidie voor het instandhouden van monumenten heeft het karakter van een eenmalige activiteitensubsidie.

Artikel 1.5 Hoogte van de subsidie

1.De subsidie kan worden verstrekt voor de kosten van voorbereiding, haalbaarheidsonderzoek daaronder begrepen, de kosten van uitvoering en de kosten van materiaal.

De subsidie bedraagt 20% van de door de gemeente goedgekeurde subsidiabele kosten, met een maximum van € 3000,-.

Hoofdstuk 2 De subsidieverlening

Artikel 2.1 Indiening aanvraag

Het college van burgemeester en wethouders verleent de subsidie op aanvraag.

  • 1.

    Het college stelt een aanvraagformulier vast waarop tevens staat aangegeven welke bescheiden ingediend moeten worden.

  • 2.

    Het college is bevoegd om het overleggen van andere bescheiden, redelijkerwijs noodzakelijk voor het beoordelen van de aanvraag, te verlangen.

  • 3.

    Voordat het college op de aanvraag voor subsidieverlening heeft beslist, mag niet met de werkzaamheden worden begonnen.

  • 4.

    Indien voor de instandhouding tevens subsidie en/of investeringsaftrek is aangevraagd uit hoofde van een andere regeling of bij een ander bestuursorgaan, doet de aanvrager daarvan mededeling in de aanvraag.

Artikel 2.2 Beslissing op de aanvraag

  • 1. Bij hun beslissing op aanvragen om een instandhoudingssubsidie houden burgemeester en wethouders, gehoord de monumentencommissie, in elk geval rekening met:

    • a.

      de prioriteit die de voorgestelde werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding van het monument heeft

    • b.

      de waarde van het monument

    • c.

      de bouwtechnische en uiterlijke staat van het monument, mede in relatie tot zijn omgeving;

    • d.

      de mate waarin de voorgestelde werkzaamheden het beoogde doel daadwerkelijk verwezenlijken.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, mede op advies van de monumentencommissie, aan de subsidieverlening voorwaarden verbinden en aanwijzingen geven met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden.

Artikel 2.3 Beslistermijn; de beschikking

  • 1. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2. Het college kan de beslissing eenmaal voor ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid houdt het college de beslissing op de aanvraag aan, indien terzake van de instandhouding een aanvraag voor subsidieverlening bij een andere instelling aanhangig is, tot het moment waarop die instelling op deze aanvraag heeft beslist.

  • 4. Een beschikking tot subsidieverlening geeft een nauwkeurige aanduiding van de bestemming en een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de gesubsidieerde werkzaamheden, en vermeldt het bedrag van de subsidie, dan wel het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

Artikel 2.4 Weigeringsgronden

1.Het college weigert de subsidie:

  • a.

    indien de maximale subsidie niet toereikend is om het beoogde doel te bereiken,

  • b.

    indien het vastgestelde plafond uit artikel 1.3, eerste lid, bereikt is;

  • c.

    indien en voor zover een andere instelling voor de instandhouding van het monument, het kleine monument of het beeldbepalende pand reeds subsidie heeft verstrekt en/of investeringsaftrek is toegepast tot een bedrag dat minstens gelijk is aan de op grond van artikel 1.5 toe te kennen maximale bijdrage;

  • d.

    voorzover de kosten op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn gedekt of voor de eigenaar of gebruiker fiscaal aftrekbaar zijn.

Het college kan de subsidie weigeren:

  • e.

    indien voor het nemen van de beslissing reeds met de werkzaamheden is begonnen,

  • f.

    indien niet wordt voldaan aan het gestelde in artikel 1.2, eerste lid;

Artikel 2.5 Samenloop

Indien sprake is van samenloop van deze regeling met een vergelijkbare andere regeling en uit hoofde van die andere regeling subsidie voor de instandhouding is verleend en/of vastgesteld, dan brengt het college deze subsidie in mindering bij de vaststelling van de subsidie.

Artikel 2.6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Het project waarvoor subsidie is verleend moet binnen 6 maanden na subsidieverlening in uitvoering zijn genomen. Het project moet uiterlijk binnen 18 maanden na subsidieverlening gereed zijn.

  • 2. Voorzover aan de subsidie ingevolge artikel 2.2. lid 2 nadere voorwaarden zijn gesteld, dient de subsidieontvanger daaraan te voldoen.

Artikel 2.7 Voorschotten

  • 1. Bij de subsidieverlening kan het college de subsidieontvanger een voorschot verlenen van 50% van het totaal te verlenen subsidiebedrag.

  • 2. Het voorschot wordt na subsidieverlening binnen vier weken na aanvang van de werkzaamheden betaald.

Hoofdstuk 3 De subsidievaststelling en betaling

Artikel 3.1 Indiening aanvraag

  • 1. De subsidieontvanger meldt het werk binnen 6 maanden na oplevering gereed.

  • 2. Het college stelt binnen 8 weken na ontvangst van de gereedmelding de subsidie vast.

  • 3. De vaststelling kan eenmaal voor ten hoogste 8 weken worden verdaagd.

Artikel 3.2 Subsidievaststelling

  • 1. Het college stelt de subsidie conform de verleningsbeschikking vast indien de werkzaamheden overeenkomstig de aanvraag zijn uitgevoerd en de subsidieontvanger aan de verplichtingen heeft voldaan.

  • 2. Het college kan de subsidie lager vaststellen indien:

    • a.

      de werkzaamheden niet of niet geheel zijn uitgevoerd;

    • b.

      de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de subsidieontvanger onjuiste/onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van de juiste/volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

    • d.

      de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

Artikel 3.3 Betaling en verrekening voorschot

De betaling vindt plaats binnen 8 weken na de subsidievaststelling onder verrekening van het betaalde voorschot.

Hoofdstuk 4 Intrekking

Artikel 4.1 Intrekking

  • 1. Het college kan de subsidieverlening intrekken indien met de werkzaamheden waarvoor de subsidie verleend is geen begin is gemaakt uiterlijk 6 maanden na verlening van de subsidie.

  • 2. Het college kan op verzoek ontheffing verlenen van de in het eerste lid genoemde termijn.

Hoofdstuk 5 Mandaat

Artikel 5.1 Afdelingshoofd bevoegd

Voor alle besluiten uit hoofde van deze verordening is het hoofd van de afdeling waaronder de monumentenzorg ressorteert, bevoegd.

Hoofdstuk 6 Hardheidsclausule en slotbepalingen

Artikel 6.1. Hardheidsclausule

Het college is bevoegd om, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar haar oordeel leidt tot een bijzondere hardheid jegens aanvrager, af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 6.2 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt, onder gelijktijdige intrekking van hoofdstuk 3 van de Gemeentelijke Subsidieverordening Stadsvernieuwing Tiel, in werking op de eerste dag na de datum van haar bekendmaking.

  • 2.

    Besluiten van het college uit hoofde van hoofdstuk 3 van de Gemeentelijke Subsidieverordening Stadsvernieuwing Tiel, blijven t/m 31 december 2012 van kracht.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Deelverordening instandhoudingssubsidie gemeentelijke monumenten Tiel"

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 april 2012
de griffier de voorzitter