Regeling vervallen per 01-07-2015

Huisvestingsverordening 2005, gemeente Tiel

Geldend van 01-08-2013 t/m 30-06-2015

Intitulé

Huisvestingsverordening 2005, gemeente Tiel

Hoofdstuk 1 Algemeen

HUISVESTINGSVERORDENING TIEL, 2005

Artikel 1 Begripsbepalingen

a.

Wet

:

De Huisvestingswet

b.

Besluit

:

het Huisvestingsbesluit

c.

Woonruimte

:

het daaromtrent in artikel 1, lid 1 sub b en artikel 1, lid 3, van de wet bepaalde;

d.

Huurprijs

:

het daaromtrent in artikel 1, lid 1 sub j van de wet bepaalde;

e.

Koopprijs

:

het daaromtrent in artikel 1, lid 1 sub k van de wet bepaalde;

f.

Huurprijsgrens

:

het daaromtrent in artikel 6, lid 3 onder b van de wet bepaalde;

g.

Koopprijsgrens

:

het daaromtrent in artikel 6, lid 3 onder a van de wet bepaalde, dan wel het op grond van artikel 6, lid 4 van de wet toegestane;

h.

Economische binding

:

het daaromtrent in artikel 1, lid 1 sub l van de wet bepaalde;

i.

Maatschappelijke binding

:

het daaromtrent in artikel 1, lid 1 sub m van de wet bepaalde;

j.

Regio Rivierenland

:

het grondgebied van de gemeenten Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Neder-Betuwe, Lingewaal, Maasdriel, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel;

k.

Huishouden

:

een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren;

l.

Huisvestingsvergunning

:

De vergunning, bedoeld in artikel 7 van de wet;

m

Eigenaar

:

het daaromtrent in artikel 1, lid 2, van de wet bepaalde;

n.

Inwoning

:

Het bewonen van een woonruimte die onderdeel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is genomen.

o.

Onzelfstandige woonruimte

:

woonruimte, niet zijnde woonruimte bestemd voor inwoning, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;

p.

Woningcomplex

:

cluster van woningen;

q.

Kernbinding

:

een maatschappelijke of economische binding uitsluitend betrekking hebbend op een kern. De gemeente Tiel kent de kernen Tiel, Kapel Avezaath en Wadenoijen.

r.

Ingezetene

:

degene die in het bevolkingsregister van een der gemeenten, vermeld onder j., is opgenomen, en feitelijk hoofdverblijf heeft in een voor permanente bewoning aangewezen woonruimte.

s.

Innemen van een standplaats

:

het mogen bewonen van een woonwagen op een standplaats.

t.

Standplaats

:

een standplaats als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub h van de Woningwet.

u.

woonwagen

:

een woonwagen als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub e van de Woningwet.

v.

huurovereenkomst

:

een overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats en woonwagen waarin de huurbepalingen voor de standplaats en woonwagen zijn geregeld.

Hoofdstuk 2 Woonruimte

Artikel 2 Werkingsgebied

Het bepaalde in deze verordening is uitsluitend van toepassing op woonruimte:

  • a.

    met een huurprijs beneden de huurprijsgrens;

  • b.

    met een koopprijs beneden de koopprijsgrens gelijk aan het bedrag dat is genoemd in artikel 15, lid 1 sub a van de Wet bevordering eigen woningbezit voor nieuwbouwwoningen in de kern Tiel

  • c.

    met een koopprijs beneden koopprijsgrens gelijk aan het bedrag dat is genoemd in artikel 15, lid 1 sub a van de Wet bevordering eigen woningbezit voor bestaande en nieuwbouwwoningen in de kernen Kapel Avezaath en Wadenoijen.

Artikel 3 Nadere afperking

In afwijking van het bepaalde in artikel 2 is deze verordening niet van toepassing op inwoning en onzelfstandige woonruimte.

Artikel 4 Uitzonderen complexen

Burgemeester en wethouders kunnen in overleg met de verhuurder woningcomplexen aanwijzen die buiten de werking van deze verordening vallen. Deze afspraken worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst woonruimteverdeling.

Hoofdstuk 3 Huisvestingsvergunning

Artikel 5 Vergunning

  • 1. Het is verboden zonder een huisvestingsvergunning een woonruimte, aangewezen in artikel 2 in gebruik te nemen voor bewoning.

  • 2. Het is verboden de in het vorige lid bedoelde woonruimte voor bewoning in gebruik te geven aan een huishouden dat niet beschikt over een huisvestingsvergunning.

Artikel 6 Aanvragen van een huisvestingsvergunning

  • 1. De aanvraag van een huisvestingsvergunning gebeurt door indiening van een door of namens burgemeester en wethouders te verstrekken en door de aanvrager volledig in te vullen formulier.

  • 2. Een aanvraag die betrekking heeft op een huurwoning moet vergezeld gaan van een bereidverklaring van de verhuurder behoudens de gevallen genoemd in de artikelen 1623h, 1623i en 1623l, van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek.

  • 3. Een aanvraag die betrekking heeft op de ingebruikname van een koopwoning moet vergezeld gaan van een afschrift van de koopovereenkomst of een daarmee gelijk te stellen verklaring.

  • 4. Binnen 8 weken na indiening van alle voor de vergunningverlening vereiste gegevens wordt door of namens burgemeester en wethouders op de aanvraag beslist. Het besluit wordt schriftelijk ter kennis gebracht van de aanvrager. Het besluit op de aanvraag bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a.

      De woonruimte waarop zij betrekking heeft;

    • b.

      De naam van de persoon die de woonruimte in gebruik wenst te nemen;

    • c.

      In geval de vergunning wordt geweigerd, de redenen waarom de vergunning wordt geweigerd;

    • d.

      In geval de vergunning wordt verleend, de mededeling dat binnen maximaal 2 maanden van de huisvestingsvergunning gebruik moet worden gemaakt.

Artikel 7 Aanbieden van woningen

Eigenaren van woningen stellen burgemeester en wethouders op de hoogte van de door hen bepaalde wijze van aanbieding.

Artikel 8 Overeenkomsten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen met eigenaren overeenkomsten sluiten over het in gebruik geven van woonruimte.

  • 2. In deze overeenkomsten kunnen de volgende onderwerpen worden geregeld:

    • a.

      Bepalingen omtrent de registratie van woningzoekenden en het aanbieden van woningen; bindende afspraken over het doen van kleinschalige experimenten met het verdelen van woonruimte door individuele eigenaren;

    • b.

      Verslaglegging en verantwoording;

    • c.

      Bijzondere bepalingen ten aanzien van koopwoningen, beheer en exploitatie van huurwoonwagens en woonwagenstandplaatsen en de taakstelling ten aanzien van specifieke doelgroepen van beleid.

Artikel 9 Vergunningvereisten

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      één van de leden van het huishouden moet ten minste 18 jaar of ouder zijn;

    • b.

      de leden van het huishouden moeten over een geldige verblijfstitel zoals bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e en l van de Vreemdelingenwet 2000, in Nederland beschikken;

    • c.

      één van de leden van het huishouden dat zich in de kern Tiel wil vestigen moet economisch- dan wel maatschappelijk gebonden zijn aan de regio Rivierenland.

    • d.

      één van de leden van het huishouden dat zich in de kernen Kapel Avezaath of Wadenoijen wil vestigen, moet economisch- dan wel maatschappelijke gebonden zijn aan de betreffende kern.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt de eis van economische of maatschappelijke binding niet ten aanzien van:

    • a.

      woningzoekenden als bedoeld in artikel 13c, lid 1 van de Wet;

    • b.

      situaties zoals omschreven in artikel 6 van het Besluit.

Artikel 10 Vruchteloze aanbieding

  • 1. In afwijking van het in artikel 9 bepaalde wordt de vergunning altijd verleend, indien de woonruimte door de eigenaar gedurende 13 weken vruchteloos is aangeboden aan woningzoekenden die ingevolge artikel 7 voor die woonruimte in aanmerking komen.

  • 2. De eigenaar moet de woonruimte in de in het vorige lid genoemde termijn tenminste 3 maal door middel van een advertentie geplaatst in een binnen de regio Rivierenland verschijnend dag- of weekblad te huur hebben aangeboden.

  • 3. De in het vorige lid genoemde termijn begint te lopen op de datum van plaatsing van de eerste advertentie die voldoet aan het hier bepaalde.

  • 4. Indien de eigenaar aan burgemeester en wethouders aannemelijk kan maken, dat hij de woonruimte op andere, gelijkwaardige wijze vruchteloos heeft aangeboden aan de in het eerste lid genoemde woningzoekenden, wordt eveneens toepassing gegeven aan het in het eerste lid bepaalde.

Artikel 11 Intrekking

Burgemeester en wethouders kunnen een huisvestingsvergunning intrekken, indien:

  • a.

    de vergunninghouder de erin vermelde woonruimte niet binnen de door burgemeester en wethouders bij de verlening van de vergunning gestelde termijn van twee maanden in gebruik heeft genomen;

  • b.

    de vergunning is verleend op grond van door de vergunninghouder verstrekte gegevens, waarvan deze wist of redelijkerwijs kan vermoeden dat zij onjuist of onvolledig waren.

Hoofdstuk 4 Registratie

Artikel 12 Registratie standplaatszoekenden

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen ingeval aanvragen voor het mogen innemen van een standplaats met een woonwagen niet gehonoreerd kunnen worden, een wachtlijst op van huishoudens die voor een standplaats in de gemeente in aanmerking wensen te komen. De betreffende aanvraag wordt in dat geval aangehouden.

  • 2. Inschrijving is mogelijk indien de aanvrager 18 jaar of ouder is.

  • 3. Bij het vrijkomen van een bestaande standplaats komt de langst ingeschreven standplaatszoekende als eerste aan de beurt. Bij gelijke inschrijfdata, wordt via loting de toewijzing bepaald.

  • 4. Bij de aanleg van een nieuwe woonwagenlocatie wordt gekeken naar de wachtlijst en naar de redenen genoemd in lid 8.

  • 5. De plaatsing op de wachtlijst wordt schriftelijk (met inschrijvingsdatum) meegedeeld.

  • 6. De standplaatszoeker wordt van de wachtlijst geschrapt als hem een standplaats wordt toegewezen en hij die ook daadwerkelijk accepteert.

  • 7. De standplaatszoeker wordt van de wachtlijst geschrapt in geval van vertrek uit de gemeente Tiel of overlijden

  • 8. De toewijzing op grond van de wachtlijst kan doorkruist worden op grond van de volgende redenen:

  • a. de kandidaat heeft een huurachterstand op zijn huidige standplaats;

  • b. de kandidaat heeft onvoldoende inkomen om de huur te betalen, waardoor aangenomen mag worden dat op korte termijn een huurachterstand wordt opgelopen;

  • c. om sociale dan wel medische redenen, aan te tonen door middel van een verklaring van een specialist (niet zijnde de huisarts), waarbij de relatie tussen de problemen en het wonen moet worden aangetoond;

  • d. in verband met eventuele familierelaties, waardoor overlast kan worden voorkomen.

Artikel 12a Kernvoorraad standplaatsen en uitsterflocaties

  • 1. Een vergunning voor het innemen van een standplaats wordt uitsluitend verleend indien deze standplaats behoort tot de kernvoorraad standplaatsen.

  • 2. De kernvoorraad bestaat uit de volgende aantallen standplaatsen per genoemde locatie:

    Anna Blamanstraat 6

    Dr. J.M. Den Uyllaan 6

    Rivierprik 6

    Sportparklaan 4

    Stilusstraat 6

    Vlonder 2

    Wiel 5

  • 3. Standplaatsen die op 1 januari 2011 waren bewoond en gelegen op of aan de Beethovenstraat, Kloosterhof en Inundatiedijk-Zuid zijn sterfhuislocaties; standplaatsen die op 1 mei 2012 waren bewoond en gelegen op of aan de Tielerwaardlaan en Latensteinse Rondweg zijn sterfhuislocaties.

  • 4. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat standplaatsen die op sterfhuislocaties zijn gelegen zo spoedig mogelijk worden opgeheven en het aantal sterfhuislocaties zo spoedig mogelijk wordt verminderd.

  • 5. Onverminderd het bepaalde in artikel 12, achtste lid, kan de toewijzing op grond van de wachtlijst worden doorkruist ter voldoening aan het gestelde in het vorige lid.

  • 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter voldoening aan het gestelde in het vierde lid ambtshalve vergunning te verlenen en daarbij af te wijken van het bepaalde in artikel 9.

  • 7. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere regels vast te stellen omtrent vergunningverlening ten behoeve van het innemen van standplaatsen en registratie van standplaatszoekenden.

  • 8. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in geval van gewijzigde omstandigheden of beleidsinzichten de kernvoorraad en de sterfhuislocaties te wijzigen.

  • 9. Artikel 15 is ten aanzien van het in dit artikel bepaalde niet van toepassing.

Hoofdstuk 5 Mandatering

Artikel 13 Mandatering

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de uitoefening van bevoegdheden volgens artikel 6, lid 4, te mandateren aan de woningcorporaties.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 14 Onderzoek en rapportage

De woningcorporaties rapporteren tenminste één maal per jaar aan burgemeester en wethouders over de situatie op de plaatselijke woningmarkt. De thema’s en wijze van rapporteren worden omschreven in de overeenkomst woonruimteverdeling.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

Artikel 16 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met artikel 6 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of geld- boete van de derde categorie. De genoemde strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Artikel 17 Handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

  • 2. Met de opsporing van de bij artikel 16 strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en de in artikel 75 van de wet aangewezen ambtenaren belast de in het eerste lid genoemde ambtenaren, voor zover zij door de minster van justitie daartoe zijn aangewezen.

  • 3. De in het eerste lid genoemde ambtenaren hebben de bevoegdheden als genoemd in artikel 76, 77 en 78 van de wet.

Artikel 18 Restbepaling

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, waarbij zij zich uitsluitend zullen laten leiden door overwegingen betrekking hebbende op de evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Huisvestingsverordening Tiel, 2005.

Artikel 20 Overgangsbepaling

Aanvragen om verlening van een met een vergunning volgens deze verordening gelijkgestelde vergunning welke voor of op de dag van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, worden behandeld volgens het voordien geldende recht, indien dit voor de betrokkene gunstiger is.

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

  • 2.

    Op de datum van inwerkingtreding vervalt de Huisvestingsverordening Tiel 1999.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tiel in zijn openbare vergadering van
18 januari 2006
de griffier,
de voorzitter,
Opgenomen in het verordeningenregister van de gemeente Tiel, d.d. 02-08-2006 onder nummer 7.03.
Afdeling Bestuur en communicatie,