Deelverordening subsidie afkoppelen hemelwater gemeente Tiel

1. Subsidie wordt verstrekt voor het afkoppelen van bestaand schoon verhard oppervlak van de riolering in bestaand stedelijk gebied met een gemengd stelsel.

2. Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen.

3. Het college wijst de projecten aan waarbinnen op grond van deze deelverordening subsidie voor afkoppelen kan worden verstrekt.

4. Het minimale oppervlak dat moet worden afgekoppeld is 100 m2.

1. Het college stelt met inachtneming van het beschikbare investeringsbudget tweejaarlijks de hoogte van het subsidieplafond vast.

2. De subsidie wordt geweigerd indien door verlening van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden.

3. De aanvragen om subsidie worden op volgorde van ontvangst beschikt. Een aanvraag wordt in de bedoelde volgorde opgenomen indien zij volledig is.

1. Het college verleent de subsidie op aanvraag.

2. Voordat het college op de aanvraag voor subsidieverlening heeft beslist, mag niet met het afkoppelen een aanvang worden gemaakt.

3. Het college stelt een aanvraagformulier vast waarop tevens staat aangegeven welke bescheiden ingediend moeten worden.

4. Het college is bevoegd om het overleggen van andere bescheiden, redelijkerwijs noodzakelijk voor het beoordelen van de aanvraag, te verlangen.

5. Indien voor het afkoppelen tevens subsidie en/of investeringsaftrek is aangevraagd uit hoofde van een andere regeling of bij een ander bestuursorgaan, doet de aanvrager daarvan mededeling in de aanvraag.

1. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

2. Het college kan de beslissing eenmaal voor ten hoogste 8 weken verdagen.

3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid houdt het college de beslissing op de aanvraag aan, indien terzake van het afkoppelen een aanvraag voor subsidieverlening bij een andere instelling aanhangig is, tot het moment waarop deze instelling op deze aanvraag heeft beslist.

4. Een beschikking tot subsidieverlening geeft een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de locatie en de oppervlakte van het af te koppelen verhard oppervlak en vermeldt het bedrag van de subsidie, dan wel het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

1. Het college weigert de subsidie:

• a.

  indien hemelwater dat afstroomt van afgekoppeld verhard oppervlak niet geïnfiltreerd kan worden in de bodem, dan wel afvoer naar open water niet haalbaar of niet wenselijk is;

• b.

  indien het vastgestelde plafond uit artikel 1.3, eerste lid, bereikt is;

• c.

  indien en voor zover een andere instelling voor het afkoppelen van het verhard oppervlak reeds subsidie heeft verstrekt en/of investeringsaftrek is toegepast tot een bedrag dat minstens gelijk is aan de op grond van artikel 1.5 toe te kennen maximale bijdrage;

• d.

  indien het afkoppelen anderszins vanuit milieuhygiënisch of hydrologisch oogpunt ongewenst is.

2. Het college kan de subsidie weigeren:

• a.

  indien voor het nemen van de beslissing reeds met het afkoppelen van het verhard oppervlak een aanvang is gemaakt;

• b.

  indien niet wordt voldaan aan de oppervlakte-eis van artikel 1.2, vierde lid;

• c.

  indien het afkoppelen op enigerlei wijze overlast veroorzaakt.

1. Het project waarvoor subsidie is verleend moet binnen 6 maanden na subsidieverlening in uitvoering zijn genomen. Het project moet uiterlijk binnen 18 maanden na subsidieverlening gereed zijn.

2. In de beschikking tot subsidieverlening kan het college andere verplichtingen of nadere uitvoeringsvoorschriften geven die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

1. Bij de subsidieverlening kan het college de subsidieontvanger een voorschot verlenen van 75% van het totaal te verlenen subsidiebedrag.

2. Het voorschot wordt binnen vier weken na de subsidieverlening betaald.

1. De subsidieontvanger dient binnen 6 maanden na oplevering van het werk een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, maar uiterlijk binnen de uitvoeringstermijn van 18 maanden, genoemd in artikel 2.5, eerste lid.

2. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

3. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst op de aanvraag.

4. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste 8 weken worden verdaagd.

1. Het college stelt de subsidie conform de verleningsbeschikking vast indien het afkoppelen is uitgevoerd en indien de subsidieontvanger aan de verplichtingen heeft voldaan.

2. Het college kan de subsidie lager vaststellen indien:

• a.

  het afkoppelen niet of niet geheel heeft plaatsgevonden;

• b.

  de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

• c.

  de subsidieontvanger onjuiste/onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van de juiste/volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

• d.

  de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

1. Het college kan de subsidieverlening intrekken indien met het project, waarvoor de subsidie verleend is, geen begin is gemaakt uiterlijk 6 maanden na verlening van de subsidie.

2. Het college kan op verzoek ontheffing verlenen van de in het eerste lid genoemde termijn.