Regeling vervallen per 19-12-2017

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Tiel 2010

Geldend van 20-11-2010 t/m 18-12-2017

Intitulé

De raad van de gemeente Tiel,

Gelezen de voordracht van burgemeester en wethouders van 1 september 2010;

 

gezien het advies van de commissie Ruimte van 21 september 2010;

 

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaat­sen;

 

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de zeven gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Tiel, te weten:

    • -

      begraafplaats 'Papesteeg', gelegen aan de Papesteeg te Tiel;

    • -

      begraafplaats ‘Ter Navolging’, gelegen aan de Lingedijk te Tiel;

    • -

      begraafplaats 'Kloosterhof', gelegen aan de Kloosterhof te Tiel;

    • -

      begraafplaats 'Drumpt', gelegen aan de Elzenlaan te Tiel;

    • -

      begraafplaats 'Kapel-Avezaath', gelegen aan de Zoelensestraat te

      Kapel-Avezaath;

    • -

      begraafplaats 'Wadenoijen', gelegen aan de Lingedijk te Wadenoijen;

    • -

      begraafplaats 'Zennewijnen', gelegen aan de Hermoesestraat te Zennewijnen.

  • b.

    particulier graf: een graf, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen begraven en begraven houden van lijken;

  • c.

    algemeen graf: een graf, ten aanzien waarvan géén uitsluitend recht is verleend maar bestemd is tot het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • d.

    particulier kindergraf: een graf, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen begraven en begraven houden van levenloos geboren kinderen en kinderen tot 12 jaar;

  • e.

    particulier urnengraf: een graf waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen, bevattende de as van overledenen;

  • f.

    particuliere urnennis: een nis ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen, bevattende de as van overledenen;

  • g.

    particuliere grafkelder: een betonnen of gemetselde ruimte, bestemd voor het plaatsen van lijken van ten hoogste twee personen;

  • h.

    particuliere dubbele grafkelder: een betonnen of gemetselde ruimte, bestemd voor het plaatsen van lijken van ten hoogste vier personen;

  • i.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • j.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • k.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • l.

    verstrooiingsplaats/strooiveld: een permanent daartoe bestemde plaats op een gemeentelijke begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    urnentuin:een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een particulier urnengraf;

  • n.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis;

  • o.

    gebruiker: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • p.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • q.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel, ieder voor zover bevoegd;

  • r.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend;

  • s.

    grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, particulier urnengraf of particuliere urnennis;

  • t.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • u.

    gedenkteken: voorwerp op het graf, voor of in een urnennis, bestemd voor het aanbrengen van opschriften of figuren;

  • v.

    grafbeplanting:

    vaste- en winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht;

  • w.

    duurzame materialen:

    vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hardhout en/ of beton, die van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen e.d. gewaarborgd is.

Artikel 2 Begrippen particulier graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘particulier graf’ mede verstaan: particulier kindergraf, particuliere (dubbele) grafkelder, particulier urnengraf en particuliere urnennis.

Artikel 3 Beheer begraafplaats

Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a.

    de administratie van de begraafplaats;

  • b.

    de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • c.

    het onderhoud van de begraafplaats;

  • d.

    het laten delven of openen en sluiten van graven.

Artikel 4 Bestemming

  • 1. De onder artikel 1 lid a genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven en begraven houden van lijken, het bijzetten van asbussen, met of zonder urn en op de daarvoor aangewezen plekken het verstrooien van as van personen.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen omtrent de bestemming van de begraafplaats, waarbij de regels kunnen verschillen per begraafplaats en voor de te onderscheiden vakken en rijen graven.

INDELING EN ADMINISTRATIE

Artikel 5 Indeling begraafplaats

  • 1. Het college stelt nadere regels voor de indeling van de begraafplaatsen.

  • 2. Het college draagt ervoor zorg, dat er van elke begraafplaats een plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats is aangegeven.

Artikel 6 Register

  • 1. De administratie bevat een register van rechthebbenden en gebruikers van de graven met hun namen en adressen. Het register is openbaar. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de dag van de begraving of bijzetting, (het gedeelte van) de begraafplaats waarin dat is geschied en het nummer van het graf.

  • 2. De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college binnen twee maanden na de verhuisdatum door te geven.

  • 3. Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden en gebruikers, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde rechten, een uittreksel ten aanzien van hun graf of nis verkrijgen.

OPENSTELLING

Artikel 7 Openingstijden en begraaftijden

  • 1. De begraafplaats is kosteloos voor eenieder toegankelijk op door het college nader

    te bepalen tijden.

  • 2. De toegang tot en het verblijf op de begraafplaats is verboden voor kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar, zonder meerderjarige geleide.

  • 3. Het college stelt nadere regels over de tijd van begraven en het bezorgen van as.

  • 4. Op hetzelfde tijdstip mag op de begraafplaats niet meer dan één begrafenis of asbezorging plaatsvinden.

  • 5. Met uitzondering van personen die vanwege de gemeente op de begraafplaatsen aanwezig zijn, is het verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek zijn geopend, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of asbezorging.

ORDEMAATREGELEN

Artikel 8 Verboden

  • 1. Het is verboden op de begraafplaatsen:

    • a.

      zich op hinderlijke of aanstootgevende wijze te gedragen;

    • b.

      zich te bevinden in kennelijke staat van dronkenschap of onder invloed van drugs;

    • c.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • d.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • e.

      op de graven te lopen of de begraafplaatsen te verontreinigen;

    • f.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    • g.

      dieren mee te voeren, met uitzondering van een hond ter begeleiding van een blinde;

    • h.

      dieren te begraven;

    • i.

      te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

    • j.

      zich toegang tot de begraafplaatsen te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;

    • k.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

  • 2. Het is verboden op de begraafplaatsen:

    • a.

      rij- of voertuigen, met uitzondering van gehandicaptenvoertuigen, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaatsen te verrichten werkzaamheden;

    • b.

      met (motor-)voertuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid.

Artikel 9 Ordehandhaving

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. Degene die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houdt, moet zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 3. In verband met werkzaamheden op een begraafplaats kan bezoekers de toegang tot (een deel van) de begraafplaats worden ontzegd.

Artikel 10 Plechtigheden

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2. Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

UITGIFTE VAN GRAVEN

Artikel 11 Reserveren van graven

Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels waar het reserveren van graven mogelijk is.

Artikel 12 Particuliere graven

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar het uitsluitend recht op een particulier graf. Particuliere grafkelders worden uitgegeven voor een termijn van 40 jaar. De termijn begint te lopen op de datum waarop het grafrecht is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met telkens een termijn van 5 of 10 jaar, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn wordt ingediend.

  • 3. Een uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening.

  • 4. Een recht als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

  • 5. Het in lid 1 bedoelde uitsluitend recht wordt door het college schriftelijk bevestigd met een grafakte.

  • 6. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in particuliere graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen van de particuliere graven.

Artikel 13 Algemene graven

  • 1. Algemene graven worden alleen voor het begraven van personen ouder dan 12 jaar ter beschikking gesteld voor een gebruikstermijn van 10 jaren. Deze termijn kan niet worden verlengd.

  • 2. In een algemeen graf kunnen maximaal twee lijken worden begraven.

  • 3. Het in dit artikel bedoelde gebruik wordt door het college schriftelijk bevestigd.

Artikel 14 Grafkelders

  • 1. De rechthebbende van een particulier graf kan voor eigen rekening een grafkelder doen aanbrengen op het gedeelte van de begraafplaats dat door het college daartoe bestemd is.

  • 2. De ruimte die voor het stichten van enkele en dubbele grafkelders beschikbaar wordt, heeft een afmeting die vermeld wordt in de door het college vast te stellen nadere regels.

  • 3. Degene, die in een grafkelder wil doen begraven, is verplicht op zijn kosten deze kelder voor de begrafenis te laten openen en na het begraven direct te laten sluiten.

  • 4. Het openen van een grafkelder, anders dan tot het daarin opnemen van overledenen en in dat geval eerder dan 24 uren tevoren, is verboden, tenzij met toestemming van de beheerder van de begraafplaats.

  • 5. Indien de rechthebbende zijn verplichtingen ten aanzien van het sluiten niet nakomt, geschiedt sluiting op zijn kosten van gemeentewege.

Artikel 15 Bijzetten asbus en asverstrooiing

  • 1. Een asbus kan alleen worden bijgezet in een particulier graf, een particuliere grafkelder, of in een particulier urnengraf of –nis, dan wel in een urn op een particulier graf.

  • 2. De bepalingen van deze verordening ten aanzien van particuliere en algemene graven en het begraven van stoffelijke overschotten zijn ook bij het bijzetten van een asbus voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Voor het bijzetten van een asbus met urn op een particulier graf kan het college nadere regels stellen.

  • 4. Asverstrooiing op de begraafplaats mag alleen plaats vinden op een daarvoor bestemd(e) verstrooiingsplaats/strooiveld of in een graf.

  • 5. Het college verleent, voor zover zij een gedenkplaats bij een strooiveld aangewezen hebben, op een daartoe bij hen schriftelijke in te dienen aanvraag, voor de tijd van 10 jaar het uitsluitend recht op een particuliere gedenkplaats. De termijn begint te lopen op de datum waarop het recht is uitgegeven.

VEREISTEN VOOR BEGRAVING OF BIJZETTING

Artikel 16 Kennisgeving begraving en asbezorging

  • 1. De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of wil doen verstrooien, geeft daarvan tenminste twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden vóór 12.00 uur, schriftelijk of telefonisch kennis aan de beheerder. De zaterdag en de zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.

  • 2. Indien het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden wordt begraven of gecremeerd, dient het in het derde lid bedoelde verlof van de burgemeester te worden overhandigd.

  • 3. Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven of te cremeren, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 4. De nabestaande(n) dient(en) bij bijzetting in een graf zelf opdracht te geven voor het verwijderen van de grafbedekking.

  • 5. In bijzondere gevallen kan het college van het bepaalde in lid 1 van dit artikel ontheffing verlenen.

Artikel 17 Te overleggen documenten

  • 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overhandigd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende. Indien de rechthebbende overleden is, dient degene die in de uitvaart voorziet een verklaring te ondertekenen dat hij/zij de nieuwe rechthebbende wordt.

  • 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met tenminste een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

Artikel 18 Begraving

  • 1. De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 17 door de beheerder.

  • 2. Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:

    • a.

      de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikelen 16 en 17 opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaats heeft verleend;

    • b.

      alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaatsen de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld.

      De identiteit wordt vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met het nummer dat op een bijgevoegd document is aangegeven. Dit document bevat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel van de levenloosgeborene.

  • 3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur op de voorgaande werkdag aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

Artikel 19 Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1. Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de ‘witte lijst’ van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).

  • 2. Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht tot het schriftelijk aangeven van het gebruik van lijkhoezen aan de gemeente.

  • 3. Het is rechthebbenden of gebruikers niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en/ of vervuilend zijn.

TARIEVEN

Artikel 20 Vaststellen tarieven

De toegepaste tarieven worden vastgesteld door de raad en openbaar gemaakt in de tarieventabel behorende bij de ‘Verordening heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten’. Daarbij wordt tevens aangegeven, wanneer of binnen welke termijn de betreffende kosten voldaan moeten zijn.

VERLENGING EN EINDE GRAFRECHTEN

Artikel 21 Overdracht

  • 1. Een grafrecht kan worden overgedragen door overhandiging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker kan het grafrecht of het gebruik worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf vervallen te verklaren.

  • 4. Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het college het grafrecht op schriftelijk verzoek alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een (urnen)graf of urnennis dat inmiddels is geruimd.

  • 5. Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde rechten verschuldigd.

Artikel 22 Afstand doen graf

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het uitsluitend recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 23 Vervallen grafrechten

  • 1. De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien een begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van de rechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een (urnen)graf of urnennis is overleden en het recht niet binnen de in artikel 21, lid 2 gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 24 Vereisten grafbedekking

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het college een grafbedekking of andere voorwerpen op graven, een plaat ter afsluiting van een urnennis of een gedenkplaat op een particuliere gedenkplaats te plaatsen of te verwijderen.

  • 2. Omtrent de wijze van een verzoek om vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen of gedenktekens, alsmede het aanbrengen of onderhoud van beplantingen kan het college nadere regels vast stellen.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.

  • 5. Het college kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien en/ of het monumentale karakter van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 25 Onderhoud gemeente

Het college voorziet in het algemene onderhoud van de begraafplaats en van de algemene perken met uitzondering van de door de gebruikers aangebrachte grafbedekkingen en de particuliere grafoppervlakken.

Artikel 26 Onderhoud rechthebbende en gebruiker

  • 1. Voor zover het onderhoud niet rust op de houder van de begraafplaats zoals bedoeld in artikel 25, zijn rechthebbenden en gebruikers verplicht de particuliere grafoppervlakken, de gedenktekens en de beplantingen te onderhouden.

  • 2. Indien de rechthebbende of gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college het grafrecht beëindigen en de grafbedekking verwijderen conform artikel 28, lid 4 tot en met 7 van de Wet op de lijkbezorging aangaande kennelijke verwaarlozing. Het verwijderde vervalt aan de gemeente zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. De verwijdering van de grafbedekking, zoals bedoeld is in lid 2, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker per brief met ontvangstbevestiging is geïnformeerd. Als het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, geschiedt de oproeping door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats; bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 4. Het college stelt nadere regels ten aanzien van het onderhoud door de rechthebbenden en de gebruikers.

Artikel 27 Eigendom en aansprakelijkheid

  • 1. Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de eigenaar de eigendom houden van de in artikel 24 bedoelde gedenktekens en andere voorwerpen of beplantingen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.

  • 2. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door en voor rekening en risico van de rechthebbende of de gebruiker die geacht wordt de aansprakelijke eigenaar te zijn.

  • 3. Schade en eventuele gevolgschade voor derden is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker en deze dient de daaraan toegebrachte schade of verzakking, door welke omstandigheid ook, op eerste aanschrijven te (doen) herstellen indien de beschadiging en/ of verzakking zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 4. Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van het college een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan het college direct maatregelen treffen welke voor rekening zijn van de rechthebbende of gebruiker.

  • 5. Indien binnen drie maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens, beplantingen of andere voorwerpen over te gaan, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 28 Tijdelijke verwijdering

  • 1. Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een particulier- of algemeen graf, particulier urnengraf /-nis of een particuliere (dubbele) grafkelder, geschiedt voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 2. Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente geheel of gedeeltelijk worden verplaatst of verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

Artikel 29 Verwijderen grafbedekking

  • 1. Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken, de beplanting en de losse voorwerpen kunnen gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht of het gebruik door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd.

  • 2. Na afloop van de in het vorig lid genoemde grafrecht of gebruik vervalt de eigendom van de genoemde voorwerpen aan de gemeente en is deze bevoegd tot verwijderen en vernietigen van de voorwerpen zonder dat deze daarvoor tot enige vergoeding verplicht is.

RUIMEN VAN GRAVEN

Artikel 30 Ruimen graven

  • 1. De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken en aanwezige asbussen, worden begraven of verstrooid op een door het college aangewezen gedeelte van de begraafplaatsen.

  • 2. Het college kan de rechthebbende op een particulier graf toestemming verlenen om de overblijfselen van de overledenen die zich bevinden in het graf waarop het uitsluitend recht betrekking heeft, opnieuw te doen begraven in een ander particulier graf of te doen cremeren.

  • 3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn het college schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te doen brengen voor crematie of herbegraving in een particulier graf elders.

  • 4. De rechthebbende van een particulier (urnen)graf, grafkelder of urnennis kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van het grafrecht het college schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te brengen of de asbus ter beschikking te houden voor herbegraving of bijzetting elders dan wel om de as te doen verstrooien.

  • 5. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van het ruimen en herbegraven van overblijfselen of ter beschikking stellen dan wel verstrooien van asbussen op advies van de beheerder.

  • 6. De kosten welke gemoeid zijn met de werkzaamheden vallende onder de leden 2, 3 en 4 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende of gebruiker van het betreffende graf.

Artikel 31 Bevoegdheden

  • 1. Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander graf op de begraafplaats, geschiedt uitsluitend door de daartoe door de beheerder aangewezen personen.

  • 2. Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 32 Historische graven en opvallende grafbedekkingen

  • 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het college of er graven zijn, die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. De raad van de gemeente Tiel beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

  • 4. Het college kan nadere regels stellen voor de in het eerste lid genoemde grafbedekkingen, historische graven, begraafplaatsen of delen daarvan.

OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 33 Strafbepaling

Overtreding van enig voorschrift uit de artikelen 7 en 8 kan worden bestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 34 Onderwerping

Door vestiging van een grafrecht of gebruik van een grafruimte, onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld.

Artikel 35 Beslissingsbevoegdheid

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking ervan onder gelijktijdige intrekking van de 'Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Tiel 2005' van 20 april 2005.

Artikel 37 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Tiel 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tiel in zijn openbare vergadering van 20 oktober 2010
 
de griffier,                                                       de voorzitter,