Voorschriften ter uitvoering van naamgeving en nummering (adressen) 2013

1. Nummering van de in artikel 1 van de verordening genoemde objecten geschiedt zoveel mogelijk aan de openbare weg welke het meest nabij de (hoofd)ingang van het te nummeren object is gelegen.

2. In geval de in het eerste lid bedoelde afstand niet (voldoende) kan worden bepaald, beslissen burgemeester en wethouders.

3. De nummering geschiedt vanuit de toegang tot de openbare weg welke, via de weg, het dichtst bij het bestuurscentrum van de gemeente, zijnde Ambtmanstraat 17, is gelegen. In bijzondere, door hen te bepalen, gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze regel.

4. Vanuit de in het vorig lid bedoelde toegang tot de openbare weg, dan wel de door burgemeester en wethouders vastgestelde toegang, worden nummers als volgt vastgesteld:

• a.

  aan de linkerzijde van de weg – oneven

• b.

  aan de rechterzijde van de weg – even

5. Bij het toevoegen van letters aan huisnummers worden de letters: i, ,j, m, o, q, s en w. niet gebruikt. De gebruikte letters worden niet in hoofdletters geschreven.

6. Objecten, zijnde gebouwen met meer dan één bouwlaag geworden vanaf de onderste bouwlaag opklimmend per bouwlaag genummerd.

7. Met in achtneming van het vorige lid wordt bij objecten, zijnde gebouwen met meer dan één hoofdingang per hoofdingang een nummer of nummerreeks vastgesteld.

8. Objecten, zijnde gebouwen met toegangen aan verschillende wegen worden genummerd aan de weg of straat waaraan de hoofdingang is gelegen. In bijzondere, door hen te bepalen gevallen, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze bepaling.

1. Nummers dienen, zichtbaar vanaf de openbare weg, te worden aangebracht naast of zo dicht mogelijk bij de (hoofd)ingang van het object.

2. De rechthebbende van een object dient er zorg voor te dragen dat nummerborden vanaf de openbare weg steeds zichtbaar blijven.

1. De vanwege de gemeente aan te brengen straatnaam- en nummerborden bestaan uit een blauwe ondergrond met witte cijfers en letters, met een minimale hoogte en breedte van tien centimeter.

In bijzondere, door burgemeester en wethouders te bepalen, gevallen zal in plaats van een nummerbord het nummer op een andere wijze worden aangebracht.

2. Nummerborden worden niet lager dan 1.75 meter en niet hoger dan 2.50 meter boven het standniveau aangebracht.

3. Indien het de rechthebbende van een object is toegestaan zelf een door burgemeester en wethouders vastgesteld nummer aan te brengen, dan dient dit nummer te voldoen aan de in het besluit van burgemeester en wethouders te bepalen voorwaarden. Deze voorwaarden kunnen niet verder strekken dan de afmetingen van het te plaatsen nummer en de plaats van bevestiging aan het object.

4. Ingeval het door de rechthebbende van een object aangebrachte nummer niet voldoet aan de in het vorige lid bedoelde voorwaarden, wordt het nummer geacht niet te zijn geplaatst.

1. Indien noodzakelijk worden verzamelnummerborden of verwijs borden geplaatst op de voor het doel meest geschikte plaatsen.

2. Op verzamelnummer- en verwijsborden kan worden volstaan met de vermelding van het laagste en hoogste nummer, bijvoorbeeld 1-99.

1. Ingeval van wijziging van straatnamen worden de nieuwe straatnamen middels een tijdelijk bord met afwijkende kleur bevestigd onder of naast de bestaande aanduidingen. Op de tijdelijke borden wordt de straatnaam voorafgegaan door de toevoeging "nieuwe straatnaam".

Na de door burgemeester en wethouders vastgestelde termijn worden de tijdelijke borden vervangen door definitieve onder gelijktijdige verwijdering van de oude straatnaamborden.

2. Ingeval van wijziging van huisnummers worden de oude nummers direct vervangen door de nieuwe nummers.

De oude nummers dienen met een tijdelijke bevestiging onder de nieuwe nummers te worden gevestigd gedurende de door burgemeester en wethouders vastgestelde termijn.

1. De vastgestelde namen van straten worden beschouwd als eigennaam. Aanpassing in gewijzigde spellingsvoorschriften vindt niet plaats, tenzij burgemeester en wethouders anders bepalen.

1. Ingeval van wijziging van straat- of objectnamen of van nummers van objecten wordt, als tegemoetkoming in de kosten voor adreswijziging en dergelijke, een vergoeding van € 50,-- (vijftig euro) per gewijzigd adres toegekend.

2. Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het vorige lid, in bijzondere gevallen een hogere vergoeding toekennen.

3. Van de wijzigingen als bedoeld in lid 1 worden vanwege de gemeente kennisgevingen gedaan aan de bij ieder besluit te voegen verzendlijst van instanties.